Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    30-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een gedicht van Jules Schürmann 1873-1927

    Ik heb u niet genoeg bemind...

    Ik heb u niet genoeg bemind,
    Mijn jonge jaren.
    Ik speelde met u, als een kind
    Met groene blaren.

    Ik wist niet dat in u bestond
    Wat ik steeds wachtte
    En immer zocht en nimmer vond,
    In u verachtte.

    Nu ben ik als een die verkreeg
    Zonder te weten
    Het liefste waar zijn hart toe neeg,
    En 't was vergeten.

    U die ik niet begrijpen mocht
    Vergleden dagen
    Gij droeg de schoonheid die ik zocht...
    En ik bleef klagen!...

    Onze Eeuw, jrg 12 (1912)

    30-06-2015 om 21:22 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.deuntje

    Een gedicht van P.C. Hooft 1581-1647

    Deuntje

    Op de wijs: Si c’est pour mon pucellage

    Als Jan Sijbrech zou belezen
    en haar sprak van liefde an,
    zei ze: ‘Ja, maar Janneman,
    zou het Reine Liefde wezen,
    die gij mij geeft te verstaan?
    die…verstaan: Reine Liefd’ kan niet vergaan!’

    ‘Reine Liefd’ van d’allerreinste’,
    zeid’ hij, ‘Sijbrech, bolle meid!’
    ‘Wel’, zei zij, ‘dat’s goed bescheid,
    ’t huw’lijk is op ’t allerheinste,
    Jan, ik wil ’t met u bestaan.
    Reine Liefd’ kan niet vergaan!’

    Vijftig builen in twee slagen
    smeet hem laatst de boze feeks
    met een wakk’re sleutelreeks.
    Als hij toen begon te klagen,
    zei ze: ‘Jan, wat gaat u aan?
    Reine Liefd’ kan niet vergaan!’

    Zij heeft een zweep ontboên uit Polen,
    die ze bij haar kammen hangt.
    Als haar dan een lust bevangt,
    zegt ze: ‘Jan, licht op uw zolen,
    hippel luchtig, onbelaên.
    Reine Liefd’ kan niet vergaan!’

    Jan bestond zijn wijf te vragen:
    ‘Was het u al Reine Liefd’?’
    Sijbrech zeide: ‘Ja ’t ontdieft!
    Daarom moet gij mij verdragen
    als ik lust heb wat te slaan.
    Reine Liefd’ kan niet vergaan!’

    ‘Wel, verdraag dan ook mijn smijten’,
    zeide Jan, en stelde doe
    ook een bos met sleutels toe.
    En als zij begon te krijten,
    kreet hij daar weer tegen aan:
    ‘Reine Liefd’ kan niet vergaan!’

    Wildij Reine Liefd’ doen duren?
    Voegt er Reine Liefde bij,
    want de Liefd’ aan ene zij
    kan in korte tijd verzuren.
    Hangt ze beide zijden aan:
    Reine Liefde’ kan niet vergaan!

    schrijver

    29-06-2015 om 22:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.liefde

    Een gedicht van Prudens van Duyse 1804-1859

    LIEFDE

    Wat in u mij zo heeft bekoord,
    Vóor nog uw ziel in enig woord
    Was uitgebroken
    Voor gij me nog, met maagdenlach,
    Een buiging bood, een goeden-dag,
    Zacht uitgesproken;

    Wat in u mij het meeste trof,
    Als ik u, in dien rozenhof,
    Het eerst ontmoette,
    En u, met half verwonnen hart,
    Met droeve lust, met zoete smart,
    Aanschouwde en groette?

    Wat anders, dan uw bleek gelaat?
    Geen levend wangeninkarnaat,
    Geen purpren lippen,
    Geen gloeiende ogenflonkering
    Deed, aan d'ontroerde jongeling,
    Een zucht ontglippen.

    Het was die zweem van treurigheid,
    Die wang met lelies overspreid,
    Die me innig griefde.
    0 neen! Geen bruisend driftgewoel
    Maar medelij', vol teer gevoel,
    Dàt was mij liefde.

    schrijver

    28-06-2015 om 21:35 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mijn

    Een gedicht van J.Jongbloed-Talen

    Mijn Nederland

    Ik roem uw vrije blauwe luchten
    De vette weiden van uw polderland
    Uw zeekust, waar de blonde duinen rijen
    En de oude toren blikt op het brede strand
    Ik roem uw hofstee in ’t geboomd verscholen
    De blanke zeilen op het spiegelend meer
    Het vredig landschap met de oude molen
    De bongerd met zijn bloesems, fijn en teer
    Ik heb u lief mijn land om uw verleden
    Ik heb u lief, mijn eigen plekje op aard
    En wil een vijand ooit uw grond betreden
    Een land als Neerland is ‘t beschermen waard

    27-06-2015 om 21:45 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zaadmaand

    Een gedicht van Alice Nahon 1896-1933

    Zaadmaand.

    Daar stond een late zonnebloem
    te sterven in de leste zon,
    en niemand in de wereld
    die haar nog helpen kon.

    Van lijve zo belachelijk
    gelijk een leuterwijf,
    met vuil versleten kleren
    om 't uitgedroogde lijf,

    Een mensenhand, gerimpeld,
    had die haar troost beloofd?
    Die sneed van 't mager halsken
    dat diep-gebogen hoofd.

    En op zijn stramme vingren
    woog het van zaden zwaar;
    ze hebben elkaar bekeken
    en hij werd bang van haar,

    en peinsde bij zijn eigen,
    voelend zijn groot verval:
    ‘Zal ik zó prachtig wezen
    als God mij plukken zal?’

    Dietsche Warande en Belfort, jrg 1926.

    schrijver

    26-06-2015 om 21:41 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bergreis

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

     

    De Bergbries

    De bergbries rilt door 't water voort
    Dat rint door beek en rotsge spleet,
    Mos groeit op blok en vochtge boord,
    De varen wiegt, de spar stijgt heet
    In zon: haar wortel, kronklend, schoort
    De rechte stam, het naaldrijk groen,
    En eik en beuk hun weidser dracht
    In 't bos blinken en welken doen,
    Tot waar in dag-doorschimde nacht
    De drop weer glinstert en de vaart
    Van 't water vonkt plast en bedaart
    En schiet langs gladbegroende steen,
    Licht in, licht uit, door weiden heen.
    En waar de bomen schaduw wuiven
    En als kwikzilver 't razend nat
    De wiegelende bloem bespat,
    Buigt zich de wandlaar warm en mat
    Van 't stijgen, knielt en drinkt zich zat
    Aan 't leven dat de stroom bevat,
    Dat vóór de stroom de wind bezat,
    Dat uit de ether hem gegeven
    Een vlaag is van het eeuwig leven,
    Verschonken voor de moede mond
    Van mens die het, verdorstend, vond
    En altijd weer en altijd meer
    Begeert - wat niemand ooit ontbeer' -
    De etherdronk, die ziel van 't Al,
    Die bries, die drop, die water-val,
    Die vonk van zon-gelijke koelt
    Die zilvrig door de wereld spoelt
    En kelen trekt en krachten wekt
    In 't lichaam dat langs de aarde trekt
    En op zijn eeuwig-vreemde reis
    Begeert dat hem die vloeistof spijz'
    Die meer dan vaste vrucht en dier
    Hem vult met aards, en hemels, vier.

    De Beweging, jrg 4 (1908)

    schrijver

    25-06-2015 om 21:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sanctissima virgo

    Een gedicht van Jacques Perk 1859-1881

    Sanctissima virgo

    't Was bladstil, en een lauwe loomheid lag
    En woog op beemd en dorre wei, die dorstten;
    Zwaar zeeg en zonder licht een vale dag
    Uit wolken, die gezwollen onweer torsten.

    Toen is het zwijgend zwerk uit-een-geborsten,
    En knetterende donders, slag op slag,
    Verrommelden en gromden. Vol ontzag,
    Look ik mijne ogen, die niet ogen dorsten:

    Een schelle schicht schoot schichtig uit den hogen,
    En sloeg mij. Ik bezwijmde... ontwaakte, en zag
    De lucht geschraagd door duizend kleurenbogen.

    Daarboven, in een kolk van licht te pralen,
    Stond reuzengroot de Jonkvrouw, en een lach
    Voelde ik van haar verengeld aanschijn stralen.

    schrijver

    24-06-2015 om 21:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vaarwel

    Een gedicht van Jacob van Lennep 1802-1868

    Het vaarwel.

    Vaarwel, witte duinen en Hollandsche kust!
    Vaarwel, en voor jaren, Maria, mijn lust!
    Maar voere ook het noodlot mij ver van u af,
    Het hart blijft u bij, dat ik eenmaal u gaf.
    Eer tellen mijn maats al de korlen van 't duin,
    Eer legen zij de emmers van vader Neptuin,
    Eer ik uit mijn zinnen uw beeltenis stel.
    Vaarwel dan, zoet Holland! Maria, vaarwel!

    Maria, vaarwel! - kan ons vaartuig vergaan?
    Geen plank op het dek, die uw naam niet heeft staan.
    Ja, 'k heb, als de maats zich vermaakten beneên,
    In stengen en masten uw cijfer gesneên.
    Hun spelen zijn mij geen vermaak, maar verdriet,
    Mijn vreugd is te zuchten om haar, die 'k verliet,
    En o! dan verzoet, onder leed en gekwel,
    De hope des weerziens de smart van 't vaarwel.

    De hope des weerziens, zij strekt op den plas
    De zeeman tot poolster, tot roer en kompas:
    Zij leeft in zijn ziel, sinds het uur van 't vertrek:
    Zij kort hem de wachten op 't eenzame dek:
    Zij straalt hem uit zee met den dageraad aan:
    Zij doet hem haar stem in het windje verstaan:
    Zij klingelt hem tegen bij 't kleppen der bel:
    Het welkom verzoet eens het droeve vaarwel.

    Zeemansliedtjens (1852)

    schrijver

    23-06-2015 om 23:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vriend

    Een gedicht van Anton L. de Rop 1837-1895

     

    De trouwste vriend.

    Gij flinke hond, getrouwe vrind
    Van jager, reiziger en kind,
    Men prijst u vele keren,
    Omdat gij zo gehoorzaam zijt,
    Zo waakzaam, vol geduld altijd,
    En kunstjes ook wilt leren.

    Men roemt u als gij in het veld
    Het wild, dat angstig henensnelt,
    Alras weet in te halen,
    En aan komt dragen naar uw baas
    Nu met een eend, dan met een haas,
    Die 't met de dood betalen.

    Men spreekt van u zo dikwijls goed,
    Omdat gij uit de diepe vloed
    - Vóór ze in de stroom verzinken -
    De kindren pakt met sterke tand,
    Voorzichtig voorttrekt naar de kant,
    En redt, wie haast verdrinken.

    Of als gij, door uw kracht en moed,
    De Eskimo in 't Noord behoedt
    Voor beren, die daar loeren,
    En ander hongrend roofgediert;
    Gij zult - wordt slechts uw toom gevierd -
    Hem wel 't gevaar ontvoeren.

    Maar ik roem u het meeste dan,
    Wanneer gij d'arme blindeman
    Geleidt langs straat en wegen;
    Gij zijt voor hem haast meer dan vriend,
    En hebt daarvoor een kluif verdiend,
    Een grote, ja terdege.

    't Is lang geleden  (1893)

    schrijver

    22-06-2015 om 00:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geen

    Een gedicht van Jacobus Daniël du Toit

    Daar is geen dood

    Daar is geen dood.
    Wat lewe heet, is net die op en neer
    as ons klein skuitjie al maar daal en klim;
    en wat ons sterwe noem, is niks nie meer
    as ons verdwyning op die gindse kim.

    Daar is geen dood.
    Ons wat van lae strand dit sien, en speur
    hoedat hul vaart die afstand steeds vergroot
    ons kan nie sien wat anderkant gebeur,
    en daarom noem ons die verdwyning: dood.

    Daar is geen dood.
    Ons lae standpunt is te laag en ver,
    en hul ontseil ons sfeer van ruimte en tyd,
    daarom word eindelik ons blik versper
    wanneer hul roerpen stuur in die eeuwigheid.

    Passieblomme (1934)

    schrijver

     

    21-06-2015 om 22:26 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lied

    Een gedicht van Cornelis ten Hoet 1794-1831

    Lied van Gelderland.

    Kent gij - dat land, waar ronde gulheid woont;
    Eenvoudigheid in taal en zeden troont;
    Natuur, vol pracht, in maagden frisheid bloeit;
    Een zilvren stroom langs malse beemden vloeit?
    Kent gij dat land? - Daarheen - daarheen -
    Daar trekt mij 't hart, o mijn geliefde, heen.

    Kent gij dat land, vol heuvlen, lachend schoon,
    En koele dalen, waar de reine toon
    Des nachtegaals bij brongemurmel klinkt,
    Als lentes zon aan d' avondhemel zinkt?
    Kent gij dat land? - Daarheen - daarheen -
    Daar trekt mij 't hart, o mijn geliefde, heen.

    Kent gij dat land, waar, op het welig veld,
    De gouden vrucht van Ceres golvend zwelt;
    Pomona's ooft met keur van verwen gloort,
    En door zijn waas 't verlangend oog bekoort?
    Kent gij dat land? - Daarheen - daarheen -
    Daar trekt mij 't hart, o mijn geliefde, heen.

    Mijne Ida, ja, ik ken dit schoon gewest,
    Waar gulheid nog en eenvoud zijn gevest,
    En waar natuur, met schatten rijk bestrooid,
    Gelijk een bruid, aanminnig is getooid:
    't Is Gelderland! - Daarheen - daarheen
    Trek dáár met mij, o mijn geliefde heen!

    Dan klimmen wij die heuvlen vrolijk op,
    En staren, diep verrukt, van hunne top;
    Dan rusten wij in 't fraaiste bloemendal,
    Bij vooglenzang, aan beekjes van kristal.
    Mijne Ida, kom! - Daarheen - daarheen -
    Trek dáár met mij, o mijn geliefde, heen!

    Dan wandlen wij dat golvend graanveld door,
    En aadmen bloemengeuren op ons spoor;
    Dan lokt Pomona's ooft ons tot genot,
    En 't zoet der min bekroont ons heilrijk lot.
    Mijne Ida, kom! - Daarheen - daarheen -
    Trek dáár met mij, o mijn geliefde, heen!

    schrijver

    20-06-2015 om 19:41 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wensen

    Een gedicht van Johan Michiel Dautzenberg 1808-1869

    Mijne wensen.

    Vriendschap kwam mij zoetjes strelen
    In mijn blijdschap, in mijn leed,
    Toen ik bij de kinderspelen
    's Levens lentedagen sleet.

    Mocht wie in mijn vreugden deelde,
    Met een traan mijn droefheid heelde;
    Mocht die vriend en speelgenoot
    Mij beminnen tot de dood!

    Aan een meisje zacht van zinnen
    Hechte ik mij met hart en oog.
    't Was mijn zuiver, teder minnen,
    Dat tot liefde haar bewoog.

    Sinds een heilig band ons strengelt,
    Vliet ons leven als verengeld.
    Steeds bestrooi' met bloem en blad
    Reine liefde ons effen pad.

    Onze taal was vroeg ontloken,
    Aan de frisse Scheldestrand;
    Nog wordt zij met klem gesproken
    In ons dierbaar vaderland.

    Blijv' die taal met ere blinken,
    En in 't lied der Belgen klinken!
    Blijve ze immer lief en schoon
    Boven elke vreemde toon.

    'k Trotse, ver van 's werelds razen,
    Pennenstrijd en wapenklank.
    'k Zit gerust bij volle glazen,
    'k Drink de vaderlandse drank,
    'k Zing een Vlaams, een lustig liedje;
    'k Droom mij zalig in 't gebiedje
    Van mijn vrouwtje en mijn vrind;
    En sla 't oovrige in de wind.

    Gedichten (1850)

    schrijver

    19-06-2015 om 22:04 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vreugd

    Een gedicht van rené de Clercq 1877-1932

    ZON ZIT BINNEN ONZE VREUGD

    Zon zit binnen onze vreugd
    te stralen.
    Het is het vurigst, reinst geneucht:
    een ademhalen
    in glans en jeugd.

    Op aarde schittert geen vermogen
    licht als uw ogen.
    Geen slag, geen schok, geen ruk
    kan liefde scheuren uit de hemel daar wij schijnen.
    De ganse wereld mag verdwijnen:
    Zon is de kern van ons geluk.

    Het boek der liefde (1921)

    schrijver

    14-06-2015 om 21:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zangers

    Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899

    Meester-zangers.

    Des morgens, bij het strelend zonnegloren,
    Stijgt Meester Leeuwerk uit het dromend koren.
    Hel trillend, fel schettrend klinkt zijn zonnezang;
    De lovers, heesters luistren bevend... bang
    Dat hun een toontje zoude gaan verloren.
    Geliefde vogel, ik mocht u aanhoren.
    o Leer me zingen, Meester? 'k Zing u dank! -
    Bemin, riep hij, want liefde is zoet gezang.

    't Is lentenacht, 'k ben in het bos aan 't dwalen,
    'k Verneem het roerend lied der nachtegalen.
    Mijn hert, betoverd, wil in 't grensloos gaan:
    Ik zie der liefde en ook des lijdens traan.
    'k Wil liefde met de zielegoedheid helpen,
    'k Wil smerten troosten, elke ellende stelpen...
    o Meester, leer mij trouw uw wondren klank,
    Gevoel, leert hij; gevoelen leert gezang.

    Ginds waait de wufte wind door wilgenbomen,
    Hoe zalig in hun schaduw diep te dromen!
    De wind, stil fluistrend, draagt de bloemengeur
    Van wei tot wei, verdrijvend dwaas getreur.
    Opééns begon hij breed te blazen, blazen;
    Men hoorde bomen bruisen, stromen razen...
    o Leer me, wind, uw orglend koorgeklank? -
    Denk diep, galmt het, want denken wordt gezang.

    Ik sta aan 't duin. Rondom grolt dol de donder,
    De baren brullen, buitlen op en onder.
    Door dwarlend, huilend, schuiflend stormgedans,
    Slingren bliksems hun geelgroene glans.
    Ter duine stuift het siddrend zand in wolken;
    De wolken barsten bang, als waterkolken.
    o Meesters, drijft in mij die driftendrang? -
    Vloek 't kwaad, vloek smaad, door uwe stoute zang!

    Ik zag een maagd, een schoonheidsengel knielen,
    Voor 't outer Gods; een innig rein bezielen
    Straalt uit heure ogen; uit de rozenmond
    Stroomt hemelzoet gebed, tot vreêverbond
    Der mensen. Handen, boezemwaarts gevouwen,
    Getuigen van haar zalig Godsvertrouwen.
    o Geef, vervoering, mij heur zilvren klank! -
    Bid, zong ze teer, want bidden is gezang.

    ‘Volk op! de rode vane stout verheven!’
    Zo tieren zij, door afgunst trots gedreven,
    In 't wee der duisternis, door euveldaden rood...
    Zij, die op 's volks ellende buitten laf en snood,
    Vergeten 't vaderland, met 't vreemde draven...
    Doch 't volk, verlicht, veracht die logenslaven,
    En zingt een zang, verdelgend vuige dwang.
    o Leer mij, Meester Volk, die vrijheidszang!

    Ten krijgewaart! De vijands komen... komen!
    De Vorst spreekt: reeds vloot 't bloed met stromen, stromen.
    Soldaten, op! Uw moed is landes kracht en eer...
    Ik snel vooruit met 't zwaard, volg mij ten landesweer!
    Ach, hoort men moeders angstig snikken, wenen...
    Vooruit! de vijand vlucht verslagen henen...
    Daar klinkt een zegekreet, als donderklank! -
    Soldaten, leer me fier die heldenzang.

    Aan 't wiegje zit de moeder droef te wiegen,
    Verjaagt voorzichtig de arge ronkersvliegen.
    Het zieke kindje slaapt niet, jammert treurend voort...
    Zacht klinkt uit 't moederhert een heilig liefdewoord:
    Een liedje door de Schepper ingegeven,
    Een moederzang, de reinste bron van 't leven!
    En 't kindje sliep... God, zucht de moeder, dank!
    Zij leert: o, gans de moeder is gezang.

    Gedichten (1895)

    schrijver

    13-06-2015 om 19:17 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bij

    Een gedicht van P.C. Boutens 1870-1943

    Bij een dode

    Lief ik kan niet om hem wenen,
    Waar hij stil en eenzaam ligt.
    In het schoon doorzichtig stenen
    Masker voor zijn aangezicht
    Dat de dingen er om henen
    Met zijn bleke toorts belicht.

    Lief ik kan geen tranen vinden
    Als mijn hart hem elders peist,
    Waar zijn ziel met de beminde
    Sterren van de avond rijst
    En ons, dagelijks verblinden,
    Hoger wegen wijst.

    Naar de heemlen van de lage zoden
    Stijg' de gouden offervlam!
    Wie kan wenen naar de vroeg vergoden
    Die de dood ons halen kwam? -
    Tranen, lief, zijn enkel voor de doden
    Die het leven nam.

    --------------------------
    Vergeten liedjes (1909)

    schrijver

    12-06-2015 om 21:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.raadsel

    Een gedicht van Willem Bilderdijk 1756-1831

    RAADSEL.

    Met ons beide zijn wij zeven,
    Met ons tienen zeventien.
    En gij moogt ontelbre keren
    Ons verdubblen of vermeeren,
    Altijd zult ge ons zeven zien.

    Londen, 1796.

    De Dichtwerken I (1884)

    schrijver

    11-06-2015 om 21:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    10-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.man

    Eenngedicht van P.C. Boutens 1870-1943

     

    Aan de Hermes van Praxiteles

    Zoals een man na jaren wedervindt
    Oudtere relikie, zijn jonge beeld:
    Onder de blonde val van vlossen weeld'
    Dat zuiver oog dat God in moeder mint, -

    Zo door het floers der eeuwen, dat haar blindt,
    En 't wee der wereld, dat haar u verheelt,
    Zovaak glimp van geluk de schemer deelt,
    Groet ziel van ver u, als die man dat kind:

    O ziel, o glans die 't oogeblank gelaat
    Omvloeit zoals de eedle steen zijn schijn,
    Ondeelbaar als de geur is om de bloem,

    Hoe reê vergat mijn ziel de ijdle roem
    Van 't luide leven om uw stille staat,
    Uw waterklare wijs van niet-te-zijn.

    Illustratie: Hermes van Praxiteles

    schrijver

    10-06-2015 om 09:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.leeuw

    Een gedicht van Johan de Laet 1815-1891

    Zwarte Leeuw

    Ziet gij de zwarte leeuw niet rijzen,
    Zo fier op ’t trotse gouden veld?
    Ziet gij zijn forse reuzenklauwen,
    Waarvan één slag de vijand velt;
    Ziet gij zijn bloedige ogen gloeien,
    Beschouwt zijn maan zo breed verward? –
    Die leeuw is onze Leeuw van Vlaandren
    Die rustend nog de wereld tart!

    Hij sloeg zijn klauwen op het Oosten
    En ’t Oosterheir vlood siddrend heen,
    Zijn blik vernielde d’halve manen
    Van d’ongetemde Saraceen.
    Dan toog hij weder naar het Westen
    En schonk, hun dapperheid loon,
    Aan d’onversaagdste zijner zonen
    Een konings- of een keizerstroon.

    Hij sluimert nu. – Der Walen koning
    Beknel’ hem vrij in ijzren band,
    Hij sture vrij zijn roversbenden
    Tot op der leeuwen Vaderland…
    Want zo de leeuw ontwaakt, – gij roovren!
    Wordt ge allen door zijn klauw verscheurd,
    Dan wordt uw trotse witte lelie
    Door hem met bloed en slijk besmeurd.

    schrijver

    08-06-2015 om 22:24 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een gedicht van Jaqueline van der Waals 1868-1922

    Avondnevel

    O, die blinkend witte nevel over de venen! de uitgestrekte,
    Grote, stille nevelzee, wier waatren de aarde bedekten!


    Wij liepen des avonds tegen
    De tijd, dat de zon onderging,
    Samen op stille wegen
    Door het moeras en zwegen
    Van verwondering.
    Slechts hoopjes turf en daken
    Van donkere huisjes staken
    Zwart uit de nevel omhoog.
    Ze was zo stil, zo zonderling,
    Die zee, waar niets bewoog.

    O, die zwarte, grillige heuvelkust,
    Die met haar brede lijn,
    Scheidde de blinkende nevelrust
    Van 't gloeiende karmijn!
    Want boven de donkere landen
    Stond vuurrood de hemel te branden
    Met onheilspellende schijn.

    Ik werd onrustig en ik zocht
    Een woord, dat de stilte verbreken mocht.
    Ik keek in de zon, in het nevelmeer....
    Het zwijgen werd pijnlijk.
    De avond, de aarde, mijn leven werd zeer,
    zeer onwaarschijnlijk.

    schrijver

    07-06-2015 om 22:27 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.schutsluis

    Een gedicht van Jan Prins 1876-1948

    De Schutsluis

    De tjalken schieten aan tussen de strakke dijken
    en vullen 't glad kanaal met driftig schuimgedruis,
    totdat zij met een vaart hun lange zeilen strijken
    en glijdend binnengaan in 't veilig vak der sluis.

    Daar dringen zij dooreen: de harde boorden kraken,
    zodra een druk rumoer zich opzet in de lucht,
    totdat de wachters weer de poorten open maken,
    en al dat ongeduld ver in de ruimte vlucht.

    Dan lijkt de morgen stil na 't jong geluid, dat heen is
    en ons verliet, nog vóór 't zijn volle groei begon,
    en in de lege sluis, waar 't licht nu weer alleen is,
    drijft enkel nog wat schuim, dat schittert in de zon.

    De Beweging (1905)

    schrijver

    06-06-2015 om 21:46 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!