Mag ik me even voorstellen, om een goed begrip te hebben van ons nieuw verhaal. Ik ben Lucien, geboren te Moen, te St.Denijs gekweekt en te Rollegem de kerk om ges.. Gepist zei men vroeger. Indien je naar Moen gaat en er naar mij vraagt dan vraag je beter, naar de zoon van Clara van champetters. Rond het jaar van de wereldtentoonstelling 1958 zijn we omwille van de werken aan het kanaal Bossuit- Kortrijk verhuisd naar St-Denijs. Mijn naam was niet veranderd maar men kende me daar als, die mensen van naast het café de “Vrijheid” of naast “Suysies” de loodgieter.Toen ik huwde kwam ik naar Rollegem en daar werd ik de man van Monique Libeer, de dochter van den zwarten van Libeers, mijn schoonvader was nochtans kaal.Doch zou hij vroeger “Ne” schonen kop zwart haar hebben gehad.
Mijn ouders hadden me verteld dat vroeger den ponjaard(dolk) op de tafel stond, wanneer iemand van een andere parochie, het meisjes vond waarmee hij zijn leven wilde delen. Geloof me er is niet veel veranderd, ook al is het stilaan op gang gekomen. Ik heb het toch aan den lijve ondervonden.
Wanneer ik iets wil zeggen of vragen, over het leven van vroeger en nu in het dorp, was het je weet er niets vanaf. En wilde ik iets kwijt over het dorp waar ik vandaan kwam wilde men er niets over weten, ik was een vreemdeling. Denk hierbij maar aan de vreemdelingen die noch onze taal noch onze gewoonten aannemen.
Ik was dan hier en wilde me aanpassen Ik moet en ik zal er iets over afweten, alle documentatie was goed, Rollegem zou ik kennen, en misschien beter dan zij die er wonen Ik was het beu dat zelfs kloosterzusters mij er opwezen dat ik dit dorp niet ken. Ik ken misschien nu wel iets van het dorp maar of ik de Rollegemnaar ken dat is nog een andere vraag.
Zo begon ik op te schrijven, te verzamelen en dat is het resultaat. Oordeel zelf
“Niemand is sant in eigen land” Van waar komt het dat hij het weet?
Ken je nog het sprookje van “Hallo, mijnheer de Uil” van de Fabeltjeskrant? Waar breng je ons naartoe? Naar het fabeltjesland en lees je ons dan voor uit de fabeltjeskrant. Ken je het boek van Robin Hannelore “Mijn dorp is de wereld”? Het stuk van de “Mémoires van kerkuil”. Toen ze een congres hielden in de kerk van Pulle waarin de oudste klok van Europa ging (1309), stond er in het brons geslagen; “gold sinds mensenheugenis als de verblijfplaats van de uilendynastie”. De uitdrukking” In ’t jaar één als de uilen preekten” was uit Pulle afkomstig. In ‘t jaar 1801, toen de sansculotten de kerken gesloten hadden en de pastoors die niet meer mochten betreden, werd in de kerk van Pulle het negentiende Wereldcongres van de kerkuilen gehouden.
Ik kon bij hen raad gaan vragen. Maar toen ik dacht aan de krant was deze de meest geschikte Ik las in mij “Gezette”, weet je nog “ ’t Stoand imin Gezette” Wat ik vond in dagbladen, boeken werd bij gehouden.Toen was het hek helemaal van de dam opzoeken, kijken, en als het goed is neerpennen.
Proficiat schreef een Rollegemnaar voor het titanenwerk! Dank je hartelijk! Frans
|