De
verloofde
Een jongeman klopt aan
bij het huis van zijn verloofde. Haar vader opent de deur.
Wat wenst u, jongeheer?
Wel, ik ben de verloofde van uw dochter en ik kom eens met u praten.
Goed, kom maar binnen in het salon, daar kunnen we rustig babbelen. Zeg het
eens.
De jongeling, vastberaden: Wel kijk, ik kom u vertellen, dat uw dochter en ik
willen trouwen.
Vader glimlachte.
Wel, ik vind het goed dat jullie willen trouwen, maar vertel eens, heb je al
een degelijke wedde om mijn dochter en de kinderen die komen, te onderhouden?
De jongeling, nog steeds vastberaden:
Kijk, ik ben ingenieur, maar nog zonder ondervinding, dus ik verdien nog niet
veel. Maar uw dochter heeft mij verteld wat u en uw echtgenote zoal verdienen.
Bijgevolg verwacht ik van jullie een kleine steun om de telefoon, het water, de
elektriciteit en de supermarkt te betalen.
Een beetje verbaasd over dit antwoord stelt vader een andere vraag:
Goed. En wat denken jullie over de aankoop van een appartement of een huis of
gaan jullie liever huren?
De jongeling, met een onschuldig gezicht:
Wel, we hebben het ook gehad over de grootte van dit huis en we hebben het
idee dat het wat groot is voor jullie beidjes. Hier kunnen gemakkelijk twee
gezinnen samenwonen. Zo is het niet nodig om een huis of een appartement te
huren of te kopen. We wensen dus om hier met jullie samen te leven.
Vader, wat ontgoocheld:
Zeg eens, heb je een wagen?
Kijk, ik heb gezien dat u drie wagens hebt. U zult er wel één kunnen
missen zeker?
Op dit moment komt moeder binnen, groet en
vraagt vriendelijk: Waarover gaat dit gesprek?
Vader:
Liefste, ik ben blij dat ge er bent, ik wil je voorstellen aan Mijnheer de
Arbiter, die het voornemen heeft om ons dochter te huwen.
De jongeling, beledigd:
Zeg, waarom noemt u mij Mijnheer de Arbiter?
Waarop de vermoedelijke schoonvader:
Wel, wel, gij nietsnut, hoe moet ik je dan noemen? Tot nu is het enige dat
jij in dit huis wilt inbrengen, is je fluitje!!!!
L.M.
|