Voor veel mensen is religie een onderwerp dat geklasseerd kan worden bij de B van bijgeloof, voor mij echter bij de M van mystiek, alhoewel dat voor diezelfde mensen natuurlijk geen verschil uitmaakt. De nuance ligt in de oorsprong van het gevoel dat men mysticisme noemt. Indien men er van uit gaat dat de Mens en al wat existeerd het resultaat is van een toevalligheid in de chemische moleculen dan zou ik in dit pandemonium ook twijfelen in het bestaan van een creator die men God wil noemen. En wanneer men aanhanger is van een creationistisch geloof moet men een persoon zijn die met simplistische oogkleppen over de ontegensprekelijke bevindingen van de exacte wetenschap durft stappen. Toch blijft de term mystiek niet ongemerkt als men zich open stelt voor de grootsheid en de kracht van de natuur en het leven. De Natuur enerzijds en de dominantie over de natuur van de egocentrische Mens anderzijds, het lijkt allemaal onoverkomelijk en gepredestineerd door de machtzucht des mensen's nauwe ego. Maar als de zoekende eenling over de drempel stapt van de innerlijke stilte en daar de brug ontdekt die leidt naar het panoramisch zicht op het Universum in het grenzenloze hart dan herkent die eenzelvige Mens sowieso de sacrale geschiedenis die ingeluid wordt met de oorspronkelijke Oerknal en stopt in het hier en nu en herkent zijn reflectie in ieder moment.
|