Wetenschap houd zich bezig met het bestuderen van de werkelijkheid, de objectieve werkelijkheid van het leven, en is daar een meester in. Spiritualiteit richt zich op een totaal andere werkelijkheid, althans de volwassen vorm van de spiritualiteit, namelijk de werkelijkheid van de dood of het proces van het sterven. Dat is waarom wetenschap en spiritualiteit elkaar nooit de hand zullen reiken. Wetenschap kan spiritualiteit niet begrijpen, juist om die reden. Spiritualiteit heeft dan weer moeite om de resultaten die uit de Wetenschap voortkomen als volwaardig te beschouwen en meer als een tijdverdrijf, juist door het aspect van het Momentum Mori. Spiritualiteit kijkt op dat vlak op een meer lucide manier naar de werkelijkheid dan de Wetenschap. Voor de spiritualiteit heeft het leven geen zin, voor de Wetenschap heeft de wereld wel een zin, daarom onderzoekt zij haar constant, op zoek naar de ultieme Zin, die volgens de spiritualiteit luoter een fata morgana is. Wetenschap meent dat het de Rede als bondgenoot heeft maar beseft niet hoe wankel die relatie is. In een Universum waar groei en verval onduidelijk zijn, heeft men aan het hebben van een denken niets.
|