6 januari, drie koningendag
Vandaag 6 januari betekent in België Driekoningendag . Destijds gingen we als “bengel” op die dag langs de straten om aan de deuren Drie koningen te zingen. Met een door onze moeders in sterk linnen gemaakte buidel om onze nek, trokken we dan vanaf ’s morgens vroeg door de straten van het dorp.
Na we hadden aangebeld zongen we tientallen keren per dag hetzelfde liedje …
Drie koningen , drie koningen geef mij ne nieuwe hoed,
De ouwe is versleten, ons moeder mag het niet weten,
Ons vader heeft het geld op de rooster geteld…
Als we dan gezongen hadden kregen we daar een geldstuk of wat snoep voor. Dat verdween dan in de grote buidel, de snoep ging gewoon in de buidel, en het geld in een washandje dat we daar speciaal voor bij hadden !
Na verloop van tijd werd die buidel flink zwaar en als je niet goed oplette waar je liep, tuimelde je gewoon voorover met je snuffel op de grond, zo zwaar konden die buidels tegen het einde van de ronde worden.
Als je nu nog drie Koningenzangertjes ziet zijn die kinderen steeds vergezeld door één van de ouders en gaan ze gewoonlijk enkel nog bij familie en vrienden zingen. Wij gingen destijds, na een transformatie te hebben ondergaan naar een witte, een zwarte en een gele koning met z’n drietjes de straat op (bij ons was dat één mannelijke koning en twee vrouwelijke ”koningen”) en bleven we minstens een ganse voormiddag weg.
De “man koning”, ik dus, (de twee andere vrouwelijke koningen waren mijn zussen) ging dan voorop met de ster op een stok die je kon laten draaien door aan een koordje te trekken. Ik was de oudste en dus de grootste, en kon dus ook aan de meeste deurbellen aan. Het was in elk geval allemaal goed geregeld.
Soms gebeurde het dat er niet werd open gedaan na het aanbellen. Daar hadden we dan ook een liedje voor, en dat ging zo…
Hoog huis, laag huis,
Er zit een gierige pin in huis…
En dan trokken we naar het volgende huis …
Baasje Jan
|