Vandaag wandelen we in Nederland, Hoensbroek ligt met het zuidelijke deel in het Bekken van Heerlen en met het noordelijk deel op het zuidelijkste deel van het Plateau van Doenrade. In het bekken ontspringen verschillende beken die uitkomen in de Geleenbeek. Door Hoensbroek loopt de Caumerbeek.
Wij wandelen door het dorp en komen vlug aan de vijvers die rond het kasteel van Hoensbroek liggen. Het Kasteel Hoensbroek is een van de grootste bezienswaardigheden in het hele gebied tussen Maas en Rijn. Het huidige kasteel Hoensbroek stamt uit de 13de eeuw, waarvan een gedeelte later is bijgebouwd. Voor dit 13e-eeuwse kasteel heeft er nog een ander kasteel gestaan. Rondom dit kasteel is eeuwen lang gevochten. Kasteel Hoensbroek stond ook, net als vele andere kastelen in de buurt, in het middelpunt van de Bokkenrijders.
We wandelen het kasteel binnen om even rond te kijken in het kasteel. We wandelen door het domein en door het dorp. Het dorp bleef bescheiden van omvang tot het begin van de 20e eeuw, toen er meerdere steenkolenmijnen werden geopend (onder andere de Staatsmijn Emma), die voor een aanzienlijke toename van de bevolking zorgden. Dit maakte de bouw van nieuwe woonwijken noodzakelijk, met als gevolg dat Heerlen en Hoensbroek steeds dichter naar elkaar toe groeiden.
Tegenwoordig vormen Heerlen en Hoensbroek een aaneengesloten bebouwd gebied. Alleen de steenberg van de voormalige Oranje Nassau III-mijn, die thans is ingericht als park, vormt nog een soort van barrière tussen de plaatsen. De mijnen in de regio zijn inmiddels allemaal gesloten, maar veel van de ervoor aangelegde arbeiderswijken bestaan nog. We wandelen verder langs de “Droomvijver” waarom deze zo heet is me een raadsel. We wandelen nu een heel eind langs een riviertje dat de vijvers rond het kasteel voedt. Heel hele mooi wandeling langs het riviertje prachtige natuur en we komen ook prachtige vlinders tegen.
We wandelen nu verder en komen in het dorpje Laar. In de verte zien we de torens van het kasteel nog boven alles uitsteken. We komen nu in het centrum van Wijnandsrade. Een prachtig gebouw ligt in het dal en we wandelen door het dorp. Langs de vijver en door de kleine straatjes door het veld, voor ons krijgen we de windmolen te zien.
De Molen van Hunnecum is een korenmolen aan de Bergerweg in Nuth. Het is een ronde bakstenen beltmolen uit 1882. De molen werd door een niet omschreven oorzaak al in hetzelfde jaar vernield en is daarna herbouwd. In 1956/57 werd de molen gerestaureerd, waarbij het gevlucht gestroomlijnd werd volgens het Systeem van Bussel en voorzien werd van remkleppen. Na het overlijden van de molenaar in 1971 raakte de molen in verval. In 1996 werd hij gerestaureerd. Het gevlucht werd weer Oudhollands. Eigenaar is de Stichting Kasteel Wijnandsrade.
We wandelen verder door een prachtige natuurgebied. Langs een oude hoeve met een prachtige toegangspoort en opgetrokken in mergelblokken. Een indrukwekkende hoeve. We komen in Weustenrade, hier prachtige vakwerkhuizen. Ook een oude vakwerkmolen. Weer verder om zo terug op ons vertrek te komen.
40E MARCHE DES GAIS LURONS. / LES GAIS LURONS. / MELEN. 19/04/2014.
40E MARCHE DES GAIS LURONS.
LES GAIS LURONS.
MELEN.
Het landschap in Melen doet je denken aan een landschap waar boeren met hun koeien leven en werken. Maar er is toch ook nog de mijn geschiedenis in Soumagne waarvan Melen een deelgemeente is. Wij wandelen vandaag door het Luikse landschap met veel groen, weilanden en boerderijen. Vooral de grote Vierkants hoeven die midden in het landschap liggen geven dit allemaal een bijzondere uitstraling, wij nemen ruim de tijd om alles van dichtbij te bekijken.
We komen langs een indrukwekkende hoeve met inrijpoort en twee lange gebouwen waar het bovenste gedeelte in vakwerk is met vierkante torentjes. Gewoon een mooi zicht en een prachtige gebouw. Wij wandelen weer verder en gaan een eindje over de voormalige spoorweg, Spoorlijn 38 is een voormalige Belgische spoorlijn in het Land van Herve die van Chênée via Fléron, Battice, Herve, Aubel, Hombourg naar Plombières loopt. De lijn werd op het einde van de 19e eeuw geconstrueerd en in 1992 weer opgebroken. We wandelen nu langs het station van Melen.
Weer verder een eindje langs velden en weilanden om zo langs de Ferme de Jose te gaan vandaag een restaurant maar toch nog altijd een indrukwekkende boerderij. We wandelen weer verder en komen zo in Jose. Tegenover de kerk een grote boerderij en kasteelhoeve. We nemen de tijd om de kerk even te bezoeken, is niet altijd open. We wandelen door het mooie landschap van Herve. Weer verder door het mooie landschap en we komen zo in Soumagne wat een prachtige zichten dat we hier krijgen over het landschap.
We wandelen nu door de weilanden naar Soumagne en hier worden we er aan herinnerd dat dit dorp ooit een steenkoolmijn had. Wat verder staat een triest monument en begraafplaats die ons herinnerd aan de moorden van het Duitse leger in 1914.
Een stukje geschiedenis dat niet zo mooi is en al is het bijna 100 jaar geleden toch blijft het een herinnering die nooit zal vergeten worden.
De eerste moorden Visé is een dorpje aan de Nederlandse en Duitse grens en is op 4 augustus – de eerste dag van de oorlog – het doelwit van de eerste Duitse aanval. Al snel valt Visé in Duitse handen, maar dan men de invallers dat de Belgische burgers zich laf verzetten.
De Duitsers reageerden hard en doodden onterecht enkele inwoners, terwijl het eigenlijk gendarmes waren die hen hadden beschoten. Niet enkel in Visé vindt een bloedbad plaats. Het naburige Bernau betreurt 10 doden, maar vooral in het dorpje Soumagne, iets meer in het zuiden, wordt er op bloedige wijze korte metten gemaakt met het verzet van de burgers: 118 mannen, vrouwen en kinderen worden geliquideerd op de weide waar ze de Duitsers bijeengedreven zijn. Op 6 augustus bloedt de streek tussen Visé en Luik: Fleron (84 doden), Sprimont (40 doden), Battice (33 doden), Esneux (20 doden) en Blegny (19 doden). 7 augustus: Louveigné (28 doden) en Herstal (27 doden). 8 augustus: Herve (38 doden), Baelen (16 doden), Francorchamps (14 doden), maar vooral Melen is trieste recordhouder tijdens deze eerste oorlogsdagen: 108 burgers worden die dag afgemaakt. Daarna houden de Duitsers zich wat koest, maar wat iedereen vreest komt uit: het ergste moest nog komen…
We wandelen nog wat verder en steken de dorpsgrens met Melen over om zo aan het einde van onze wandeling te komen. Een mooie wandeling met prachtige vergezichten.
OKRA; de seniorenclub van de CM organiseert een wandeling in Hoepertingen, wij hebben veel vrienden die bij de wandelclub aangesloten zijn en we gaan dan ook hier mee wandelen. Vertrek van de wandeling aan het kasteel van Hoepertingen.
Het kasteel van Hoepertingen dat zich tegenover de kerk bevindt. Het is een waterkasteel dat reeds vermeld werd in 1476. In 1620 werd het huidige kasteel gebouwd. Het poortgebouw dateert van 1700. In 1763 werd het kasteel volledig herbouwd in classicistische stijl. Sinds 1929 is het kasteel eigendom van de Zusters Annunciaten van Heverlee die er tot in 1985 een huishoudschool inrichtten. Sindsdien is het kasteel een bezinningscentrum met de naam Mariagaarde. Het poortgebouw wordt gebruikt door de provincie Limburg als toeristisch contactpunt. Het kasteel werd samen met de traphal beschermd als monument in 1963. Tegenover de kerk. De classicistische Sint-Vedastuskerk uit 1788. De kerk werd gebouwd in opdracht van de abdis van de abdij van Herkenrode. De romaanse toren dateert uit de 12de eeuw en is een overblijfsel van de eerste kerk. Het gotische koor uit de 15de eeuw is een overblijfsel van de tweede kerk. De kerk werd in 1927 volledig gerestaureerd.
We wandelen het dorp uit en komen langs de brouwerij of toch de oude banbrouwerij. Verder zijn er nog verscheidene 17de en 18de-eeuwse boerderijen waaronder de d'Awanswinning die uit een oude 17de-eeuwse kern werd vergroot naar een U-vormig complex in 1799. In de tweede helft van de 19de eeuw werd het een gesloten hoeve. We wandelen voorbij de hoeve en gaan nu wandelen tussen de fruitbomen die zo prachtig in bloei staan.
We beleven hier Haspengouw op zijn mooist. Plantage die afwisselen met hoogstamboomgaarden waar de koeien lekker onder staan te grazen, dit is Haspengouw. Na een hele tijd door de velden gewandeld te hebben komen we terug aan in Hoepertingen waar we nog even op het kasteeldomein rond wandelen en ook nog even het park in, genietend van de prachtige beelden en de heerlijke lentezon. Hier eindigt een prachtige wandeling in een deelgemeente van Borgloon de Parel van Haspengouw.
MARCHE DES BOURGEONS. / LA GODASSE OUPEYE. / OUPEYE 16/04/2014.
MARCHE DES BOURGEONS.
LA GODASSE OUPEYE.
OUPEYE.
We vertrekken in het centrum van Oupeye en het eerste wat we zien is het kasteel van Oupeye. In de 13e eeuw is de burcht bewoond door de edelman Lambert d’Oupeye, bijgenaamd ‘le preux’ of ‘de dappere’. De burcht onderscheidde zich door een zeer grote toren, waarvan men zei dat hij ouder was dan de stad Luik.
Volgens een legende was het zelfs de woning van Alpaïde, de bijzit van Pepijn van Herstal. Volgens hetzelfde verhaal waren er onuitwisbare bloedvlekken verschenen op de vensterbank waar ze op zat, toen ze vernam dat haar broer Dodon bisschop Lambert had vermoord. In de 17e eeuw liet de Luikse multimiljonair Jean Curtius het kasteel herbouwen, maar de grote vierkante toren bleef overeind. Nadien kwam het in handen van de familie de Grady de Horion, die het in 1970 verkocht aan de gemeente Oupeye. De toren dreigde in te storten en de bovenste verdiepingen werden afgebroken. Vandaag is alles beveiligd. Het kasteel wordt nu als cultureel centrum en vergaderzaal voor de gemeenteraad van Oupeye gebruikt. We wandelen Oupeye uit en komen in Hermée.
Een bord met de volgende tekst heet ons welkom.”Hermée pays du diable.” Hermée was een landbouwdorp maar stilaan groeide het uit tot een woongemeente door de nabijheid van de industriezone, Hermée heeft een niet zo fijne herinnering aan de WO I de helft van het dorp werd verwoest door de Duitser in 1914. Hermée is ook het dorp van de vele legendes en de bekendste is de legende van de duivel. Dat het een landbouwdorp was en nog is kunnen we zien aan de koeien die rustig in de weilanden liggen te genieten van de zon.
We wandelen nu verder door de prachtige omgeving genieten van de warmte van de zon en zo komen we terug in Oupeye langs het kasteel en terug aan het einde van deze toch wel mooie wandeling.
40E MARCHE DES PINGOUINS. / LES PINGOUINS DE BELLAIRE. / BELLAIRE. 05/04/2014.
40E MARCHE DES PINGOUINS.
LES PINGOUINS DE BELLAIRE.
BELLAIRE.
Lente doet zijn intrede in het land en je ziet het al hier en daar beginnen de bomen ook in de Ardennen te bloeien. Het begint stilaan groen te worden en zo is het aangenaam om hier te wandelen we vertrekken in Bellaire.
Eerst een stuk door het dorpje en dan verder door de prachtige natuur. Ook de dieren beginnen weer buiten te komen. Eendjes zitten in d zon te genieten. Het is ook bijna Pasen en je ziet het ook in de ramen van de winkels. We wandelen door een prachtige holle weg en we komen ook al een van de eerste vlinders tegen. Nu is het lente.
We wandelen nu langs prachtige boerderijen en zo weer verder we wandelen nu naar ‘des Moulins’ een plek met een prachtige watermolen ne dan weer verder. We wandelen nu “Moulins-sous-Fleron” binnen. Nu wandelen we verder door een prachtig stukje natuur heel mooi. Aangenaam om door te wandelen.
De hoogstamboomgaarden staan ook in bloei en de paarden grazen eronder. We wandelen verder en wandelen we door de prachtige natuur en komen zo in’ Queue-du-Bois’ hier een mooie kapel en ook mooie huizen in lokale steen. Nu wandelen we nog even verder en komen zo terug in Bellaire waar deze mooie wandeling eindigt.
Deze greenspot is een schitterende afspiegeling van Droog Haspengouw. Een buitengewoon boerenland met uitgestrekte akkers en spaarzame bosjes die als koepels boven de horizon uitsteken. De landelijke sfeer van weleer vind je terug in oude dorpskernen, omringd door monumentale vierkantshoeves en kastelen, met het monumentale kasteel van Heks als pronkjuweel.
Vanaf een authentieke herberg in Vechmaal vertrekken de drie bewegwijzerde wandelingen. In het typisch Haspengouws landschap: weides, boomgaard en een grote kasteelachtige hoeve; zelfs de populierenaanplanting is niet zo ongewoon in de streek. De Horn vandaag een taverne maar vroeger een rustplaats voor de reizigers. Ligt aan ons vertrek, we wandelen nu verder en komen langs De Heerlijkheid Satenbergh. De vierkantshoeve uit 1648 en het aangrenzende kasteeltje uit 1892 liggen romantisch tussen glooiende velden en midden in de beroemde fruitstreek.
We klimmen verder en komen zo langs de boomgaarden, gelukkig zijn hier nog hoogstamboomgaarden die nu volop in bloei staan, de kersenlaren geven Haspengouw in deze periode een bijzondere uitstraling. We wandelen verder en komen nu langs de oude tramlijn die vroeger gebruik werd om een verbinding te hebben met Orye om voederbieten naar het suikerfabriek te brengen. We komen nu aan het Monnikenhof. Het Monnikenhof in Heks was tot 1582 eigendom van de abdij van Villers. Het complex, dat in de wandeling ‘Munkhof’ wordt genoemd, heeft meer weg van een kasteelhoeve dan van een landbouwbedrijf. Toch wordt hier nog volop geboerd, vooral aardappelen en uien.
We wandelen nu verder en komen aan de Tranendreef, zo genoemd omdat hier in de lente boomtenten hangen. Het is een dreef naar het kasteel van Heks. Wij wandelen door de dreef en hebben een prachtig zicht op het dorp Bommershoven. We wandelen verder en gaan nu richting Manshoven. Hier nog vele hoogstamboomgaarden die nu in bloei staan wat kan de bloesemtijd in Haspengouw toch prachtig zijn.
We komen nu aan Manshovenhoeve deze ligt in de heerlijkheid Sassenbroek.
De heerlijkheid Sassenbroek
Een terugblik in de geschiedenis leert ons dat Manshoven een voormalig leen was van de graven van Loon, voor het eerst vermeld in 1365 als gereleveerd door Jan van Manshoven voor de leenzaal van Kuringen op 15 januari 1365. De oudst bekende "van Manshoven" zijn Jan en Willem (1428). Manshoven maakte deel uit van de heerlijkheid Sassenbroek onder Broekom. Waren heren van Sassenbroek van de 14e tot de 16e eeuw, de familie van Sprolant, en nadien door huwelijk de familie Velroux. De jonkerfamilie van Velroux-van Sprolant, in de kerk van Heks begraven (†1532 en †1544), releveerde het goed van Sassenbroek op 7 juli 1506. De laatste heren van de heerlijkheid Sassenbroek was de familie "van der Meer", van 1736 tot in 1793.
De naam van de hoeve zou afgeleid zijn van "mansus", hetgeen in 't Latijn verblijfplaats betekent. Aldus werd in de Middeleeuwen (van 7e tot 11 e eeuw) de landbouwentiteit, bestaande uit een woning, een tuin en velden, binnen het domein aangegeven. Een andere verklaring geeft aan dat deze naam erop zou geduid hebben dat de hoeve in oorlogstijd een man als soldaat moest leveren. Gesloten hoeve, met woonhuis en poortgebouw uit tweede helft van de17de eeuw en dienstgebouwen uit de 19de en 20ste eeuw. Wij wandelen verder en laten de hoeve achter ons wel mooi om even om te kijken. Nu wandelen we Heks binnen en we nemen de tijd om even te verpozen bij de bakker waar je kunt rusten en van zijn lekker taarten kunt proeven.
Dan weer verder langs het kasteel van Heks en de verschillende grote boerderijen. Nog even verder en we komen terug in Vechmaal en zo eindigt een prachtige wandeling.
36E MARCHE PRINTANIERE DES STROUMFS. / LES HERMALLIS. / CLERMONT-SOUS-HUY. 30/03/2014.
36E MARCHE PRINTANIERE DES STCHROUMFS.
LES HERMALLIS.
CLERMONT-SOUS-HUY.
De wandeling vertrekt in Clermont-sous-Huy, in Aux Houx is een deelgemeente van Engis. We vertrekken er in het centrum om dan het dorp te verlaten maar we komen langs mooie oude huizen gedeeltelijk uit lokale steen en baksteen.
Maar ook mooie huizen volledig uit lokale steen. Dan weer verder door de velden waar we prachtige zichten hebben over het landschap. In het veld ligt er een prachtig kasteel waar ze aan restaureren zijn. Maar het mooiste is toch het landschap. We komen dan aan in het Bois des Haies des Moges.
Dan wandelen we langs de oude spoorweg nu een wandelweg. We wandelen weer verder en komen aan de route de Condroz. Wat verder komen in Saint Severin. Hier in het centrum van het dorp de kerk en het klooster. De Saint-Pierre et Paul kerk. Voor de kerk een mooi pleintje met een grote vijver dit alles was deel van het klooster.
We hebben geluk de kerk is open en we kunnen even binnen gaan kijken, prachtig gebouw met mooie glasramen.
We wandelen weer verder en komen zo weer in het bos “Bois d’Attines” we klimmen een eindje en komen aan “Haponry” op 230 meter hoogte. Na de klim dalen we weer af naar Aux Fontaines en een eindje verder zijn we terug in Aux Houx.
Hier eindigt onze wandeling in het Land van de Condroz. Een weetje is dat de naam Condroz afgeleid is van de volksstam Condrusi die eten tijde van Julius Caesar deze streek bewoonden. Een fijne dag in een bijzondere streek in België.
41E MARCHE INT. DU PLAYA-TROTT. / CLUB MARCHEURS - PLAYA-TROTT / MONTZEN 29/03/2014
41e MARCHE INT. DU PLAYA-TROTT.
CLUB MARCHEURS <PLAYA-TROTT>.
MONTZEN.
We vertrekken met de wandeling in het centrum van Montzen, met zijn Sint-Stevenskerk. Zijn prachtige plein met kiosk en zijn prachtige huizen. We wandelen het centrum uit langs een van de mooiste huizen die we vandaag tegenkomen gebouwd met de lokale steen en een deel in vakwerk, wat een prachtige geheel.
Dan wandelen we het bos in prachtige bomen en lanen om door te wandelen, veel vogels vliegen op en gelukkig kan ik er van eentje een foto maken, de mannelijke vink blijft rustig zitten, gewoon mooi. Nu wandelen we de natuur in met geweldige vergezichten over het landschap en in de verte de brug van Montzen. Is een deel van de Montzenroute of Montzenlijn is een spoorlijn die de haven van Antwerpen met Aken in Duitsland verbindt via Aarschot, Hasselt, de Voerstreek en Montzen. Hij bevat enkele steile hellingen.
Als gevolg van deze hellingen kon een locomotief tot voor kort hoogstens 1100 ton trekken; tussen Montzen en Aken moest men zelfs een extra locomotief inzetten om het geheel over de hellingen te krijgen. Tegenwoordig worden de diensten verzekerd door locomotieven van het type TRAXX, die wel zwaardere treinen kunnen trekken. Het is altijd een bijzonder schouwspel als je de treinen over het viaduct ziet rijden.
We wandelen door de weilanden en komen zo in Moresnet hier weer prachtige vergezichten over het prachtige landschap. We dalen weer af naar de rivier en dan komt Moresnet in zicht. In Moresnet bevindt zich ook het befaamde Viaduct van Moresnet, in de spoorlijn Aken – Wezet, thans nog alleen voor goederenvervoer. Het is een opvallende verschijning omdat het hoog boven het dorpje uittorent. Bij het dorp bevindt zich ook de bedevaartplaats Eikske. We komen in het centrum met de kerk en het museum. Dit museum illustreert de lokale geschiedenis met foto's en documenten van de tijd en vandaag.
Het is gehuisvest in de Maréchalerie Malmendier die dateert uit de 17e eeuw. We wandelen door het dorpje en met zijn prachtige huizen en dan terug de natuur in. We wandelen verder en genieten van de prachtige natuur. We komen in Bambusch. We wandelen weer verder en komen zo aan de portierswoning van het kasteel. Weer iets verder en dan komen we terug in Montzen waar onze wandeling eindigt.
GRENZELOOS. / WANDELEN TUSSEN JEKER EN MAAS. / SINT-PIETERSBERG. KANNE 27/03/2014
GRENZELOOS.
WANDELEN TUSSEN JEKER EN MAAS.
SINT-PIETERSBERG.
KANNE.
Kanne, dorp met vele gezichten. In een uiterste hoekje van België, waar de Jeker en het Albertkanaal elkaar kruisen, ligt Kanne. Hier heeft de Jeker zich vrij diep in de onderliggende krijtlaag ingesneden. Boven het idyllische dal verheffen zich steile valleihellingen met unieke kalkgraslanden.
Al ten tijde van de Romeinen werd uit deze hellingen mergel ontgonnen. Het grootste deel van de exploitatie situeert zich tussen de 14de en de 19de eeuw. In Haspengouw en de Maasvallei zijn gotische of barokke kerken en kastelen vaak uit deze natuursteen opgetrokken. Ook Kanne is de fiere bezitter van heel wat mergelwoningen. Kanne is een uitgesproken grensdorp. De zuidelijke buurgemeente Eben-Emael – thans een deelgemeente van Bassenge – ligt in Wallonië en aan de voet van het kasteel van Neerkanne steek je haast onopgemerkt de landsgrens met Nederland over. In Neerkanne word je op een bijzonder heldere wijze geconfronteerd met het uiteenlopend beleid van beide landen inzake landindeling en ruimtelijke ordening, een hoekige verbindingslijn tussen de ijzeren grenspalen vormt als het ware de linaire scheiding tussen de kernbewoning van het Belgische Kanne met zijn gekanaliseerde Jeker enerzijds en het open, onbewoonde valleilandschap met groenen weilanden en een meanderende Jeker op Nederlands grondgebied anderzijds.
Vanaf de binnenkoer van het kasteel van Neerkanne kan je dit landschappelijk grensfenomeen voortreffelijk gadesklaan. Aan de Belgische voet van dit kasteel staan overigens nog enkele andere fraaie, historische gebouwen uit de 17e eeuw zoals een korenwatermolen, de H.-Grafkapel en het klooster van de kanunniken van Hoogcruts-Noorbeek. Verderop in de dorpskom staat de Sint-Hubertuskerk, een moderne zaalkerk (1938) met een Maasgotische toren (15e – 16e eeuw). Aan de kruising van de Bakkerstraat met de Jeker liggen een aantal reusachtige rotsblokken. Deze “zwerfstenen” zijn afkomstig uit de Ardennen; ze werden tijdens de ijstijden door de Maas op ijsschotsen aangevoerd en in de zgn. Maasterrassen afgezet.
Onze wandeling brengt ons naar Lanaye. We wandelen nu op de Sint Pietersberg. De Sint-Pietersberg is een heuvelplateau ten zuiden van de Nederlands-Limburgse stad Maastricht, deels op Nederlands, deels op Belgisch grondgebied gelegen. Het Belgische deel ligt grotendeels binnen de Waalse gemeente Wezet; een klein deel ligt in de Vlaamse gemeente Riemst. Het hoogste gedeelte ligt op Nederlands grondgebied; het Belgische deel wordt meestal aangeduid als het Plateau van Caestert, een naam die ook voor het heuvelplateau als geheel wordt gebruikt. Het hele plateau strekt zich uit over een lengte van acht kilometer van noord naar zuid van Maastricht tot aan de Belgische stad Wezet (Visé).
De Sint-Pietersberg vormt hiervan het meest noordelijke deel. De Sint-Pietersberg staat bekend om zijn uitgestrekte onderaardse kalksteengroeven ontstaan door de winning van kalksteen. Maar in de groeven zijn ook enige natuurlijke karstgangen aanwezig. Bij steile hellingen en bijvoorbeeld in holle wegen, dagzoomt de kalk. De gele kalksteen contrasteert fraai met de omringende natuur. Door de aanwezigheid van kalk kunnen zich aan de oppervlakte kalkgraslanden met bijzondere plantensoorten ontwikkelen. We kunnen dit zien op onze wandeling de vele grotten, de speciale plantensoorten. De Sint-Pietersberg geniet bekendheid vanwege de eeuwenoude ondergrondse winning van krijtgesteente (meestal aangeduid - hoewel in weze een foutieve benaming - als "Limburgse mergel").
De mergelblokken uit de kalksteengroeven werden voornamelijk gebruikt als bouwsteen; soms ook als bemestingsmateriaal (kalk) voor akkers. Als gevolg van de ondergrondse mergelwinning was er in het begin van de 20e eeuw een gangenstelsel ontstaan dat zich uitstrekte van het Fort Sint Pieter in het noorden tot Eben Emael in het zuiden. De totale lengte van de gangen bedroeg rond de 150 kilometer en de oppervlakte van alle groeven tezamen bedroeg ca 98 hectare. Waardoor er vandaag een prachtig natuurreservaat ontstaan is. Beschermd natuurgebied beheerd door Natuurmonumenten In 1992 kocht de vereniging Natuurmonumenten voor het symbolische bedrag van één gulden alle terreinen op de Sint-Pietersberg, die op dat moment eigendom waren van de provincie Limburg. Na de overdracht lag de verantwoordelijkheid voor het beheer van de Sint-Pietersberg bij de nieuwe grootgrondbezitter, met uitzondering van enkele randgebieden, zoals de Ganzendries.
Sinds 2013 is de Sint-Pietersberg, samen met het aangrenzende Jekerdal, officieel Natura 2000-gebied en geniet de berg als zodanig bescherming door de nationale en Europese overheid. Het gebied is 233 hectare groot en omvat tevens 24 hectare aan ondergrondse mergelgroeves. Ook op het parkoers staan infoborden die ons helpen om de geschiedenis en de aard van het gebied beter te laten kennen, de planten en dieren die er leven en de activiteit die de mens er uitgeoefend heeft en ook nu nog. Om de wandeling te besluiten keren we terug naar Kanne waar we een mooie en interessante wandeling afsluiten.
MARCHE DU PRINTEMPS. / MARCHEURS COUDE A COUDE NEUPRE. / NANDRIN 23/03/2014
MARCHE DU PRINTEMPS.
MARCHEURS COUDE A COUDE NEUPRE.
NANDRIN.
Een mooie lentedag om te wandelen in Nandrin. We wandelen vandaag door dit landelijk gebied met prachtige vergezichten over het landschap. Maar ook wandelen door de stukken bos die ons dan weer een heel ander zicht geven, wat kan het toch mooi zijn. We komen na een tijdje in Fraiture. In het hart van de Condroz , Fraiture verwelkomt ons in een heuvelachtig landschap met weilanden afgewisseld met velden en bossen. In het dorp staan verschillende infoborden die naar een beroemde Fraiturois de D’Zy verwijzen.
Deze figuur waart rond in het dorpje Fraiture vanaf het einde van de 19de eeuw. In 1874, publiceert de Luikse protestschrijver, Joseph Demoulin, de geschiedenis van Paul Derenne, bijgenaamd de D'Zy. Paul Derenne wilde aanvankelijk priester worden, maar zijn liefde voor Jeanne is sterker. Hij woont met zijn vrouw, zijn vader en een oude nicht in een kleine boerderij, gelegen aan de “rue de Liège” (nummer 14), in Fraiture. Hij gaat door het leven als keuterboer en werkt 's winters als houthakker. In de bossen van Gougeon doodt hij de ridder van Cortis die zijn vrouw probeerde te verkrachten. Hoe valt de moord op een edelman, gepleegd door een eenvoudige boer te rechtvaardigen in het begin van de 19de eeuw? Paul gelooft niet in de rechtvaardigheid van de mensen. Hij ontsnapt uit de kerker van de rijkswacht van Fraiture. Hier beginnen de avonturen van de D'Zy. “D'Zy” is de Waalse benaming voor een "hazelworm", een klein soort reptiel dat zich moeilijk laat vangen. Jeanne sterft, terwijl ze in verwachting is van een kind. Paul's vader overleeft de ellende niet. De boerderij wordt verkocht. Paul brengt vele jaren door in de bossen van “L'Herberain” met steun van alle inwoners van Fraiture en in het bijzonder van pastoor Moret en zijn vriend Jean Bouvier. Hij is voortdurend op de hielen gezeten door de rijkswacht. Zijn gezworen vijanden zijn de « Rougeaud » en de « Grande Gatte ». Hij beleeft hachelijke avonturen. In eer hersteld, leeft de D'Zy nog een paar jaar in Fraiture op het dorpsplein (nummer 35), vlakbij de oude smederij en de rijkswacht. Tenslotte komt hij om bij een noodlottig ongeval in de straten van Brussel ten tijde van de Revolutie van 1830.
Wat verder komen we langs prachtige boerderijen en dan komen we aan het domein van kasteel-Neuf. Eindelijk is het een ruïne waar het kasteel stond gebouwd in LouisXVI stijl in 1778 en na een ongelukkige brand geheel verwoest op 37-07-1963. Vandaag staat er nog een bijgebouw en is er een camping op het domein. We komen dan weer later terug in het dorp Nandrin.
Wat een pracht van een wandeling langs rustige dorpjes met veel mooie oude gebouwen waar de geschiedenis van af te lezen is. Prachtig.
MARCHE DES COMPAGNONS DE SAINT-HUBERT. / LES COMPAGNONS DE ST. HUBERT. / AUBEL. 16/03/2014
MARCHE DES COMPAGNONS DE SAINT-HUBERT.
LES COMPAGNONS DE ST. HUBERT.
AUBEL.
In het hart van het land van Herve, ligt het kleine plaatsje Aubel, verscholen in een landschap vol boomgaarden en bosjes. Aubel lokt wandelaars uit alle windstreken die op zoek zijn naar ontspanning en gezonde lucht. We vertrekken met de wandeling in het centrum van Aubel. In het centrum vele Lodewijk de XIV, XV en XVI stijl huizen. Eén van de oudste huizen is Le Vieil Aubel een Vakwerk huis.
We wandelen verder en komen aan de Sint-Hubertus kerk met zijn spits van 64 meters. De kerk is open en we nemen de tijd om er even in te gaan en alles eens te bekijken. Een prachtige kerk net ronde bogen in natuursteen en veel prachtig houtsnijwerk. Ook de glas in lood ramen zijn bijzonder en kleurrijk. We nemen ook even de tijd om de Oude begraafplaats te bezoeken met zijn grafstenen van de 16de tot de 20ste eeuw.
Weer wat verder komen we langs het monument voor de 30the Infantry Division van de USA soldaten die hier vochten in 1944-46. Voor ons het stationsplein vandaag staat er een trein die aan het station herinnerd. Wat verder de Siroperie Meurens.
Het prille begin van siroop, in de hoeves van het Land van Herve..
In de 17de eeuw bezaten de boeren uit het Land van Herve tal van boomgaarden vol appels- en perenbomen. Om die rijkdom aan vruchten te gelde te brengen, maakten ze er in een koperen ketel en met behulp van een pers siroop van. Die siroop verkochten ze dan samen met de andere producten van hun hoeve.
1880-1890: De industrialisatie
Rond 1880-1890 deden drie innovaties hun intrede, waardoor het fruit in grotere hoeveelheden kon worden verwerkt: Elektriciteit, Stoomkokers en hydraulische persen deden hun intrede. De eerste industriële stroperijen zagen het licht.
1902: De torenhoge ambitie van Clément Meurens
In 1902 heeft Clément Meurens een droom. Hij wil smeerbare fruitsiroop verdelen op grote schaal. Hij richt een stroperij op in Aubel, naast het treinstation en de sporen. Slim gezien, want zo kan hij gemakkelijk grondstoffen aanvoeren en zijn eindproduct via dezelfde weg verdelen. De eerste producten van Clément Meurens:
•Le POMONA® met appelen en suikerbieten
•Le POIRET®, een stroop van appels en peren zonder toegevoegde suikers.
1947: de Vrai Sirop de Liège® wordt gedeponeerd als handelsmerk
Na de oorlog kan Clément Meurens II eindelijk zijn « Vrai Sirop de Liège » deponneren als handelsmerk. Aan Jean-Léon Huens, toen een befaamde Brusselse tekenaar, vraagt hij een sterk imago te ontwerpen. De artiest schetst de bloeiende perenbomen in Aubel. Het wordt een evergreen: nog steeds prijkt het landschap op de verpakkingen.
Het land van Aubel en Sirop de Liège. Het avontuur duurt voort.
In de jaren 1950 pakt Stroperij Meurens uit met inslaande marketingcampagnes. Met succes: de Vrai Sirop de Liège® vindt haar weg naar alle Belgische huishoudens. Vandaag de dag komt de Vrai Sirop de Liège® nog steeds uit het land van Aubel. En nog steeds is ze een vaste waarde op onze tafels én een ideaal ingrediënt voor de lekkerste gerechten. Sinds de jaren 1970 ontwikkelt Stroperij Meurens ook een gamma fruitconcentraten en fruitpurees voor de landbouw- en voedingswarenindustrie. Vandaag is dit een van de laatste industriële stokerij in België.
Wij wandelen verder nu door het prachtige Land van Herve. Met zijn typische weilanden met hagen omzoomt, zijn liefelijke huizen en boerderijen die zo typisch zijn voor de streek en wat het wandelen hier zo aangenaam maakt. Verschillende kilometers wandelen we door het landschap van gehucht naar gehucht tot we terug komen in Aubel. Wat een prachtige wandeling hebben we vandaag kunnen maken in het Land van Herve.
Zuid-Limburg is rijk bezaaid met kastelen. Het kasteel van Rullingen is misschien één van de mooiste. Sinds 1978 is het kasteel met de 12ha grote tuin eigendom van de provincie maar vandaag staat het te koop en gaat het over in privé bezit.
Het idee om bij het kasteel een fructuarium of museumboomgaard aan te leggen, kwam er na de jammerlijke verdwijning van vele hoogstamboomgaarden in de streek. Deze boomgaard bestaat hoofdzakelijk uit zeldzame variëteiten van pruimen en kersen en vandaag begint de bloei van de bomen nog enkele dagen geduld en Haspengouw is weer één grote bloementuin. Onze wandeling vandaag brengt ons naar dit prachtige domein maar eerst komen we aan de Nieuwe Molen.
De Nieuwmolen of Rullingenmolen is een graanwatermolen met houten onderslagrad op de Herk. Hier stond al voor 1300 een molen. De Nieuwmolen was, samen met de Oude Molen te Berlingen, de banmolen voor de inwoners van Borgloon, Berlingen en Graethem vanaf 1582; de voormalige verbindingsweg tussen beide molens is nog herkenbaar als een talud in het landschap. De molen is aangegeven op de Bundergeldkaart van Herkenrode (1669-1685), de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen (1844).
Dan wandelen we de Meersbeemden in dit natuurgebied in de vallei van de Herk waar de nieuwe molen oplicht is een prachtig stukje natuur langs de beek op wandelen we om dan de kim uit het dal te maken naar het plateau. Vanhier uit hebben een mooi zicht op de beek en de omgeving, nu wandelen we een eindje op de voormalige spoorwegberm van de Fruitlijn.
Weer een eind verder kunnen we richting kasteel van Rullingen gaan waar we langs de startplaats van de wandeling komen, het is niet nodig om hier te vertrekken je kunt overal op het parkoers vertrekken je komt toch altijd terug op dezelfde plaats het zijn lus wandelingen. We wandelen het park van het kasteel binnen. We wandelen door het park en nemen dan de weg naar Kuttekoven om langs het kasteel van Kuttekoven te wandelen, Kasteel De Klee. Gebouwd voor de barones Sneyers-d'Attenhoven in 1904-07. Gerestaureerd na een brand in 1933. Het geheel ligt in een park in landschapsstijl, afgesloten door een ijzeren hek; toegangshek tussen hardstenen pijlers. Ernaast ligt de hoeve en oud kasteel de Clee.
De huidige hoeve werd gebouwd op de plaats van het cijnshof De Clee. In haar huidige, gesloten vorm dateert de hoeve uit de tweede helft 19de eeuw. Voor de bouw werd gebruikt gemaakt van elementen uit het bouwvallige Hof van Herkenrode, lager in de straat gelegen. Naar verluidt werden restauraties uitgevoerd na de brand in 1933, die vooral het kasteel teisterde. Van de oude kern rest alleen het woonhuis van het oude kasteel, aan de noordoostzijde van het erf. De kern klimt op tot de 17de eeuw, zie muurankers en hergebruikt kalkstenen materiaal. Het werd grondig aangepast midden 19de eeuw. Nog even en we zijn terug aan ons vertrek. Een aangename wandeling op de Greenspot
Historische kaarten uit de 18de eeuw tonen aan dat er toen aan dat er toen al volop hoogstamboomgaarden werden aangeplant in en rond Grootloon. De landbouwers zagen er terecht de voordelen van in.
De fruitbomen boden het vee voldoende schaduw om rustig te grazen. Het fruit was een smakelijke en goedkope aanvulling op de dagelijkse op de sobere dagelijkse maaltijden. Pas in de tweede helft van de 19de eeuw besloot men het fruit te verkopen en te exporteren, en dus kregen de fruitweides een commerciële bestemming. De Haspengouwse hoogstamfruitteelt bereikte haar hoogtepunt rond 1950. Van dan af ging het bergafwaarts met de hoogstamfruitbomen. Ze werden geleidelijk vervangen door laagstamcultuur. Gelukkig bleef in Grootloon toch nog een groot deel van de hoogstamboomgaarden bewaard. Sommige boomgaarden zijn opengesteld voor het publiek.
Onze wandeling door het prachtige Haspengouwse landschap geeft ons een beeld van de vergane glorie van de hoogstambomen. Maar ook zien we vele prachtige beeld over het landschap. We wandelen een eind langs de Romeinse heerweg. Een vrijwel rechte lijn doorsnijdt het wandelgebied, de Romeinse Kassei maakte ooit deel van de verbinding Tongeren, Tienen, Kassel en Boulogne-sur-Mere. De romeinen bouwden hier in de buurt diverse villa’s, eigenlijk landbouwbedrijven van een 50-80 ha groot. Als we aan de Sassenbroekberg komen, waar een prachtig zicht heb richting Broekom zijn vandaag kunstbeelden geplaats die verwijzen naar de villa’s in de vallei, het is een rustige plek om even te bekomen en te genieten van het prachtige landschap.
We wandelen verder over de kassei en komen zo op een plaats waar een prachtig zicht hebben op de kerk en de vallei van Grootloon. Wat verder hebben een zicht op de IJzeren kerk, het kunstwerk en dan wandelen we Grootloon binnen langs verschillende boerderijen. Vlug zijn we door het dorpje en wandelen het natuurreservaat van Grootloon binnen hier een grote hoeveelheid hoogstambomen die ons een beeld geven van hoe het een 50-60 jaar geleden moest uitgezien hebben en wandelen langs de achterkant van de hoeve waar vroeger stroop werd gestookt.
Een historische geheel wat bewaard blijft voor de volgende generaties. Aan het kerkje van Grootloon draaien we de boomgaarden in en genieten van de prachtige lentebeelden. Voorbij het bijenhotel en langs het kunstwerk “de twijfellijn” weer verder langs de IJzeren kerk, met een panorama zicht op Borgloon.
Nog een stevige klim uit de vallei naar de Burchtgracht en het Speelhof en dan dalen we af naar het Stadhuis waar onze wandeling eindigt. Wat een prachtige wandeling in en rond onze eigen stad.
LENTETOCHT. / DE LOONSE TSJAFFELEERS. / BOMMERSHOVEN. 10/03/14
LENTETOCHT.
DE LOONSE TSAFFELEERS.
BOMMERSHOVEN.
Een wandeling in Bommershoven, met veel historische gebouwen, een landbouwdorp met een rijke geschiedenis. We vertrekken met de wandeling uit de voormalige Stroopstokerij Lowette, nu het cultureel centrum van Borgloon, we verlaten het gebouw en komen langs het oorlogsmonument en daar tegenover het jachthuis van het kasteel, we wandelen verder en komen aan het kasteel van Bommershoven.
Het rococokasteel van Bommershoven gebouwd in 1761 dat naast de dorpskerk ligt. Het werd gebouwd op de plaats van een vroegere pachthoeve en brouwerij. Het kasteel met het bijbehorende park werden eveneens in 2004 beschermd als monument. Wat verder de neoclassicistische Sint-Alfonskerk uit 1841-1844. Ze werd gebouwd op de funderingen van de oude Sint-Annakapel. In 2004 werd de kerk samen met het omringende voormalige kerkhof en de pastorie beschermd als monument.
Nog langs een paar mooie oude hoeven die een prachtig geheel vormen met de kerk en kasteel. Dan wandelen we de dreef van het kasteel van Heks binnen om dan de velden in te wandelen en komen zo aan Monnikenhof.
Deze hoeve heeft een lange geschiedenis: hoeve "Monnikenhof" of "Munckhof". In 1174 schenkt gravin Agnes van Loon, weduwe van Lodewijk I (1145-1171), de inkomsten van haar eigengoed van Heks aan het hospitaal van Graethem te Borgloon en schenkt het goed zelf met alle eraan verbonden rechten aan abt Ulricus van de cisterciënzerabdij van Villers. De abdij sticht in Heks een grangia (curtis monachorum, 1282), uitgebaat door broeders en vrije werklieden; deze grangia beschikte over een zeer uitgestrekt areaal landbouwgrond. Zoals elders worden vanaf XIII vele van deze gronden verpacht. De gronden van de abdij werden waarschijnlijk nog eind XIII-begin XIV gedeeltelijk door broeders bewerkt, maar vanaf 1505 worden er pachters vermeld. In 1582 staat de abdij van Villers, samen met de heerlijke rechten over Heks, de hoeve en gronden af aan het St.-Lambertuskapittel van de kathedraal van Luik. In 1651 maken Lorreinse troepen zich meester van het Monnikenhof, dat verdedigd wordt door een veertigtal boeren, waarvan er tien sneuvelen.
In 1654 woedt er een brand in de hoeve; het kapittel beslist de nodige herstellingswerken uit te voeren. In 1678 en 1679 wordt er een detachement Franse troepen ingekwartierd. In 1693 worden het dorp en de kerk geplunderd door Franse troepen en in 1694 breken plunderaars 22 huizen af; de inwoners van Heks, Vechmaal en St.-Pieters-Heurne verschansen zich in het Monnikenhof met hun vee en slagen erin de plunderaars af te weren. In 1703 kamperen Hollandse troepen in de buurt van de hoeve. In 1763 noteert de pastoor dat er naast de familie van de pachter zeven knechten en vier meiden in de hoeve verblijven. Tijdens de Franse bezetting wordt de hoeve als kerkelijk goed aangeslagen en in 1798 met landerijen en weilanden verkocht aan Charles Clément Roemers, afgevaardigde van het departement van de Nedermaas in Maastricht.
Vandaag is het nog steeds een landbouwbedrijf met grote stukken landbouwgrond errond. Wij wandelen verder en nemen nu een stukje van de oude tramlijn.
Een stukje geschiedenis: De Buurtspoorwegen in de Provincie Limburg van 1889 tot 1961, uitgegeven bij Van In te Lier in 1972 kan men beter de belangrijkste gegevens lezen voor wat de Limburgse lijnen betreft. De pachtende maatschappij was vooreerst de NV. Limburgse Stoomtramweg Maatschappij, gesticht door een akte van 12 december 1887, verleden voor Notaris Georges Van Schoenbeek en verscheen in het Belgische Staatsblad van 30 december 1887. De maatschappij had zetel te Bree. Door die maatschappij werden 8 lijnen geëxploiteerd, waaronder in het huidige Groot Heers de lijn Hasselt-Oreye (30 km lang). De aanleg ervan werd officieel in overweging genomen op 31 december 1888 maar de verschillende uitwerkingen van de aanleg werden steeds geweigerd. De uiteindelijke vergunning kwam er bij Koninklijk Besluit van 23 mei 1897 (Staatsblad van 7/8 juni 1897). De werken begonnen in 1898 voor het baanvak Hasselt-Borgloon dat op 1 september 1899 in gebruik genomen werd en de opening van het baanvak Borgloon-Oreye volgde op 15 november 1900. Dit is de lijn die tussen Oreye en Horpmaal de weg tussen die gemeenten kruiste en dan door Vechmaal en Heks naar Bommershoven liep. Vandaag kunnen we nog op een stukje van de berm wandelen waar deze tram liep. We wandelen verder en komen dan in Heks.
We wandelen door het dorp langs het kasteel van Heks. Het paleisachtige kasteel werd vanaf 1770 gebouwd, waarschijnlijk door de Luikse architect Etienne Fayen, voor prins-bisschop van Luik Franciscus Karel de Velbrück. Als liefhebber van de natuur zocht de prinsbisschop deze plek uit in de licht heuvelende Haspengouw om er zijn zomerverblijf en lusthof te bouwen. Hij liet er een Chinese tuin, een rozentuin en een groentetuin aanleggen. Later werd het kasteel verfraaid met een van de eerste landschapsparken op het Europese vasteland, geïnspireerd door Engelse tuinarchitectuur van Capability Brown. Hij overleed op zijn domein in 1784.
Het domein is in bezit van de familie d'Ursel. Kasteel Hex werd gebouwd in de 18e eeuw en is omringd door stijltuinen, een moestuin met 18e eeuwse groentekelder en een landschapspark. Collectie oude en wilde rozen, moestuin met historische variëteiten en park met zichtassen en exoten. Een paar keer in het jaar zijn de tuinen open voor het publiek. We wandelen nu verder door het prachtige landschap en keren zo terug naar Bommershoven. Het is een prachtige wandeling door het Haspengouwse landschap.
MARCHE DES BOURGEONS. / LES ROUTHEUX IZEL. / CHINY 08/03/2014.
MARCHE DES BOURGEONS.
LES ROUTHEUX IZEL.
CHINY.
Waar wandelen we vandaag?
In de streek van de Semois tussen de Ardennen en de Gaume, biedt weelderige landschappen en kostbare natuursites, die het historisch en architecturaal erfgoed nog beter tot hun recht doen komen, met als hoogtepunt ongetwijfeld de abdij van Orval, rijk aan schatten en wereldbekend omwille van zijn trappistenbier.
We wandelen vandaag in Chiny in de zacht glooiende valleien van de Gaume met hier en daar loofwouden contrasteert met de diepe valleien en de uitgestrekte wouden van de Ardennen. Het milieu, de cultuur en het erfgoed zijn er onaangetast. Van Jamoigne tot Muno, doorkruist de Semois het uitgestrekte woud van Chiny, 3.300 ha mooie beuk en andere naaldbomen. Ook vandaag nog is Chiny trots op de bekendheid van de graven die het dorp vroeger in bezit hadden. Het dorp ligt verscholen in een bocht van de grillige Semois, die met zijn nauwe meanders de smalle en duistere Ardense valleien omstrengelt.
Chiny is een van de reservaten met het rijkste en meest gevarieerde aanbod aan waardevolle plekjes en panorama's die de Midden-Semois telt. Het dorp kan prat gaan op zijn reputatie… we verlaten het dorp en wandelen over de Sint-Niklaasbrug: Zijn geschiedenis is verbonden met deze van de graven van Chiny ( X-XIV de eeuw). Kopie van de eerste stenen brug uit 1740, bevindt zich dit kunstwerk op een van de mooiste plekjes van de vallei van de Semois. En dan wandelen we het bos van Chiny. En het is er prachtig, het golvend landschap, nu weer eens klimmen en dan weer eens dalen een hele omweg maken we om het bos weer te verlaten, we hebben hier een mooi zicht op de oude brug. Boven ons vliegen de kraanvogels over, een prachtig zicht en het is genieten van het geluid van de aankomende en overvliegende kraanvogels. We wandelen weer verder en wat verder komen we terug aan in het centrum van Chiny. Een prachtige wandeling in een met historisch gelaten Chiny.
Op de terug weg komen we aan Kasteel "du Faing” – Jamoigne
Het Kasteel in Jamoigne, Château de Faing, dit stamt uit de 14e eeuw, en was een herbouwing van een 12e-eeuws kasteel. Ook het huidige kasteel is door de eeuwen heen vaak verbouwd en gerestaureerd, maar de basis van het kasteel stamt nog altijd uit de 14e eeuw. Vandaag is het prachtig gerestaureerd en de hele omgeving doet mooi aan, we nemen de tijd om even rond het kasteel te wandelen en wat foto’s te maken.
We rijden verder en komen voorbij het Pieta du camp de misere.
Deze piëta is opgedragen aan de bewoners van Rossignol, gefusilleerd te Aarlen en aan de Franse soldaten, die naar Duitsland werden gedeporteerd in 1914. De Franse soldaten worden door de Duitsers gevangen genomen als gevolg van hun nederlaag bij het gevecht van Rossignol op 22 augustus 1914. Ongeveer 2 600 soldaten en 3 generaals worden opgesloten in een weide. Ze worden vervoegd door inwoners die door de Duitsers gevangen genomen werden. Op 25 augustus worden de Franse gevangenen en 4 inwoners van Rossignol naar Duitsland gedeporteerd. Op 26 augustus worden 122 burgers ( 108 van Rossignol waaronder 1 vrouw, 7 van Breuvanne, 5 van Saint - Vincent en 2 van Tellancourt) gefusilleerd in de nabijheid van de brug Schopach in Aarlen op Duits bevel, zonder enige vorm van proces. De weide waarin ze werden opgesloten krijgt de naam : " kamp van de ellende" in referentie met een schiereiland gebruikt om Franse gevangenen op te sluiten gedurende de oorlog van 1870 te Sedan. De Piëta aangeboden door de pastoor van Rossignol Joseph Hubert ligt voor het kamp van de ellende.
IN DE VOETSPOREN VAN 14-18.
Rossignol, de la bataille des Frontières au village martyr.
'In de voetsporen van 14-18 is een educatief rondwandeling geïnstalleerd in Rossignol en passeert verschillende plaatsen van herinnering aan de Eerste Wereldoorlog. Op de bijzondere plaatsen staan infoborden waar het verhaal verteld word en oude foto’s de toenmalige situatie weergeven. Een prachtig initiatief waar we vandaag een paar van gaan ontdekken. De wandeling begint bij de kerk van Rossignol waar een kiosk het circuit laat zien. Het wordt met 22 verklarende panelen die chronologisch de geschiedenis van de Grote Oorlog in Rossignol behandelen, vanaf het begin tot aan de dag van vandaag, aan de uniformen van soldaten, militaire begraafplaatsen, de Duitse wreedheden , getuigenissen, wederopbouw. We komen aan het Monument voor de Franse Kolonialen en iets verder komen we aan het Frans Militair kerkhof.
Militair kerkhof "de l'Orée de la Forêt" (1917) - Rossignol
Dit uitgestrekt kerkhof werd opgericht door de Duitsers in de loop van het jaar 1917 tezelfdertijd als het kerkhof van " du plateau" gelegen op de weg van Neufchâteau en het oostelijk kerkhof op de weg naar Marbehan, dat vandaag verdwenen is. Zo'n 2500 militairen gevallen op 22 augustus 1914 zijn hier verzameld.
Wat verder staat de Gedenksteen Jules Cozier
Met deze steen word Jules Cozier herdacht; hij is een van de slachtoffers van de gruwel daden van de Duitser gepleegd in Rossignol. De slachtpartijen waren een onderdeel van de gruweldaden van de Duitsers bij hun invasie tussen 21-26/08/1914. Het 4de en 5de Duitse leger meer dan 1000 burgers vermoord.
Wat verder komen we aan het Franse Kerkhof: Militair kerkhof "du Plateau" (1914) - Rossigno
Dit midden in het bos aangelegde kerkhof heeft de eeuwenoude bomen gebruikt om een kathedraal voor te stellen. Crypte voor 117 burgers gefusilleerd tijdens de gevechten van augustus 1914. Een stenen altaar uit Franse steen met altaar hemel is opgedragen aan de Luitenant Ernest Psichari, schrijver en kleinzoon van Ernest Renan, gestorven op 27 jaar. Verder brengt men hier, in een christelijk perspectief, hulde aan een generatie die zich opgeofferd heeft voor Frankrijk en een eenheid gesmeed heeft tussen België en Frankrijk.
Zo eindig onze dag met een prachtige wandeling en een heel stuk geschiedenis.
GRAND CRU LANDSCHAP. / GREENSPOT METTEKOVEN. / HELSHOVEN. 06/03/2014.
GRAND CRU LANDSCHAP.
GREENSPOT METTEKOVEN.
HELSHOVEN.
kilometers wandelplezier in het glooiende landschap tussen Helshoven en het authentieke Haspengouwse landbouwdorpje Mettekoven. Hier ontdek je de evolutie van de fruitaanplantingen en het rijke historische verleden van de streek.
We verlaten de parking en slaan linksaf. We steken de weg over en wandelen rechts over de Romeinse Heirbaan, langs de kapel van Helshoven door, hier wordt Maria al eeuwen vereerd. In het midden van de 13e eeuw bouwden de Johannieters een kapel met gasthuis. Vanaf de 17e eeuw was er een kluis achter de kapel. Mooie preekstoel uit 1550 en 16e-eeuwse schilderij ‘Het Laatste Avondmaal’. De kluis geraakte in verval en werd afgebroken in 1925. De kapel is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, koningin van de Blije Vrede. Haar beeld werd tijdens het bezoek van paus Johannes Paulus II aan België in 1985 te Ieper gewijd. In de kapel staat een preekstoel in zuiver gotische stijl uit 1550 en een biechtstoel uit 1570. Sinds 1974 is de kapel een beschermd monument. De laatste restauratie dateert van 1995. We gaan nu op de 2000 jaar oude Romeinse weg, onderdeel van de fietsroute.
We wandelen verder en wandelen nu door de vallei van de Herk. Ben je de vallei van de Herk uit ? Links en rechts duiken peren-, appel- en kersenbomende op . Populieren en hagen dienen als bescherming tegen de wind. Nu draaien we af naar Mettekoven en hebben dan een prachtig uitzicht op het dorpje Mettekoven. Een echt grand-cru landschap, met golvende akkers. We verlaten nu de fietsroute en wandelen over een smal pad met bessenstruiken. In een scherpe bocht zien we een weids vergezicht over Borgloon. We bereiken nu een typisch Haspengouwse holle weg. Op die weg gaan we rechtsaf: nóg een holle weg in die ons naar Mettekoven voert. Aan het dorpsplein gaan we rechtsaf. We passeren een grote vierkants hoeve, in het Martenshof de gerestaureerde Haspengouwse vierkanthoeve.
Hier houden we halt om even op adem te komen. Na de rust en een koffie gaan we weer verder de kerk laten we links liggen en wandelen het natuurgebied 'Stasveld’ hier krijgen we het glooiende landschap mooi in beeld. Even verderop stappen wij door een hoogstam kersenweide en we bereiken daarna weer een betonnen strook en hebben we opnieuw " de Romeinse " weg bereikt . Hier komen we aan het standbeeld van " Tjenne de heks ". De naam zou verwijzen naar een Johanna of Anna Machiels, die van hekserij werd beschuldigd. Na een proces van ruim twee jaar werd «Tjenne de heks» in 1667 levend verbrand. Ze zou de verpersoonlijking zijn geweest van allerlei boze machten. Ook zou ze heel wat «kwaaie daden » op haar kerfstok hebben gehad of destijds jong en oud ertoe aangezet. De doodstraf werd uitgesproken aan de voet van een reuzelinde. Een goeie 100 meter beneden de Tjenneberg en de verbranding vond dan op de top plaats. Sindsdien wordt in de overlevering en geschriften gesproken over de «Tjenneboom» de eerste.
Hoe reusachtig die boom was?
In een nummer van het tijdschrift «Limburgse Volkskunde» (1888-1889) schrijft Jules Frère: «De omtrek van de linde was 5,60 meter en vier personen konden makkelijk in één der spleten staan. Het takkengestel was sterk ontwikkeld en had een doorsnede van 16 meter».
De eerste ene tweede Tjenneboom overleefde de jaren en de natuurgeweld niet maar niet erg er werd een derde boom geplant
Bij het aanplanten van de derde Tjenneboom op 22 april 1970 schreef de voormalige conservator van Bokrijk Jozef Weyns een korte spreuk, die nog altijd op een bord langs de boom prijkt: «Opnieuw geplant door Vrancken's hand, waar 'k eeuwen overschouw ons vruchtbaar Haspengouw». Inderdaad, de Tjenneheuvel en de vele boomgaarden errond zijn het hart van de fruitstreek in Haspengouw. Vanop de heuvel kijken we ook naar het golvende landschap en hebben er een ongelooflijk mooi panorama. Bij goed weer en een open, blauwe hemel tellen we er een 15-tal kerktorens. Het zijn bakens in het landschap.
Zelfs de steenstorten van de mijnen van Waterschei, Winterslag, Zwartberg, Houthalen en Beringen zijn goed zichtbaar. Een betere uitkijk over de streek is er niet. De laatste blik die de heksen op de brandstapel en de boeven aan de galg met zich meenamen naar de eeuwigheid was alleszins de moeite.
Nog een eindje lopen we langs de Romeinse Heerbaan en komen zo terug aan de kapel van Helshoven. Zo eindigt onze wandeling.
Vliermaalroot laat je het landschap (her)ontdekken langs rustig landbouw-wegen en pittoreske smalle wandelwegen, de wandelclub Iris laat ons kennis maken of opnieuw kennis maken met het Haspengouwse landschap.
We wandelen nu naar het Wandelgebied Vliermaalrood. We komen al vlug aan de vervallen watermolen. Ter hoogte van de kern van Wintershoven staat de vervallen watermolen ''Wintershovenmolen'', een watergraanmolen van het onderslagtype. Hij staat langs de Mombeek, aan het lagere uiteinde van de doodlopende Molenstraat. Samen met de kerk en de kasteelhoeve Desseneer vormt de molen één van de belangrijkste cultuurhistorische gebouwen binnen Wintershoven.
De "Wintershovenmolen" wordt soms ook de "Coenegrachtsmolen" genoemd naar de vroegere eigenaar-molenaar. Spijtig dat deze toch wel voorname plek en historische erfgoed zo verloren gaat. We wandelen verder en komen aan de Sint-Landoaldus- en Lambertusbron. We moeten wel wat klauteren en door het weiland gaan om bij het beeld te komen. De bron ligt midden in het veld ten westen van de Bronstraat en ten zuiden van een dreef.
Volgens de vita van de Heiligen van Wintershoven zou de bron op een wonderlijke manier ontsprongen zijn. De bron heeft thans de vorm van een waterput met hardstenen rand waarop een hardstenen rondboognis geplaatst is. Deze heeft een driehoekig fronton en een bekronend kruis. In 1894 werd de put met nis opgetrokken naar het ontwerp van kunstenaar Warzee uit Tongeren om zo dit bronwonder te herinneren. Rond de put en de nis bevindt zich een achthoekig bakstenen muurtje. Een prachtig beeld staat in de nis, ook hier weer spijtig dat dit stukje erfgoed er zo bij ligt. We wandelen weer verder en komen aan de Romaanse St.-Pieter-in-Bandenkerk (11e–12e eeuw ) met interessant interieur (o.a. 15e- en 16e-eeuwse beelden). We wandelen weer verder en komen zo aan de Mersenhovenkapel, ze werd heropgebouwd in 1818 omdat ze tijdens de Franse revolutie afgebroken werd.
We komen nog langs een paar indrukwekkende haspengouwse hoeven voorbij en ook langs een mooi vakwerkhuis. Nog wat door de velden en langs weilanden en zo komen we terug aan de kerk van Vliermaalrood waar onze woensdagwandeling eindigt.
33E MARCHE DES PETITS PAS. / LES PETITS PAS FUMALOIS. / FUMAL. 02/03/2014.
33E MARCHE DES PETITS PAS.
LES PETITS PAS FUMALOIS.
FUMAL.
Fumal heeft de vorm van een ster, omgeven door vele bossen. Dit dorp ligt in de vallei; de rotsachtige landschappen van schist en kalk zijn typisch voor de Maasvallei.
Het dorp ziet er dus anders uit dan de andere dorpen van de gemeente. Het dorp bestaat uit twee delen, elk aan weerskanten van de Mehaigne. De meeste huizen staan op de hellingen van de vallei, langs de straten die loodrecht staan op het reliëf. De ligging van de huizen die loodrecht staan op het reliëf en de afwezigheid van huizen onderaan de vallei geven geen duidelijk afgebakend gegroepeerd beeld van het dorp. De wijken "la Basse" en "Trous", langs de Mehaigne, zijn dicht bevolkt en herbergen de oude gemeenteschool.
Het "gehucht Hougnée" dat zich uitstrekt naar Fallais, is echter minder bevolkt, maar kent een opmars. We vertrekken met onze wandeling in het centrum en we krijgen al dadelijk een prachtig zicht op het kasteel, dat zich net zoals de kerk op een uitloper van schist bevindt, vormt een geheel van mooie witachtige kalkrots. De oude kern bestaat uit de toren die dateert van de XVIe eeuw met daarop een bolvormig dak. Hij kreeg ook een nieuwe gevelsteen in de eerste dertig jaar van de XVIIe eeuw. De gebouwen die ernaast gebouwd zijn, dateren van de XVIIe en de XVIIIe eeuw. Op de verankeringen van de zuidelijke gevel kunnen we nog de datum 1622 lezen. Ten noorden van het kasteel ligt een mooi park.
Wij wandelen vandaar uit de velden in met prachtige vergezichten over het landschap. We wandlen verder en genieten van de omgeving tot we in Fallais komen. Voor ons komt het kasteel van Fallais in zicht. De geschiedenis van het kasteel is meeslepend en de verhalen laten niemand onverschillig. De kroniek van het kasteel noemt de namen van de hertogen van Beaufort, van Karel de Stoute, Lodewijk XI, Lodewijk XIV, die daar allemaal verbleven hebben. In 1465 namen de Luikenaars die zich achter de Franse koning Lodewijk XI hadden geschaard tegen de hertog van Bourgondië het kasteel in. Maar vanaf december moesten ze het teruggeven: Karel de Stoute schaft de Luikse privileges af en gaat over tot een repressie. Fallais wordt het decor voor de plundering van Luik (Sac de Liège). Tijdens zijn verblijf van 3 tot 9 juni 1675 laat Lodewijk XIV de zogezegde Toren van Bourgondië en de Toren Grignard afbreken. Het kasteel dat een grote vierhoek is met aan elke hoek een uitspringende ronde toren levert inspiratie voor een middeleeuws fort temidden van een vlakte. Het kasteel werd hoofdzakelijk gebouwd in de loop van de XIVe, XVIe en XVIIIe eeuw. In 1937 vernielde een brand de noordelijke vleugel, die sindsdien heropgebouwd is. Tegenover het kasteel ligt de grote hoeve. We nemen even de tijd om van het parkoers af te stappen en het kasteel eens van dichtbij te bekijken, en om van zijn prachtige architectuur te genieten.
We keren terug naar onze route die we verder zetten. We komen aan de oude stationswijk, waarvan het oude plein werd omgebouwd tot een ontspanningszone, is als een verlengde van de oude stad, hier ook en oorlogsmonument voor 5 Franse soldaten die op 13/05/1940 hier sneuvelden. We wandelen nu de oude spoorweg op. De Ravel Ligne 127 brengt ons naar Bois du Moulin. Hier wandelen langs een prachtige oude hoeve en we horen hier het kabbelen van de Mehaigne. We verlaten Fallais en keren weer naar Fumal waar we langs de Sint-Martijn kerk wandelen. Het gotische gebouw in kalksteen van de XVIe eeuw is grondig gerestaureerd in 1884. Het glas-in-loodraam (XIXe eeuw) van het noordelijke dwarsschip toont de wapenschilden van de familie Fontbaré die Fumal verwierf in de XVIIIe eeuw. Na de revolutie stamden verschillende plaatselijke burgemeesters uit deze familie.
Vlakbij de ingang van het park werd een kapel gebouwd ter herinnering aan een van de leden van deze familie. De muren in schist, langs de begraafplaats, zijn overblijfselen van de oude burcht (XIIe en XIIIe eeuw). Wat verder lopen we langs het kasteel en dan komen we aan het eind van onze prachtige wandeling.