Terugblik 4…
In de vorige drie berichten over ons “gerij” was hoofdzakelijk aandacht gegeven aan de wat we noemden de 1° auto of de meest gebruikte of de wagen waarmee op reis werd gegaan.
Meestal was er een tweede auto omdat ons hoofdbestuur op verschillende plaatsen werkten. Of ook omdat de depannage een ander voertuig behoefde.
Vandaag hebben we het gewoon over de tweede personen auto, zeg maar die waar het vrouwtje mee naar school in Turnhout reed.
Eerst was er een Renault 5 waar het vrouwtje een bloedhekel aan had omdat er moest geschakeld worden met een soort wandelstok die uit het dashbord kwam. Daar moest aan gedraaid en getrokken worden en dat lukte maar niet ! Het 5je werd dan ook snel verkocht en er kwam een blauwe Austin Mini 850 in de plaats.
Dat was een autootje naar ’t vrouwtjes zin, en toen na een drietal jaren de roest het won tegen het laswerk van het baasje kwam er een “nieuwe” occasie Mini. Ditmaal een 1250 cc en dus eigenlijk meer een race geval. Weinig “dikke” sportwagens die het konden halen van Mini bij het vertrek aan de verkeerslichten.
Toen de Range Rover werd aangekocht verhuisde de Blauwe Golf II naar de tweede plaats en werd de oranje Mini 1250 verkocht aan een jonge gast die er ook nog enkele jaren goed zorg voor gedragen heeft.
Ondertussen waren er plannen om op reis te gaan naar Noorwegen en het baasje had een als camper omgebouwd Volkswagen busje T2 zien staan. Voor de prijs hoefden ze het niet te laten, want één week hotel in Noorwegen was duurder dan de aankoopprijs van het busje ! Tot Trondheim heeft het hoofdbestuur met dat busje gezeten. Maar ook de Dordogne en Bretagne heeft kennis gemaakt met het groene busje met verhoogde polyesterdak. Met uitzondering van Noorwegen ging onze Sloeber overal met de baasjes mee op reis met het busje.
Na het VW busje kwam er een door een collega van ’t baasje tot camper omgebouwde Citroën C35 bus. Groter en comfortabeler dan de VW en onze eerste Drent, onze Bas heeft samen met die camper de “route Napoléon” van Grenoble tot Nice bezocht. Bas was toen acht maanden oud en het baasje heeft wel honderd maal moeten uitleggen aan de fransoozen dat Bas een “épagneul à perdrix de Drenthe” was en geen te grote “épagneul Breton”. Nadien bezochten we ook het Franse binnenland zoals het Centraal Massief, de Cevennen, de Ardéche en zelfs toen al voor de eerste maal de stad Cognac. Hier komen we heden meermaals sinds we onze stek gevonden hebben in de Charente waar Cognac de tweede grootste stad van het departement is.
Toen we het huis in de Charente hadden gekocht kwam er een Suzuki Grand Vitara in de plaats van de Golf II. Dat was een spiksplinter nieuwe auto en het baasje had die laten ombouwen naar LPG. De allereerste Suzuki Grand Vitara op LPG volgens de garagehouder zelfs wereldwijd de allereerste ! Dat was goedkoop rijden naar de Charente met die LPG wagen, tot de Franse overheid merkte dat er meer en meer op LPG werd gereden en dat ze belangrijke taksen misten en de LPG was plots niet interessant niet meer. De Suzuki werd verkocht aan de Engelse overburen in de Charente die volgens henzelf nog nooit zo’n goede auto hadden gehad !
Belle & co
|