wanneer wordt homofobie homohaat?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Verwarrende communicatie vanuit de kerkelijke hiërarchie: kardinaal Danneels vraagt bijna smekend om de kerkelijk leer niet te zien als een geheel van verboden en als tegenstem horen we tegelijkertijd bisschop Léonard die homoseksualiteit abnormaal noemt , een afwijking die moet bestreden worden.
Opvallend is de verwijzing naar Freud: homoseksualiteit zou volgens de Weense meester een onvolgroeide vorm van seksualiteit zijn, leert ons de lezing volgens de Naamse monseigneur. Freud heeft heel wat geschreven over homoseksualiteit die hij vaak inversie noemt en als lid van de Weense burgerij heeft hij niet altijd de meest vooruitstrevende ideeën ter zake. In zijn studie Ueber die Psychogenese eines Falles von weiblicher Homosexualität (van 1920) schrijft hij echter (ik vertaal):
Het libido van ons allemaal schommelt normalerwijze levenslang tussen het mannelijke en vrouwelijke object (lees: partner)
Eerlijk gezegd, waar de schommeling zo grondig en beslissend is, vermoeden wij een bijzonder moment, dat de ene of de andere richting begunstigt, en wellicht heeft de schommeling alleen op het geschikte tijdstip gewacht om de objectkeuze naar zijn zin door te zetten.
De woorden schommelt en schommeling kan men vervangen door twijfelt en twijfel als vertaling van het Duitse schwankt en Schwankung.
Waar Freud op meer dan één plaats op wijst is de biseksuele geaardheid van iedere mens, een idee dat door Jung nog verder werd uitgewerkt met zijn theorie over de anima en animus, een vrouwelijke kern die in iedere man aanwezig zou zijn en een mannelijke in iedere vrouw.
Kortom, voor beide denkers is geen enkele man louter man, en geen enkele vrouw louter vrouw.
Raadselachtig is natuurlijk het zinsdeel naar zijn zin: er moet volgens Freud dus al een geneigdheid aanwezig zijn waardoor iemand op een gegeven moment in de richting van het hetero- of homoseksuele wordt gestuwd. Over de oorsprong van die geneigdheid formuleert Freud allerlei ingewikkelde speculaties, maar in geen geval is zijn theorie zo simpel en ongenuanceerd als door bisschop Léonard gesuggereerd wordt.
Wat Léonard doet is bovendien een typisch voorbeeld van een selectief aanhalen van een autoriteit. Het zal bij Léonard allicht nooit opkomen dat in zijn sterke essay Die Zukunft einer Illusion (1927) Freud de godsdiensten gelijk gesteld heeft met een kinderziekte, met het zich op een ziekelijke manier vasthouden aan het geloof in Sinterklaas en de Paashaas.
Léonard zal evenmin bij Freud gaan lezen hoe gezond het verplichte celibaat wel is.
En laten we niet vergeten dat Freud in 1939 is gestorven en dat de psychologie - en in het bijzonder de seksuologie sedert dat jaar niet is blijven stilstaan.
Vandaag vrijdag 6 april publiceert De Standaard over de uitspraken van Léonard een briefje van ene Philippe Van der Sande mandataris van Vlaams Belang en voorzitter Beweging voor Christelijke Solidariteit. Deze man schrijft: De katholieken hebben begrip voor de situatie waarin homoseksuelen zich bevinden, maar niet voor homoseksualiteit. Dat blijft tegennatuurlijk en abnormaal en moet bestreden worden.
Een eerste vraag: hoe kan iemand voorzitter worden van een beweging voor christelijke solidariteit en tegelijk zich aansluiten bij de slogan eigen volk eerst. Is het geen wezenlijk kenmerk van het christendom dat het een universele godsdienst is, heeft Christus niet duidelijk gemaakt dat zijn boodschap gericht is tot alle mensen?
Ten tweede: wat betekent de frase begrip hebben voor de situatie als jij zelf die situatie creëert, het is juist door het optreden van warhoofden zoals Van der Sande dat de situatie van de holebis problematisch wordt, in de maatschappelijke zin althans. Het klinkt alsof een ontvoerder zegt tot zijn slachtoffer: ik heb begrip voor jouw angst maar ik ga jou nog wat langer vasthouden.
De geestesgenoten van deze VB-mandataris hebben in het verleden altijd een viriele machocultuur verspreid, tot zij ontdekten dat een deel van hen anders was. Toen brak de nacht van de lange messen aan: homoseksuele SA-soldaten en officieren die werden afgemaakt door het elitecorps van de raszuivere heteros van de SS . Men kan hier dieper over nadenken en zich afvragen waar dit geweld vandaan komt: is het afgezien van de rivaliteit tussen beide corpsen en hun leiders, geen bewijs dat sommigen er zoveel moeite mee hebben hun eigen biseksuele geaardheid toe te geven, dat zij niet alleen bij zichzelf maar ook bij anderen de tekenen hiervan desnoods met extreem geweld moeten onderdrukken.
Los van het historisch voorbeeld: is de strijd tegen de homoseksualiteit bij anderen niet in de eerste plaats een verkrampte poging om zijn eigen geaardheid te negeren en te overschreeuwen zoals iedere bangerik veel lawaai maakt om de eigen angst te overstemmen?
De volgende vraag is natuurlijk waar deze angst dan wel vandaan komt: ontstaat die uit de incestvrees (term van Freud) of uit de maatschappelijke druk? In ieder geval kan men er niet naast kijken dat de homofobie gewelddadige vormen aanneemt daar waar nog altijd een patriarchale maatschappij bestaat met een uitgesproken machocultuur, dus daar waar een man een man moet zijn en een vrouw een vrouw.
Het is geen toeval dat het VB bekend staat als een organisatie met een strikte hiërarchie waar de mannen het voor het zeggen hebben; de vrouwen binnen de partij fungeren als garnituur en decorplantjes: zij worden geduld zolang zij kakelen wat de hanen kraaien.
Tot slot: wat is abnormaliteit? Kan men niet beter spreken over een minderheidsgedrag?
Heteroseksualiteit is de norm als men seksualiteit louter en alleen in functie van de vruchtbaarheid ziet. En dit verschijnsel tegennatuurlijk noemen, getuigt van weinig kennis van het seksuele gedrag in de natuur. Bovendien, behoort het niet tot de natuur van de mens dat hij het zoogdierniveau overstijgt met zijn verbeelding, met een scala aan gedragsvormen dat zoveel ruimer is dan het gamma van andere diersoorten?
Als je naar een norm zoekt voor intiem gedrag, zou die dan niet kunnen liggen in de buurt van woorden zoals: liefde, tederheid en lust?
|