Afgelopen dinsdag waren we bij tante Heintje. Ze zat echt op haar gemak te vertellen over haar jeugd. Over vader die met ome Berend zoveel land ontgonnen had dat hij van de baron van de Wildenborch als bosgrond gekocht had. Toen hij later het hout verkocht had dat er af kwam had hij zn geld al weer terugverdiend en werd er De Boskamp op gebouwd en hadden hij en Berend allebei hun eigen plaats ontgonnen. Tante Heintje herinnert zich dat er lang een hele bult stobben heeft gelegen tussen De Boskamp en Braakhekke. Opa Jansen was inderdaad een wat sjacherijnig man die weinig van de kinderen kon hebben. Maar ommoe, zoals opoe Jansen genoemd werd, was een lief mens die hield van zingen met de kinderen. Ze kende heel veel liedjes, maar opa vond het maar niks als ze samen zongen en bromde dat ze stil moesten zijn. Och kinder , zei ommoe dan, Gao maor met de rugge naor em toe zitten, dan hef e niks in de gaten. Hee is toch doof. Ze vertelde over haar verkering met ome Koos toen ze op De Hut in De Steeg ging dienen. De zus van Koos werkte daar tegenover en zij ging wel eens met haar mee naar huis. Het had nogal wat voeten in aarde gehad voor ze echt geaccepteerd werd. En dat ze vaak naar huis had verlangd toen ze eenmaal getrouwd was, maar dat dat moeilijk was vanwege de afstand. Ze vertelde over haar gezellig gezin. Ooit vroeg ik haar of het niet erg druk was geweest met 10 kinderen. Och, zei ze toen, Ik heb ze niet allemaol tegeliek gekrege. Er vroeg eens iemand of het niet moeilijk was met zoveel kinderen. Dan zou er toch regelmatig ruzie zijn! Ze kon ze gerust stellen. Ook dat was niet aan de orde. Ik denk dat ze met opgewekte zin haar gezin bestuurde. Nog steeds is ze opgewekt al vindt ze het moeilijk dat ze niet mobiel meer is. Maar wil ze echt ergens heen dan regelt ze zelf een rolstoelbus en één van haar dochters en ze gaat!
Tante Hanna had veel bewaard. Zelfs de briefjes van haar jongere zusjes en Jan die ze schreven voor deze verjaardag.
Zondag 6 April 1925
Waarde Hanna
De kinderen zijn allemaal zowat bezig met het briefjes schrijven aan Hanna en nu willen wij u ook even schrijven want je bent dunkt mij niet alle dagen jarig, maar morgen toch wel. Negentien jaar. Moeder had het er van voormiddag nog over dat het zulk warm weer was geweest toen je geboren zijt. Dat was mij ontschoten, maar ik weet nog wel dat we dien dag aan t zoogenaamd kuilen zijn geweest. Dat is als je met 2 paarden ploegt, er onder uit de voor met de schop er nog een spit bij uit haalt. Het wordt nu niet meer gedaan en u zal het ook wel niet meer heugen. Daar kwam dan altijd een man of zes uit de buurt bij te pas. Ik weet dit nog best dat die manslui toen s namiddags na het werk nog zoo lang in de keuken zaten te drammen en te zwammen en uw moeder was allang niet goed. Ze verlangde zo dat die mensen nu maar gauw naar huis gingen, maar ze wilde hun dat ook nog niet graag zeggen en dit alles is morgen 19 jaar geleden. Veel is er wel gebeurd in dien tijd. We hebben woeste grond gekocht, Berend en ik, en na een gepolder van een jaar of 5 6 hebben we beiden nu een eigen plaats. Maar t is anders toch net of het verleden jaar pas gebeurd is. Dit komt zeggen sommigen omdat wij de herinneringen van het verleden net bewaren als portretten in een album, zodat we eigenlijk het verleden in ons om dragen en net als met een album, kunnen we het verleden bekijken net waar we willen. En dat we niet alle dingen met dezelfde scherpte kunnen onderscheiden komt dan niet omdat het niet aanwezig is maar omdat dat, zoals men het noemt, is verzakt tot onder de drempel van ons dagbewustzijn. Dit laatste betekent zooveel als het leven, gebonden aan ons stoflichaam, zodat we later als we weer vrij zijn, alle mogelijke dingen uit ons verleden weer even scherp kunnen onderscheiden alsof we het juist meegemaakt hadden. Dus hoe beter we het in dit leven aanleggen hoe genoeglijker en gelukkiger ons begin in de geestelijke wereld zal wezen. En ik zou wel willen zeggen.. ga uw leven maar zo door, tenminste in veel opzichten. Wat verkeerd is in je, wel, het geweten is in u als het gewetene en zal je de consequenties der dingen wel indachtig maken. Van het kranten sturen is weer niet gekomen. k Heb hem Dika ook nog niet gestuurd. Ze dacht geloof ik dat ze vandaag nog kwam, dan zou ik hem je morgen of zoo nog wel sturen ofschoon moeder zegt dat Hanna niet zooveel meer om dat feuilleton geeft, het wordt ook zo verschrikkelijk lang. We hebben deze week van Herman 2 brieven gekregen, dinsdag en zaterdag één. Dinsdag schreef hij nog over het loon, dat had Niessink en hij nog weer veranderd. Wanneer Herman minder dan150 dollar maakt van dien grond dan wilde Niessink hem dat bijpassen en als het meer werd dan 300 dollar dat was dan voor Niessink. Dat is dunkt mij lang niet zo mooi als het eerste verdrag en hoe dat nu in mekaar zit weten we ook zoo niet. Ik dacht al zoo of het Niessink ook wat al te bezwaarlijk leek om Herman altijd hoe het ook liep, de opbrengst te beloven van 10 HA. En Herman moet dan ook nog een boel dingen leren. In de brief van gisteren schreef Herman ook nog dat hij misschien nog een keer met A Levenkamp met zijn auto naar die ongetrouwde broers in Sioux Center zou gaan. Dan wilde hij meteen Theo Kaeming opzoeken. Wat zal die Theo dan opkijken, t is zon aardige jongen. Dika is net gekomen, ze heeft nog een briefkaart van u meegebracht. Wat is dat een goedkope hoed die je gemaakt hebt. Maar Hanna, ge zijt morgen jarig dat is zoo en nu weten we op t ogenblik nog niet waar we u een plezier mee kunnen doen. Ik dacht aan een boek. Oostloorn bv of heb je zelf nog een ander in gedachten? Of iets anders? Een mandje op de fiets liever niet, praatte moeder van. Zeg, weet je wat deern, als we niets horen verder in de week van u dan bestel ik voor u: Oostloorn. Tandpijn voorgoed weer over? We zullen het maar hopen. Houd je maar goed en wees maar flink. Gegroet van uw vader en moeder
Groet juffr. Marche van mij.
De kinderen zingen juist: Ik ga slapen ik ben moe. Wat gaat dat mooi met de kamerdeur dicht.
Op de achterkant van het krantenartikel van 6 april 1938, dat neef Joop stuurde, met het gedichtje van Dina over het Lange End stond nog een gebeurtenis over een ongeluk met een vliegtuig wat natuurlijk Joops interesse als vliegtuigbouwer heeft.
On the backside of that artcle with Dina's poem het Lange End, which nephew Joop send, you can read about an other accident with a plane. Of course he is very interested because once he build his own plane. And it tells us about those times. www.grootnuelend.nl
Ja... die liefde voor vliegtuigen zat er al jong in bij neef Joop
Het vorige fotootje komt uit deze groepsfoto. Waarschijnlijk is ze ergens op bezoek of is deze foto op de Boskamp genomen. Misschien kent Erna er een paar van?
Dina's gedicht over het lange end heeft op 4 april 1938 de krant gehaald, na het fatale ongeval op weg samen met Hendrik Jan naar haar nieuwe dienstje in Hilversum.
T LANGE END - de weg van Vorden naar den Wildenborch-
Het lange end kent vele menschen En vele mensen kent dat end, Waar enkel boom en dennen groeien Met slechts een enkele bank bekend.
Dat end is velen lief geworden, Zoo denk ik vaak en is t zo niet? Hoeveel zou zij daar niet bewaren Van alles, wat ze zag en ziet?
Maar plotseling is het end gebroken Een huis verscheen uit t zand En voordat men t zich in kon denken, Stond er een huis in t dennenland.
Wel mogen wij daar niets van zeggen, Een elk moet wonen toch, En daar reeds overal gebouwd werd Was t lange end er nog.
Ik wilde dit alleen maar zeggen, En raad geven wou ik enkel maar: k Zag boven aan het huis een ledig plekje Met de naam schijnt men niet klaar.
Wat zou zon huis dan t beste sieren? Zou het deze naam niet zijn: Als t lange end daarin gebeiteld, Of mocht geschreven zijn.
Wanneer dan daar in later jaren Alles bebouwd zou zijn En huis na huis daar op mocht rijzen En de stilte verre zijn.
Dan zou een elk die naar dit huis keek En t Lange End daar las, Weer denken aan dat end van vroeger Dat vol stilte en geheimen was
Da. E.
The road fom Vorden to the Wildenborch, perhaps you remember, has a part which was long and quiet in the middle of woodland. When they were building a farm Dina made this poem to remember us how beautiful and full of mysteries that place was and gave that idea for the special name of that farm. And so the farm is called : het lange end...that long way
Tante Dina l. met haar beste vriendin Anneke van Ark onder de noteboom. Ik zag meteen wat bekends aan haar. Ik zei dat tegen tante Jo "Oh", zei ze, "Zee is etrouwd met Willem Norde van de Wenneker en Jenny is een dochter van eur". Jenny lijkt sprekend op haar moeder. Ze zat samen met mij op de Groen van Prinsterer Kweekschool in Doetinchem en slaagde met een 10 voor Nederlands. Daar zeg ik u tegen. Dina zal de Wildenborchse weg vaak afgefietst zijn met Anneke. Vooral dat lange rechte stuk waar Pardijs ongeveer in het midden van woont. In de dertiger jaren is die boerderij gebouwd. Dina schijnt verzucht te hebben: "Dee boerderieje mag ze wel Het Lange Ende numen". En dat werd het en zo heet de boerderij nog: Het Lange End.
Dina with her best friend Anneke van Ark. She looked familiar to me. So I said to tante Jo. Oh, she told, Anneke married a farmer ,Willem Norde, near Vorden and is the mother of Jenny Norde. Than I understood. I was with Jenny on the School for Teachers in Doetinchem. She studied very well and had the best points of all for the Dutch Language. Chapeau! Dina often went with Anneke by bike from the Wildenborch to Vorden. A special part of that road seemed very long. In the thirties a farm was built in the middle of that long distance. So Dina said when they went along that road: They have to give that farm the name : Het lange end- that long way. They might have heard her. The farm is called since: Het Lange End.
Enig idee wie dit gezellig stel meiden is? Dan zal ik je uit de brand helpen. Wel even terug naar de dertiger jaren hè!. Net zoals Diny, Berdena en ik ons verleden jaar de Egginksisters noemden , zijn dit de Egginksisters van toen. Alle zes zussen Eggink, ie-j wet wel, van Johan en Dientje van 'de Boskamp'. Van l. naar r. Hanna, Dika, Heintje, Dina, Jo en de jongste, Mies, zijn er even voor gaan staan en hebben er plezier in zo te zien. Volgens mij staan ze keurig op leeftijd. Jo moet natuurlijk nog even controleren of alles klopt. Tja ...en dan staat je gezicht er maar half op. Ze hebben vast tegen elkaar gezegd: "Disse foto sture wi-j naor Herman en Nettie in Amerika". Ik mocht bij tante Jo de fotoboeken die er lagen meenemen om te scannen en ik heb er een schat aan foto's bij gekregen. De Egginksfamilie heeft er wat af gefotografeerd. Geweldig. De leukste zal ik laten zien. Deze foto is van vóór 1938. Toen verongelukte tante Dina immers.
Surprise! I hope the American Eggink-family and the Canadians?... will enjoy to read the little stories.
Do you have any idea who these lovely girls are? Ill help you. You 've only to go back to the thirties. Just like we said last year, Diny, Berdena and I, we are the Eggink sisters. These are the Eggink sisters at those times. All six of the Eggink sisters, as you know, from Johan and Dientje at the Boskamp. From l. to the r.: Hanna, Dika, Heintje, Dina, Jo and the youngest one Mies. They just went for a relaxed picture. I think they are standing just on the right placeoldest to the youngest one. Jo had to do the last control of course. Tja and than you see only half of her face. They might have said to each other: This one well send to America to Herman and Nettie. I was allowed to take the family- photo-books with me to Emmen to scan the pictures and Ive got a treasure of all kind of photos. Wonderful! Ill show you in time the most lovely ones. These picture is from before 1938. Then Dina died in that terrible accident.
Het blad met alle handtekeningen van de inspecteurs en anderen van het Stoomwezen waar Wim in zn Storktijd mee te maken had.
Als afscheidscadeau kreeg Wim van zijn collegas een officiële vergunning van de dienst voor het Stoomwezen als vervoerbare Alleskenner , registernummer 421056,---(was ons tel. nr.) ten behoeve van Holvrieka aan de Kapt. Grantstraat in Emmen met de volgende kwalificaties:
Werkdruk hoog Inhoud in liters __ na de sauna vele Middellijn van de aanvoerpijp __ 30mm ( bierfles) Druk in de aanvoerpijp in bar __ zie boven Aantal veiligheidskleppen __ 1 Plaats van de veiligheidskleppen __ boven de romp Middellijn van de klepopening __ grote mond Lengte van de hefboomsarmen in mm __ te kort voor goed volleybal Gewicht van de hefboom in kg __ minimaal 90 kg Aantal schijven __ één blok Het gewicht: --middellijn __ 800 --hoogte __ 1800 -spoed __ zeer groot --dikte draad ( rond of vierkant) __ niet bekend
Het toestel is voorzien van diverse bierpompen Het toestel wordt clandestien gestookt.
Materiaalgegevens:
Hoofd - bijzonder Romp - fors Heup - na reparatie hersteld Armen - lang Benen - stevig Voeten - coasters
Minstens 27 jaar geleden tijdens hun alternatieve sinterklaasviering van de groep kwaliteitsdienst in de Pijpenbuigerij. Wim- ja die met die Vader Abraham baard en pilotenbril- is zn cadeautje aan het uitpakken òf zn geld aan het tellen. Zie je ook de gewone typemachine en oude telefoon? Naast hem de zonet nog voor Zwarte Piet spelende Piet de Jager. Daarnaast Arie van Dooren, Jack Monteiro en dan Diny, de secretaresse. Er was ook nog een Henk Kornegoor, een droogkomiek. Hij had het voordeel dat hij een mondje Frans sprak, altijd handig als er Belgen uit het zuiden op bezoek zijn. Hij wilde ze eens iets uitleggen over op welke manier hij naar Stork kwam, wees naar buiten naar : "Aahh.... avec cette voiture du peuple", waarmee hij natuurlijk zn kevertje bedoelde. Bovendien had hij een zwak voor een speciaal soort hond: een Welsh Springer Spaniel. Hij raakte niet over de formidabele karaktereigenschappen van deze hond uitgepraat. Het was een geweldig, maar intiem afscheid- april 1983- toen Wim destijds naar Emmen vertrok. Piet was al erg ziek, maar kwam met sonde en al naar ons huis samen met de andere jongens om Wim alle goeds te wensen. In het begin kwamen we nog geregeld in Hengelo, vaak nog zakelijk bij Stork, en tegelijk om Bertus en Marijke op te zoeken. Jack zei op een keer: "Als je daar in Emmen iets voor mij weet ? Laat het me weten". En zo gebeurde het een paar jaar later. Piet is diezelfde zomer overleden. Henk Kornegoor een aantal jaren ook totaal onverwacht, heb ik begrepen. En Arie, zoals ik al vertelde ging ook mee naar het noorden naar de NAM.
Ons allereerste uitje ging naar Zwolle. Wim had me gestrikt om naar de film te gaan. Ik had toen al kunnen weten dat zijn interesse in oorlogsfilms blijvend zou zijn. De Overval was een Nederlandse film die in de afgelopen 2e WO speelde en over een overval van het verzet ging. Dat ging er mee door. Nu kan ik ze niet meer waarderen en al helemaal geen misdaad- of van die vechtfilms. Wanneer Wim naar zon knokfilm kijkt beweegt zijn hoofd met iedere klap die er gegeven wordt mee. Maar ja . na die film volgden er meer en de wandelingen in Molecaten langs het Mierenpaadje en de Mariaboom deden de rest. We gingen zelfs eens met de motor die kant op. We kwamen langs een slagboom. Daar moesten we onderdoor. De ketting ging eraf en we zagen ons dat hele stuk al terug lopen. We kwamen weer bij de slagboom. Wim hield de motor weer schuin om hem er onderdoor te krijgen en raad eens wat? De ketting zat er weer op. We hebben heel wat tochtjes gemaakt op die motor. Hij wilde mij ook wel leren motorrijden. Mama moest het eens weten Oohh! Maar nadat ik rakelings langs een slootkant scheerde met Wim achterop, was het gebeurd met de les. Hij heeft de schrik nog in de benen. Wanneer Wim op zee zat werd er nog wel eens misbruik van die motor gemaakt. Henry ging er eens mee naar ds Nawijn om het briefje met psalmen en gezangen voor het tekstbord in de kerk op te halen. Gesnapt! Ik meen dat hij 50 boete moest betalen. Moeder was des duivels, niet alleen op Henry, maar ook op die agent die wist dat boete betalen voor hen heel lastig werd. Tja als een agent in Hattem die DKW125 motor zagen rijden en Wim zat er niet op dan wisten ze het wel!
Nee.... Wim en voetbal is geen combinatie. Nadat hij de eerste keer met het Kwaliteitsteam van Stork en met voetbalschoenen geleend van Dick Lettink, hinkend van het veld kwam werd hij gepromoveerd tot coach. Hij bezwoer nooit meer een voetbal aan te raken. Volgens hem waren het een stelletje onbenullen waar ze tegen moesten.... Nee Wim hield zich verder bij volleyballen. Dat hij hiermee ook twee keer z'n enkelbanden verdraaide en uitrekte telde blijkbaar voor hem minder zwaar. De eerste keer was hij maanden uit de roulatie en moest tot slot als revalidatie iedere dag zwemmen. Voor voetbal heb je meer mensen nodig, maar de Kwaliteitsdienst was een hele club. Links achteraan herken ik Gerrit van Dam. Tweede van rechts bovenaan Hans Horsselenberg. Dan Gerrit Smeitink en Ab Meirik. En natuurlijk Wim links vooraan. Het is nog in Wim z'n baardloze tijd, dus voor 1977. Toen we van onze vakantie uit Auvergne thuiskwamen had hij dus een bescheiden baard. Toen hij mèt bescheiden baard weer bij Stork verscheen keek Scheffer, de directeur hem aan en zei:"Dat ding gaat er af". Dat moet je nou echt niet tegen Wim zeggen. Ook moeder van der Kolk bekeek het met afgrijzen:"Doot dat ding d'r toch af". Hij is er al 30 jaar niet echt afgeweest. Eén keer wilde ik dat hij hem heel kort maakte om te kijken hoe het stond. Ik schrok er van. In 30 jaar heb je wel een ander gezicht gekregen.... beetje onderkin en zo. Nee hij mocht weer iets langer.
Toen de kamer aan de Dorpsweg nog uit een zit- en een eetkamer bestond, was er een bovenraam met glas in lood er tussen. En daar stonden wel 15 flesjes met drank in alle kleuren van de regenboog. De kleuren werden in de loop der tijd steeds lichter. Ik verdenk er een paar van dat die ervan gesnoept hebben en weer bijgevuld met water. Wim had ze ooit meegebracht ergens uit Italie, net als een kamelenzadel ,gekocht van Alie die ook balletje .balletje speelde in Suez, een tegeltje uit Pisa, houten poppen en rotan stoelen uit Indonesië en een olifantentafel uit Afrika.. Ik heb me laten vertellen dat het telkens groot feest was als Wim weer terug kwam van een reis. Hij bracht van alles voor ze mee. Iedere reis begon met zeeziekte. Het gekke was dat het al in de trein begon. Nou als dat dan niet tussen de oren zit!? Later zou het nog erger worden. Toen we getrouwd waren en hij vanaf de Eierdijk richting bus liep kon hij nog net de eerste rij coniferen halen. Hij kreeg in die eerste tijd ook verkering, nou ja verkering? Het was een meisje dat binnen de Hattemer grenzen alleen keurig Nederlands sprak, maar zo gauw ze weer in de buurt van Putten, haar thuisland, kwam overging op het Veluws dat toch ook in Hattem gesproken werd. Haar ouders hadden een klein boerderijtje en verder werkte haar vader in een fabriek. Toen moeder en Ben er een keer op bezoek kwamen stelde haar vader voor om allemaal maar even mee te helpen hooien op het land, des te eerder waren ze klaar! En over de gehaktballen die ze aten waren ze nog niet uitgepraat toen ik in beeld kwam. Alles werd daar gekookt en geweckt. Wim heeft ze nooit door de keel kunnen krijgen. De verkering nou ja verkering was toen al uit. Wim had haar ooit eens gevraagd wat hij voor haar mee zou brengen. Toen stelde ze een bontjas voor. Dat had ze nou niet moeten doen. Hij werd op tijd wakker.
Het team voor de volleybal van de Kwaliteitsdienst van de Ketel- en Apparaten Bouw mocht er zijn. Stoomwezen èn Kwaliteitsdienst waren aan elkaar gewaagd. Deze avonden waren bedoeld om de onderlinge band te versterken. En .. de aanhang mocht mee en altijd was het gezellig. Boven van l. naar r. Gerrit Smeitink (jao... ene van Smeitink uut Hengel van de Zelhemse weg)- chef Kwaliteitsdienst KAB, Ab Meirik- kwaliteitsgedelegeerde, dan twee vergeten namen, maar waarschijnlijk van de afd. niet- destructief onderzoek. Onder van l. naar r. Jack Monteiro- administratie Kwaliteitsdienst, Gerrit? , waarschijnlijk controleur in het magazijn en Wim van der Kolk. Ik denk dat hij hier al Chef Afname is. Arie werkte toen nog niet bij Stork denk ik. Het zal hier ong. 1978-79 zijn.
Nadat Wim bij Stork weg was volgde Jack hem na een aantal jaren richting Holvrieka.. Het ging bij Stork erg slecht in die tijd en Holvrieka zat juist verlegen om een administratieve kracht die Pietje Precies is en bovendien alles van fabricageboeken weet. Tja en Wim wist hem te strikken. Nadat Holvrieka enorm ingekrompen is en geen complete biertanks meer aflevert doet Jack- lach niet- de hele kwaliteitsdienst in zn eentje. Hij is ook al aan het afbouwen en zn afscheidsfeestje heeft Wim al meegemaakt. Het werd een complete reünie van de voormalige Holvrieka -kwaliteitsdienst
Wim z'n groepje van de Afname bij de Kwaliteitsdienst van de Ketel- en Apparatenbouw-KAB-afd Pijpenbuigerij Stork maakte overal een feestje van. Hier wordt sinterklaas gevierd. Piet de Jager als zgn zwarte Piet en Arie van Dooren met de mijter als sint.
foto: uit de collectie van Arie
Terwijl ik een foto aan het zoeken ben van de Machinistenschool in Zwolle kom ik op een site terecht waarvan me de taal bekend voorkomt. Bovendien laat hij bekende namen vallen, zowel over de leraren op school: Kip - Oh.., roept Wim al Kippe van Diek, als ook over schepen waar hij op gevaren heeft èn over Stork. Daar blijkt hij net als Wim ook in de Kwaliteitsdienst gewerkt te hebben. Het was even zoeken, want zijn naam bleef beperkt tot een kreet van de conciërge Nieuwenhuize, die door de jongens liefkozend Joepie genoemd werd. Die had blijkbaar een goed geheugen voor namen en gezichten. Als hij te laat kwam riep Joepie nl met een Zwols accent: Van Doorn, waagrom zijn wij te laat? En kreeg meteen een briefje mee voor de directeur. Toen ik Wim er bij geroepen had kwamen we een foto tegen waar de onze bekende Arie van Dooren op stond met de titel: Its me. We herinnerden ons ineens deze site die we doorgestuurd hadden gekregen van Arie. Hij had gelijk door te zeggen dat Stork voor deze functies in de Kwaliteitsdienst graag WTKs aantrok om de inspecteurs van Stoomwezen, Kema, TÜV e.d. te begeleiden bij de inspecties in de Ketelmakerij en de Pijpenbuigerij. Deze mensen hadden vaak zelf gevaren en 'spraken dezelfde taal'. 'Buiten Buis zat zelfs nog in de examencommissie van het Zeevaartonderwijs. Er was nl bij het Stoomwezen nog een Buis. Die deed meer berekeningen en werd de binnen- Buis genoemd. Wim kon uitstekend met deze buiten-Buis opschieten en ook privé bleven we contact houden nadat we naar Emmen waren verhuisd. Het bronzen plaatje van die oude Storkketel uit 1906 heeft hij aan deze Buis te danken. Arie is tegelijk met Wim van baan veranderd in 1983. Terwijl wij met onze drie opgroeiende teeners naar Emmen en Holvrieka vertrokken ging hij met Ria en baby Jorg ook naar het noorden om bij de NAM te gaan werken. Dat doet hij nog steeds. Pas kregen we nog een leuke mail met de vraag of Wim nog interesse had in wat fotos uit hun Storktijd. Natuurlijk had die dat. En baby Jorg? ....Die vaart nu als WTK net als zijn vader vroeger.
Buiten Buis met op de achtergrond de volleyballers van het Stoomwezen.
Een man met charisma was het...deze heer Buis van het Stoomwezen. Doordat hij zijn werk als inspecteur van het Stoomwezen meestal door heel Nederland verrichtte werd hij de BuitenBuis genoemd. Er zat op kantoor nl nog een Buis: de BinnenBuis. Om de banden tussen de Kwaliteitsdienst van Stork en het Stoomwezen nog wat te versterken werd er eens per jaar iets georganiseerd. Meestal werd er eerst gevolleybald en daarna gekegeld en lekker gegeten. Als ik het goed heb viel een smash van Wim eens zo hard uit dat de BinnenBuis de hele avond met een dikke neus gelopen heeft. Wim regelde de organisatie en in die hoedanigheid kreeg hij eens als dank dat bronzen plaatje van BuitenBuis dat op één van de eerste Storkketels zat, een persoonlijk cadeau. Z'n baas heeft man en macht in het werk gesteld om dat plaatje in z'n bezit te krijgen. Hij vond dat zoiets op een directiekamer hoorde. Wim niet. Het hing pal achter hem als hij aan z'n bureau zat en toen hij zou vertrekken naar Holvrieka was dat het eerste dat hij inpakte. Zelfs toen deed die directeur nog via via een slinkse poging. Het bronzen plaatje hangt nog steeds op een ereplaatsje... op de schoorsteenmantel.
Klas 1 WP van de Machinistenschool, de latere MSvS, in Zwolle. Het is even zoeken, maar Wim zit net links achter de zesde van links van de onderste rij. De beroemde Jan Pap die ook al bij hem op de chr. LTS in Elburg zat zit tweede van rechts vooraan. In het midden staat een blonde jongen met zo'n klein vlinderstrikje voor. Dat is degene die van z'n pa die zeilboot zou krijgen. Ach.... het verleden begon helemaal weer voor Wim te leven bij het zien van deze foto. Met Wim Harwig was natuurlijk ook al heel wat gepraat over hun vaartijd. Die is heel wat later gaan varen en had de pech dat hij en de oude en de nieuwe motoren van z'n schip in de stagetijd moest tekenen en beschrijven.
In de tijd die hij doorbrengtt op de Machinistenschool in Zwolle, begint hij zich wat sterker een mening te vormen. Terwijl vader van der Kolk al doodziek is zitten er jongens bij hem in de klas die geweldige cadeaus krijgen als ze maar overgaan. Eentje wordt er zelfs een zeilboot beloofd. Dat doet iets met hem. Zijn vader overlijdt kort daarop en hij wil al van school af om werk te zoeken, maar gelukkig zijn dokter van Haeringen en consorten er nog en helpen Wims moeder met raad en daad. Nee Wim moet vooral zijn school afmaken. Dan besluit hij om ipv landmachinist te worden te gaan varen om wat meer te kunnen verdienen. Bovendien is er een eter minder aan tafel wanneer hij op zee zit. Er moet wat op het spaarbankboekje komen om als het nodig zou zijn moeder te ondersteunen. Het is nooit zover gekomen. Dat was moeders eer te na. Wim vindt wiskunde ook een boeiend, maar moeilijk vak. Hij heeft een leraar die al pratend het hele bord vol schrijft. Wanneer iemand dan opmerkt dat hij het er niets van begrijpt, zegt hij :Ik snap niet dat jij er niets van snapt. En begint opnieuw te schrijven. Een leraar voor gymnastiek is zo klein dat je hem amper in zn grote Amerikaanse slee kon zien zitten. Ze plegen nog wel eens binnen zijn gehoorsafstand een opmerking te maken van: Hebben jullie dat ook gezien? Er kwam hier net een grote slee langs, maar daar zat niemand in! Volgens mij heeft hij steeds een goede band met de concierge. Als hij op het laatste moment komt aangesjeesd is het net of die op hem wacht en na hem gaat de deur op slot en moet de rest zich melden als laatkomer. Het blijkt een behoorlijke studie en gelukkig slaagt hij na een schoolexamen en voor het staatsexamen dat verplicht is. Hij heeft zijn VD-voorlopig diploma-. En dan... is het tijd om te gaan varen. Als een soort vakantie gaat moeder Siet eens met de jongens op de fiets naar Borculo, naar hun ome Gerard en tante Riek. Broer Gerard was leraar aan de Mulo en heeft hen uitgenodigd. Onderweg maakt moeder Siet een vreselijke val, heeft haar hele gezicht geschaafd en is bont en blauw. Ze hebben er geen prettige herinneringen aan. Oom Gerard heeft een speciale humor. Als ze gaan eten legt hij bv bij de jongens een stokje op het bord met de mededeling dat ze nu op een houtje kunnen bijten. Ze kunnen het niet waarderen. Als we weer eens in de buurt komen zoeken we het huis nog wel eens op en komt altijd dat houtje weer ter sprake.
Over de tijd op die Lts in Elburg heb ik hem weinig horen klagen. Wim was mager in die tijd. Hij at zn moeder de oren van de kop, nam 12 sneden brood mee naar school en at s middags nog de resten op van de andere jongens. Tussen de middag gingen ze een enkele keer ook wel eens een kroketje proberen. Je deed een kwartje in zon automaat en trok dan je favoriete vakje open. Op een keer hadden ze een kwartje dat weer terugkwam rollen terwijl het vakje al opengemaakt was. Dat was een meevaller. Die gebruikten ze nu telkens om een extraatje tussen de middag te krijgen en warempel telkens kwam dat gekke kwartje weer terug. Een wonder in barre tijden, want het was een koude winter. Dat ging een hele tijd goed totdat het zomer werd en één van hen het kwartje gebruikte om een ijsje van te kopen. Het is lang geleden, maar als die lts tijd ter sprake komt, begint Wim nog steeds over die sukkel van een Jan Pap. Hij was erg trots op zijn eerste werkstuk (een presentje voor Kerst) een schemerlampje van bewerkt metaal en zon perkamenten kapje er op. Hij heeft altijd bij moeder van der Kolk op een mooi plekje gehangen. Toen ze naar Zorgcentrum De Bongerd ging en de restanten verdeeld of opgeruimd moesten worden, zei Wim:Ik hoef helemaal niks als ik alleen mijn schemerlampje maar terug krijg.
Die lagere van Heemstraschool was geen onverdeeld genoegen voor Wim. Je zult het niet geloven, maar hij zat het liefst vooraan. Achteraan kreeg hij allerlei rare ideeën , hij was gauw afgeleid, zat meisjes aan hun vlechten te trekken en carbid in inktpotjes te doen. Op een keer ging meester Aartsen, inderdaad de broer van oom Sjoerd, de klas uit. Die was immers het Hoofd der School en kreeg wel eens telefoon. Het was een statige verschijning die wat uit de hoogte de menigte kon overzien. Hij kon wel prachtig vertellen. Hij droeg meestal een roodbruine jas en een bolhoed met wandelstok. Heel oneerbiedig werd hij wel Aadje Rooiepoep genoemd. Tja... Hattem hè! Wim heeft het eens gepresteerd om diens bolhoed op te zetten voor de klas, zijn wandelstok te pakken en als een echte Charlie Chaplin dat ding rond te draaien. Hij heeft zelfs meester van Dalfsen zo het vel onder de nagels vandaan gehaald dat die driftig werd en hem zon pak rammel gaf dat ze ome Anton, die conciërge was, riepen met de woorden: Van der Kolk, kom gauw ze slaot oew neave hartstikke dood! Aan de andere kant was hij zo betrouwbaar dat juist hij enveloppen met geld naar het postkantoor moest brengen. Ze waren er zeker van dat hij zo hard hij kon heen en weer liep. Na de lagere school werd het de Chr. LTS in Elburg. Die was net nieuw opgericht en vader van der Kolk wilde deze school hierdoor ook steunen. s Zomers werd er gefietst de neus op het stuur. s Winters ging Wim met de bus vanaf Hattemerbroek. Eens begon zn fles karnemelk in het bagagerek van de bus te lekken, drup..drup.. drup.., precies op de pet van een kapitein van het leger die op weg was naar de Willem de Zwijgerkazerne in Wezep. Die brulde een paar keer:Van wie is die tas? Maar toen niemand en zeker Wim niet reageerde, greep hij de tas en wilde hem meenemen toen hij uitstapte. Terwijl hij bij het uitstappen zijn eigen tas voor zich hield en Wims tas achter zich, kon die nog gauw zijn tas grijpen voor de deur zich