De Bhagavat Gita met mystieke toelichting van een sannyasi
De Bhagavat Gita, een filosofische leidraad in een moeilijke wereld
02-08-2024
Vers 42. Het is een wandaad om de familietradies te vernietigen en zo de oorzaak te zijn van onwenselijke kinderen. Hierdoor worden allerlei activiteiten en gemeenschapsverplichtingen voor het welzijn van de familie tenietgedaan.
Arjuna zit volledig vast in de aardse traditie van het sanatana-dharma systeem (de naar aardse traditie eeuwige, rechtvaardige leer) dat door de religieuze kaste (Brahmanen) is ontworpen om de mens te helpen (?) bij het bereiken van zijn uiteindelijke verlossing. Dit wereldse sanatana-dharma systeem waar ook het onrechtvaardige kastensysteem deel van uitmaakt dient te worden verbroken en overstegen. Pas als de zoekende mens dat begrijpt en aanvaardt kan hij het enige en ware goddelijke Sanatana-Dharma, dat onvergankelijk en eeuwig is, in zijn innerlijke met hulp van de Allerhoogste als een mystieke roos laten openbloeien.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
03-08-2024
Vers 43. O Krishna, via de opeenvolging van discipelen heb ik gehoord dat zij van wie de familietradities vernietigd zijn voor altijd in de hel verblijven.
Het vooruitzicht op de verschrikkingen van de hel zijn het uitverkoren middel waarvan de religeuze instituten en kasten zich steeds hebben bediend om de mensheid angst aan te jagen en te onderdrukken, zowel in het Westen als in het Oosten. Arjuna heeft deze informatie, zoals de meeste mensen, slechts van horen zeggen, hij weet het dus niet echt maar lijkt de Brahmanen (priesterkaste) te geloven want hij is opgegroeid in het geloof dat zij de behoeders van de eeuwenoude tradities zijn; tradities die zij echter in het verleden zelf hebben gecreëerd, en onder de vorm van geestelijke erfopvolging doorgeven. Hun wil is wet en wie zich niet schikt riskeert te worden vervloekt of erger, ook een favoriet middel om angst in te boezemen. Doch zijn er ook Brahmanen die werkelijk godsrealisatie hebben bereikt en tegen het onrecht van deze tradities, waaronder ook het kastensysteem, ingaan en de mensheid proberen een nieuwe, rechtvaardige en werkelijke godsbeleving aan te leren.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
04-08-2024
Vers 44. Hoe is het mogelijk dat we door een intens verlangen naar het geluk van een Koninkrijk, worden gedreven om kwaadwillige voorbereidingen te treffen om onze eigen familieleden te doden.
Arjuna wordt heen en weer geslingerd door zijn innerlijk verlangen naar spiritueel inzicht en godsrealisatie, en het uiterlijke verlangen om de eeuwenoude familietradities in ere te houden, die komen en gaan, en dus vergankelijk zijn. Gods koninkrijk zit diep in ons verborgen en dient door devotionele onthechting te worden ontsluierd. Om dit doel te breiken dienen we te breken met familie- en andere tradities die niet meer dan een illusie zijn. In zijn verwarring ziet Arjuna dit echter aan als het begaan van een ernstige zonde.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
05-08-2024
Vers 45. Het zou beter voor me zijn dat ik ongewapend en zonder weerstand te bieden, op het slagveld door de gewapende zonen van Dhritrashtra word gedood.
De zachtmoedige Arjuna zou liever zelf op het slagveld sterven dan zijn familie te moeten doden. Het verder zetten en in ere houden van de familietraditie, die bovendien ook nog door het kwade is gecorrumpeerd, is voor hem belangrijker dan zijn eigen leven.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
06-08-2024
Vers 46. Sanjaya sprak: Nadat Arjuna had gesproken, zijn geest gebroken door verdriet, wierp hij boog en pijlen naast zich neer en zette zich neder op de strijdwagen.
Arjuna heeft het dieptepunt van zijn wanhoop bereikt. Hij is bereid zich terug te trekken uit het conflict tussen de uiterlijke aangeboren natuur die ons met allerlei illusies in haar materiële ban wil houden en de innerlijke liefdevolle aantrekking van de Allerhoogste die ons hieruit voor eeuwig wil bevrijden.
Hier eindigt het eerste hoofdstuk van de Bhagavat Gita, "De wanhoop van Arjuna".
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
07-08-2024
Hoofdstuk 2
Het pad van kennis
Vers 1. Toen Madhusudana Arjuna overmand door mededogen, teneergeslagen en met zijn ogen vol tranen zag zitten, sprak Hij volgende woorden.
Krishna wordt in dit vers Madhusudana genoemd en wat betekent: Hij, die de demon Madhu heeft gedood, die het ego symboliseert. Arjuna, die het dieptepunt van zijn verwarring en wanhoop heeft bereikt, is nu klaar om het geestelijk advies van Heer Krishna, Die de Allerhoogste in Zichzelf heeft gerealiseerd, te ontvangen.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
08-08-2024
Vers 2. De Allerhoogste Heer sprak: O Arjuna, hoe komt het toch dat je op deze gevaarlijke plaats wordt overvallen door treurnis en zwakheid, die enkel leidt tot schande en je de weg naar de hemel verspert?
Heer Krishna wordt hier de Allerhoogste Heer genoemd omdat hij de Allerhoogste in zichzelf heeft gerealiseerd. Arjuna is inderdaad op een gevaarlijke plaats (het innerlijke veld van Kuru-Dharma Kshetra) beland, in dit vers verwoord als Vish, wat ook vergif betekent. Overvallen door totale verwarring, treurnis en zwakheid kan hij het niet meer opbrengen om te vechten en toch dient deze innerlijke strijd te worden gestreden om de illusoire obstakels van het materiële bestaan te overwinnen en de woonplaats van de Allerhoogste, de Geliefde te bereiken.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
09-08-2024
Vers 3. O zoon van Partha, geef niet op want dat siert je niet. O bedwinger van de vijand, sta op en schud deze verschrikkelijke zwakheid van je af.
Arjuna wordt hier aangesproken met zoon van Partha omdat deze de zus van Heer Krishna's vader was. Heer Krishna is dus zowel een bloedverwant, een dierbare vriend en de spirituele leraar van Arjuna. Hieruit kunnen we afleiden dat Heer Krishna op de meest innige wijze met Arjuna, die de zoekende, spirituele mens vertegenwoordigt, verbonden is.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
10-08-2024
Vers 4. Arjuna sprak: O overwinnaar van Madhu, vernietiger van de vijand, hoe kan ik in deze veldslag mijn pijlen richten op Bhisma en Dronacharya, die ik zeer eerbiedig en hoogacht?
Arjuna spreekt Heer Krishna aan met overwinnaar van Madhu, die het ego belichaamt. Zoals we reeds eerder hebben vermeld is Dronacharya, symbolisch gezien, de eerste guru (spirituele leermeester) die ons de afgescheidenheid van de Allerhoogste doet ervaren, maar waardoor ook het verlangen naar spirituele zelfverwerkelijking wordt aangewakkerd. Grootvader Bhisma belichaamt de verwarring en zelfbedrog. Dat is de oorzaak dat we, gevangen in illusie, onze familie als ons eigen vlees en bloed zien en tradities als eeuwig en heilig beschouwen. Eéns we echter met de Allerhoogste zijn versmolten en één zijn geworden bestaan er geen familie, leraar noch discipel meer.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
11-08-2024
Vers 5. Het ware beter voor mij om in deze wereld als een bedelaar verder te leven dan deze vereerde leermeesters te doden. Alle genietingen van deze wereld zouden voor mij aanvoelen als met bloed besmeurd mocht ik hen doden.
Arjuna wil noch zijn familie- noch zijn banden met zijn leermeesters verbreken (doden). Hiervoor zou hij liever als bedelaar, die tevreden is met enkele spirituele kruimels, verder door het leven gaan in plaats van voldoende spiritueel voedsel tot zich te nemen en de strijd aan te gaan. Toch is dat de enige weg om de honger van onze ziel te stillen en om godsrealisatie te bereiken.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
12-08-2024
Vers 6. Ik kan niet kiezen. Ook weet ik niet wie van ons de overwinning zal behalen. Ik wil Dhritrashtra's zonen niet doden maar toch staan ze op het slagveld tegenover mij. En als ik hen dood, kan en wil ik niet verder leven.
Arjuna begint eindelijk in te zien dat zijn materiële redenering totaal geen uitweg biedt en zijn verwarring alsmaar groter maakt. Nu is de tijd aangebroken dat hij Heer Krishna, zijn dierbare vriend en nu ook zijn spirituele leraar om goddelijke raad moet vragen om uit dit verschrikkelijke kluwen van materiële illusies bevrijd te worden, en godsrealisatie te bereiken.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
14-08-2024
Vers 7. Mijn hart voelt zwaar en hulpeloos aan en mijn geest is verward wat betreft Dharma. Thans zoek ik mijn toevlucht tot U en ben Uw leerling. Daarom, smeek ik U, onderricht me en zeg me duidelijk wat te doen.
Arjuna is zich thans volledig bewust dat hij het dilemma waar hij voor staat niet zelf kan oplossen. Dharma, waar Arjuna naar verwijst zijn binnen de Vedische samenleving de leefregels waaraan men zich als goed mens dient te houden (*zie noot hieronder). Arjuna geeft zich volledig over aan Heer Krishna, die hij nu als zijn spirituele leraar erkent, en vraagt hem te onderrichten over de juiste beslissingen die hij in deze netelige situatie dient te nemen.
* Overgave aan de Schepper, matigheid, reinheid, echtelijke trouw, zelfbeheersing, eerlijkheid, kennis van de geschriften, kennis van de overziel
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
15-08-2024
Vers 8. Al zou ik de heerschappij over de hele aarde en de hemelen verkrijgen, zelfs dan weet ik niet hoe ik deze innerlijke pijn, die mijn zinnen verteert, kan verdrijven.
Arjuna beseft dat geen enkele wereldse macht hem kan helpen bij het oplossen van dit innerlijk conflict en zijn zielepijn kan wegnemen, behalve door de aanwijzingen te volgen van zijn spirituele leraar, Heer Krishna, die de Allerhoogste in Zichzelf heeft verwerkelijkt.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
16-08-2024
Vers 9. Sanjaya sprak: Nadat Arjuna, de bedwinger van de vijand, deze woorden tot Govinda had gesproken zei hij: Ik zal niet strijden en zweeg.
Sanjaya, de raadsheer van koning Dhritrashtra, noemt Arjuna in dit vers de bedwinger van de vijand omdat hij weet dat Arjuna thans onder de hoede van Heer Krishna staat. Arjuna spreekt Heer Krishna aan met Govinda, wat herder betekent. Heer Krishna, die de Allerhoogste in zichzelf heeft gerealiseerd, is inderdaad voor de onwetende een Herder (net als Heer Jezus was). Nu is het moment aangebroken dat Heer Krishna, de spirituele leraar van Arjuna, na lang te hebben gezwegen en naar Arjuna te hebben geluisterd, hem zal onderrichten over hoe te handelen om Godsrealisatie te bereiken.
Categorie:Bhagavat Gita Inleiding
17-08-2024
Vers 10. Toen, O Afstammeling van Bharata, sprak Hrishikesa glimlachend de volgende woorden tot Arjuna, die overmand door verdriet in het midden tussen beide legers zat.
Koning Dhritrashtra wordt door zijn raadsheer Sanjaya aangesproken met afstammeling van Bharata (naam voor India). Heer Krishna wordt opnieuw Hrishikesa genoemd, wat heer der zinnen betekent, hij die ieders hart kent. Heer Krishna glimlacht naar Arjuna want hij is niet enkel zijn spirituele leraar maar ook zijn dierbare vriend.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
18-08-2024
Vers 11. De Gezegende Heer sprak: Alhoewel je geleerde woorden spreekt treur je over dingen die het niet waard zijn om over te treuren. De wijzen treuren noch over de levenden noch over de doden.
Heer Krishna noemt de argumentatie van Arjuna geleerd maar niet wijs. Velen op aarde zijn geleerd in wereldse kennis maar missen spirituele wijsheid. Alles wat tot de stoffelijke wereld behoort is vergankelijk en het treuren niet waard. Ook Heer Jezus sprak dezelfde woorden. Deze woorden klinken misschien hard doch willen ons wakker schudden uit onze stoffelijke slaap. Uiteraard zijn we verdrietig als iemand die ons dierbaar is zijn lichaam verlaat doch kennis van spirituele wijsheid mildert de zielepijn aanzienlijk en laat ons de werkelijkheid zien, namelijk dat we dit lichaam niet zijn.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
19-08-2024
Vers 12. Nooit was er een tijd dat Ik niet heb bestaan, noch jij, noch al deze vorsten. Nooit komt er een tijd in de toekomst dat wij ophouden te bestaan.
Het Absolute, de Allerhoogste, de Geliefde kent begin noch einde. Dit geldt eveneens voor onze spirituele existentie die uit Hem/Haar/Het is voortgekomen. Enkel het stoffelijke bestaan is veranderlijk en vergankelijk. Over deze spirituele kennis te beschikken schenkt ons intense vreugde en diepe vrede.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
20-08-2024
Vers 13. Op dezelfde manier als het Zelf in dit lichaam kindertijd, jeugd en ouderdom ervaart, zo verhuist de ziel van het ene lichaam naar een ander. Een wijs mens laat zich hierdoor niet verontrusten.
Het lichaam van een mens maakt tijdens zijn leven verschillende lichamelijke transformaties door. Eerst als kind, gevolgd door de jeugd, dan overgaand naar een jonge man of vrouw gevolgd door rijpere leeftijd en tenslotte naar een oud lichaam tot de dood intreedt. Al deze lichamelijke veranderingen hebben totaal geen invloed op ons Zelf. Als we in gedachten teruggaan in de tijd bemerken we dat ons innerlijk onveranderd bleef. Wel zijn we geëvolueerd qua werelds denken maar onze ziel bleef identiek. Volgens de Bhagavat Gita en de aanwijzingen van Heer Krishna verhuizen we na onze dood naar een ander lichaam tot we het uiteindelijke hoogste doel, godsrealisatie, hebben bereikt en voor eeuwig versmelten met de Allerhoogste, de Geliefde.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
21-08-2024
Vers 14. O zoon van Kunti, geluk en verdriet komen en gaan net zoals zomerse hitte en winterse koude. Zij zijn niet meer dan zintuiglijke ervaringen. Verdraag hen moedig en onbewogen, O afstammeling van Bharata.
Arjuna wordt in dit vers aangesproken met zoon van Kunti en afstammeling van Bharata wat verwijst naar zijn edele en goede eigenschappen van zowel moeders als vaders kant. In deze stoffelijke wereld is niets blijvend en is alles onderhevig aan verandering. Echter door de juiste aanwijzingen, geestelijke oefening en discipline kunnen we leren om deze moedig en onbewogen te ondergaan. Het is een proces met vallen en opstaan tot dat we deze illusoire aantrekkingskracht van de materiële wereld uiteindelijk overwinnen en opgaan in de Allerhoogste, de Geliefde.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
22-08-2024
Vers 15. O beste onder de mensen, de wijze die onverstoorbaar is in vreugde en verdriet en in beide omstandigheden standvastig blijft is klaar om te proeven van de nectar der onsterfelijkheid.
Zolang we in een stoffelijk lichaam verblijven krijgen we te maken met alle mogelijke tegenstellingen die eigen zijn aan een leven in de stoffelijke natuur. Deze blijven maar komen en gaan, gelijk wolken die voorbij glijden of zoals eb en vloed enz. We raken zo gemakkelijk in de ban van wereldse objecten die ons, om het ludiek te zeggen, doen watertanden. Eén van mijn yogaleraren vatte dit samen als: smoutebollen hier, smoutebollen daar, aan het ene kraampje al wat lekkerder dan het andere, en maar eten tot we buikpijn krijgen. De volgende dag zijn we echter onze buikpijn al weer vergeten en beginnen er met smaak opnieuw aan. Het is inderdaad niet altijd even makkelijk, soms zelfs voor iemand in spiritueel ver gevorderde staat, om deze tegenstellingen en verlokkingen altijd kalm en onverstoorbaar tegemoet te treden. Doch oefening baart kunst. Laten we dus met volharding, echter zonder fanatisme, en veel geduld het pad blijven gaan dat leidt tot zelfverwerkelijking.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis