nu 't rouwrumoer rondom jou is verstomd de stoet voorbij is, de schuifelende voeten nu voel ik dat er 'n diepe stilte komt en in die stilte zal ik je opnieuw ontmoeten en telkens weer zal ik je tegenkomen we zeggen veel te gauw: het is voorbij Hij heeft alleen je lichaam weggenomen niet wie je was en ook niet wat je zei ik zal nog altijd grapjes met je maken we zullen samen door het stille landschap gaan nu je mijn handen niet meer aan kunt raken raak je mijn hart nog duidelijker aan.
LENTETOCHT. / DE LOONSE TJAFFELEERS. / BOMMERSHOVEN. 09/03/2015.
LENTETOCHT.
DE LOONSE TJAFFELEERS.
BOMMERSHOVEN.
Bommershoven was steeds een landbouwdorp, en de landbouw is nog steeds de belangrijkste activiteit. Ongeveer de helft van de actieve bevolking is forens. Tot in de jaren 1960 was hier een begin 20ste-eeuwse opgerichte, vrij belangrijke siroopfabriek gevestigd. Onze wandeling vertrekt in de vroegere stroopfabriek Lowette. Vandaag cultureel Centrum van Borgloon. Het draag de toepasselijke naam Panishof. We vertrekken met de wandeling al vlug belanden we in de velden. Bommershoven ligt in droog-Haspengouw, met hoogten tot 110 meter. In het oosten wordt Bommershoven begrensd door de vallei van de Mombeek, welke een hoogte heeft van ongeveer 65 meter. Ten noorden van de kom bevindt zich het brongebied van de Marmelbeek, welke eveneens in noordelijke richting stroomt. In het zuiden bevindt zich het Magneebos, juist over de gemeentegrens, op het grondgebied van Heks.
We wandelen door de velden met zichten op het bos van Heks. Maar ook zichten op Bommershoven. Het centrum rond de kerk met zijn grote boerderijen. Zogenaamd "Biezenhof", gesloten hoeve, eertijds afhankelijk van de landcommanderij Alden Biesen. Eerste vermelding in 1309. Aan de winning was een laathof verbonden. Uit de pacht blijkt dat het één van de rijkere hoeven van de Orde was. Op een kaart van 1719 met voorstelling van het Ordebezit in Bommershoven, was de hoeve nog niet gesloten; naast het woonhuis worden ruime dwarsschuren, vijf schaapskooien, varkensstallen en een runderstal aangeduid; bakhuis en waterput liggen achter het woonhuis; alle deze gebouwen zijn van vakwerk. In 1797 wordt de hoeve openbaar verkocht aan Michel Laurent Selys uit Luik. De gebouwen worden in de loop van de tweede helft van de 19de eeuw ingrijpend gerenoveerd. Wat verder de “Rode hoeve” Thans een gesloten hoeve; bakstenen complex rond een rechthoekig gekasseid erf met centrale mestvaalt. Rechts, een ommuurde tuin. Woonhuis uit de eerste helft van de 18de eeuw en dienstgebouwen uit de eerste helft van de 19de eeuw.
Dan komen we aan de kerk, Neoclassicistische zaalkerk, gebouwd in 1841-44. Dan komen we aan het kasteel. Herenhuis met hoeve, gelegen naast de kerk, en gebouwd in 1759-61 door Marcel-Gérard Magnée. Kasteelpark in landschappelijke stijl uit 1872-1884 zonder vijver maar met kunstmatige grot. Geïntegreerde geometrische tuin uit de eerste decennia van de 20ste eeuw, mogelijk ontworpen door Jules Janlet en iets jongere rozentuin, aangelegd bij het kasteel. Als buitenhuis gebouwd in 1759-1761, uitgebreid in de 19de eeuw, definitief uitwendig aspect uit de jaren 1920-30 en tenslotte herstel en inwendig aanpassingen na de brand van 1940. Ommuurde moestuin van 1872 met serre en pottenstal. Belangrijk hekwerk en muren.
Wat bijzonder is word zo beschreven: Het kasteel van Bommershoven neemt nog steeds een schitterende situatie in op het hoogste punt van de omgeving. Het ligt samen met de kerk en de pastorie ten zuiden van de 'Romeinse katsei' waarlangs het straatdorp Bommershoven zich ontwikkelde. Het kasteelpark vormt één uitgesproken landelijk geheel van akkers en weiden, bossen en boomgaarden samen met de nabij gelegen boerderijen het Biezenhof en Rodenhof, het kasteel Ter Hoven meer oostelijk, het Monnikhof en het kasteeldomein Hex ten zuiden en de boerderij Manshoven ten westen, een vrij zeldzaam geworden situatie in Vlaanderen. De huidige configuratie verschilt nauwelijks van die op de Ferraris kaart (1774-1775).
Nog even wandelen langs “Café De Ware Vrienden” en dan langs het voormalige boswachterswoning, gebouwd door de familie Naveau de Marteau. Alleenstaand gebouw in neotraditionele stijl, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw; baksteen met mergelstenen banden. Vier haaks op elkaar staande volumes vormen samen een semi-gesloten geheel onder zadeldaken en één schilddak; een trapgevel aan de noordelijke en westelijke vleugel. Deels verhoogde begane grond. Muuropeningen in traditionele stijl, onder meer kruis- en kloosterkozijnen. In de westelijke zijgevel gevelsteen 1904; in de oostelijke zijgevel gevelsteen 1922; in de noordelijke gevel de wapens Naveau en de Marteau. Tegenover het oorlogsmonument en dan nog heel even en we zijn terug aan ons vertrek.
MARCHE DES PRIMEVERES. / LES CASTORS DE BERNEAU. / BOMBAYE. 08/03/2015
MARCHE DES PRIMEVERES.
LES CASTORS DE BERNEAU.
BOMBAYE.
Een wandeling in Bombaye. In het nederlands Bolbeek werd gesticht op een golvende leembodem. Het landschap vertoont veel overeenkomsten met dat van het nabijgelegen Zuid-Limburg. Oorspronkelijk spraken de inwoners van Bolbeek één van de plaatselijke Nederlandse dialecten in Overmaas, die wegens het toebehoren aan de Republiek onder Hollandse invloed raakte. Bolbeek kende vanaf de achttiende eeuw echter een geleidelijke verfransing. In de negentiende eeuw was het dorp volledig Franstalig.
We vertrekken in het centrum en hier prachtige grote boerderijen. Ook de grote kasteelboerderij is bijzonder. En dan het veld in de blauwe hemel, de zon en de eerste lentewarmte zalig is het. Onze Jelle is vandaag mee en we genieten van het samen zijn met onze kleinzoon, we wandelen verder en komen zo aan de H. Kruiskapel ook wel op “Le Tombe” genoemd. We wandelen verder om een grote lus te maken. We wandelen nu richting Dalhem.
We wandelen verder en in het dal zien we het mooie kasteel. “Maison de la Charite” of het Kasteel van Dalhem. Het majestueuze kasteel van Dalhem ligt midden in een van park van 5 hectare, omringd door rivieren en bossen, op enkele honderden meters van het oude historische dorp Dalhem. Het kasteel heeft het voorkomen van een eeuwenoude burcht. Niets is minder waar! Het werd pas gebouwd in 1914, door Henry Francotte, in traditioneel 17de eeuwse Maasland stijl. Het "Kasteel Dalhem", een organisatie, geboren in 2003, die het kasteel beheert, doet vandaag dienst als vormingscentrum, meditatiecentrum en groene klassen. Het park, aan de rand van het riviertje de Berwinne, staat open voor kampen en wandelen.
Weer verder een eindje langs de Berwinne en zo wandelen we naar Dalhem. In Dalhem vind je de ruïnes van de grafelijke burcht. Deze zien we al van ver. We wandelen naar het centrum waar controlepost is. Dan een eindje langs de oude spoorwegzate. Deze is wel een beetje speciaal en met de buurtspoorwegtunnel van Dalhem. Onder Dalhem, op de flank van het plateau van Herve, ligt een van de weinige buurtspoorwegtunnels van dit land. Dit 144 meter lange bouwwerk uit 1904 met zijn monumentale portalen in metselwerk, op de buurtspoorlijn van Liège(Luik) naar ’s Gravenvoeren, loopt dwars door een rotsheuvel met daar bovenop het historische dorp en zijn middeleeuwse burcht, ooit de zetel van een graafschap. Tijdens de tweede wereldoorlog liet de bezetter het spoor voorbij Dalhem uitbreken en kwam hier het nieuwe eindpunt, juist voorbij de tunnel. Later kwam deze spoorlijn nog eens in het nieuws door een dodelijk ongeval “In 1960 nam de kolenmijn de hele exploitatie over, inclusief spoorlijn en stoomloks. Vanaf 1965 namen diverse dieselloks de plaats in van de overjaarse stomers, tot de sluiting van de mijn in 1980. De toeristische weekenddienst, die al in de jaren 70 tot stand kwam, bleef wel rijden, zij het slechts tot Mortroux, aan de hoofdbaan Verviers-Maastricht. Begin oktober 1991 sloeg het noodlot echter toe. Een toeristische trein met meer dan 100 reizigers aan boord raakte op drift aan het begin van de steile afdaling naar Dalhem en ontspoorde vlak voor de tunnel. Eindbalans: 7 dodelijke slachtoffers en tientallen gewonden. Meteen het definitieve einde van de spoorexploitatie.” Vandaag zijn de ingangen van de tunnel afgezet en de natuur neemt stilaan over. Spijtig dat een mooi stukje erfgoed aan verloederen is de ingang met zijn monumentale portalen in metselwerk. Wij wandelen nu een heel eind op de spoorweg de rail liggen er nog altijd alleen hebben ze tussen de rails alles opgevuld. Het is een prachtig stukje om te wandelen. Weer wat verder we wandelen eigenlijk rond de stad Dalhem en krijgen zo een prachtig zicht op de oude stad. En we dan maken we een zeer mooi moment mee een vos kruist onze weg heel dicht bij, Jelle kan zijn ogen niet geloven en voor hem is dit het hoogte punt van de wandeling.
Nu dalen we af om langs de grote watermolen te gaan. Dan een eindje door de velden en dan komt Dalhem weer in het zicht afdalen naar de Berwinne en oversteken en zo terug op de controlepost. Na de rust klimmen via de trappen naar het oude Dalhem. We wandelen verder en komen terug op de spoorwegzate, verder komen we aan de Moulin de Nelhain uit 1819 op de Berwinne.
We gaan even kijken Jelle vind het bijzonder spijtig dat het rad niet meer draait. We wandelen verder en komen zo terug aan de H. Kruiskapel. Nog even en we zijn terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling op een mooie lentedag.
DOMEIN BOKRIJK-TOCHT. / WSV DE RAKKERS. / HASSELT. 07/03/2015.
DOMEIN BOKRIJK-TOCHT.
WSV DE RAKKERS.
HASSELT.
Vandaag een wandeling in Bokrijk, we wandelen in de bossen rond Bokrijk en volgen een stukje van de Wijerswandeling. De Wijers is een uniek gebied in Vlaanderen met meer dan 1000 vijvers, samen goed voor zo'n 700 hectares water en riet.
Dat zijn 1.400 voetbalvelden! Het is een thuis voor heel wat zeldzame dier- en plantensoorten. Zonder deze vijverstreek als 'kraamkamer' zouden soorten zoals de Roerdomp en de Boomkikker in Vlaanderen al uitgestorven zijn. Naast de natuurlijke rijkdom is De Wijers een streek met een rijke culturele geschiedenis, een prachtig gevarieerd landschap. Het Land van 1001 vijvers: die bijnaam dankt De Wijers aan zijn uniek landschap waarbij water de hoofdrol speelt. Onder invloed van onder andere de abdij van Herkenrode kwam hier in de middeleeuwen de viskweek op gang. Mede door de Zonhovense viskwekers groeide het aantal vijvers explosief. 'Wijer' is een oude benaming voor een viskweekvijver. Maar De Wijers is meer dan vijvers alleen.
Samen met zijn heidelandschappen, bossen en beekvalleien is het echt uniek stukje groen in het centrum van de provincie Limburg. De Wijers is bovendien zoveel meer dan alleen natuurpracht. Als wandelaar kom je volop aan je trekken in dit prachtige decor. Tussen de vijvers wandelen we en we blijven de hele wandeling in het bos en rond de vijvers. Een mooie wandeling om terug mee te starten na 14 dagen niet wandelen wegens ziekte.
18E MARCHE DES TROIS SOURCES. / LES AMIS DU HENRY FONTAINE. / GRAND-HALLET. 12/07/2014
18E MARCHE DES TROIS SOURCES.
LES AMIS DU HENRY FONTAINE.
GRAND-HALLET.
Grand-Hallet is een landbouwdorp in Droog-Haspengouw met nog veel akkerbouw en veeteelt. Vanaf de 9de eeuw maakte het dorp deel uit van het graafschap Avernas. Na de opheffing ervan ging Grand-Hallet deel uitmaken van het baljuwschap Hannuit in het hertogdom Brabant.
Het dorp was deels in het bezit van het kapittel van Sint-Lambertus van Luik en deels van de abdij Maagdendaal van Oplinter. Bij het ontstaan van de gemeenten in 1795 werd Grand-Hallet een zelfstandige gemeente. In 1965 werden de voormalige gemeenten Petit-Hallet en Wansin aangehecht maar in 1977 werden de drie dorpen allen deelgemeenten van Hannuit.
We vertrekken met onze wandeling en wandelen een stukje langs de beek en voorbij een watermolen. Verder door het dorpje. In de dorpskom staan nog verscheidene gerestaureerde oude huizen die gebouwd werden in tufsteen die in de plaatselijke groeve gedolven werd. Ze hebben een licht bruine kleur tegen het geel af. Wel mooi om deze oude huizen te zien en met hoeveel liefde ze onderhouden worden ze zijn een juweeltje in de straat. We wandelen het dorpje uit langs wegen die nog veel met kasseien belegd zijn en langs de boorden de prachtige veldbloemen. De klaproos bloeit nu en ze geven alles een prachtige zicht. Dan wandelen we de velden in akkers zover het oog rijkt, met rijpe granen. Zo komen we in het volgende dorpje hier grote boerderijen in baksteen. Ook hier veel bloemen aan de rand van de wegen en overal vliegen vlinders, het is prachtig om te zien.
We zien zelfs een koppel die voor het nageslacht aan zorgen zijn. Natuur is toch prachtig en als je de tijd neemt om rond te kijken dan word je beloont. We wandelen verder en komen in Avernas-le-Bauduin. We wandelen verder en komen terug in Grand-Hallet. We wandelen naar de watermolen waar controlepost is.
De Molen van Henri-Fontaine, ook wel Nieuwe Molen genoemd, is een bovenslag watermolen aan de Henri-Fontainebeek, een zijtak van de Kleine Gete. De molen bestaat al sinds de 13de eeuw en werd een korenmolen in het begin van de 14de eeuw. Ze werd vernield in 1467 maar pas opnieuw opgebouwd in 1649. In 1869 werd er een nieuw metalen rad aangebracht. Tussen 1988 en 1992 werd de molen gerestaureerd en is ze terug maalvaardig gemaakt. In de molen is het Musée de la Boîte en Fer Blanc lithographiée gevestigd. We nemen de tijd om even rond te kijken op het molenerf, op de molenvijver zitten watervogels. Ons Jefke neemt de tijd om even te rusten in het gras.
Dan weer wat verder langs een grote hoeve met toren ze is wit geschilderd. Nog even verder en we zijn terug op ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling, waar we vele mooie boerderijen gezien hebben en ook mochten genieten van de natuur.
AMBASSADEURS SINT PIETERSBERG. / WANDELING HAUTS DE FROIDMONT. / 05/07/2014.
AMBASSADEURS SINT PIETERSBERG.
WANDELING HAUTS DE FROIDMONT.
We komen met de ambassadeurs van Sint Pietersberg geregeld samen om van gedachten te wisselen en om samen iets te doen. Vandaag komen we samen in Hauts de Fraidmont samen. We doen een stuk van de wandeling. Het is fijn om samen met vrienden uit Limburgs Nederland, Belgisch Limburg en onze Luikse vrienden samen te wandelen en om samen iets te doen. Ondanks het weer wat tegen zit is het toch fijn om samen te wandelen.
Onze wandeling brengt ons naar de wijngaarden van “Vin de Liége”
Wat uitleg: Vivegnis, Vignette, rue de Bourgonge, Vinalmont ... zo veel namen die van de Luikse wijn getuigen. Plaatsen om te herontdekken, een verhaal opnieuw te leren. De wijngaarden zijn voornamelijk gevestigd in de regio Luik op het plateau tussen de lage valleien van de Geer en Maas . Kalksteen ondergrond , hetzelfde als de Loire-vallei of champagne streek, geeft deze regio een mogelijkheid om wijnen van hoge kwaliteit te produceren.
Wij bezichtigen de wijngaard; Paradis des Chevaux: 3 hectare grond in de gemeente Bassenge. Een land van slib en zand op kalksteen ondergrond waarop de rode wijn zich kan ontwikkelen. De rode rassen zijn aangepast aan dit soort kalksteen, zal Cabernet Cortis en Pinotin worden geplant op dit land, zodat ze tot hun volledige potentieel kunnen komen.
De coöperatieve heeft nog op andere plekken wijngaarden zoals in Oupeye op twee plekken van ieder 4ha. De wijngaard “Haut de Fragnay” en “La Carrriere”. Er zijn ook plannen om op de flanken van de Citadel van Luik een aanplanting te doen. We worden door de wijngaard geleid en kunnen zien hoe de mede eigenaars aan het werk zijn om de druivenlaars op te binden en te snoeien. Het is leerrijk om toe te kijken en om deskundige uitleg te krijgen. Na de rondleiding wandelen we naar de wijnmakerij, op de weg ernaar toe komen we de in aanbouw zijnde nieuwe wijnmakerij, nog enkele maanden en ze staat er.
Wat verder komen we op onze bestemming. We kunnen even rond kijken in de wijnmakerij en hier samen met de wijnluiden kunnen we genieten van een heerlijke barbecue. Wij nemen onze tijd om samen te eten en te genieten van een glaasje Luikse wijn. Na onze maaltijd is het tijd om terug te keren en we vaten de wandeling aan.
Door de velden met prachtige vergezichten en zo komen w eterug aan op ons vertrek. Een fijne en leerrijke dag samen met de AMBASSADEURS van SINT PIETERSBERG Hauts de Froidmont
Natuurwandeling: Mechelen-Bovelingen ligt in de vallei van de Herk, welke hier in noordelijke richting stroomt. De vallei ligt op een hoogte van ongeveer 70 meter. De Grondelingenbeek, die zich ten oosten van Mechelen-Bovelingen bevindt, komt ten noorden van het dorp in de Herk uit. Ook kleinere beken vloeien hier in de Herk. Overigens bevinden de vochtige valleien zich in Droog-Haspengouw. Op het leemplateau, ongeveer 120 meter hoog, bevindt zich open landbouwgebied.
We vertrekken met de wandeling aan het kasteel van Bovelingen. Oorspronkelijk Kasteel van Bovelingen (rond 1550). Van het oorspronkelijk kasteel zijn de ommuurde kasteeltuin, de resten van het kasteelbos met uitheemse boomsoorten en ijskelder, de gerestaureerde manage, alsook de majestatische kasteelhoeve (sinds vier generaties bewoond door de familie Jadoul) nog overblijfselen van een roemrijk dorpsverleden. De Altenastraat is nog steeds, zoals in 1810 ter hoogte van het kasteeldomein met een rij bomen beplant, nu geknotte linden.
Vier gekasseide stroken ten zuiden van de straat duiden de opritten aan respectievelijk naar de boerderij, naar het verdwenen kasteel, naar de binnenkoer van de oude stallingen, naar de verbouwde manège. Tegenover het domein de prachtige oude dreef van bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') bleef als onverharde weg behouden. Hier start de wandeling. Wij wandelen nu langs de weg naar de picknick plek en dan volgen we de voetweg langs het park van het kasteel. We wandelen verder en zien daar het een Romeinse tempel in classicistische stijl, geïnspireerd door het Maison carrée in Nîmes, een ontwerp van Ghislain Joseph Henry. Het heeft een vierkante plattegrond, een parement van bleke natuursteen , een pannen zadeldak en staat schuin ingeplant op een kleine verhevenheid om – vóór de verbossing van de omgeving – uitzicht te bieden op het kasteel en van daaruit op het paviljoen. Het wordt voorafgegaan door gevelbreedte trappen en een open portiek met vier Dorische zuilen die het fronton dragen; de voorgevel is afgewerkt met hoekpilasters en voorzien van een hoge, rechthoekige deuromlijsting. Gebruikmakend van de verhoogde ligging bezit het paviljoen een kelder met drie tongewelven, toegankelijk van in de achtergevel.
Watertoevoer naar het kasteel van Mechelen-Bovelingen. Een kanaal dat zou gezorgd hebben voor de watervoorziening van het kasteel en werd ik gebracht naar de ingang ervan. Dit kanaal werd bevloeid door de bronnen ook deze van de Herk, enkele honderden meters opwaarts gelegen. In de huidige Sterstraat , genoemd naar het Sterrebos, een paar honderd meter hogerop, in de gracht rechts was er nog een onderzoekschouw, nog bestaande doch nauwelijks merkbaar. Dit kanaal leidde dan verder via het Sterbos naar het kasteel toe om uit te monden ter hoogte van de “Tempel” en zo verder naar het kasteel. Later en nog niet zo lang geleden (50-tal jaren terug) werd dit kanaal afgeleid naar de nabijgelegen weiden van Prosper Vandevelde ter bevoorrading van drinkwater voor de dieren. Even van het parkoers afwijken en een foto van dit gebouwtje maken. Dan weer verder en zo komen we aan vijfsprong met lindeboom. Dan een eindje langs de velden en wat mooi een 7tal herten steken het veld over, zo mooi. Dan het bos in het Hornebos. Dit bos heeft een gehele geschiedenis en was van groot belang voor het kasteel.
We lezen op de site van Groot Heers en zijn dorpen het volgde: Het Hornebos in de deelgemeente Rukkelingen-Loon is een uniek moerasbos en bevindt in het uiterste zuiden van de provincie tegen de taalgrens Bettincourt oftewel “Betkoven”. Hier bevinden zich de bronnen van de Herk. Door de nabijheid van het pompstation voor drinkwater, op 100 m van de ingang, liggen alle beekjes DROOG, intriest DROOG, Enkel nog wat water in een paar plassen (voorheen vijver). In de vallei in het Hornebos, enkele honderden meters lager dan de bronnen werden door Winand tal van kogelhulzen gevonden. Er zou dus een afdeling van een leger er gelegen hebben. Waar hij met zijn detector voelde was het raak. In de "Kettel" een hoger gelegen deel van het bos, waar het huisje (hut) van de jachtwachters was hielden de Duitsers schietoefeningen.
We wandelen door het Hornebos tot aan de rustbank aan het vergezichtspunt. Eigenaardig hier eindigt het bos en de velden liggen tiental meters dieper. Terug het bos in om terug naar Mechelen Bovelinge te wandelen, we komen zo aan de bijentuin. Als de eigenaar daar is kun je hier de extra route lopen door de bijentuin. Onze vriend Marc MISSOTTEN en zijn zoon Stijn hebben hier de bijentuin aan gelegd. De grond werd gezocht in een omgeving met een goede nectardracht voor de vaste stand. Een perceel landbouwgrond van ongeveer 70 are was er heel geschikt voor. De landelijke ligging met 5 ha grote kersenbomen binnen de 100 m, regelmatige enkele koolzaadvelden binnen de km en een kasteelpark met acacia's en linden binnen de 500 m garanderen de nectardrachten voor de honingopbrengst. Verder veel bos en ook nieuwe bosaanplant van 'Bos en groen', fruitplantages en villatuinen op korte afstand. De najaarsdrachten kunnen beter en die worden dan ook aangepakt.
Het terrein ligt aan de rand van een rustig dorp, op een gracht met ideale open zuid-oriëntatie. De grond is rijke leemgrond met in de ondergrond goed doorlatende 'zavel'. Het is de moeite om in de lente-zomer te gaan kijken naar de vele bloeiende planten en struiken. Een aanrader. Nu zijn we met onze wandeling bijna aan het einde nog even terug langs het kasteelpark en dan staan we terug aan de gebouwen van het kasteel.
Nu we in Mechelen-Bovelingen zijn willen we de onlangs geopende ”hoe moet ik het noemen” taverne, speeltuin museum bezoeken. Wij hoorden van deze bijzondere plek enkele maanden geleden op een van onze wandelingen.
TSKOKKELPJAAT: Een oude boerderij waar het woonhuis in vakwerk is en de schuren en aangelanden in baksteen, hier bevind zich het Tskokkelpjaat.
Buiten op de weilanden speeltuigen voor de kinderen, aan de ingang oude landbouwwerktuigen en binnen een verzameling van duizend en één dingen, schommelpaarden, gebruiksvoorwerpen en heilige beelden en nog zo veel meer. Gezellig is als je ervan houd om omring te zijn door duizenden voorwerpen, ons kon het zeker bekoren. We kijken wat rond genieten van een heerlijke koffie en het gezelschap van een Bekende Vlaming, Jaak Van Assche.
KROKUSTOCHT. / DE DEMERSTAPPERS. BILZEN. / KLEINE SPOUWEN. 15/02/2015.
KROKUSTOCHT.
DE DEMERSTAPPERS. BILZEN.
KLEINE SPOUWEN.
Spouwen betekent: afgescheiden grondstuk. Omdat het vanaf een zeker moment toebehoorde aan de Abdij van Munsterbilzen werd het ook wel Nonnespouwen genoemd, om het te onderscheiden van Grote-Spouwen. Het dorp was een vrije rijksheerlijkheid die toebehoorde aan de Abdij van Munsterbilzen maar onder voogdij van de Graven van Loon stond, en vanaf 1366 onder die van de Prinsbisschop van Luik.
Kleine-Spouwen was een landbouwdorp. In 1925 werd steenbakkerij Vandersanden opgericht. Deze ontwikkelde zich tot het grootste baksteenproducerende familiebedrijf van Europa met twee fabrieken in België en twee in Nederland. Kleine-Spouwen ligt op de grens van vochtig- en droog-Haspengouw. Het -zeer kleine- dorp ligt op een heuvel die tot 121 meter hoogte reikt. De omgeving wordt gekenmerkt door akkerbouw en fruitteelt. We vertrekken met de wandeling tegenover de Sint-Aldegondiskerk. De kerk heeft een gotische mergelstenen toren uit de 14e eeuw, die een neogotisch portaal bezit en gedekt wordt door een ingesnoerde naaldspits.
En dan vertrekken we met onze wandeling en al is het mistig en we zien niet ver toch is het een fijne wandeling, wat sprookjesachtig door de mist langs velden en akkers. Hier komen we ook verschillende kapellen tegen. Dat het een landbouwstreek is duidelijk vele grote 19de eeuwse hoeven. Dan komen we in Rosmeer aan de Brasserie Ons Gedacht is een 18de eeuwse hoeve. We worden vriendelijk begroet door de boer en hij laat ons zijn verzameling oude karren zien, wat fijn. We wandelen verder. Naast de pastorie loopt een kleine weg, de Sint-Berthiliasteeg, die leidt naar de Sint-Berthilia-bron, een belangrijk bedevaartoord.
We wandelen weer een eindje langs boomgaarden en velden om in het centrum te komen hier gaan we langs het monument van de Bandkeramiek. Op het grondgebied van Kleine-Schouwen werden voorwerpen uit de Bandkeramische cultuur gevonden, en ook een grafveld en resten van een villa uit de Romeinse tijd. Verder door het dorpje en dan een prachtig stukje natuur en dan terug naar ons vertrek. Een mooie wandeling.
Voor de eerste keer een wandeling met ADEPS. Vertrek in Stree-Modave. Het is een andere manier van wandelen en toch niet. Alleen de inschrijving is gratis en het parkoers is prima afgepijld. We vertrekken in het centrum en al na de eerste bocht komen we aan de “Ferme de la Commanderie” wandelen even d edreef in om naar de prachtige boerderij te kijken ze is gelegen in een groot domein en er staat een beeld op een sokkel in het bos beschermt als monument.
We wandelen verder en krijgen een panorama richting Tihange. Op het grondgebied van het dorp Neuville-sous-Huy dat in 1952 bij Tihange werd gevoegd, staan drie kerncentrales langs de rechteroever van de Maas. Een witte stoompluim siert de blauwe hemel. Wij wandelen verder. We komen in “Grand Bois de Barse” wandelen een heel eind door het bos om zo in “Rausa” te komen hier mooie huizen in lokale bruin-gele steen de kerk ligt op een heuvel wij wandelen erlangs en weer de mooie natuur in weilanden met bomen langs de weg, een heel eind in het bos met stevige beklimmingen en afdalingen wel mooi maar wel vermoeiend door de vele modder.
Toch wandelen we verder. We wandelen nu in “Bois de la Bannette” een stevig klim staat er op het programma maar de beloning ernaar mag e rook zijn een prachtig zicht in de vallei van de beek. Nu nog even en we zijn terug in Stree. Het is zeker meegevallen onze wandeling bij ADEPS.
Op de terugweg komen we een paar mooie kastelen tegen waar we zeker even stoppen om een foto te maken.
Chateau de Vierset.
Het Kasteel van Vierset (Frans: Château de Vierset) is een kasteel gelegen in Vierset op het grondgebied van de gemeente Modave in de provincie Luik. Het oorspronkelijke kasteel werd gebouwd in 11de eeuw door de familie van Barse, ook eigenaar van de nabijgelegen landhuis waarvan de familienaam is afgeleid. Naar aanleiding van een aantal geschillen plundert de prins-bisschop van Luik, Hendrik III van Gelre, het kasteel van de familie van Barse in 1267.
Door de dood van Wauthier de Barse in 1292, worden de heerlijkheden van Vierset en Barse overgedragen aan zijn neef, Wauthier van Beauffort en in 1450. Door de erfenissen, Vierset is tijdelijk van Barse gescheiden, en wordt Conrard de Bombaye eigenaar. De twee domeinen worden herenigd onder Gilles de Crissegnée. In 1606, opnieuw door huwelijken verviel Vierset aan de familie Billehé. Een bekende eigenaar is generaal der Infanterie Charles-Albert, groot Baljuw van de Condroz en de eigenaar van het regiment Vierset van de Waalse Garde in de dienst van Frankrijk en later Oostenrijk. Aan hem te danken we de vernieuwing van de gebouwen in 1765 en de bouw van de boerderij in 1763. In 1794 erft John Valensart, Baron Billehé, het landgoed en verkoopt het in 1818 aan Francis Joseph graaf van Mercy-Argenteau. De nieuwe heer was getrouwd met prinses Therese van Paar. Hun kleinzoon Carl Vierset verkoopt het domein aan zijn neef Lodewijk van Overschie Neerysche Baron (1829-1896), echtgenoot van de markiezin Blanche De Trazegnies. Hun kinderen verkopen Vierset in 1917 aan Lamarche. Sinds 2001 is het kasteel in handen van de familie Bruggeman.
Chateau de Bonne-Esperance. TIHANGE.
Het kasteel zoals we het vandaag zien, dateert van 1588. Het was een familie uit Piemonte die het kocht en liet verbouwen. In de loop der eeuwen ging het regelmatig in andere handen over maar het bleef steeds privébezit. De huidige eigenaars verworven het kasteel met zijn prachtig park na een verkoop ten gevolge van een niet verdeelde nalatenschap. Ze stellen drie gastenkamers ter beschikking. Af en toe vinden er ook culturele evenementen plaats.
Het kasteel is in het bezit van een fraaie collectie rieten manden. De vader van de huidige kasteelheer was namelijk een van de laatste ambachtelijke mandenmakers, een beroep dat ook zijn vader en grootvader al uitoefenden. Hij reproduceerde vooral oude modellen en restaureerde voorwerpen die hij op rommelmarkten vond.
ABDIJ PAIX DIEU. AMAY
De Abdij la Paix-Dieu ligt in een valleitje en is omgeven door bossen, velden en weides. Het is een rustige architecturale locatie in perfecte harmonie met de natuur.
De geschiedenis van de abdij vangt aan in 1244 met de komst van de abdis Aelid en de zusters van de Orde van Cîteaux. In 1797 werd ze verkocht als staatseigendom en momenteel is het vervolmakingcentrum voor beroepen in verband met cultuurerfgoed en de Toeristische Dienst Hesbaye en Meuse er gevestigd. De watermolen is nu ook gerestaureerd en zo kom stilaan alles weer in zijn oude glorie terug.
Nog de kerk moet gerestaureerd worden. Het is een prachtige plek om even te stoppen en er wat op rond te wandelen.
41E MARCHE DU FORT DE BATTICE. / MARCHEURS DU FORT DE BATTICE. / BATTICE. 14/02/2015
41E MARCHE DU FORT DE BATTICE.
MARCHEURS DU FORT DE BATTICE.
BATTICE.
We vertrekken in het centrum van Battice. En al vlug wandelen we naar een deel van het Fort van Battice. Het Fort van Battice is een van de 4 forten die gebouwd werden voor de Tweede Wereldoorlog. Het werd gebouwd in de jaren '30, meer in het bijzonder tijdens 1934 en 1937. In mei 1940 werd het fort gedurende 12 dagen belegerd door zwaar Duits geschut en vliegtuigen.
We wandelen langs de bunker waar nog duidelijk de sporen van het gevecht te zien zijn. Beetje verder krijgen we ons eerste uitgestrekte panorama op het Land van Herve. We wandelen verder en komen langs oude boerderijen die telkens weer verbazen, hoe mooi ze gebleven zijn. Vooral de grote met een inrijpoort zijn zo indrukwekkend. Vele honderd jaren hebben ze de rijkdom van de streek uitgedragen.
Wat verder staat een hardstenen kruis met jaartal 1739. Dan wandelen we een heel eind door de velden en weilanden hier zie je hoe mooi het land van Herve wel is. Het golvend landschap met kleine wegjes die je van de ene naar de andere plek brengen zonder dat je ook maar één auto tegenkomt is dit niet geweldig. Ook krijgen we in de verte de terriels van het Luikse bekken te zien. De bergen in het landschap. We blijven genieten van het landschap een heel eind door de weilanden met prachtige zichten over het landschap, gewoon prachtig. We komen zo in Haute Chaineux.
We passeren de uit 1700 manoir in Maaslandse stijl wat een prachtig gebouw. Hier verschillende prachtige huizen in dezelfde stijl. Er staat ook een prachtige kapel Sint-Agathakapel. Er staat ook nog een waterput die tot de jaren 1940 gebruikt werd.
We verlaten het dorp door de weilanden om dan terug aan ons vertrek te komen. Wat een prachtige wandeling, in het mooie “Land van Herve”.
FRUITIG. / WANDELGEBIED SINT PIETERSBERG. / HAUTS DE FROIDMONT. OUPEYE. 09/02/2015
FRUITIG.
WANDELGEBIED SINT PIETERSBERG.
HAUTS DE FROIDMONT. OUPEYE.
Hauts de Froidmont kijkt uit over het gehucht Hallembaye in Haccourt. Het is een van de toegangspoorten tot de Sint-Pietersberg, meer bepaald de meest zuidelijke van de Maaszijde. De site is een schatkist van de natuur ingebed tussen groeven en intensief bebouwde landbouwgronden. Op de steile hellingen van dit gebied vind je enkele schrale graslanden en boomgaarden waar de steenuil en de groene specht vertoeven. We vertrekken aan de grote picknickplek met barbecue en een prachtig uitzicht is dan ook meteen het startpunt van drie perfect aangeduide wandelingen door de omgeving.
Wij maken vandaag controle op de “blauwe ruit” een kleinen 8 kilometer. We wandelen de heuvel af om een prachtig zicht te krijgen op het dorp en dan wandelen we de velden in. Gans de wandeling is veel in de velden met hier en daar een kleien bosje maar ook mooie veldwegen en holle wegen we wandelen naar Bassenge en komen zo aan het reservaat “Derriere Lavaux” in Wonck. En dan lopen w evst op de wandeling, wij lopen een eindje langs de spoorweg en dan gaan we onder de brug door en hier houd de bewegwijzering op. Blijkbaar zijn er werken of zo uitgevoerd en de bewegwijzering is weg, daarom is het belangrijk dat deze wandelingen gecontroleerd worden en zo vlug hersteld kan worden, wij keren om en nemen de zelfde weg terug naar het vertrek. Zo eindigt onze wandeling wat vroeger als verwacht.
MARCHE DE LA FRAISE. / LES SPITANTS DE NAMUR. / WEPION. 02/07/2014.
MARCHE DE LA FRAISE.
LES SPITANTS DE NAMUR.
WEPION.
Wepion is bekend voor zijn watersportfaciliteiten op de Maas, de ruïne van een 17e-eeuws karmelietessenklooster (de Marlange). Lodewijk XIV verbleef hier tijdens het beleg van Namen; in de tijd van de Franse Revolutie werd het verwoest. Hogerop de oevers is de grond zeer geschikt voor de teelt van aardbeien, de beroemde fraises de Wépion. Er is ook een Musée de la fraise (aardbeienmuseum). Op het grondgebied van Wépion staat de grootste sequoia van België.
Dit gaan we vandaag ontdekken. Vertrek op het plein aan de kerk en dan begint onze tocht. Door de prachtige natuur en omgeving van Wepion. Prachtige vergezichten en op de heuvelrug bossen wat mooi. De natuur op zijn best. Vlinders, bloemen wat mooi. Huizen in natuursteen gewoon in de beste staat, perfect onderhouden en geliefkoosd door de eigenaars wat prachtig toch. Tot we aan de Maas komen, uit het niks reizen de hoge rotsen omhoog langs de Maas op een zomerse dag met blauwe hemel. Verrassend mooi.
En dan komen we aan de ingang van het stadje en daar worden we verwelkomt door de “Fraises de Wapion” de zoete aardbeien worden aan de voorbijgangers verkocht. We blijven langs de Maas opwandelen hier overal prachtige villa’s aan het water en voor ons duikt het “Ile de Dave” op. Het île de Dave is het grootste eiland van België, gelegen in de Maas circa 5 kilometer ten zuiden van Namen tussen Dave op de rechteroever en Wépion op de linkeroever van de rivier.
Op het eiland het 18de-eeuwse kasteel direct aan de Maas. Het is omringd door een park van 7 ha in Engelse stijl, met een aantal zeldzame boomsoorten. De grote bossen aan de westelijke kant van de spoorweg behoren tot het domein en worden om hun hout geëxploiteerd. Een prachtig zicht.
We wandelen iets verder en in de Maas is er volop leven duizenden kleine vissen zwemmen er. Wat verder komen we aan het “Musée de la fraise”. Het Aardbeimuseum staat langs de Maas in het huis van de tuinder van een typische Maasvilla. In ons museum maken we kennis met een eeuwenoude geschiedenis van de aardbei die met het leven in Wépion gepaard gaat. We komen om haar oorsprong, haar teelt en haar uitzonderlijke plaats te ontdekken op de zonnige heuveltjes van de vallei ! na ons bezoek aan het museum krijgen we de kans om de Wandel om in de verrukkelijke wereld van «
De tuin van de kleine vruchten »! we volgen de gids en leer enkele inlandse en exotische soorten en aarden kennen die voorgesteld worden! Kijk, adem in en proef de heerlijke producten die de natuur ons in die prachtige tuin van 35 are schenkt! Het is een mooie tuin met wat vruchten die we kunnen proeven. Ons bezoek word afgesloten met een heerlijke jenever met aardbeiensmaak. Na het bezoek verder langs de Maas en zijn villa’s. nog een laatste blik op het kasteel van Dave. Wat verder nog een mooi kasteeltje. We genieten van de prachtige zichten op het kasteel en omgeving ook nog even langs een prachtige villa “Villa des Saules” uit 1910. Nog even en we zijn terug op ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling.
43E MARCHE DE LA BERWINNE. / LES PEDESTRAINS DE CLERMONT SUR BERWINNE. / THIMISTER-CLERMONT. 08/02/2015.
43E MARCHE DE LA BERWINNE.
LES PEDESTRAINS DE CLERMONT SUR BERWINNE.
THIMISTER-CLERMONT.
De pracht van dit dorpje in het hart van het Land van Herve is weergaloos. We wandelen het dorpje binnen via de poort onder het gemeentehuis (dat dateert uit de 19e eeuw), over een oude kasseiweg. De architectuur is opvallend en homogeen. Eén stijl overheerst: de Maasland Renaissance. De huizen hebben maar één verdieping, de gevels zijn opgetrokken in baksteen en de ramen en deuren zijn omlijst met natuursteen.
Clermont-sur-Berwinne heeft voldoende troeven om even weg te dromen en te ontsnappen aan de dagelijkse sleur. Het dorpje staat op de lijst van "Les plus beaux villages de Wallonie" (De mooiste dorpen in Wallonië). Het plein "Place de la Halle" is een heuse geschiedenisles in openlucht, mede dankzij de verschillende bouwstijlen die de voorbije eeuwen typeren. De meest representatieve elementen, in zeer uiteenlopende vormen, zijn de baksteen en het wit van de stenen in de omlijstingen en hoekverankeringen. De decoratieve leisteen op de daken vormt eveneens een opvallend element. In dit kader is ook het stadhuis, verbouwd aan het eind van de 19e eeuw, een blikvanger van het dorp, vooral door de originele toren in de vorm van een pepermolen.
Gezien de aard van de dorpsactiviteiten, waren hier geen grote kasten van huizen nodig. De woningen zijn eenvoudig maar zeer pittoresk en vormen een harmonieus geheel. In de buurt van de kerk wordt de aandacht getrokken door een inrijpoort en een verdedigingstoren, resten van een herenboerderij uit 1635. Onze wandeling vertrekt in het centrum van het dorpje, en dan wandelen we de natuur in, het is een prachtige wandeling door weilanden, wel wat modder en slijk en slibgevaar. We genieten toch van de prachtige wandeling.
Vele waterlopen hebben dit stukje landschap geboetseerd in een opeenvolging van plateaus en depressies met vochtige dalen. De ondergrond, die bestaat uit compacte, niet-doorlatende kleilagen, ligt aan de oorsprong van deze bodems doorspekt met water, die meer geschikt zijn voor weiland dan voor akkerbouw. Van op de hogere punten verliest ons blik zich in een weids, groen-wit panorama, waar de hagen die de graslanden afzomen en de geïsoleerde boerderijen de belangrijkste blikvangers in het landschap vormen. Wat een prachtige boerderijen in het landschap. De huizen en boerderijen in het Land van Herve vertonen een grote verscheidenheid qua vorm, die afhangt van de omvang en de verscheidenheid van de landbouwactiviteiten. De woning heeft een eenvoudige volume-indeling en een indrukwekkend allure, gebouwd volgens een rechthoekig grondplan waar het woongedeelte en de stallingen onder één dak aan elkaar grenzen.
Het gebouw bestaat gewoonlijk uit twee volledige verdiepingen, soms zelfs uit twee en een halve verdieping, met een schuin hellend dak. Vaak werden bijgebouwen toegevoegd aan het hoofdgebouw of parallel ermee gebouwd, waardoor een binnenplaats werd afgebakend die open is of gesloten aan de straatkant. Als we in de dorpjes komen is de bouwstijl heel anders. Anders dan de boerderijen die verspreid in het landschap liggen, bieden de woningen in de dorpskernen, gebouwd in een strak schema langs de straten, een meer verstedelijkte aanblik door de samenstellingen de structuur van hun gevels.
Omkranst door kleuren en texturen, zijn de gebouwen in het Land van Herve een spel van contrasten en materialen: antracietgrijze daken in leisteen of dakpannen met grijze en roodoranje tinten, metselwerk met roodbruine of zandbeige baksteen, houten vakwerk opgevuld met leem of baksteen, kaderwerk in lichtgrijze kalksteen, hier en daar gespikkeld met wit pleisterwerk zijn allemaal elementen die bijdragen tot het opvallende, architecturale karakter van het Land van Herve. Dat is wat onze wandeling vandaag ons geboden heeft. Prachtig!
31E MARCHE DES MEURIERS. / LES MEURIERS. / ZETRUD-LUMAY. 29/06/2014.
31E MARCHE DES MEURIERS.
LES MEURIERS.
ZETRUD-LUMAY.
Onze wandeling vertrekt in de Molen van Zetrud-Lumay. Is een turbinewatermolen. De molen werd opgericht voor 1400. De molen hoorde altijd toe aan de heren van het dorp. Op 4 september 1635 werd hij door Antoinette de Hosdijn, weduwe van Antoine de Longueval, verpacht aan Jan De Pape voor een termijn van 9 jaar mits betaling van een bedrag van 200 Rijngulden en 4 pond suiker. De Pape verbond er zich toe de molen in goede staat achter te laten bij het einde van de pachttijd. In 1753 werd het bedrijf verhuurd aan Gérard le Begge voor 500 gulden per jaar. De molen werd herbouwd in 1855 en 1907. In 1940 werd de molen door oorlogsomstandigheden aanzienlijk beschadigd. De laatste molenaar was Jacques Lallemand (°1930), die de molen tot in de jaren 1970 in werking hield. De molen werd later ingericht als café, thans als cultureel centrum en evenementenzaal (Maison des Jeunes et de la Culture).
Wij wandelen een stukje door het dorp hier prachtige huizen in steen van Gobertange uit het naburige Melin. We wandelen het dorpje uit en gaan de velden in. Wij gaan nu naar Hoegaarden. Hier zijn nog vele prachtige holle wegen, mooie landschappen en korenvelden met de korenbloem. Ook hier verschillende gebouwen in Gobertange steen. Prachtige monumeneten van een lokale steen die je alleen hier in de buurt nog vind. Wij komen niet in het centrum van Hoegaarden maar wel in de deelgemeente wat is het hier mooi, prachtige natuur weidse zichten, de koeien in de wei en op de kruispunten nog een mooie kapel.van hier uit wandelen we de oude spoorweg op die ons terug brengt naar Zetrud-Lumay.
Een heel eind langs de spoorweg. Spoorlijn 142 is een voormalige Belgische spoorlijn van Namen via Éghezée, Ramillies, Geldenaken en Hoegaarden naar Tienen. In Wallonië van Namen tot Hoegaarden (35 km) is de bedding volledig heringericht als toeristisch fiets- en wandelpad in beton en asfalt. Het is een deel van RAVeL 2; "Croix de la Hesbaye". Langs het oude station en dan in rechte lijn door het landschap. We komen nog enkele prachtige boerderijen tegen die in het landschap opduiken. Toch bijzonder mooi. We wandelen Zetrud terug binnen en dadelijk vallen de gebouwen in Gobertange steen op.
We wandelen langs de kerken door de veldwegen terug naar de watermolen. We steken “La Grande Gette” over en zijn terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling spijtig dat het weer wat tegenzit.
PANNENKOEKENTOCHT. / . DE SCHOVERIK. / DIEPENBEEK. 02/02/2015.
PANNENKOEKENTOCHT.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
Diepenbeek is gelegen in het Demerdal en ligt op de grens van de Kempen in het noorden en vochtig-Haspengouw in het zuiden. Zijbeken van de Demer zijn onder meer: Galgebeek en Kaatsbeek. De zuidgrens van de gemeente wordt gevormd door de Oudebeek en de Winterbeek. Diepenbeek bezit verschillende mooie natuurgebieden, die vrij toegankelijk zijn op de aangeduide wandelpaden.
Wandelsportvereniging "W.S.V. De Schoverik vzw" heeft in Diepenbeek en omgeving 7 wandelpaden uitgestippeld. Het Strobanderspad, Het Dautenpad, Het Schoverikpad, allemaal prachtige wandelingen. Vandaag wandelen we in het Rietje aan de Kleistraat. Enkele mooie vakwerkhuizen en boerderijen, open velden en weilanden. We komen dan aan de Crijtkapel oorspronkelijk een lemen kapel uit 1804. De originele balk met opschrift ”AVE MARIA ANNO 1804” staat in de heropgebouwde kapel van 1958. We wandelen nog even langs de grote weg en dan komen we terug aan ons vertrek. Een fijne namiddagwandeling.
MARCHE DES GADIS DE PERON D’OR. / LES GADLIS DE PERON D’OR. / REMOUCHAMPS 01/02/2015
MARCHE DES GADIS DE PERON D’OR.
LES GADLIS DE PERON D’OR.
REMOUCHAMPS.
We vertrekken met onze wandeling in Remouchamps. De "Parel van de Amblève" en de unieke grot. Dit is tevens het land van de "Gad'lis", een plaatselijke uitdrukking die 'land van de geitenhoeders' betekent. We wandelen een eindje langs de Amblève en dan begin voor ons de klim.
De steile helling op een rots padje en zeer glad. Voorzichtig klimmen we op. We klimmen tot aan het uitzichtpunt waar we een zicht hebben op de Amblève en de brug met zijn bogen mooi het zicht in de vallei. Tegenover ons een prachtig kasteeltje wat is dit mooi gelegen. We klimmen verder langs rotsen en smalle paadjes. We klimmen tot we boven op het plateau komen.
Hier weidse zichten op de hoogtes ligt er sneeuw. Zo komen we in “Playe” De woningen in Playe hebben hun oorspronkelijke karakter behouden. Voor het grootste gedeelte zijn ze gebouwd in landelijke steen met de oranjebruine kleur van aardewerk. De hoeve van Playe (al 300 jaar in bezit van dezelfde familie) is één van de belangrijkste van het dorp. Nu begint voor ons weer een stevige klim, smalle paadjes met modder en steil, we wandelen nu in “Bois de Warnoumont” zo komen w e weer boven op een plateau we zijn nu in “Dam’re”, we komen langs “le petit train de Dam’ré” een smalspoorlijntje met mijnwagens. De wagons staan buiten en we kunnen even kijken.
We wandelen dan weer verder, het begint nu hevig te sneeuwen en we vinden het prachtig. Verder door de velden en langs bossen, nu weer een eindje klimmen en dan weer dalen. We komen in ons volgende dorpje” Sur la Heid” Vanuit dit agrarisch dorp welk zich op de top van de steengroeven en het natuurreservaat Heid des Gattes bevindt, is er een prachtig uitzicht over de vallei en over Remouchamps.
We beginnen onze afdaling naar Remouchamps door het reservaat van “la heid des gattes” hier grazen een kudden wilde geiten. Nog even langs de rivier terug de brug over en we zijn terug aan ons vertrek. Hier eindigt een prachtige winterwandeling.
30E MARCHE D’APRES-MIDI. / LA SAVATE ALLEUROISE. / ANS-LONCIN. 31/01/2015
30E MARCHE D’APRES-MIDI.
LA SAVATE ALLEUROISE.
ANS-LONCIN.
We wandelen vandaag in Ans. We vertrekken in het centrum en gaan dadelijk door het park, maar vandaag hebben we een winterwandeling met sneeuw. Wat verder verlaten we het parkoers even om een kijkje te gaan nemen aan de oude abdij.
We komen aan het domein Hombroux, was sinds 1248 eigendom van de Abdij van Val Benoit en nadien. In 1730 werd de boerderij gebouwd door Abdis Anne Jamar de Montfort. Het is een prachtig gebouw waar nu verschillende gezinnen in wonen. De grote schuur is indrukwekkend. We wandelen verder en komen zo aan de achterzijde van de abdij of is het voorzijde?. We wandelen verder en komen in Lantin, hier prachtige boerderijen. Wat een grote boerderijen de ene nog groter dan de andere en de ene nog indrukwekkender dan de andere.
Dan komen aan het Fort van Lantin. Hier hebben we de eerste controlepost, wij gaan even rond in het fort en ook even binnen. Moeten dit fort zeker eens bezoeken. We verlaten het fort en gaan nu verder en komen in Voroux-lez-Liers, een deelgemeente van Juprelle. Hier wandelen we een heel eind door de velden met uitgestrekte landerijen. We steken RAVeL Ligne 31 over en weer verder.
We wandelen de “Rue du Vieux Moulin” af langs de molen en oude boerderij. De sluitsteen van de boerderij valt op en heeft als datum 1841. Wat een prachtig gebouw. We komen dan in het centrum van Voroux-Lez-Liers. Hier het mooi kasteel van Voroux. Het heeft een prachtig fronton. We wandelen verder en komen terug aan het fort voor de tweede controle. We wandelen verder en wandelen door het “Parc d’Alleur. Langs de vijver en dan weer verder om dan terug aan ons vertrek. Een aangename winterwandeling.
JOURNEE F.F.B.M.P. DE LA MARCHE. / COMITE PROVINCIAL DE LIEGE. / STAVELOT. 22/06/2014
JOURNEE F.F.B.M.P DE LA MARCHE.
COMITE PROVINCIAL DE LIEGE.
STAVELOT.
Gedurende méér dan 1000 jaar, vanaf haar oprichting door Saint-Remacle tot de Franse Revolutie, oefende het abdijprinsdom van Stavelot-Malmedy een economische, politieke, religieuze en artistieke invloed uit over een uitgebreid gebied, dat de grenzen van België ver overschreed, met name van de Loire tot aan het Duitse keizerrijk. Van weinig oude steden is zo goed bekend wanneer ze gesticht zijn, als van Stavelot en het naburige Malmedy. In 648 kreeg Remaclus, abt van het klooster te Solignac in Aquitanië, van koning Sigebert III van Austrasië een stuk bos in de Ardennen, om hem in staat te stellen dit deel van het rijk te kerstenen.
Hij stichtte de dubbel-abdij van Stavelot-Malmedy. Dit werd het begin van de twee steden en van een kerkelijke staat die meer dan 1000 jaar autonoom is gebleven. De rivaliteit tussen de twee abdijen werd in 980 door Otto III in het voordeel van Stavelot beslist. De bloeitijd van Stavelot was de periode van de 10e tot de 12e eeuw. Poppo (abt in 1020) was een hervormer in de traditie van Cluny. Hij kreeg de leiding over 17 andere abdijen, waaronder Echternach en Sankt Gallen. Wibald (abt in 1130) was diplomaat in dienst van de keizers en opdrachtgever van talrijke kunstwerken. Hij werd ook abt van de Abdij van Corvey. Zijn brieven behoren tot de belangrijkste bronnen voor de geschiedenis van de tweede kruistocht.
Onze wandeling door dit toch wel historische belangrijk gebied geeft ons nog vele mooie plekjes te ontdekken. Maar ook de uitgestrekte vergezichten over de weilanden met op de heuvels grote bossen. Maar ook de prachtige vakwerkhuizen die in het landschap liggen in het groen wat kan er mooier zijn. Het is genieten als je hier door het landschap wandelt. We wandelen naar “Cheneux” hier weer een paar prachtige vakwerkhuizen.
Dan wandelen we het bos in. De route die we lopen heet hier “Route de l’Eau Rouge” door het bos, we hebben hier ook weer prachtige zichten op het naburige dorpje Meiz. Wat prachtige zichten over het landschap het is genieten en nog eens genieten. We wandelen verder en komen aan bij de abdij van Wavreumont. In 1951 stichtten de Benedictijnen te Stavelot de abdij van Wavreumont. Deze abdij maakt geen bier of kaas, zoals gebruikelijk, maar latexverf. We wandelen weer verder en in de verte zien we een prachtig gebouw liggen voorste gedeelte in steen en de achterliggende gedeelte in vakwerk.
Wat verder komen we langs de kapel en dan wandelen we over de Ravel Ligne 45. En wat verder komen we Cheneux en dan weer een eindje door de prachtige natuur met vergezichten. Dan komen we terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling in een bijzonder landschap.
Gelinden werd voor het eerst vermeld in 984 als Ghedelu. De heerlijkheid Gelinden was een leen van het graafschap Loon en bestond verder nog uit Groot-Gelmen, Klein-Gelmen, Engelmanshoven, Mettekoven, Batsheers en Opheers. Na het Loonse tijdperk werden de twee laatsten hiervan losgemaakt en werd de rest van de heerlijkheid rechtstreeks bezit van het prinsbisdom Luik. In de 18e eeuw werd de heerlijkheid in pand gegeven aan graaf de Borchgrave. In 1795 bij het ontstaan van de gemeenten werd Gelinden een zelfstandige gemeente. Het bleef steeds een landbouwdorp. In 1971 werd Gelinden de spil van de nieuwe fusiegemeente Gelmen die verder nog uit Engelmanshoven, Groot-Gelmen en Klein-Gelmen bestond. In 1977 werd Gelmen reeds opgeheven en werd Gelinden een deelgemeente van Sint-Truiden.
We vertrekken in het centrum en op de heuvel de classicistische Sint-Quintinuskerk uit 1791. Vandaag staat ze in de steigers en de restauratie is bezig. In Gelinden staan enkele grote 18e-19e-eeuwse Vierkants hoeves. We steken de steenweg over en hier staat één van deze vierkantshoeves. Wij wandelen verder en komen aan de mergelwanden van Gelinden.
Wat geschiedenis:
Aan de ontginning van mergel als meststof om de verzuring van de zware leemgronden tegen te gaan. Het zogenaamde mergelen, mesten met mergel, zou in Zuid-Limburg voor het eerst door de Eburonen zijn toegepast. Reeds in de16de en 17de eeuw is er sprake van mergelontginningen in de streek van Hers en Gelinden. In 1612 wordt de mergelkuil van Overbroek vermeld. In 1888 werd door de gemeente Gelinden een speciale belasting geheven van 10 centiem per paard voor de niet-inwoners die er mergel kwamen halen, als bijdrage voor het onderhoud van de wegen naar de groeve. Op het einde van de 19de eeuw waren er verschillende groeven in uitbating. De belangrijkste mergelkuilen lagen in het Zuidoosten van Gelinden. In het Overbroek werden eertijds, over een lengte van 300 meter drie groeven uitgebaat, waarbij de mergel over een dikte van meer dan 10 meter werd ontgonnen. Nu is de mergel nog over een lengte van circa 100 meter discontinu ontsloten. De mergelontginning is na WO II vrij plots gestopt wegens het op de markt komen van alternatieven (o.a. kunstmest en bietenschuim.) De mergelgroeve werd wereldberoemd door de beschrijving, meer dan een eeuw geleden, van uitzonderlijk goed bewaarde fossiele flora’s van landplanten. Deze genieten zulk een wereldfaam omdat ze een belangrijke biologische schakel vertegenwoordigen tussen de flora’s uit het Krijttijdperk en deze uit het oudste Tertiair.
We wandelen verder en komen zo in Gelmen en dalen de kerktrappen af om langs de Zwaan te gaan. In 1656 was De Zwaan een afspanning. Reizigers die te voet of met de koets naar Tongeren, Luik of Sint-Truiden wilden, hielden er even halt om weer op adem te komen. Dan wandelen we verder terug naar Gelinden waar onze wandeling eindigt.