Gisteren vond ik in mijn brievenbus De Weekkrant, een gazetje dat ik altijd regelrecht in de doos met oud papier kieper. Maar nu was er een in het oog springende titel die mijn aandacht trok: "STOP HET PESTEN!". Op vier pagina's werd over 'pesten' geschreven, merendeels over pesten op SCHOOL, maar nergens was er sprake van pesten in het GEZIN. In het hele artikel was er werkelijk niéts te vinden over pesten in het gezin. Terwijl thuis, binnen de vier muren van een huishouden, het echte pesten begint, dáár liggen de eigenlijke wortels van het pestprobleem. Thuis in de huiskamers tussen broers en zussen zijn ruzies en plagerijen lang niet altijd onschuldig. Ze hebben meer impact op de psychische gezondheid en ondermijnen het zelfvertrouwen van het slachtoffer. Aanhoudende plagerijen, dagelijks terugkerende wrijvingen en vernederingen, deze negatieve ervaringen tekenen de 'slachtoffers' voor hun leven. Hun jeugd werd gestolen, gestolen kinderjaren... omdat hun ouders niet tussenbeide kwamen.
Veel treiteraars komen uit een gezin met ouders die koel of onverschillig zijn of die hun kinderen feitelijk hebben geleerd problemen op te lossen door kwaad te worden en geweld te gebruiken. Kinderen die in zo’n omgeving zijn grootgebracht, zien hun verbale aanvallen en fysieke agressie misschien niet eens als pesten; ze kunnen zelfs denken dat hun gedrag normaal en acceptabel is.
En nu een persoonlijke onthulling, om het pesten in het gezin te illustreren... In mijn jeugdjaren werd ik geplaagd en getreiterd door mijn twee jaar jongere broer. Kwetsende opmerkingen, vernederende toestanden en pijnlijke fysieke aanrakingen wisselden elkaar af. Het gestoorde ventje amuseerde zich ziekelijk, terwijl moeder in de keuken deed alsof er niets aan de hand was... Pesten in het gezin heeft veel meer impact op het slachtoffer dan pesten op school, omdat er op school meer controle is en het pestfenomeen er georganiseerd aangepakt kan worden. Terwijl thuis de pestkop stiekem zijn gang kan gaan...
|