WANDELEN TUSSEN JEKER EN MAAS. / WANDELNETWERKWERK SINT-PIETERSBERG. / KANNE 11/07/2012.
WANDELEN TUSSEN JEKER EN MAAS.
WANDELNETWERK SINT-PIETERSBERG.
KANNE.
Sinds enkele tijd heeft het Wandelnetwerk Sint-Pietersberg een groep van 50 vrijwilligers die de wandelingen controleert. Ze worden de Ambassadeurs genoemd. Samen met Chris hebben we ons aangegeven om de wandelingen te controleren. Je boekt één van de 17 wandelingen en wandelt deze dan af en kijkt of er geen paaltjes, wegwijzers weg zijn, of er geen sluikstorten zijn en of de wandelwegen nog open zijn, dan geef je de problemen door en een andere ploeg gaat dan op herstelling uit. Een goed systeem waardoor de wandelingen op en top blijven. Onze eerste wandeling is i3 Kanne.
Kanne hier heeft de Jeker duidelijk zijn stempel op het landschap gedrukt. De uitgesleten vallei, met hellingen vol grotten en holen, vormt een betoverend decor. Uit de ondergrond zijn mergelblokken gesneden waarmee heel wat huizen in Kanne gebouwd werden. De schoonheid van het dorp en zijn omgeving kun je het best ontdekken te voet. We vertrekken aan het stationsplein en maken een ommetje langs Nederland en Wallonië. We wandelen nu naar het de Sint-Pietersberg. Is het plateau tussen Jeker en Maas en strekt zich uit van Maastricht tot Visé. Het plateau van Caestert is het Belgische deel van de berg. Wij wandelen door dit prachtige stukje natuur met zijn speciale planten. In de verte zien we het kasteel van Neercanne liggen, straks komen we er langs. Maar eerst wandelen we een heel eind op het plateau en genieten van de prachtige natuur.
Dan keren we weer en komen aan het kasteel van Neercanne is een terrassenkasteel en als zodanig het enige van Nederland. Het gebouwencomplex staat op een hoog, tegen de berghelling gebouwd terras. Het kasteel is gebouwd op de oorspronkelijke locatie van Romeinse verdedigingswerken waarvan de grotten nog steeds bestaan en in gebruik zijn als wijnkelder. Het huidige gebouw wordt voor het eerst gemeld in 1353. In 1465 werd het kasteel door de Luikenaren vernield, maar al snel begon men met de wederopbouw. De bijgebouwen met de markante hoektoren in het zuiden stammen uit 1611 en zijn gebouwd in de stijl van de Maaslandse renaissance. Het relatief eenvoudige hoofdgebouw werd in 1698 gebouwd door Daniël Wolf, baron van Dopff, toentertijd militair gouverneur van de stad Maastricht. Alle gebouwen, inclusief de wellicht nog tot een voorganger van het huidige kasteel behorende terrassenmuur, zijn grotendeels uit mergelsteen opgetrokken.
Achter het kasteel, in de Cannerberg en Muizenberg en aan de overzijde van de vallei, onder de Sint-Pietersberg, liggen uitgestrekte in de mergel uitgehakte gangenstelsels. In het dal voor het kasteel stroomt de rivier de Jeker en ligt de (deels volgens de oude plannen gereconstrueerde) geometrische baroktuin van het kasteel. We nemen ruim de tijd om rond het kasteel te wandelen en de prachtige tuinen te bezoeken.
Waarna we terug naar ons vertrekpunt wandelen. Onze eerste controlewandeling als ambassadeurs is goed meegevallen en we kijken al uit om een nieuwe wandeling te boeken.
GREENSPOT HEKS. / LANGS BOERENERVEN. / REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN. / VECHMAAL 10/07/2012.
GREENSPOT HEKS.
LANGS BOERENERVEN.
REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN.
VECHMAAL.
Deze greenspot is een schitterende afspiegeling van Droog Haspengouw. Een buitengewoon boerenland met uitgestrekte akkers en spaarzame bosjes die als koepels boven de horizon uitstekken.
De landelijke sfeer van weleer vind je terug in oude dorpskernen, omringd door monumentale Vierkants hoeven. En Vechmaal telt een aantal mooie vierkantshoeves. Hoeve Gielen (Horn), Hoeve Gielen (Bielenstraat), Hoeve Renson, Hoeve Dullaers, Hoeve Picard, Hoeve Arkens, Hoeve Wijnen, Hoeve Bollen en Hoeve Pieterkesop onze wandeling vandaag zien we er een paar van. Niet alleen de hoevens zijn bijzonder maar ook de kastelen op deze Greenspot. Vandaag komen we langs het kasteel van Horne, was vroeger in het bezit van de Tongerse Familie Bosch, wiens wapenschild nog steeds boven de ingangspoort van de kasteelhoeve prijkt. Het Kasteel van Horne werd reeds herhaaldelijk gerestaureerd, en is nu in het bezit van de kunstfamilie Gerbrand-Van Tijn. De bijhorende hoeve dateert van 1743 en werd gebouwd door de familie Bosch.
Wij vervolgen onze weg door de velden en langs de akkers en komen zo aan de ingang van de "Grote Grot" of de grotten van Hinnisdael, zo genoemd naar de vroegere eigenaars. Daar men de grotten ook "kuilen" noemt, is het duidelijk dat de silex aanvankelijk aan de grond gewonnen werd. Pas later is men begonnen met de horizontale uitbating via gangen. Het landschap aan de kuilen is hiervan een treffend voorbeeld. De grotten vormen drie groepen van onderaardse, tamelijke ruime gangen, uitgezaagd in de bovenlaag van de zachte Maastrichterse tufsteen, in de volksmond "mergel" genoemd. De mergel werd tevens gebruikt als teelaarde, vermits onze voorouders hun landerijen "mergelden" om de vruchtbaarheid van de bodem te bevorderen. De hellingen en flanken van de grotten, die nu met struikgewas en kreupelhout bebost zijn, werden in de middeleeuwen als wijnbergen benut. Wij wandelen verder en gaan door een van de mooiste holleweg van de streek. Nu keren we terug richting dorp en komen langs de kasteelhoeve van Hinnisdael. In het poortgebouw van de hoeve/kasteel Henisdael bevindt zich een zeer mooie wapensteen, waarschijnlijk daterend van de eerste helft van de 17de eeuw. De uitstekende wapensteen wordt gedekt met een spitsdakje dat rust op een fronton van natuurstenen blokken. Tussen twee zuiltjes bevindt zich het wapen van de familie Hinnisdaels.
Het wapen is horizontaal in twee verdeeld en in het bovenste deel staan twee vogels (merels?) afgebeeld. Dit is eigenlijk niet correct; het wapen Hinnisdaels bevat eigenlijk drie vogels. Het wapen is gedekt met helm , wrong en dekkleden. Als helmteken wordt een vogel (merel?) gebruikt. Eigenaardig zijn de twee beelden die links en rechts van de wapensteen ingemetseld zijn. Rechts zien we een wapenuitrusting die erg Romeins (Moors) aandoet. Op het harnas staat een leeuwenkop met een ring in de muil en begeleid door een viertal krullen. Onder het harnas zien we twee beenstukken en een paardenspoor. Boven het harnas bemerken we een kromzwaard(!) een strijdknots en een strijdbijl. Via een bloemmotief is de wapenuitrusting verbonden met de wapensteen. Het beeld aan de linkerzijde is erg verweerd. Op de plaats waar rechts een paardenspoor aanwezig is, is er links een bloemmotief. Van de helm en de wapens boven het harnas is nog nauwelijks iets te onderscheiden. Ook het linker beeld is met een bloemmotief(?) aan de wapensteen verbonden. Dit wijst erop dat deze drie stukken steeds samen gehoord hebben. Waarschijnlijk verwijzen de twee beeldjes naar stamvader Gilles van Hinnisdael die naast Filips van Vlaanderen in het Heilig Land gevochten heeft tegen de Moren. Deze twee beeldjes kunnen dus gezien worden als een soort trofee. Vandaar dus ook de kromzwaarden en andere attributen die de Moren in dit geval typeren.
Verder wandelen we en keren terug naar het vertrek van de wandeling aan de infoborden. Zo eindig voor ons de controlewandeling van deze maand.
KERSENTOCHT. / WC. DE STROOPLEKKERS. / BORGLOON-VOORT. 09/07/2012.
KERSENTOCHT.
WC. DE STROOPLEKKERS.
BORGLOON-VOORT.
Voort een deelgemeente van Borgloon. Een van de vooraanstaande edellieden woonde in Voort, Marie Victor baron de Tornaco, Van 1841 tot 1848 was hij lid van de Assemblée des États (Staatsraad) en van 1848 tot 1860 van de Kamer van Afgevaardigden. In 1848 was hij vicevoorzitter en van 1855 tot 1856 was hij voorzitter van de Kamer van Afgevaardigden. Van 1859 tot 1860 was hij opnieuw voorzitter van de Kamer van Afgevaardigden. Van 1856 tot 1860 was hij nog eens lid van de Assemblée des États. Victor de Tornaco werd op 26 september 1860 premier (president van de Regering en staatsminister) en bleef dit tot 3 december 1867. Naast premier was hij ook directeur-generaal (minister) van Buitenlandse Zaken (26 september 1860 - 3 december 1867) en directeur-generaal (minister) van Openbare Werken (26 september 1860 - 31 maart 1864). Hij was een van de voornaamste minister in Luxembourg. Na zijn politieke carrière woonde Victor de Tornaco op zijn kasteel in Voort , waar hij ook overleed op 26/05/1875.
Vandaag woont er nog steeds een adellijke familie op het domein van Voort. Het kasteel de Tornaco heeft een fraaie tuin naar Franse aanleg. Het poortgebouw met een toren in Maaslandse stijl dateert van 1590. Het herenhuis is van de 19e eeuw, de kasteelhoeve van de 17e-18e eeuw. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel grotendeels vernield door een neerstortend Brits militair vliegtuig.
Vandaag wandelen we rond in de gemeente en gaan ook even het nieuwe centrale kerkhof bekijken waar een kunstwerk geplaats is. Wij wandelen ook langs het kasteel van de Hulsberg dat op een hoogste punten van de gemeente ligt en dat van alle kanten te zien is. Het kasteel Hulsberg werd in 1882 op een heuvel gebouwd, 108 m boven het zeeniveau. Wij genieten van het Haspengouwse landschap en van de wandeling rond Voort.
38E MARCHE DES VACANCES. / LA RICHELLOISE. / RICHELLE-VISE 08/07/2012.
38E MARCHE DES VACANCES.
LA RICHELLOISE.
RICHELLE-VISE.
Richelle ligt op een hoogte aan de rechteroever van de Maas tussen Luik en Wezet en aan de weg van Argenteau naar Dalhem die vanuit Argenteau een kronkelend en steil verloopt heeft. Richelle behoort tot de uiterste westrand van het Land van Herve met weilanden en boomgaarden op haar grondgebied.
Het vertrek is op de Place Cour de Justice, hier staat de boerderij uit 1745, hier werd ooit rechtgesproken. Wij wandelen dan langs het kasteel van Richelle, eigenlijk lijkt het niet op een kasteel meer een groot herenhuis. Dan weer verder langs een paar grote boerderijen en dan langs de velden en akkers. We komen aan d egrote Ferme de Cronwe. Hier wandelen we de velden en weilanden in en wandelen een heel eind langs de Berwinne. Zo komen we aan het Chateau de Cronwez, prachtig kasteel heel mooi gelegen.
We volgen nog een eind de Berwinne en komen zo in Dalhem. We klimmen hier naar boven om zo in de oude stad te komen. Langs het stadhuis en de ruïnes van het kasteel van Dalhem. Door de straten en langs de oude huizen komen we in Feneur. Door het dorp stroomt de Bolland een zijriviertje van de Berwijn. Door de gunstige ligging heeft Feneur zich ontwikkeld van een landbouwdorp tot een woon dorp. Verschillende prachtige boerderijen zijn er te zien en ook nog twee watermolens. nu wandelen we een heel eind door de velden, wel mooi de verschillende kleuren die je hier ziet.
We wandelen verder en komen in Wixhou, prachtige boerderijen en weer verder tot wij aan het kasteel Saint Remy, prachtig gelegen in een grote ommuurde park we kunnen een glimp opvangen van het kasteel en de andere gebouwen. Nu begint voor ons de klim naar Richelle. We komen terug aan place Cour de Justice en hier eindigt een mooie en aangename wandeling.
MARCHES DES GADLIS DE PERON D'OR. / LES GADLIS DES PERON D'OR. / REMOUCHAMPS. 07/07/2012.
MARCHES DES GADLIS DE PERON DOR.
LES GADLIS DES PERON DOR.
REMOUCHAMPS.
Remouchamps het toeristenstadje aan de Amblève, alom gekend voor zijn grotten, gelegen in het land van de geitenhoeders Pays de Gadlis wandelen we vandaag. We wandelen vanuit het centrum een heel eind langs de Amblève.
We komen langs de zo typische huizen van de streek ze zijn werkelijk prachtig om te bekijken en ze zijn hier wel goed onderhouden. Weer wat verder langs het water en langs het eilandje in de Amblève. We worden getrakteerd op de rotsformatie langs de rivier die hier door de eeuwen heen zich een weg gebaand heeft door de rotsen. We verlaten het dal en beginnen aan onze steile beklimming door het natuurreservaat. Steil is het wel en moeilijk om te gaan ook maar de beloning is zeker de moeite.
We bevinden ons hier in het natuurreservaat de la heid des Gatis deze berg van de geiten is 8ha groot en werd uitgeroepen tot Europees biogenetisch reservaat. Het bestaat in feite uit een hoge rotswand, letterkijk omgeven door vroegere steengroeven. Het is een van de weinige plekken ter wereld waar de Amblévehuislook voorkomt. Nog enkele andere planten komen hier voor die nergens anders nog voor komen. Als we boven komen hebben we vanop de oude bunker een prachtig panorama over de streek. Het is hier wel een bijzonder reservaat in een verlaten gebouwtje hebben ze wat info achter gelaten. Als we boven gekomen zijn wandelen we over het plateau met graslanden. Steile hellingen en golvend landschap is zo afwisselend de ene keer steil dalen en klimmen de andere keer licht golvend landschap. Wat prachtige zichten hebben we hier de groene weilanden en de prachtige licht bewolkte blauwe lucht, prachtige fotos kunnen we hier maken.
We komen aan het Monument de la Bataille de Sprimont Iedere liefhebber van de wielerronde Luik-Bastenaken-Luik kent de beruchte col van La Redoute Maar wat velen niet weten is dat La Redoute een versterking was, welk ooit gebouwd is door de Oostenrijkers in het tijdperk van de Franse Revolutie en dat een verschrikkelijke veldslag, gewonnen door de troepen van Napoleon, plaats vond op 18 september 1794 (de inscriptie "Sprimont" werd gegraveerd op de Arc de Triomphe in Parijs). Hier een eenvoudige steen met de vermelding. We wandelen verder en dalen af naar het dorpje Playe ook hier weer prachtige huizen met steen uit de lokale steen groeven. We wandelen door de prachtige omgeving en komen aan in Deigne.
Ligt in een groene vallei tussen twee bergruggen, het dorp groeide rond de kerk. De kronkelende straten worden gekenmerkt door de vele 18de eeuwse stenen huizen die meestal met veel zorg gerestaureerd werden. Het hart van het dorp zijn de boerderijen meestal uit de achttiende eeuw. We verlaten het dorp en klimmen weer langs weilanden, bosjes en akkers door het prachtige landschap.
Tenslotte komen we terug in de vallei van de Ambléve en hebben nog een prachtig zicht op Remouchamps. Hier eindigt een prachtige wandeling.
Een wandeling die je laat kennismaken met de hoogstamboomgaarden is zeker Grootloon. Hoogstamboomgaarden worden ook fruitweides genoemd. Hoogstamfruitbomen zijn alle wilde en gecultiveerde appel-, peren-, pruimen-, kersen- en notenbomen. De kruin vormt zich vanaf 1,80meter hoogte. Runderen grazen onder deze kruinen het gras kort en worden door stekelige meidoornhagen binnen de gaard gehouden. Een vaak monumentale smeedijzeren poort, de barrier, geeft toegang tot de fruitweide.
De grootte van de boomgaard en van de toegangspoort bepaalde de status van de eigenaar. Dat verklaart waarom sommige poorten echte kunstwerken zijn. een intacte hoogstamboomgaard heeft drie typische elementen; een meidoornhaag, een barrier en hoogstamfruitbomen. Vaak is één van deze elementen verdwenen. Maar op deze greenspot kun je ze nog ontdekken. Vanuit het historische centrum van Borgloon wandel je via eeuwenoude stadssteegjes naar de mooiste hoogstamboomgaarden van Vlaanderen.
Via de historische tweeduizend jaar oude Romeinse Weg van Tongeren naar Boulogne-sur-Mer klim je naar de bollenberg waar je op een uitzonderlijk panorama getrakteerd word. Het uitgestrekte en open landschap van droog Haspengouw. Het is nu kersen tijd en in de speelboomgaard die gelegen is langs de Romeinse Weg kun je genieten van de rust en van de lekkere kersen. Hier is het waar je kunt picnieken en uitrusten op een van de banken, terwijl je naar de prachtige hoogstamkersen kunt kijken en ervan smullen.
Als we verder wandelen komen we aan de boomgaarden aan de voet van het charmante kerkje van Grootloon het uit de twaalfde eeuw stammend kerkje, waar vandaag een kunstwerk van PIT te bewonderen is, je kunt zo het kerkje binnen gaan en luisteren. Wij keren terug naar het centrum van Borgloon en besluiten een mooie wandeling.
VAKANTIETOCHT. / DE SCHOVERIK. / DIEPENBEEK. 02/07/2012.
VAKANTIETOCHT.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
Vandaag is het voor ons de natuurwandeling, kilometers langs de prachtige natuur en zijn reservaten. We komen langs De Dauteweyers Dit natuurgebied is 11 ha groot. De sierlijke vijvers zijn het visitekaartje. De vijvers zijn in de 18de eeuw ontstaan door ontginning van ijzererts. Verder tref je er hooilanden, elzenbroekbosjes, een vijver en een knotelzenhaag aan. We komen ook langs De Dorpsbemden Pomperik Samen tellen ze 70 ha en strekken zich uit rond de visvijver 'De Pomperik'. Hier kijk je aan tegen sterke elzen en wilgen, in de zomer kan je er de bloemrijke hooiweiden bewonderen. Wandelaars dienen op de paden te blijven. Zo blijven zeldzame planten als kalmoes en orchideeën beschermd. We genieten van de wandeling al is het weer wisselvallig. Hopelijk volgende keer beter weer.
ST. AGATHATOCHT. / WC. ST. AGATHA. / EYS. NL. 01/07/2102.
ST. AGATHATOCHT.
WC. ST. AGATHA.
EYS. NL.
Eys is een dorp in Zuid-Limburg in Nederland. Het dorp is gelegen in een beekdal. Eys is één van de tien kerkdorpen van de gemeente Gulpen-Wittem.
De Sint-Agathakerk is in barokstijl gebouwd en is vrij weinig te vinden in de streek, het wordt gekenmerkt door de ui-vormige torenspits. In Eys zijn verschillende prachtige gebouwen in Kunradersteen. Ook de grote boerderij tegenover de pottenbakkerij. Mooi om even binnen te kijken de verschillende felle kleuren vallen we op. Dan weer verder langs de prachtige gebouwen. We zijn hier dicht bij het station van de Miljoenenlijn.
Het Miljoenenlijntje (de voormalige spoorlijn Aken - Maastricht, waar thans op zondagen en tijdens de zomermaanden een toeristische stoomtrein rijdt) loopt door het gehele dal en heeft ter hoogte Eys een station, hoewel dit een eind buiten het dorp is gelegen. Bij het station ligt het buurtschap Eyserhalte. Mede dankzij deze spoorweg en vooral de bijzondere ligging trekt het dorp jaarlijks vele toeristen aan. We hebben geluk we zien nog juist de stoomtrein voorbij stomen. We wandelen verder en komen aan de kapel van Wittemerweg. Gebouwd in Kunradersteen. Het dorp omringd door het voor Nederland unieke landelijke heuvellandschap met daarin natuurgebieden waaronder de Eyserbosschen en de beschermde Eyserheide, in vroegere tijden een heide-, thans landbouwgebied waarin de zeldzame korenwolf leeft is het landschap waarin we wandelen ongewoon mooi is het. Dan komen we aan het stationnetje van de Miljoenenlijn.
Hier draaien we de velden in, als we even omkijken hebben we een prachtige zicht op Eys en zijn kerk. We wandelen weer verder. Door het landschap dat blijft boeien. Wat verder komen we in Wahlwiller. Ook word Wahlwiller het wijndorp genoemd, diverse wijnen die afkomstig zijn van de 10 wijngaarden die in de gemeente liggen maken Wahlwiller tot wijngemeente. We wandelen verder over het Voetpad in de Mechel die ons naar Mechelen brengt. In Mechelen komen we nog vele markante gebouwen tegen. De Heerenhof, dat ruim 800 jaar geleden is begonnen met een boerenhof die door de Johanitters werd omgebouwd tot commanderij. Een aantal eeuwen later werd het een kasteelhoeve. Aan de rand van het dorp ligt de Commandeursmolen die nog steeds in gebruik is. Wandelend komen we langs t Höfke , een verzameling van achttiende eeuwse vakwerkboerderijen met bloemrijke graslanden. Een van deze boerderijen is eigendom van Stichting Natuurmomenten en is geheel gerestaureerd. Het geheel is een beschermd dorpsgezicht. De oude brouwerij is ook nog een van de markante gebouwen, Mechelen is de parel van het vakwerk in Zuid Limburg.
We wandelen nu de weilanden in en wandelen langs de Geul en volgen het Geulpad. We komen dan in terug in Walhwiller met zijn Sint Cunibertuskerk. Dit oude kerkje dat zeker terug gaat tot de 11de eeuw is prachtig gelegen. We verlaten het dorp en keren via de velden terug naar Eys steken het Miljoenenlijnte over en nog langs een paar bijzondere mooie gebouwen en zo eindigt onze wandeling terug in Eys.
42. INTERNATIONALE VOLKSWANDERTAGE. / EIFELER WANDERVEREIN HUNNINGEN-BULLINGEN. / HUNNINGEN 30/06/21012.
INTERNATIONALE VOLKSWANDERTAGE.
EIFELER WANDERVEREIN HUNNINGEN-BULLINGEN.
HUNNINGEN.
Wat is er mooier dan op een zomerse dag te gaan wandelen in de Ardennen. Aan het kruispunt van de Romeinse heirweg Riems-Keulen en de weg die twee steden van het Romeinse keizerrijk Trier en Aken verbindt. Op de rand van een plateau dat boven de Warche uitsteekt, op een hoogte van 556 meter. Te midden van een aantal kleine gehuchten en dorpjes in het natuurpark Hautes Fagnes-Eifel.
De rust die hier heerst is nog indrukwekkend, de wandeling door de prachtige natuur is bijzonder mooi. Een gedeelte van de wandeling volgt de Cultuurroute van de Eifel, met info borden die het leven in de Eifeldorpen. Langs de randen van de wegen staan bloemen die alles nog mooier maakt genieten is het. Wij worden beloont met prachtige vergezichten en weidse landschappen. Dan weer een stukje langs de weilanden en dan weer een stuk door het bos.
Veel afwisseling op deze wandeling. Ook Jefke geniet volop van zijn wandeling. Langs de boswegen zien we veel verschillende vlinders echt mooi is het. De natuur op zijn best. Bloemen kleuren de bermen die bruisen van leven. We wandelen rustig verder en genieten van alles wat de natuur en het landschap ons bied. Als we Hunningen weer binnen wandelen kunnen we de bouwkunst van Eifel bewonderen. Als je ziet met hoeveel zorg en vakmanschap de woningen gebouwd zijn dan kun je alleen maar het vakmanschap waarderen.
Wij komen zo terug op ons vertrekpunt, genoten van de prachtige wandeling.
Na de wandeling gaan we even op verkenning in Duitsland.
De Eifel biedt vele bezienswaardigheden. Schilderachtige dorpen en steden betoveren met vakwerkhuizen en oude stadsvestingen. Zo is Kronenburg ook een parel van de Eifel.
Naar Kronenburg.
Kronenburg is in prachtig plek in de Eifel.
De historische dorpskern van Kronenburg ligt hoog op een heuvel en heeft prachtige oude stadspoorten, een stukje oude vestingmuur met een 16e-eeuws kerkje en een mooie ruïne van een 13e-eeuwse burcht, gelegen op een rots en begroeid met wilde bloemen. Op dit plekje in Kronenburg heeft u een prachtig uitzicht op de omgeving en de Kronenburger See beneden. De kronenburger See is een aardig meertje in de Eifel, omgeven door bos. Het plaatsje Kronenburg met daarboven uittorenend de ruïne van het vroeger machtige kasteel Kronenburg ligt 90 meter boven het dal van het kleine riviertje de Kyll. Wij wandelen het prachtig stadje binnen door een van de stadspoorten, gezellig stadje met mooie oude huizen, wij gaan even kijken naar de ruïne van de burcht vanwaar je prachtige zichten hebt over de Eifel. Wij klimmen naar de burcht, die we via enkele fikse trappen bereiken. We komen dan uit aan de voet van de resten van de donjon, de vroegere hoofdtoren van het kasteel. Wat verderop staat nog een rest van een hoektoren, die nog van verre zichtbaar is. Ook zijn er nog andere muurresten te bewonderen. Maar de beloning voor de klimpartij is er dan eindelijk.
Van deze hoogte hebben we een schitterend uitzicht op de omgeving. Ver beneden zien we de Kronenburger Stausee, het meer, dat wordt gevoed door het water van de Kyll en de Taubkyl, een zijriviertje van de Kyll. Aan de andere zijde van het kasteel zie je het kleine plaatsje Kronenburg, dat ontstond rond de burcht, de oude kasteelkapel, de huidige dorpskerk en het Ambtshuis. We dalen terug af naar het centrum en de wandeling door het dorpje brengt ons naar het historische Schlosshotel Burghaus Kronenburg dateert uit 1766 en bevindt zich in oude stadskern van Kronenburg.
Gebouwd in opdracht van de graven van Blankenheim, heeft het onderdak geboden aan verschillende vooraanstaanden. We wandelen nog even rond in het stadje en dalen dan weer af naar de Kronenburger Stausee. Wij nemen hier de rondwandeling rond het meer. Deze wandeling van ongeveer 3 kilometer geeft ons een idee van de grote (27ha) van het meer. Het is een mooie wandeling die ons laat genieten van de natuurlijke rijkdom van de Eifel. Halverwege steken we het meer over en hebben een zicht op de aardenwal van de dam met zijn 19 meter hoogte en 325 breed.
Deze dam werd in 1976 gebouwd om het waterdebiet van de twee rivieren te regelen en de omgeving te beschermen tegen overstromingen. In de winter word het water uit het meer gelaten waardoor het waterpeil met 6 meter zakt, en bij hevige regen en door het smeltwater van de sneeuw is het peil in de zomer hoger. Wij wandelen rond het meer en ontdekken een prachtige kleinen spanner die hier veel voorkomt de rouwspanner een zwarte vlinder met een kleine witte vlek op het uiteinde van de vleugel. Een andere bijzonder diertje is de penseelkever ook heel mooi van kleur.
Penseelkever
Rouwspanner
Als we terug aan het vertrekpunt komen hebben we nog een mooi zicht op Kronenburg boven op de heuvel. Hier eindig voor ons onze wandeldag in Hunningen en een bezoek aan het Eifelstadje Kronenburg.
De nieuwe wandeling van Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, in de serie Verborgen Moois is de Erfgoedwandeling in Tongeren. Rakend aan de 2de eeuwse stadsomwalling van Tongeren ligt een met prachtig oude beuken omgeven wandelpad. Het is gesitueerd boven op een schijnbaar natuurlijke heuvelrug. Maar eigenlijk is het een monumentaal aarden bouwwerk dat deel uit maakte van het aquaduct van de Romeinse stad Tongeren. Het werd bijna tweeduizend jaar geleden door mensen handen aangelegd en is het grootste Romeinse monument in Vlaanderen.
Het vertrek van de wandeling is aan het Kasteeldomein Betho. De geschiedenis van Betho start waarschijnlijk in de 13de eeuw als leengoed van de prins-bisschop van Luik. Het merendeel van de huidige geboiuwen dateerd uit de 17de en 18de eeuw. Als je vanaf het startpunt van de wandeling naar de Beukenberg wandelt, zie je eerst de hoeve met daarnaast, aanpalend het kasteel van Betho. Beide zijn gebouwd rond een monumentale binnenplaats. Achter de hoeve liggen glooiende weilanden omheind door een indrukwekkende bakstenen muur. De natuur en cultuur in symbiose kunnen bestaan, zie je aan de eikvarens die massaal hun gelobde bladeren opsteken vanuit de voegen tussen de bakstenen.
Wij wandelen door deze prachtige natuur en gaan zo richting Romeinse muur. Wij draaien hier dan terug richting Beukenberg, hier zie ej goed hoe hoog de aardenwal is die het water van de bron naar de stad Tongeren bracht in Romeinse tijd. We volgen een heel eind de aardenwal en komen zo aan de provinciale landbouwschool. Vanhier hebben we een overzicht op de aardenwal. Nu wandelen we door de velden en langs akkers de veldvruchten staan er mooi bij, groeien en bloeien. Dan komen we aan het kasteel van Rooi.
Het kasteel van Rooi in Neerrepen ligt in de vallei van de Fonteinbeek. Het herenhuis bestaat uit een hoofdgebouw, twee zijvleugels en een binnenkoer. De noordelijke vleugel bevat het enige overblijfsel van het primitieve kasteel nl. een drie meter hoge muur uit silex met hoekstenen in mergel. De rest van de trapgevel dateert uit de 16de eeuw. De noordelijke muur van de zijgevel dateert uit 1698. In het midden van de 17de eeuw werden het huidige hoofdgebouw en de zuidelijke zijgevel gebouwd. In de 18de eeuw was het kasteel volledig omgeven met vijvers. Nu rest nog alleen de vijver aan de westkant. Het tweede gedeelte, de kasteelhoeve, stond buiten de ringgracht en vormt een bijna gesloten vierkant met de binnenkoer. Boven de poort uit de 17de eeuw staat het wapenschild van de familie Wezeren-Elderen en de spreuk 'Qa Dieu plaist est notre souhait'. In 1984 werd het kasteel met zijn omgeving beschermd.
Wij wandelen even tot aan het kasteel en dan gaan we terug op het parkoers. We komen zo in Mulkeren en aan de achthoekige Tempelierstoren, een restant van het 11e Eeuwse kasteel van de heren van Mulken. Spijtig dat je er maar weinig van kunt zien, wat verder komen we aan de kerk en dan komt het kasteel van Betho weer in zicht, waar onze wandeling eindigt.
INTERNATIONALE WANDERUNG RUND UM HAUSET. / MICKY-MAÜSE. HAUSET./ HAUSET 24/06/2012.
INTERNATIONALE WANDERUNG RUND UM HAUSET.
MICKY-MAÜSE HAUSET.
HAUSET.
Een wandeling in Hauset, regen en bewolking wisselen elkar af wat een slecht weer we doen maar een korte afstand waardoor we maar enkele van de mooiste plekjes kunne bewandelen, we blijven rond het dorpje. Hauset word dioor midden gesneden door het riviertje de Geul. Veel bezienswaardigheden heeft het dorp niet maar wel een heel palet van prachtige natuur waar we van kunnen genieten ondanks het slechte weer. Wandelpaden brengen ons doorheen het Aachener Wald. We komen ook langs een paar oude Ardense huizen in hardsteen ze zijn wit geschilderd een mooi zicht in de groene omgeving. Voor de rest wandelen we door het bos en langs weilanden, spijtig het regen pijpenstelen. Zo zijn we heel vlug terug binnen.
2E MARCHE D'ETE. / LES GUIBOLLES GUIBERTINES. / TANGISSART. 02/06/2012.
2E MARCHE DETE.
LES GUIBOLLES GUIBERTINES.
TANGISSART. / COURT-SAINT-ETIENNE.
Court-Saint-Etienne ligt in het hartje van de Provincie Waals-Brabant. De gemeente telt 8.600 inwoners en strekt zich uit over een gebied van bijna 2.700 hectaren waarvan een derde uit bos bestaat. Verscheidene dorpen met beeldende namen verlenen de gemeente haar landelijke karakter: Sart-Messire-Guillaume, Beaurieux, Tangissart, La Roche, Faux en Limauges.
We vertrekken in Tangissart. Is een groene en heuvelachtige gemeente die door de Dijle, de Thyle en de Orne doorstroomd wordt. Een lieflijk golvend landschap voor met kleine dorpjes waar de tijd is blijven stilstaan, met geblokte Vierkants hoeves die omringd zijn met uitgestrekte akkers en met dichte bossen die een web van wegen en paden verbergen we ontdekken het prachtige landschap, met stukken bos maar vooral de uitgestrekte velden met granen erop. Een stukje door een holle weg en dan komen we in Court-Saint-Etienne. We komen zo aan het station van La Roche. Prachtig om te zien.
Hier verschillende prachtige oudere huizen in natuursteen. We wandelen door het dorpje en dan weer langs kleine kerkwegels door het dorp langs de achterzijde van d e huizen, je komt wel eens mooie bloemen tegen in deze tuinen, mooi meegenomen. Nu komen we weer in een bosrijk gebied. Dan langs een oude boswoning mooi gelegen. We komen zo aan een groot gebouwencomplex het is de Moulin de Chevelipont. In 1293 geeft de baljuw van Nijvel de religieuze van Villers de toelating om de loop van de Thyle recht te trekken, vanuit die tijd stamp de molen. Tijdens de Franse Revolutie werden de molen en de bijgebouwen genationaliseerd en verkocht. De molen werd gebruik voor het malen van graan en het smeden van ijzer.
In 1858 vernieuwen de eigenaren van de waterrad om drie paar molenstenen te installeren. Ze voegen een houtzagerij en een zaag voor marmer en blauwe steen, aangedreven door een waterrad.. Einde 19e eeuw werd de molen gekocht door de familie Boël die het verandert in een houtzagerij. We kunnen niet echt dicht bij de gebouwen komen maar ze zijn wel goed onderhouden en is nu een centrum voor jongeren. Wij steken de Thyle over en hebben nog een mooi zicht op de molen. Nog een eind door het bos en we komen terug aan ons vertrek. al bij al een mooie wandeling. Op de terugweg komen we langs de ABDIJHOEVE MELLEMONT. De grote hoeve van Mellemont, die destijds afhankelijk was van de abdij van Villers. De meeste hoeven zijn heropgebouwd op het einde van de 17e en het begin van de 18e eeuw, omdat ze verwoest of beschadigd werden door de veldslagen en krijgstochten die in deze regio veelvuldig plaatsvonden.
Deze Brabantse hoeve 'Mellemont', het bouwjaar 1687 is vermeld op de schuurmuur. Ook restauratie ten gevolge van normale slijtage was aan de orde. Hout en stro verdwenen en werden vervangen door leisteen en natuursteen. De gebouwen bestaan meestal uit een ingangspoort, een grote schuur (10e schuur) los van de andere gebouwen, en de woning met stallingen, dit alles rondom een groot plein. Sinds de 19e eeuw zijn de muren van de gebouwen wit gekalkt. Mellemont heeft nog steeds een imposante inrijpoort met duivenhoktoren met mansardedak. De 10e schuur is enorm, 17 meter hoog met de originele balkenstructuur nog steeds intact. Indrukwekkend mooi, dat is het zeker. Een bijzonderheid zijn de schilderijen in de buitenmuur, de kruisweg geschilderd en achter glas, zeer bijzonder dat deze bewaard zijn gebleven. We rijden verder en komen in GLIMES. Een dorp met een ver verleden dat bewijst de Tumulus in het dorp, de dorpskerk Saint Joseph gebouwd tussen 1882-1886. Is een prachtig gebouw.
Ernaast de Haspengouwse hoeve Ferme de la Tour. De gebouwen van de mooie vierkantshoeve, waaronder een statige toegangspoort met duiventoren, zijn grotendeels 18de eeuws. Het oudste deel is een 12de eeuwse donjon, geïntegreerd in de andere gebouwen. Zeer mooi verzorgd. We verlaten het dorp om naar de LA RAMEE IN JAUCHELETTE een voormalige cisterciënzerabdij in Waals-Brabant. Omstreeks 1215 stichtte de orde uit Cîteaux in het stroomgebied van de Grote Gete, en meer bepaald in Jauchelette, zuidwaarts van Jodoigne, een abdij voor slotzusters.
De Abdij van La Ramée is een beschermd historisch monument dat met smaak en respect gerestaureerd werd en waarvan de oorsprong teruggaat tot de 18de eeuw. Het is een geweldig mooi complex. Vooral de 10e schuur is indrukwekkend. De boerderij van La Ramée in Jauchelette, die dateert uit 1722. De schuur heeft een van de grootste volumes van het land. Ze meet 46,81 op 21,03 m, wat een oppervlakte geeft van 984,41 m², en 4 beuken met 9 traveeën, met een maximale hoogte van 20,50 m. Een snelle berekening leert ons dat de totale dakoppervlakte 1750 m² bedraagt en het volume ongeveer 13.535 m³. Het is een enorm schuur dat veel zegt over het domein van de religieuze gemeenschap die er eigenaar van was. In het mooie architecturale geheel is vooral veel baksteen verwerkt en leisteen voor de daken. Afwerking en omlijstingen gebeurde met Gobertangse steen, de zusters bezaten immers een eigen steengroeve in Mélin.
Je valt van de ene na de andere verrassing als je over het domein loopt, een prachtig park met vijver en het kerkhof van de zusters kun je allemaal gaan bekijken. De uitgestrekte geplaveide binnenplaats heeft een oppervlakte van meer dan een hectare. Wat we dus hier zien is enkel het hoevegedeelte van het abdijcomplex en dat bleef ook na het verdrijven van de zusters dienst doen als landbouwbedrijf. De abdijen van de Cisterciënzerorde, orde voortkomende uit de benedictijner monniken in de XIIde eeuw, hebben altijd een boerderij bezeten, die voor roeping had om de grondslag van de regel van Sint-Benedictus toe te passen en te beleven; ORA ET LABORA: bid en werk (in het bijzonder met uw handen). La Ramée is ook niet langer een landbouwbedrijf. Het behoort nu tot het kransje van uitzonderlijk Waals patrimonium en werd in 1990 opgekocht door Jacques Mortelmans. Die restaureerde alles met zijn 'NV Immobilière La Ramée' en de gebouwen dienen nu voor exclusieve seminaries, bedrijfsfeesten en huwelijksfeesten. Mortelmans investeerde inmiddels zowat 2,5 miljoen . Sinds La Ramée in 2002 werd opgenomen in de lijst van uitzonderlijk Waals patrimonium kan 95 % van de restauratiekosten worden gerecupereerd van de Waalse overheid. De restauratie gebeurde uiterst zorgvuldig en het geheel oog zeer mooi, alleen de oude watermolen wacht nog op restauratie. Nog een bijzonderheid is dat men de traditie van de monniken verder zette. Keizer Karel had eveneens in zijn Capituleren de Villis alle keizerlijke villae gelast een grote hoeveelheid diverse planten te kweken. De twee eerste van de lijst waren de lelie en de roos (Rosa gallica waarschijnlijk). Aan het einde van de lijst stonden verschillende fruitsoorten. Na de dood van Keizer Karel werden al zijn aanbevelingen helaas vergeten, behalve door de monniken. In hun immense tuinen gingen zij gewoon door met het verzamelen van bestaande soorten en variëteiten, waaraan ze de nieuwe, die hen werden gebracht of die ze vonden in de natuur, aan toevoegden. Bepaalde variëteiten dragen de naam van de abdijen die hen ontdekten: Reinette du Val Dieu bijvoorbeeld. Dus proberen ze hier op de Boerderij van de Abdij van La Ramée hetzelfde te doen. Het Fruiticum is geplant op dezelfde plaats als de boomgaard van de cisterciënzer slotzusters. De ligging is er uitstekend: zacht glooiend naar het zuiden, een bijzonder gunstige bodem voor het kweken van graangewassen, bieten en fruitbomen. In de XIXde eeuw was België rijkelijk bedeeld met boomgaarden met een enorm aantal variëteiten. Ons land werd beroemd in de ganse wereld door de verbetering van het gamma van de perenvariëteiten: ongeveer 1100 nieuwe variëteiten (tot 200 enkel en alleen in het kanton van Jodoigne) werden er bekomen door zaaien. Het Fruiticum heeft zowat 350 oude variëteiten, die aan het verdwijnen zijn, te hergroeperen om ze te beschermen. Het geheel dat in jaar 2000 begonnen is begint nu op een echte boomgaard te lijken. Het is prachtig om te zien hoe het hele domein tot leven is gekomen en zo bewaard word voor de toekomst het is zeker een van de grootste complexen in de streek. We wandelen nog wat rond en ontdekken de prachtige gebouwen, de natuur en de omgeving, dan is het tijd om afscheid te nemen en huiswaard te keren. Een prachtige dag hebben we hier gehad.
MIDWEEKWANDELTOCHT. / WSV. DE VELDLOPERS. / GULPEN 20/06/2012.
MIDWEEKWANDELTOCHT.
WSV. DE VELDLOPERS.
GULPEN.NL.
Gulpen-Wittem is het kloppend hart van het Zuid-Limburgse heuvellandschap. De omgeving staat bekend om haar schitterende landschap. De heuvels maken het on-Nederlands mooi. De Limburgers zeggen regelmatig: wie sjoan oos Limburg is ofwel vertaald hoe mooi ons Limburg is. Dit geldt zeker voor de gemeente Gulpen-Wittem, midden in het Zuid-Limburgse heuvelland.
Een uniek stukje natuur in Nederland en onderdeel van Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Het landschap met haar karakteristieke inrichting straalt een landelijke rust uit. We vertrekken met de wandeling vanaf de Dorpsstraat en klimmen zo het dorp uit. We komen langs het oorlogsmonument. Het van beton gemaakte monument is een teken van nagedachtenis aan de joodse gemeenschap en de oorlogsslachtoffers. Volgens de kunstenaar symboliseert het een onderbroken levenslijn of -ritme. De eenvoud maakt concentratie op het gebeurde mogelijk. De gegoten tekst in het Hebreeuws betekent: Hou zoveel van je naaste als van jezelf. Ik ben de eeuwige (afkomstig van Liviticus). Dan wandelen we de uitgestrekte velden, akkers op. Zo ver het oog rijkt graanvelden met op het einde het bos.
We komen aan de splitsing van de veldwegen en wij gaan richting Ingber wat verder langs prachtige veldwegen komen we aan in het Gerendal. Het Gerendal betreft met name een ruim drie kilometer lang asymmetrisch droogdal, gelegen tussen het Geuldal in het noorden bij Schin op Geul en het plateau van Margraten bij Scheulder in het zuiden. Aan de oostzijde van het dal ligt een doorlopende en steile beboste kalkrijke helling. De bossen worden op enkele plekken onderbroken door soortenrijke kalkgraslanden met talrijke soorten orchideeën. Achter deze helling met heuvelrug ligt er een klein dal met daarachter de Sousberg en de Keutenberg.
Aan de westzijde van het Gerendal ligt onder andere het Sint-Jansbosch. Wij wandelen door dit prachtige dal, spijtig dat het weer ons niet goed gezind is maar toch kunnen we van de zichten genieten. We komen zo aan in Stokhem. Een gezellig klein dorpje met een pleintje waar je rustig kunt zitten en genieten van de omgeving ook verschillende mooie oude huizen en hoeven. Vooral vele vakwerkhuizen. Dan wandelen we door de velden en een stukje langs de brouwerij Brand.
Brand te Wijlre is de oudste brouwerij van bier van Nederland. Sinds 1340 wordt in Wijlre bier gebrouwen. De naam Brand is pas sinds 1871 verbonden aan deze brouwerij met de komst van de toenmalige eigenaar Frederik Edmond Brand. Als een van de eersten in Nederland wist Brand in 1902 het laag gistende pilsener bier op de markt te brengen. Het wapen op de etiketten van de bierflessen is van de familie Van Wachtendonck die in de 17e en 18e eeuw als de heren van Wijlre tot 1794 op het nabijgelegen Kasteel Wijlre resideerden. Juist verder ligt de watermolen met dubbel water rad, Molen Otten. Onder de watermolens van Zuid-Limburg is de molen van Wijlre een opvallende verschijning, daar deze in het bezit is van 2 waterraderen. Een dergelijke molen wordt heden ten dage in de wijde omgeving niet meer gevonden. Eén van de oudste documenten is een cleernis; uit 1420. Zijnde een officiële verklaring van de plaatselijke schepenbank over de rechten van de dorpsheer binnen zijn heerlijkheid. Vroeger werd de molen gebruikt als graan en oliemolen. Tegenwoordig wordt deze hoofdzakelijk gebruikt voor het opwekken van groene stroom.
Wij wandelen nu het dorp Wijlre binnen en steken de Miljoenenlijn over. De aanleg hiervan begint in 1925 ten behoeve van het kolenvervoer van de steenkoolmijnen en als werkverschaffingsobject. Hierbij wordt 3,6 miljoen kubieke meter grond verzet. De spoorlijn komt gereed in 1934, op 15 juni. De naam is ontleend aan de kosten per kilometer. Er wordt een astronomisch bedrag in die tijd uitgegeven; fl. 14,4 miljoen voor een lengte van 12,5 km spoor. Een deel van het traject wordt door de Simpelveldse ZLSM geëxploiteerd als stoomtreinattractie. Wij hebben geluk en zien nog de stoomtrein door het landschap stomen. Nu klimmen we de Dikkebuiksweg op. En komen aan de kalkoven Dikkenbeuksweg. Een industrieel monument. We wandelen nog een heel eind door het dal om zo tenslotte aan het Kasteel Cartils te komen.
Kasteel Cartils gelegen in een landelijke omgeving vlak bij de oevers van de Eyserbeek. Het huidige, zeventiende-eeuwse, rechthoekige gebouw heeft aan de voorzijde op een hoekpunt een zogenaamd Arkel torentje en aan de achterzijde bevindt zich een grote ronde toren die uit omstreeks 1500 dateert. Het hoofdgebouw is in 1883 ingrijpend gewijzigd. Het geheel is een prachtig plaatje met een mooi tuin en park. Dan nog even door wandelen en we komen terug in Gulpen waar onze wandeling eindigt.
19E HEUVELLANDTOCHT. / WC. CAESAR. / BEEK. NL. 17/06/2012.
19E HEUVELLANDTOCHT.
WC. CAESAR.
BEEK.
Geschiedenis van Beek: Met de Franse Revolutie tegen het einde van de 18e eeuw kwam een einde aan alle voorheen verworven en gevestigde feodale rechten. Ook de hoofdbank verdween. Keizer Napoleon bracht meer regelmaat in de chaos. Vanaf 1800 werd Spaubeek een zelfstandige gemeente en ook Beek kreeg een eigen gemeentelijk bestuur. Was dit tot 1830 onder de Verenigde Nederlanden, tussen 1830 en 1839 was Zuid-Limburg een deel van de Zuidelijke Nederlanden (België) dat zich had afgescheiden.
Sindsdien konden de gemeenten zich in rustiger vaarwater gaan ontwikkelen. De tegenwoordige gemeente Beek is op 1 januari 1982 ontstaan door het samenvoegen van de voormalige gemeenten Beek en Spaubeek. De gemeente Beek is rijk aan diverse historische kerken, kapellen, patriciershuizen en enkele indrukwekkende boerderijen. Wij verlaten ons vertrek en komen aan het eerste monument, alhoewel als je het van ver ziet lijkt het een vervallen stal in een weiland. Dit huis diende tot 1850 als pastorij een steen in de gevel vermeld de datum 1781 er zijn sporen van de omgrachting van het voormalige Vroenhof de zetel der Heeren van Beeck. We gaan verder en komen aan de bakstenen hoeve met centraal woonhuis uit 1863, de zoon van de eigenaren was een belangrijke sociale voorvechter. Weer verder we komen in Neerbeek, de naam kan worden verklaard uit de ligging die neer- of stroomafwaarts is aan de Keutelbeek t.o.v. Beek. Hier een paar prachtige vakwerkhuizen, en veel prachtige natuur we begeven ons nu naar het Vrouwenbos.
In akten uit 1775 wordt reeds gewag gemaakt van de naam Vrouwenbos. Deze is zeer waarschijnlijk afgeleid van Vrouwe van St.-Jansgeleen, de vroegere eigenaresse van het bos. Een bron uit 1772 vermeldt dat het Vrouwenbos eertijds ook wel Prinsenbos heette, genoemd naar de prinsen van St.-Jansgeleen. Een mooi gebied om in te wandelen en zeer afwisselen. We wandelen verder richting Spaubeek. We komen langs een mooie boerderij waar een groot aantal oude landbouwwerktuigen tentoongesteld staan. Nu komen we in Spaubeek. Spaubeek ligt tegen de helling van het plateau van Schimmert. In de dorpskern van Spaubeek zijn de voormalige buurtschappen Hoeve, Hobbelrade en Looiwinkel opgenomen. De namen van deze buurtschappen zijn nog als straatnamen bewaard gebleven.
We wandelen door de kleine voetwegels die ons de mooiste plekjes van de het dorp laten zien dwars door het landschap komen we in Genhout, hier hebben we een prachtig zicht op de molen. St. Hubertusmolen: Deze houten standaardmolen voor het malen van graan, werd gebouwd in het begin van de 19de eeuw. Als bouwjaar wordt 1802 genoemd. In de massieve houten balk bij de trap, die toegang geeft tot het molenhuis, is de naam Johannes van Mulcken gegrift, vermoedelijk de eerste molenaar. Het vaste onderstel (standaard) draagt de as, die het hele molenhuis draaibaar maakt. Dit kruien geschiedt vanaf de begane grond. Zeer interessant is het geheel uit hout vervaardigde mechanisme. De wieken met een vlucht van 24 meter worden in het molenhuis afgeremd op de gladde zijde van het eikenhouten tandwiel met eveneens houten remstuk, de zgn. vang. De St. Hubertusmolen werd in 1971 van gemeentewegen aangekocht en grondig gerestaureerd. Het is een prachtig zicht de molen in het landschap.
Genhout: De plaats omvat het dorp Groot Genhout en het gehucht Klein Genhout, deze voorheen aparte kernen vormen tegenwoordig een geheel met elkaar. In de volksmond wordt nog steeds over twee aparte plaatsen gesproken, op de witte plaatsnaamborden die naast de officiële blauwe borden zijn geplaatst staan enkel de oude namen in het plaatselijke dialect. De kernen liggen slechts enkele tientallen meters van elkaar. Hier verschillende prachtige oude boerderijen, vele nog in vakwerk of toch nog gedeelten ervan een van de mooiste is zeker de hoeve Printhagen uit 1744. We wandelen door het dorp en genieten van de prachtige gebouwen. We verlaten het dorp komen nog eens langs de molen en dan door de velden naar ons vertrek in Beek. Wat een prachtige wandeling.
We willen na de wandeling nog even naar het Landgoed Genbroek gaan kijken. Het hoofdgebouw is een grotendeels witgepleisterd en witgeschilderd bakstenen gebouw. Het bestaat uit vier rechthoekig aaneengesloten vleugels, elk onder een zadeldak, waarbij een rechthoekige binnenplaats wordt omgeven.
In de twee verdiepingen hoge oostvleugel is een gerieflijk woongedeelte gevestigd, terwijl de west-, noord- en zuidgevel vanouds respectievelijk een economiegebouw, een pachterwoning en een schuur herbergden. Rond het kasteel ligt een Engelse landschapstuin. Hier kunnen we naar hartenlust in rondwandelen met zijn vijvers en parken. De tuin is een beschermd natuurgebied dat momenteel, als onderdeel van het aangrenzende Kelmonderbos, in beheer is bij Natuurmonumenten. Op de vijver zitten eenden en reigers en ook een deel waterschildpadden die hier waarschijnlijk uitgezet zijn door mensen die aan iets beginnen zonder te bezinnen. In het bos lopen eekhoorntjes rond. Mooi om hier even rond te wandelen en tot aan de vijver voor het kasteel daar hebben we een mooi zicht op het kasteel zelf. Een fijne dag hebben we hier in Zuid Limburg gehad.
41E MARCHE INT. DES 3 PAYS. / CLUB MARCHEURS "M-3-F" PLOMBIERES. / HOMBOURG 16/06/2012.
41E MARCHE INT. DES 3 PAYS.
CLUB MARCHEURS M-3-F PLOMBIERES.
HOMBOURG.
Vandaag een wandeling vanuit Hombourg. Hoog gelegen op een top tussen Geul- en Gulpdal, tussen de heuvels van HEES en van SCHAESBERG.
Vanuit het dorp, maken prachtige wandelingen naar alle gehuchten en naar de bossen van LASCHET en HEES het mogelijk, vanuit eenzelfde punt, ver gelegen panorama's te ontdekken. Maar eerst moeten we door het dorp en de eerste stop is de brouwerij Grain dOrg. De bieren van t huis zijn De Brice en de Joup alsook een witbier genaamd Canaille. Door het dorp en dan door het prachtige landschap. Langs een gerestaureerde bunker met wat uitleg, Bunker G was een versterkte positie voor grenswielrijders van Hombourg de bunker werd in januari 1935 afgewerkt en diende voor de verdediging van de weg naar Plombières en de verdediging van brug.
Weer verder door het landschap mooie zichten maken de wandeling alleen maar aangenamer en zo leren we het Land van Herve beter kennen. Nu wandelen we over de oude spoorwegzate dit is werkelijk een mooi stuk natuur we wandelen op de Lijnen 38 en 39 van het RAVeL-net. Zo komen we aan de mijn site van Plombières. De mijnsite van Plombières is vandaag een natuurreservaat. Het gebied wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van graslanden op zinkhoudende bodem. De graslanden op zinkhoudende bodem, stille getuigen van de vroegere mijnactiviteit, zijn milieus die een heel bijzondere fauna en flora herbergen. De planten die hier groeien zijn soorten die enkel voorkomen op bodems met zink of andere zware metalen. Hun verspreiding in Europa is heel beperkt.
Het zinkviooltje is de meest representatieve soort. We wandelen een heel eind door het natuurreservaat. Dan komen we aan de rivier de Geul die hier in de bergwand verdwijnt. Op 18 oktober 1861 vroeg de onderneming aan de autoriteiten toestemming, om het bed van de rivier de Geul om te leggen en te kanaliseren op de terreinen waar zich de mijnwerken bevinden. Dit om de steeds groter wordende overlast van binnensijpelend water van de Geul door spleten in de bedding te voorkomen. De gemeente Montzen geeft toestemming om de plannen uit te voeren onder voorwaarde dat de grenzen waar de gemeenten elkaar raken door stenen markeringen worden aangegeven. Het gehele kanalisatieplan wordt uitgevoerd en kost de onderneming meer dan een tiende deel van haar aandelenkapitaal. Over een lengte van meer dan 3000 meter werd dit werk uitgevoerd aan de Geul.
We wandelen verder door dit wel opmerkelijk landschap en komen zo aan het HUIS VAN DE MIJNSITE van Plombières. Dit gebouw is één van het oudste van de gemeente. De bouw heeft tijdens de winter 1644-1645 plaatsgevonden. In 1982 werd de gevel en het dak onder monumentenbescherming gestelt. Bij renovatie is een groot deel van het vakwerk bewaart gebleven. Delen die in een te slechte staat waren, werden met dezelfde materialen, maar met behulp van de huidige technologie vervangen. De authenticiteit is daarom nog goed herkenbaar. Het project werd met de grootste zorg en nieuwste duurzame technologie in de bouw uitgevoerd. Dit huis uit de 17e eeuw herbergt een museum dat gewijd is aan de geschiedenis van Plombières en zijn natuurreservaat waar zeldzame planten bloeien op een bodem die verrijkt is met metalen.
Wij wandelen weer verder en gaan stilaan richting dorp, onderweg komen we verschillende infoborden met oude fotos van de plek van toen de mijn nog actief was. Nog wat verder komen we aan het Couvent-Klooster. Dan weer een heel eind langs velden en weilanden langs bosranden met weer prachtige zichten, dan komen we langs mooie oude boerderijen. Wat verder komen we aan de kapel St Roch uit 1763.
Weer verder langs prachtige oude huizen in hard steen, ook hier weer worden oude gebruiksvoorwerpen gebruikt om de tuin te versieren, oude verzinkte gieters, kuipen en melkkruiken. Wel een mooi plaatje. Nog even en we zijn terug in Hombourg waar onze wandeling eindigt.
23E MARCHE D'EL VESPRAYE. / AM VILE CINSE BERNEAU. / BERNEAU 14/06/2012.
23E MARCHE DEL VESPRAYE.
AL VILE CINSE BERNEAU.
BERNEAU.
Berneau werd gesticht op een golvende leembodem. Het landschap vertoont veel overeenkomsten met dat van het nabijgelegen Nederlandse Zuid-Limburg.
Onze wandeling vertrekt vanuit Berneau en loopt door het Land van Herve. De route gaat vanaf Berneau door de weilanden langs het riviertje de Berwinne naar Dahlem en van daar door pittoreske dorpjes zoals St. André, Mortroux en Bombaye in het Franstalige gebied ten zuiden van de Voerstreek. Het is een glooiend landschap met fraaie vergezichten waarin we ook door de beekdalen van de Ruisseau de Mortier en de Ruisseau dAsse wandelen. Opvallend zijn de weilanden en boomgaarden die zorgen voor streekspecialiteiten als Hervekaas, mousserende cider, peren- en appelstroop.
In het kleine centrum van Berneau vertrekken we aan de Rue du Viaduct bij een grote typisch ommuurde hoeve naast het Château de Longchamp van Berneau, dat schuil gaat achter een hoge muur en dat gedeeltelijk in de steigers staat, waardoor het gebouw grotendeels aan het zicht onttrokken is. We wandelen door het prachtige landschap van het Land van Herve. Velden en akkers, langs bosranden wandelen we en komen zo in S-Gravenvoeren. We blijven in het veld wandelen het is prachtig de vele vergezichten met op de achtergrond de heuvels van de voerstreek. We komen langs een kleine kapel midden in het veld. Dan weer verder komen aan een plaats die Crucifix Bouillon heet, hier staan 3 veldkruizen twee stenen van 1598 en 1835. En een ijzeren kruis. De plek is goed onderhouden.
>
Wij weer verder onder de spoorwegbrug door en komen in Weert hier een oude hoefsmidse spijtig dat ze niet meer bestaat, alleen het bord met de hoefijzers erop herinnerd er nog aan. Een mooie oude drinkbak met bloemen weer verder door straten met mooie oude huizen we komen zo in Sangville hier prachtige oude huizen en boerderijen midden in de weg een klein kerkje met een ijzeren kruis tegen. Zo komen we in Bombaye waar een van de prachtigste hoeven van de streek staat.
Wij wandelen weer verder nu wandelen we een heel eind door de weilanden langs draaimolens over houten poortjes dit is pas echt het Land van Herve. We komen zo terug in Berneau we wandelen langs de oever van de Berwinne en onder de 250 meter lange spoorbrug van de spoorlijn 24, de Montzenroute, die het dal van de Berwinne overspant nog even het brugje over de Berwinne, en voor ons zien we het kasteel van Berneau.
Zo komen we nog langs de oude school van Berneau wat eigenlijk een mooi gebouw is en dan terug naar het lokaal waar onze wandeling eindigt.
16E MAASGALMTOCHT. / WC. DE MAASGALM. / ELSLOO. NL. 10/06/2012.
16E MAASGALMTOCHT.
WC. DE MAASGALM.
ELSLOO.NL.
Het oorspronkelijke Elsloo ligt in het uiterste zuidwesten van de huidige plaats, bij de Sint Augustinuskerk.
Deze kern heeft een beschermd dorpsgezicht en heeft ondanks de groei van Elsloo toch de uitstraling van een klein dorp weten te behouden. Delen van dit oude dorp zijn door de aanleg van het Julianakanaal verdwenen. Via een steile helling belandt men nu vanaf de kerk meteen bij het lager gelegen kanaal. Eertijds stond de kerk centraal in het dorp. Door de ligging aan de rand van de Maasvallei steekt de toren boven de vallei uit en is zo een goed herkenbaar punt. Wij vertrekken met de wandeling bijna aan de kerk we komen ook nog voorbij het Streekmuseum "de Schippersbeurs" ontleent zijn naam aan de voormalige schippersbeurs, gebouwd door schipper en reder Jan Conincx in 1620. Het hoofdgebouw in Maaslandse stijl is uit het begin van de 17de eeuw en de twee aangrenzende arbeiderswoningen dateren uit de 18de eeuw. Het museum ligt in het beschermd dorpsgezicht van Elsloo, met fraaie vergezichten over het Belgische deel van het Maasland.
De collecties van het museum zijn hier ondergebracht sinds 1960. Spijtig vandaag niet open zal voor de volgende keer zijn. we wandelen verder en komen in Terhagen, Stein. We wandelen verder en komen zo op de kruising in het veld de plek heet Armsterveld. Vroeger konden de armen van het dorp een stukje grond krijgen van de gemeente om voor hun eigen onderhoud te voorzien. Vandaar dat deze plek Armenveld hete. Er staat ook een herinneringskruis, dit werd dikwijls geplaats op plaatsen waar een vreselijk ongeval gebeurde om eraan te herinneren wat er gebeurde en als waarschuwing. We wandelen verder en komen aan het Bunderbos. Het Bunderbos is een lintvormig bos dat ligt op de oostelijke terrassengordel van het Maasdal tussen Elsloo en Bunde in Zuid-Limburg.
Het Bunderbos is zeer rijk aan bronnen en beekjes. We wandelen door natuurgebied en komen zo in Catsop is een buurtschap van de gemeente Stein. In het bos De Horst zijn vestingwallen en een gracht van circa 6 meter breed te onderscheiden. Vermoedelijk was dit een kamp van de Noormannen die zich aan het eind van de 9e eeuw in de omgeving van Elsloo hadden gevestigd. Wij wandelen verder door de velden en langs de randen van het bos en zo komen we in Moorveld. We wandelen een heel eind langs de spoorweg en komen zo aan het domein van het kasteel van Elsloo. Maar eerst wandelen we een heel eind door het bos en het park naar het kasteel toe. Het is hier prachtig.
Dan komt het kasteel in zicht. Vanuit het noorden gezien, liggen het kasteelpark van Elsloo en de botanische tuin aan het begin van het Bunderbos. Het aangrenzende kasteel (thans hotel-restaurant) was in de middeleeuwen tot aan de franse revolutie de hoofdzetel van de Heerlijkheid Elsloo. In 1860 liet de toenmalige kasteelheer Ch. de Geloes het kasteelpark in Franse stijl aanleggen met bijbehorende moes- en kruidentuin. In archieven spreekt men over "Den Hoff vant 's_Heeren Huys. Botanische tuin IVN Elsloo.
Onlosmakelijk met het kasteelcomplex verbonden is de prachtige botanische tuin van het IVN. De botanische tuin is prachtig gelegen in het kasteelpark van Elsloo op een helling gevormd door de Slakbeekvallei en een uitloper van een oeroude voormalige maasoever. Samen met het Bunderbos (ook wel helling- of bronnetjesbos genoemd) is het een uniek natuurgebied. Wij bezoeken de tuin even het is een prachtig geheel met een waaier van verschillende planten. Nu wandelen we het plein voor het kasteel op. Een bezienswaardigheid is het Kasteel Elsloo, bij de oude dorpskern langs het Julianakanaal. Het is slechts een gedeelte van het oorspronkelijke kasteel, dat in de loop der tijd door de Maas is weggespoeld. Tot het kasteel behoorde vroeger ook de Slakmolen, een watermolen die in de jaren '80 maalvaardig is gerestaureerd.
We verlaten het kasteel en nog even en we zijn terug aan het schippersmuseum en hier klimmen we ven om zo aan het vertrek te komen, van hier hebben we prachtige zichten op de Maas. Zo eindigd een mooie en aangename wandeling in Elsloo Nederland.