MIDWEEKWANDELTOCHT. / WSV DE VELDLOPERS. / GULPEN. 20/02/2019
MIDWEEKWANDELTOCHT.
WSV DE VELDLOPERS.
GULPEN.
Ondanks dat we verschillende keren per jaar naar Gulpen gaan om te wandelen blijft het een fijne streek om te wandelen en telkens weer krijgen we toch nog verrassingen te zien. Het veranderen van de natuur, de jaargetijden die elkaar opvolgen steeds weer mooi. Vandaag wandelen we over het plein en wat opvalt is een plaket aan de muur. 13/09/1944 Gulpen bevrijd door het Amerikaanse 19de legerkorps onder leiding van Generaal-Majoor Charles Corlett. Dan verlaten we het centrum en klimmen via een holle weg het plateau op. Boven gekomen zien we in de diepte kasteel Neubourg liggen, verder met onze tocht. Hier boven hebben we prachtige zichten over het landschap, weilanden en bossen wisselen af. Zo mooi door het prachtige landschap. Langs de randen van het bos met in de vallei akker en weilanden. Op eens een oude boomstam die bewerkt is als een man zo maar midden aan de rand van het bos. Dan dalen we naar beneden, langs een prachtige oude hoeve die vanop de afdaling prachtig te zien is. We dalen af naar Partij en zo naar Wittem, is een buurtschap in de Nederlands-Limburgse gemeente Gulpen-Wittem. De buurtschap vormt tezamen met het nabije gehucht Partij het kerkdorp Partij-Wittem.
Een buurtschap is in Nederland een kleine bewoonde plaats met een eigen naam en vaak zonder duidelijk middelpunt zoals een kerk of marktplein. Buurtschappen worden meestal op landkaarten aangegeven, maar zij zijn niet in de officiële staatkundige annalen of postcodeplaatsen als zelfstandige buurt of als dorp opgenomen. Vaak is dat omdat straatnamen en nummers hiervoor omschrijvend genoeg zouden zijn.
We komen langs het klooster: Het Redemptoristenklooster Wittem, vervult een functie als regionaal bedevaartsoord (de heilige Gerardus Majella). Het klooster ligt schuin tegenover kasteel Wittem en werd tussen 1729 en 1733 gebouwd naar een ontwerp van de bekende Westfaalse bouwmeester Johann Conrad Schlaun. Van het oorspronkelijke klooster is slechts een deel van de barokke kloosterkerk bewaard gebleven. Het huidige klooster werd omstreeks 1894 naar een ontwerp van architect Johannes Kayser gebouwd. Bijzonder is de gewelfde, neogotische bibliotheek met drie boven elkaar geplaatste galerijen, die door middel van spiltrappen met elkaar verbonden zijn. Deze monumentale bibliotheek, die ook over een mooie akoestiek beschikt, is na een aantal jaren leegstand in 2001 opnieuw in gebruik genomen als cultureel centrum. Er vinden regelmatig concerten, lezingen en exposities plaats, onder andere in september het jaarlijkse festival Kunstdagen Wittem (ontstaan in 1986 in Epen; sinds 2001 in Wittem). In 1938 werd het klooster vergroot naar een ontwerp van Jos Wielders en in 1961 werd aan de noordkant de Gerarduskapel toegevoegd. Wat verder in de café is controle en rustpost. Wittem ligt in de vallei van de Geul, de Selzerbeek stroomt vanuit oostelijke richting langs het kasteel en is gekanaliseerd langs de Wittemer Allee, die het kasteel met Kasteel Cartils verbindt. Halverwege deze laan ligt de watermolen. Ten noordoosten van de allee helt het landschap naar het Plateau van Ubachsberg. We gaan verder en komen langs Kasteel Cartils. Het huidige, zeventiende-eeuwse, rechthoekige gebouw heeft aan de voorzijde op een hoekpunt een zogenaamd arkeltorentje en aan de achterzijde bevindt zich een grote ronde toren die uit omstreeks 1500 dateert. Het hoofdgebouw is in 1883 ingrijpend gewijzigd. Nog even en dan komen we terug in Gulpen waar deze mooie wandeling eindigt.
24E MARCHE DU CARNAVAL. / LES MARCHEURS DE LA FAMENNE. / BANDE. 16/02/2019
24E MARCHE DU CARNAVAL.
LES MARCHEURS DE LA FAMENNE.
BANDE.
Bande is een dorp in de Belgische provincie Luxemburg en een deelgemeente van de gemeente Nassogne. Bande is vooral bekend omdat op de avond voor Kerstmis 1944, 34 jonge mensen uit de streek door de Nazi’s werden vermoord. De gebeurtenissen speelden zich af tijdens de Slag om de Ardennen. Op 11 januari 1945 verliet een patrouille para’s van het 1st Canadian Parachute Battalion samen met een groep Belgische SAS para’s Marche-en-Famenne, en marcheerde het dorp Bande binnen. Tot hun afgrijzen ontdekten ze 34 burgers die op kerstavond gedood waren met een kogel in de nek of in het hoofd en achtergelaten in de kelder van een verwoeste woning. De jongste was nauwelijks 16 jaar en de oudste 32 jaar. Enkele dagen later besliste de commandant van het 9th Battalion Parachute Regiment van de 6th Airborne als postuum eerbewijs een behoorlijke begrafenis te verzorgen voor deze ongelukkige slachtoffers van de Gestapo. Ernst Haldiman zal als enige voor de rechtbank moeten verschijnen voor dit bloedbad. Hij wordt veroordeeld tot 20 jaar cel. Maar wordt vrijgelaten na 13 jaar cel. In september 1944 staken SS-soldaten alle huizen van de hoofdstraat in brand. We wandelen vandaag in dit toch wel beladen dorpje dat geteisterd werd door de oorlog. We wandelen door het dorp en komen aan de plek op een heuvel genoemd de twee kapellen. Er staan twee kapellen op de heuvel het is wel een mooi plek met eeuwen oude bomen. Dan wandelen we een heel eind door het bos nu wat klimmen en dan weer dalen prachtig afwisselend. We komen aan een riviertje “La Wamme” dat we oversteken. Verder door het bos met hier en daar een kleine waterval die van de heuvels afgestroomd komen toch prachtig. Tot onze verbazing komen we vandaag verschillende vlinders tegen, de citroenvlinder en dagpauwoog. We komen aan het kruis van een Franse soldaat die hier op 11/08/1914 gedood werd in een strijd tegen de Duitsers, hij werd op het kerkhof van Bande begraven en in december 1920 herbegraven in zijn geboortedorp Saint-Vaast-En-Auge in Normandië. Het is een mooie plek vol eerbied voor deze dapper soldaat. Weer verder en we komen aan onze controlepost in de jagershut in het bos. Ook weer een mooie plek waar we rustig kunnen genieten van een drankje. Na de rust weer verder door het mooie bos. We verlaten het bos en komen in de open vlakte terecht weilanden en stukken bos en zo komen we aan Memorial Chateaubriand. Gelegen op een hoogte van 380 meter. Weer verder door het prachtige landschap en we komen zo terug in Bande.
Vanaf 15 v.Chr. ontwikkelde Tongeren zich als een Gallo-Romeinse burgernederzetting. In de daaropvolgende eeuwen speelde de stad een belangrijke rol in de geschiedenis van de Lage Landen. Zo verkreeg Tongeren in de tweede eeuw marktrechten en werd de stad in de vierde eeuw de zetel van het eerste bisdom van de Lage Landen. In de middeleeuwen en de Vroegmoderne Tijd was de stad een van de 23 Goede Steden van het Prinsbisdom Luik. Vanaf de tweede helft van 20e eeuw werd begonnen met de uitbouw van Tongeren als handelscentrum en toeristische trekpleister. Als "de eerste stad" van België gebruikt Tongeren zijn Romeinse verleden dan ook als een toeristische troef. De aanwezigheid van de Romeinen heeft voornamelijk sporen nagelaten in de Tongerse ondergrond. Er werden zowel restanten van openbare als private gebouwen in kaart gebracht tijdens archeologische opgravingen in en rond de stad. Slechts enkele overblijfselen zijn nog bovengronds zichtbaar. Op het hoogste punt van de oude Romeinse stad bevinden zich de restanten van een Gallo-Romeins tempelcomplex. Niet ver van deze tempel bevinden zich de uitlopers van het Romeinse aquaduct uit de 1e eeuw dat het water van de Mombeek naar de stad leidde over een afstand van zes kilometer. Bij de eerste kilometers van het aquaduct kon men gebruikmaken van het natuurlijk verval van het landschap. Bij de laatste kilometers van het aquaduct moest een grote aarden wal worden opgeworpen om een kleine vallei te overbruggen. Deze aarden wal is nu begroeid en vormt het bos van Beukenberg. Daarnaast bevindt zich in Tongeren de Pliniusfontein, een ijzerhoudende bron die sinds de 16e eeuw wordt vereenzelvigd met een bron die Plinius de Oudere beschreef in zijn Naturalis historia. Bij de Romeinen was het de gewoonte hun doden buiten de stadsmuren te begraven. De meeste burgers werden begraven op een gemeenschappelijke begraafplaats, maar voor vooraanstaande burgers werden grafheuvels opgeworpen. Van deze grafheuvels, ook tumuli genoemd, zijn er langs de Via Belgica tientallen opgericht waarvan er drie op het huidige grondgebied van Tongeren liggen; de Herstappeltombe en de tumuli van Koninksem aan de Paardsweidestraat en de Romeinse Kassei. De eerste stenen Romeinse omwalling van Tongeren werd gebouwd tijdens het keizerschap van Trajanus aan het begin van de 2e eeuw. Deze omwalling had een lengte van 4544 m, een dikte van 2,10 m en werd langs de buitenzijde beschermd door één tot drie V-vormige verdedigingsgrachten. Aangezien de omwalling opgetrokken werd tijdens een periode van relatieve rust, was dit bouwwerk veeleer een statussymbool dan een verdedigingswerk. Bij de bouw van de omwalling werd gebruikgemaakt van silex voor de kern en zandsteen voor de bekleding. De delen van de Romeinse muur die nu nog zichtbaar zijn tonen enkel de kern van silex. Van deze omwalling is nog zo'n 1500 m zichtbaar. De tweede stenen Romeinse omwalling werd gebouwd tijdens het keizerschap van Constantijn de Grote aan het begin van de 4e eeuw. Deze omwalling was slechts 2680 m lang, had een dikte van 3,20 m en om de 20 m werden weertorens opgetrokken. Deze omwalling moest de inwoners beschermen tegen invallen van de Franken en de Vandalen. In het noordwesten van de stad liep de tweede omwalling samen met de eerste omwalling zodat de tempel en de aansluiting van het aquaduct nog binnen de stadsmuren vielen. Het tracé van deze omwalling liep dwars door het huidige centrum en werd in de middeleeuwen tot in de fundering uitgebroken. Het enige overblijfsel van deze omwalling is de torenbasis onder het Vrijthof. In de 12e eeuw was de tweede Romeinse omwalling in verval geraakt en was de stad niet langer beschermd tegen invallen van rondtrekkende legers. Na de plunderingen en daaropvolgende stadsbranden van 1180 en 1213 werd besloten een nieuwe omwalling te bouwen. De bouw van de werken werd aangevat rond 1240 en verliep in verschillende fases. Door het slechte weer kiezen we voor de korte afstand en ontdekken de geschiedenis van de stad. Deze wandeling is ter ondersteuning van het opleidingscentrum voor Belgisch Centrum voor Geleidehonden. In samenspraak met het Belgisch Centrum voor Geleidehonden te Tongeren, hebben vrijwilligers een actie opgestart om onze vereniging op een ludieke manier te helpen. Dit initiatief bestaat uit de verkoop van ingezamelde plastic dopjes aan verschillende plastic verwerkende bedrijven. Een prachtig initiatief waar we allemaal aan mee kunnen doen.
47E MARCHE DE LA BERWINNE. / LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE. / THIMISTER – CLERMONT. 09/02/2019
47E MARCHE DE LA BERWINNE.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE.
THIMISTER – CLERMONT.
Het plein "Place de la Halle" is een heuse geschiedenisles in openlucht, mede dankzij de verschillende bouwstijlen die de voorbije eeuwen typeren. De meest representatieve elementen, in zeer uiteenlopende vormen, zijn de baksteen en het wit van de stenen in de omlijstingen en hoekverankeringen. De decoratieve leisteen op de daken vormt eveneens een opvallend element. In dit kader is ook het stadhuis, verbouwd aan het eind van de 19e eeuw, een blikvanger van het dorp, vooral door de originele toren in de vorm van een pepermolen. Gezien de aard van de dorpsactiviteiten, waren hier geen grote kasten van huizen nodig. De woningen zijn eenvoudig maar zeer pittoresk en vormen een harmonieus geheel. In de buurt van de kerk wordt de aandacht getrokken door een inrijpoort en een verdedigingstoren, resten van een herenboerderij uit 1635. Op een steenworp van het dorp, in een schrijn van bosjes en fruitbomen, en her en der omzoomd door natuurlijke hagen, kunt u ook nog het kasteel van Crawhez en de kasteelhoeve L'Aguesse verkennen, die u rechtstreeks tot aan de voormalige lijn 38 brengen… deze route is tegenwoordig een idyllische wandelroute. Het eerste wat je opvalt als je Clermont binnen rijdt is de Kerk St-Jacques le Majeur. Deze kerk domineert het dorp Clermont-sur-Berwinne door zijn indrukwekkende ligging op een hoogte. De latere uitbreidingen van het schip vanuit het koor impliceren de bouw van steunmuren, vergelijkbaar met een omsluiting, vooral aan de voet van de toren. Deze sokkel overschrijdt niet alleen de natuurlijke heuvel maar het oppervlak ervan is bovendien even groot als het ruime dorpsplein. De hoogte van het koor en van het middenschip accentueren de keuze van de positie. De kerk kroont het dorp aan de weg "route Charlemagne", en domineert de markt en de lager gelegen velden. Het dorp heeft zich rond de markt ontwikkelt, terwijl de kerk het dorp de rug schijnt toe te keren. Het ontbreken van een kerkplein en een zij-ingang onderlijnen deze afstand nog meer. Aan het begin van de jaren 1900 werd de ingang van het kerkhof met een boog verfraaid, de kruisjes van de voorvaderen bakenen het pad af dat door het kerkhof loopt en een kapel Onze-Lieve-Vrouw-van Lourdes werd op de as van de ingang opgericht. Een andere bijzonder bouwwerk is Kasteelboerderij van Clermont, de combinatie van dit herenhuis met boerderij, in de onmiddellijke buurt van de kerk, was in de feodale tijd, is een veel voorkomende configuratie. Bijzonder is ook Oude gemeentehuis of halles, tegenover de kerk troont het gemeentehuis om de uitdaging aan te gaan van de burgerlijke macht (met beperkte middelen) ten overstaan van de kerkelijke macht. Verschillende prachtige oude huizen staan rond de kerk. Het Huis Pirenne, werd gebouwd op het hoger gelegen deel van het dorp. Het is een gezellige residentie uit de vroege 18e eeuw. De locatie in de buurt van de kerk en het oude stadhuis geeft de maatschappelijke aspiraties van de eigenaar weer en zijn verlangen om aanwezig te zijn in de buurt van de sterke machtssymbolen van he dorp. We verlaten het dorp en al vlug komen we langs kasteelhoeve L'Aguesse. Maasrenaissance uit de 17e eeuw. Dan vervolgen we onze weg om aan de spoorlijn te komen. Wat verder komen we dan aan onze rustpost, in het prachtige museum “Remember Museum 39-45” Fascinerend museum dat tot een van de interessantste in zijn soort behoort. Het werd in 1994 ingehuldigd door Bennie Zuskin, een veteraan uit de 1e Divisie van de Amerikaanse Infanterie. Voor het museum de tank en binnen een prachtige collectie. We gaan binnen en we worden ontvangen door Marcel Schmetz, de ontwikkelaars van het project: ieder deel van de reconstructie (meer dan 105 mannequins!), ieder kledingstuk en ieder voorwerp is verbonden met ware geschiedenissen en met mensen waarvan u de naam, het gezicht en hun verhaal kunt ontdekken. Het echtpaar Schmetz staat in contact met honderden Amerikaanse gezinnen die het museum helpen opluisteren met een of ander voorwerp dat altijd geladen is met geschiedenis..... geweldig is zijn uitleg en hij gaat mee met ons om een foto te tonen waar hij als klein manneke opstaat. Het is een bijzonder museum aangenaam en leerrijk die ons herinnerd aan een duistere periode uit onze geschiedenis. Na de rust weer verder op pad. De wandeling laat ons d “mooiste plekje van deze streek zien en als je in het Land van Herve wandelt weet je wel hoe mooi dit allemaal kan zijn. Clermont-sur-Berwinne ligt aan de rand van een groene halve cirkel en kijkt uit op het grote, glooiende dal van Aubel, het kloppend hart van het Land van Herve. Van op de hoogte verdwaalt de blik in een breed panorama afgebakend door weiden, hagen en boomstruiken. Een herkenningspunt in het landschap: de indrukwekkende kerk Saint-Jacques le Majeur lijkt te waken over het dorp, onderaan de hoofdkam, dus beschut tegen hevige wind en dichtbij bronnen. De Berwinne en bijrivieren hebben dit landschapspatroon bewerkt tot een reeks kleine heuvels en dalen. Onze wandeling eindigt terug in het dorp en telkens we hier komen wandelen en dit is voor ons het 40ste jaar dat we hier wandelen blijft het telkens weer een beleving. Niet voor niks is Clermont sur Berwinne één van “Les plus beaux villages de Wallonie”
45E MARCHE DU FORT DE BATTICE. / MARCHEURS DU FORT BATTICE. / BATTICE. 17/02/2019
45E MARCHE DU FORT DE BATTICE.
MARCHEURS DU FORT BATTICE.
BATTICE.
Battice ligt op het Plateau van Herve op een hoogte van ongeveer 330 meter. De omgeving van Battice heeft grotendeels een landelijk karakter. We vertrekken met de wandeling in het cetrum van Battice, naast de kerk het gemeentehuis. Is gebouwd in 1716, tussen 1790 en 1794 is het zogenaamde Hof van Justitie van de Ban van Herve gevestigd. Na 1880 verving een groter gebouw het eerste gemeentehuis, maar het werd ook in augustus 1914 door de Duitsers afgebrand. In 1923 werd het huidige gebouw herbouwd. We zien in de gevel een gebeeldhouwde steen met het wapen van Charles Joseph, graaf d'Aspremont Lynden en Heer van Crevecoeur (datum: 1716) en een andere steen gesneden met de wapens van Caldenbourg en Barbieus (datum: 1642). Deze twee stenen komen uit het kasteel van Crèvecoeur. Het is een mooi gebouw en staat prachtig naast de kerk. We wandelen verder en komen langs een bunker van het Fort van Battice. Het Fort van Battice is een van de vier forten die in de jaren ’30 werden gebouwd, meer bepaald in de periode tussen 1934 en 1937. In mei 1940 weerstond dit fort twaalf dagen lang de zware Duitse artillerie- en luchtaanvallen. Een door een stuka gedropte bom kwam daarbij door een ongelukkige afketsing in een gevechtsblok terecht waardoor 28 soldaten op slag werden gedood. In het kleine museum dat in het fort werd ondergebracht, kan men nog duidelijk zien welke enorme schade daarbij werd aangericht. Het grootste gedeelte van het fort ligt 35 meter onder de grond en kan worden bezocht. We gaan verder met onze tocht langs prachtige hoeven. Dan verder door het prachtige landschap tot we in Manaihant, werd voor het eerst vermeld in 1568 als Manehan, wat moerassige plaats zou betekenen. Het huidige centrum ligt ongeveer 500 meter ten zuidoosten van het oorspronkelijke Manehan, op een hogere plaats, waar een buurtschap van de naam Chéne à l'Huis was gelegen. We wandelen door het weidse landschap en komen in Chaineux. Tot de opheffing van het hertogdom Limburg hoorde Chaineux tot de Limburgse hoogbank Herve. Net als de rest van het hertogdom werd Chaineux bij de annexatie van de Zuidelijke Nederlanden door de Franse Republiek in 1795 opgenomen in het toen gevormde Ourthedepartement. In de 17e en 18e eeuw kwam het dorp tot bloei door de wolindustrie, waarbij vooral de families De Bosse en Hauzeur kunnen worden vermeld. Dezen lieten aanzienlijke woningen bouwen. Chaineux behoorde tot de gemeente Battice, maar werd in 1869 afgesplitst als zelfstandige gemeente. Bij de gemeentelijke fusies van 1977 werd Chaineux een deelgemeente van Herve. Chainaux is een prachtig dorp. We komen aan de Sint-Agathakapel. Het kapelletje werd gebouwd in 1775 en heeft een achthoekige plattegrond. Mogelijk bestond op deze plek een oudere kapel. Op het dak bevindt zich een lantaarn die eveneens achthoekig is, en ramen bevat waardoor de binnenruimte wordt verlicht. Als bouwmateriaal werd baksteen gebruikt, maar de plint en de hoekbanden zijn van natuursteen. Ook het in classicistische stijl ontworpen toegangsportaal is in natuursteen uitgevoerd. Van ongeveer 1600 is een ingemetseld grafkruis. Een gepolychromeerd houten beeld van Sint-Agatha is van omstreeks 1805. Tegenover staan erschillende prachtige oude gebouwen, grote hoeven en een waterput. Hier gaan we nu de weilanden in die ons terug naar Battice brengen. Een prachtige wandeling.
POORT VAN HASPENGOUW-TOCHT. / IRIS KORTESSEM. / VLIERMAAL. 03/02/2019
POORT VAN HASPENGOUW-TOCHT.
IRIS KORTESSEM.
VLIERMAAL.
Vliermaal in Haspengouw, op het grondgebied van Vliermaal liggen eveneens de gehuchten Eggertingen, Grimmertingen en Hullertingen. Als je in oude geschriften gaat lezen kom je te weten vanwaar Vliermaal komt. “Het achtervoegsel -maal duidt op een plaats van samenkomst voor rechtspraak, terwijl vlier betrekking zou hebben op een vlierstruik waaronder deze samenkomst plaats zou hebben gevonden.” De eerste schriftelijke vermelding van Vliermaal dateert uit 1297 als 'Fliedermael'. Het dorp was sinds de 13de eeuw een onderdeel van het graafschap Loon. Er was een schepenbank en een lokale rechtbank in Vliermaal. In 1297 werd er door de graven van Loon een gouwrechtbank gesticht. Men kon hier beroep aantekenen tegen vonnissen uitgesproken door de Hasseltse schepenen. De zeven schepenen van Vliermaal vormden in het gehele graafschap het hof van beroep in alle criminele gedingen. Onze wandeling begint aan het Vlierhof. We wandelen de velden in en daar hebben we een zicht op de oude brouwerij De Es. Verder door het veld en we zien KASTEEL HOOGVELD, het werd gebouwd door de familie Du Vivier in het begin van de 19e eeuw. Het werd eind 19e eeuw door brand verwoest. Het jaartal 1892 op de windvaan zou verwijzen naar het jaar dat het, door huwelijk, in bezit kwam van de familie De Ghelin. François Julien Joseph Marie Fontaine de Ghelin heeft het kasteel herbouwd in een stijl met elementen uit de neo-Vlaamse Renaissancestijl. Kasteel Hoogveld ligt op een heuvel van ruim 100 m hoog, vandaar de naam. Het wordt omringd door een kasteelpark, dat echter slecht werd onderhouden. In de nabijheid ligt de Hoogveldkapel, welke omstreeks 1900 in opdracht van François de Ghelin werd gebouwd, op de plaats van een oudere kapel. Ook het restant van WINDMOLEN HOOGVELD bevindt zich nabij het kasteel. Iets verder dan de windmolen. Deze beltmolen fungeerde als korenmolen. Tegenwoordig is van deze molen slechts de romp nog aanwezig, welke dienstdoet als woonhuis. De molen is gelegen op de Kukkelberg, en ligt 102,5 meter boven zeeniveau. Ze werd gebouwd in 1857, nadat een aantal watermolens op de Mombeek werden opgeheven. In 1908 werd de molen al onttakeld. Daarna was nog een tijdlang een rosmolen in de molenromp gevestigd om het graan van het Kasteel Hoogveld te dorsen. Ook werd de romp ingekort. Wat nog overbleef, brokkelde geleidelijk af. Vanaf 1966 werd de romp weer opgemetseld, en er werden kantelen op de rand aangebracht. De romp werd als dancing ingericht. De molenberg werd afgegraven, zodat de gangen met steunberen, die naar de molen leidden, nu bloot kwamen te liggen. We wandelen verder door het prachtige landschap van Haspengouw; velden, weilanden en bomen afwisselend in het landschap. Wat later komen we in het natuurreservaat EGGERTINGEN is een natuurgebied in vochtig-Haspengouw dat zich bevindt langs de Lerebeek en de Mombeek, en dat ongeveer 46 ha groot is. Het is gelegen ten zuiden van Vliermaal en is vernoemd naar het gelijknamige gehucht. Het wordt beheerd door Limburgs Landschap. In dit gebied komen verschillende bodemtypes bij elkaar, zoals zandgronden en vochtige, voedselrijke bodems. Naast moerassige gebieden zijn er ook stukken typisch Haspengouws bos. Het geheel ligt ingeklemd tussen intensief beheerde landbouwgebieden. We wandelen verder door de velden en wandelen naar Zammelen maar eerst krijgen we nog een prachtig zicht op het dorp Gors Opleeuw. Dan komen we in Zammelen, hier in de streek woont onze Haspengouwse trots “De DAS” nu we door het mooie landschap van Zammelen wandelen komen we zo in Gors Opleeuw. We komen op het plein en hier hebben we verschillende monumenten. Het Kasteel van Gors is het belangrijkste kasteel van Gors-Opleeuw. Het heeft een U-vormige kern uit de 17e eeuw dat aan drie zijden omringd was door grachten. Het kasteel werd volledig verbouwd in 1820 in laatclassicistische Empirestijl. De ronde toren dateert uit 1923. Het kasteel werd in 1986 beschermd als monument. De bijbehorende kasteelhoeve werd in 1865 afgebroken en even verderop opnieuw opgebouwd naar de oude plannen. Ook de hoeve werd in 1986 beschermd. De dorpskom van Gors-Opleeuw zelf werd beschermd als dorpsgezicht in 1986. Voor de kerk op het dorpsplein staat een vierkante neogotische dorpspomp uit 1845. In 1905 werd ze van Tongeren naar Gors-Opleeuw verhuisd. De Rijschool of Manège uit de tweede helft van de 19e eeuw behoorde oorspronkelijk tot het kasteeldomein van Gors. We verlaten Gors Opleeuw en wandelen zo naar Guigoven. We zien voor ons Het Kasteel de Donnea (1801-1802) Een voorloper van dit kasteel bestond al in de 18e eeuw. In 1801-1802 werd het huidige woonhuis gebouwd. Het ligt centraal in het symmetrische, U-vormige complex, gekenmerkt door een Franse bouwstijl en mansardedaken. De zijvleugels zijn dienstgebouwen, eveneens onder mansardedaken die wellicht nog uit de 18e eeuw stammen. Feitelijk kijkt men, vanaf de hoofdweg, tegen de achterkant van het kasteel aan. Dit komt, omdat de weg, die vroeger vóór het kasteel langs liep, verlegd werd. De vier vensters van de zijvleugels zijn voorzien van timpanen, waarop allegorisch stucwerk is aangebracht, elk voorstellende een van de vier jaargetijden in de vorm van hoornen des overvloeds. Naast het woonhuis bevindt zich een hoevegebouw, dat zijn huidige vorm in 1839 heeft verkregen, maar mogelijk een oudere kern heeft. We wandelen nu richting De Sint-Quintinuskerk is een neoromaans bouwwerk uit 1850. En in de zaal is de controlepost waar we even rusten om dan weer verder te wandelen. Wat verder komen we langs de Kerkhofkapel op de oude begraafplaats. Boven de ingang is er een stenen kop ingemetseld, mogelijk een Apollokop van Romeinse oorsprong, afkomstig uit de vroegere, afgebroken parochiekerk. Volgens de overlevering bestond er tot in de 19e eeuw een gebruik waarbij communicanten stenen naar dat afgodsbeeld gooiden om het heidendom af te zweren. Weer wat verder en daar krijgen we en een prachtig beeld van Het Rood Kasteel (17de–19de eeuw), deels in Maaslandse renaissancestijl. Het kasteel, dat reeds in de 13e eeuw werd vermeld, was oorspronkelijk een waterburcht. De gracht om de burcht, die werd gevoed door de Mombeek en een naburig bronnetje, werd in de 19e eeuw gedempt, op de huidige vijver na. De burcht werd zwaar beschadigd tijdens de oorlogen in de tweede helft van de 16e eeuw. Vanaf de 17e eeuw tot en met de 19e eeuw werd het kasteel meer en meer omgebouwd tot een kasteelhoeve zonder militaire functie. Het kasteel is een U-vormig gebouw. De voorgevel is gedeeltelijk in Maaslandse renaissancestijl. Er is een poorttoren met ingesnoerde naaldspits tussen het woongedeelte en de stallen. Het benedengedeelte van deze poorttoren is in kalksteen en stamt uit begin 17e eeuw; de rest in baksteen en is 18e-eeuws. Hier is ook een beeld ingemetseld waarvan de oorsprong niet bekend is. Het woonhuis is uit 1619 en vormt het oudste deel van het huidige kasteel. Hier wandelen we verder door het landschap en zo wandelen we terug Vliermaal binnen waar deze wel prachtige wandeling eindigt.
MARCHE D’HIVER. / LES CULS DE JATTE DU MAUGE. / HAMOIS. 02/02/2019
MARCHE D’HIVER.
LES CULS DE JATTE DU MAUGE.
HAMOIS.
Wat een weer, regen en smeltende sneeuw, een modderig parkoers hebben we voorgeschoteld. We vertrekken in het centrum van Hamois.
Laat ons even luisteren naar Robert Delieu, dichter uit de "Condroz namurois", het land van zijn kinderjaren : "De aantrekkelijkheid van dit 'kleine land' zit in zijn 'fonds' (valleien) en zijn 'tiennes' (kalkheuvels), zijn huizen in natuursteen, zijn kronkelende rivieren, zijn versterkte boerderijen, de afwisselende bossen en weiden. In deze glooiende Condroz slingeren de wegen zich van gehucht naar buurtschap, zij lijken soms te verdwalen maar vinden elkaar terug bij een kruisbeeld, een oud kapelletje, een toefje bomen".
Zeker op deze wandeling komen we dit tegen, de sneeuw is aan het smelten en dit geeft veel modder. We wandelen door de besneeuwde velden en voor we Emptinne binnen wandelen ligt een kasteel in een park. Ligt wel wat veraf maar kunnen toch even een foto maken dan wandelen we Emptinne binnen. Grote oude boerderijen komen we tegen en vooral een de grote witgekalkte hoeve met ronde toren is indrukwekkend. Verschillende huizen in natuursteen zijn de moeite waard. Verder met onze wandeling en we komen zo in Schaltin. We komen langs het kasteel van Schaltin, gelegen in de vallei van de Saint-Remaclebeek die vroeger de slotgracht van water voorzag, was de zetel van de hoge heerlijkheid die in de middeleeuwen van de Proosdij van Poilvache afhing. In de 18de eeuw was het kasteel van Schaltin nog omringd door een slotgracht. Het is een geheel uit zand- en kalkbreuksteen met oude bijgebouwen die een U vormen met het eigenlijke kasteel dat herbouwd is in de 19de eeuw. In de Tweede Wereldoorlog werden op dit domein Joodse kinderen clandestien verborgen. De laatste kasteelheren waren baron de Rosée en barones Daly de Daly's Groove, maar sinds 1943 bevindt zich hier de zetel van het Institut de Schaltin, een lagere gespecialiseerde secundaire school voor beroepsonderwijs. We wandelen door het dorp en hier wat verder is de controle- en rustpost. Dan weer verder langs de open ruimte wat mooi om zo ver over de velden en akkers te kunnen kijken. Dan komen we aan de volgende rustpost en deze is in een prachtig park met kasteel. Domaine De Buresse met Kasteel van Buresse Dit neoklassieke kasteel uit 1822 werd gebouwd door de familie de Barré-Caverenne. Het kasteel van Buresse kwam later in handen van Mr Toussaint d'Andrimont die het 1896 uitbreide met twee zijtorens. In het park van het kasteel staan twee mammoetbomen met een boomomtrek van 4 meter. Het in rode bakstenen gebouwd kasteel van Buresse, wat afgelegen in een prachtig heuvelachtig landschap ten noorden van het dorp Hamois, wordt vandaag bewoond door Baron F. Cartier Yves. Wat fijn dat we controle mogen hebben in een bijgebouw van het kasteel en dat we door het park en rond het kasteel mogen wandelen. Op de controlepost zijn er lekkere pannenkoeken. Dan verder door het park en dan langs een 123 jaar oude linde geplant ter gelegenheid van de 125 verjaardag van de fanfare “Royale de Hamois” die geplant werd in 1886 door Joseph Colin. Door het dorp en wat verder komen we terug op ons vertrek. Prachtige wandeling.
Langs boerenerven, deze greenspot is een schitterende afspiegeling van Droog Haspengouw. Een buitengewoon boerenlandschap met uitgestrekte akkers en spaarzame bosjes die als koepels boven de horizon uitsteken. De landelijke sfeer van weleer vind je terug in oude dorpskernen, omringd door monumentale vierkantshoeves en kastelen, met het monumentale kasteel van Heks als pronkjuweel. Vanaf een authentieke herberg in Vechmaal vertrekt onze wandeling. Vechmaal heeft verschillende prachtige plekken, we wandelen vandaag langs een paar. We vertrekken met onze tocht en komen langs "De Heerlijkheid Satenbergh" kasteel en kasteelhoeve. Langs boomgaarden en zo wandelen het veld binnen en dan gaan we langs de oude tramweg die ons naar Hoeve Monnikenhof met een rijke geschiedenis.
In 1174 schenkt gravin Agnes van Loon, weduwe van Lodewijk I (1145-1171), de inkomsten van haar eigengoed van Heks aan het hospitaal van Graethem te Borgloon en schenkt het goed zelf met alle eraan verbonden rechten aan abt Ulricus van de cisterciënzerabdij van Villers. De abdij sticht in Heks een grangia uitgebaat door broeders en vrije werklieden; deze grangia beschikte over een zeer uitgestrekt areaal landbouwgrond. Zoals elders worden vanaf de 13de eeuw vele van deze gronden verpacht. De gronden van de abdij werden waarschijnlijk nog eind 13de tot begin 14de eeuw gedeeltelijk door broeders bewerkt, maar vanaf 1505 worden er pachters vermeld. Vandaag is het een groot landbouwbedrijf.
We wandelen verder en komen zo in de dreef van het kasteel van Heks. Hier hangen in de zomer de boomtenten word dan de Tranendreef genoemd, dan wandelen we verder naar Heksbos hier gaan we dan richting Manshoven. Een prachtig stukje wandelweg door het veld langs het begijnenkruis en dan komen we aan Manshoven hoeve. Het Manshovenhof is een gesloten hoeve met 17de-eeuwse kern. Het complex is bereikbaar via twee gekasseide dreven en wordt omgeven door weilanden en boomgaarden. Manshoven was een voormalig leen van de graven van Loon, voor het eerst vermeld in 1365 als verheven door Jan van Manshoeve en deel uitmakend van de heerlijkheid Sassenbroek onder Broekom. In de tweede helft van de 18de eeuw wordt Manshoven expliciet vermeld als bezit van de familie Vandermeer, die ook heren van Sassenbroek waren. Nu wandelen we richting Heks dorp, langs de kerk en gemeentehuis hier verlaten we even het parkoers om bij bakkerij Malais Stephane een rustpost in te leggen, zeker de moeite om eens te bezoeken lekker patisserie. Dan weer op pad om het laatste stukje af te leggen. Steeds weer een mooie wandeling in Heks, als Greenspotters vinden we het belangrijk dat de wandelingen tip top zijn.
WINTERTOCHT. / W.C. AVIAT SINT TRUIDEN. / RUKKELINGEN-LOON. 28/01/2019
WINTERTOCHT.
W.C. AVIAT SINT TRUIDEN.
RUKKELINGEN-LOON.
Rukkelingen-Loon ligt in droog-Haspengouw. Op het plateau is een open landschap. in het zuiden van de deelgemeente, ontspringt de Herk, die hier Kleine Herk heet en in noordelijke richting stroomt. Nabij de taalgrens liggen enkele bossen die overblijfselen zijn van het domein van het Kasteel van Bovelingen. Het Hornebos in Rukkelingen-Loon werd een drietal jaar geleden opengesteld voor het publiek. Dit is een uniek moerasbos waar zich ook enkele bronnen van de Peterkerebrukensloop bevinden, een riviertje dat in de Herk uitmondt. Een hoger gelegen deel van het bos geeft een overzicht over het Haspengouwse landschap. Het Koubergsbos of Kabergenbos, tussen Rukkelingen-Loon en Batsheers, is een overblijfsel van een vroegmiddeleeuws bosbestand. We vertrekken in Rukkelingen – Loon, verschillende oude boerderijen en weilanden en velden Haspengouw op zijn best. We wandelen verder en komen zo in Mechelen Bovelingen, ligt in de vallei van de Herk. De Grondelingenbeek, die zich ten oosten van Mechelen-Bovelingen bevindt, komt ten noorden van het dorp in de Herk uit. Ook kleinere beken vloeien hier in de Herk. Overigens bevinden de vochtige valleien zich in Droog-Haspengouw. We wandelen door het dorp langs de Sint-Annakerk van het jaar 1784. Nadien volgde op het einde van de 19e eeuw een reeks verbouwingen, waardoor de kerk een gans ander uitzicht kreeg. Langs een paar mooie gebouwen. Dan komen we aan de Rode dreef die naar het kasteel van Bovelingen. Oorspronkelijk Kasteel van Bovelingen (rond 1550). Van het oorspronkelijk kasteel zijn de ommuurde kasteeltuin, de resten van het kasteelbos met uitheemse boomsoorten en ijskelder, de gerestaureerde manage, alsook de majestatische kasteelhoeve (sinds vier generaties bewoond door de familie Jadoul) nog overblijfselen van een roemrijk dorpsverleden. Bovelingen (of Schalkhoven) was in de Middeleeuwen een afzonderlijke heerlijkheid. De oudst bekende heer (1390) was Jan van Schalkhoven. Het goed kwam in bezit van het geslacht Van den Hoven, en in 1526 werd het verworven door Aert Schroots, die reeds heer was van Pepingen. In 1616 werd het gekocht door Michel de Borchgrave, die oom was van Henri Schroots. In 1651 werd het kasteel nog geplunderd door Lotharingse troepen. Waarschijnlijk was het Michel de Borchgrave die de oude burcht liet vervangen door een waterkasteel in Maaslandse stijl, voorzien van een Franse tuin. In deze vorm werd het omstreeks 1738 getekend door Remacle Leloup. Het was gebouwd rond twee achter elkaar gelegen binnenplaatsen. Omstreeks 1740 werd het kasteel verbouwd tot een U-vormig geheel. Aan de westzijde werd de kasteelhoeve gebouwd. In 1790 vond er opnieuw een verbouwing plaats, waarbij het geheel een laatklassicistisch aanzien kreeg. De kasteelgebouwen kwamen onder mansardedaken en aan de oostzijde kwam een nieuw, U-vormig geheel van dienstgebouwen. De Franse tuinen werden vervangen door een Engelse tuin. Deze werd mogelijk ontworpen door Ghislain Joseph Henry. Ook werd een manege, een ijskelder en een tuinpaviljoen gebouwd. In het kasteelpark liep Boudewijn van België op 22 januari 1891 een nierbloeding op, een gevolg van een verwonding in een duel met de echtgenoot van zijn maitresse. Hij overleed de dag nadien. Omstreeks 1900 ten slotte werden de dienstgebouwen vervangen door de huidige, in eclectische stijl. Begin 20e eeuw waren de boomgaarden vermaard om hun veelheid aan appelvariëteiten. Later werd het goed verkocht aan de gebroeders Paul en Frantz Wittouck, industriëlen op het terrein van de bietsuikerfabricage. Na hun overlijden (1917) kwam het kasteel aan de Tiense Suikerraffinaderij. Het werd echter niet meer bewoond. In 1947 woedde een zware brand, waarbij een groot deel van het kasteel in vlammen opging. De overblijfselen werden omstreeks 1955 afgebroken. Slechts de dienstgebouwen en de kasteelhoeve bleven bestaan. Deze werden in 1983 verkocht aan de diverse pachters en werden tot particuliere boerenbedrijven. Vooral na 1984 verdween ook het park. Dit werd omgezet in weiland. Een gedenkplaat getuigd aan de rol die het kasteel speelde gedurende WO II. We wandelen nu een eind langs het kasteelbos en zo gaan we terug naar Rukkelingen. Nog voorbij de Wilde Bijentuin en zo het dorp binnen. Een mooie wandeling in Rukkelingen.
29E MARCHE DE A.C.T. DE MANAIHANT. / MARCHEURS AMICALE CYCLO DE MANAIHANT. / MANAIHANT – BATTICE. 27/01/2019
<br<
29E MARCHE DE A.C.T. DE MANAIHANT.
MARCHEURS AMICALE CYCLO DE MANAIHANT.
MANAIHANT – BATTICE.
Manaihant werd voor het eerst vermeld in 1568 als Manehan, wat moerassige plaats zou betekenen. De plaats ligt op het Plateau van Herve, De omgeving is grotendeels landelijk. Het Land van Herve of Plateau van Herve is een geografische streek in Wallonië, De streek is ongeveer 450 km² groot en vormt onderdeel van de Weidestreek. Het Land van Herve grenst in het noorden aan de Voerstreek, in het oosten aan het Hertogenwoud en de Belgische Eifel, in het zuiden aan de Ardennen en in het westen aan de Maasvallei. De naam komt van het stadje Herve in het zuiden van de streek, dat lang de belangrijkste marktplaats was. Terwijl de overgang in het landschap naar de Maasvallei, de Eifel en de Ardennen zeer abrupt is, lopen de landschappen in het noorden veel zachter over in de Voerstreek en Zuid-Limburg. Onze wandeling start in Manaihant en vandaag hebben we onze twee kids bij, Jelle en Seppe, gewoon spijtig dat het constant regent. Maar zij willen toch gaan wandelen. Het zal een korte wandeling worden maar toch fijn dat ze erbij zijn. We wandelen op het Plateau van Herve en dat kunnen we goed zien, weilanden met hagen rond, weilanden zover het oog reikt. Spijtig dat het modderig is. Langs een paar prachtige oude hoeven, wat een prachtig zicht en hoe verzorg ze zijn. De mensen in het Land van Herve zijn wel trots op hun streek. Dan komen we in Bruyeres. Hier hebben we controle en rustpost, onze jongens zijn zo tevreden dat ze hier mogen mee wandelen en nu op de rustpost kunnen we even rusten en wat eten en drinken. Na de rust verder en dan komen we terug aan ons vertrek. Gewoon prachtig om onze twee jongens mee te hebben en te zien hoe zij van de wandeling genieten ondanks de regen en de modder. Seppe vind de wandeling te kort en als binnenkort het weer beter word mag hij nog eens mee voor een langere tocht. Het is zo fijn om hen mee te hebben en te zien dat ze geïnteresseerd zijn in de natuur en wat er te zien is.
MARCHE DE JOUR. / S.C.M.L MAMMOUTH. / AWANS. 26/01/2019
MARCHE DE JOUR.
S.C.M.L MAMMOUTH.
AWANS.
Awans, een gemeente in Luiks Haspengouw, heeft een landelijk karakter, wat ook geldt voor de overige deelgemeenten. De streek wordt gekenmerkt door soms eeuwenoude hoeven, die verspreid liggen in een prachtig landschap met een pastoraal karakter. We vertrekken met de wandeling en vlug wandelen we in de velden rond het dorp, en wat later komen we in Fooz, hier weer prachtige oude boerderijen. Boerderijen die tot een adellijke familie behoorden. Gewoon prachtig. En nog iets bijzonder aan deze hoeve voor op het graspleintje staat een paal met een afdak en daar onder zitten zwaluwnestjes. Een manier om de zwaluwen een nieuw onderkomen te verschaffen, toch mooi van deze mensen. Wat verder komen we aan de controlepost waar we even kunnen rusten en wat vrienden spreken, dan gaan we verder op onze route. Voor ons duiken twee bomen op met ertussen een grafsteen, Soldaat T. Lamens is hier gesneuveld op 14/08/1914 op 30 jarige leeftijd. Het doet deugt te zien dat deze plek ponderhouden word als eerbetoon aan deze soldaat. Even blijven staat en dan weer verder op onze tocht nog een heel eind door het veld en dan langs de oude spoorwegzate. Dan nog even en we zijn terug in Awans en aan het monument voor de gesneuvelden eindig onze wandeling. Spijtig dat het een regendag is maar toch vonden we het fijn om hier te wandelen.
45E MARCHE INTERNATIONALE DE PANTOUFLARDS / LES PANTOUFLARDS DE WIHOGNE. / WIHOGNE. 20/01/2019
45E MARCHE INTERNATIONALE DE PANTOUFLARDS
LES PANTOUFLARDS DE WIHOGNE.
WIHOGNE.
Wihogne “Nudorp” ligt aan de taalgrens in het noordwesten van de gemeente Juprelle. De dorpskom ligt aan de westkant van de weg van Tongeren naar Luik. Door haar gunstige ligging heeft Nudorp zich ontwikkeld van een landbouwdorp in Droog-Haspengouw tot een woondorp. Buiten de dorpskom en de steenweg is de rest van de deelgemeente nog overwegend agrarisch met vooral akkerbouw en in mindere mate fruitteelt. We wandelen vlug het dorp uit en begeven ons in de velden, Haspengouwse velden en weilanden, het is vandaag een mooie helder dag. We wandelen nu verder en gaan de gemeente Lantin binnen. We komen aan het Fort van Lantin. Het Fort Lantin is een klein fort uit 1888 dat deel uitmaakte van de fortengordel rond Luik. Sinds 1983 is het fort eigendom van een vzw die het volledig gerestaureerd heeft en sindsdien geleide bezoeken organiseert in het fort. Voor we de controlepost binnen gaan doen we een wandeling rond het fort.
Het fort Lantin ligt op zo’n 7,5 kilometer van het stadscentrum en op 160 meter boven zeeniveau. Het buurfort Liers ligt op 4 kilometer afstand en Fort Loncin op 3,25 kilometer. Het heeft de vorm van een gelijkbenige driehoek met de punt gericht naar de vijand. Het centraal massief wordt omgeven door drie droge grachten elk van 200 meter lang. Aan de keelzijde van het fort liggen de belangrijkste lokalen voor de manschappen, de wasserij, keuken en sanitaire voorzieningen. Deze lokalen liggen in het centraal massief alsmede de contrescarpe. In de hoeken van de droge gracht liggen kazematten uitgerust met lichte snelvuurkanonnen en mitrailleurs om aanvallers in de gracht onder vuur te nemen. Het centraal massief is gebouwd van ongewapend beton. Hier zijn de belangrijkste wapens opgesteld ter verdediging van het fort en de stad Luik. Munitiemagazijnen liggen dicht bij de geschutkoepels om de kanonnen van granaten te voorzien. In het centrale deel is ook de machinezaal met een stoommachine en dynamo. De dynamo zorgde voor de stroom voor de geschutkoepels en het zoeklicht. Ten tijde van oorlog deed het centraal massief ook dienst als logement voor de troepen.
We gaan de controlepost binnen en na wat rust vatten we onze tocht weer aan, een eind weer door de velden en weilanden. Dan komen we aan in Juprelle. We wandelen langs de kerk en mooie oude boerderijen en zo komen we aan een bijzondere boerderij “Ferme de l’Abbaye de Juprelle” hier hebben archeologen belangrijke ontdekkingen gedaan. We hebben controle in de oude smidse. Geschiedenis en liefhebbers van het lokale leven werken aan de renovatie van een oude put, een oven en een bakkerij op de site van de Ferme de l'Abbaye in Juprelle. Tijdens hun werk ontdekten ze vijf oude huizen, waarvan er één terug kon gaan naar de Romeinse tijd. Een van de hypotheses van de archeologen van het Waalse Gewest: deze haarden werden gebruikt om een bier te maken. In Juprelle vonden enkele enthousiastelingen dat er geen bier in hun dorp was. Dit is hoe ze besloten om het bier van de oude bron en de abdij van Juprelle te maken. Zo vind je een witte, een blonde, een barnsteen en een brunette, maar ook een biertje met kers en zelfs een speculaas! De opbrengst van het bier word gebruikt om de restauratie van de put en over te bekostigen. We verlaten deze mooie plek met veel historie en we vervolgen onze weg, nog langs een paar mooie oude boerderijen en dan zijn we terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling in Wihogne.
MARCHE AU TEMPS DES FRISSONS. / LES SPIROUS DE JEMEPPE S/SAMBRE. / SPY. 19/01/2019
MARCHE AU TEMPS DES FRISSONS.
LES SPIROUS DE JEMEPPE S/SAMBRE.
SPY.
Spy is een dorp, een deelgemeente van Jemeppe-sur-Sambre. Spy is bekend als een van de vindplaatsen van resten van de neanderthaler-mens. De grot bevindt zich nabij Spy in een heuvelflank op de linkeroever van de Orneau, een zijrivier van de Samber, circa 20 meter boven waterniveau. De holte in de bergwand heeft zich op een natuurlijke manier gevormd in het kalksteenmassief, circa 330 miljoen jaar geleden, toen na de ijstijd het water nog tot deze hoogte kwam. De grot bestaat uit een hoofdruimte en rechts daarvan en ook erboven kleinere zalen. Vóór de grot bevindt zich een terras en er zijn Hellings afzettingen, veroorzaakt door het wegruimen van puin tijdens opgravingen. De grot wordt bereikt door een bos, dat door de verscheidenheid van de ondergrond (kalksteen, zandsteen en leisteen) een gevarieerde vegetatie vertoont, die op haar beurt weer heeft gezorgd voor een rijke fauna. De grot van Spy en de omgeving ervan werden in 1981 geklasseerd als monument en site. Onze wandeling vertrekt aan de kerk van Spy het gemeentehuis en het standbeeld voor de gesneuvelden even door het dorp en dan wandelen we de velden in. Een eind langs de hagen die vol hangen met rode vruchten een prachtig zicht tegen de blauwe hemel. Wat verder komen we in het dorp met mooie oude verzorgde hoeven. En dan komen we aan het kasteel. Een prachtige kasteel met een laan met bomen naar de ingang, wat verder is onze eerste controlepost een grote boerderij dat vandaag een woonerf geworden is met een zaaltje in de oude maalderij. Gezellig is het wel en dan weer verder met onze wandeling we komen langs de kapel uit 1747. Nog door het dorp en langs weilanden komen we in Temploux, is overwegend agrarisch. De gotische kerk van Saint-Hilaire domineert de dorpskern. De toren, het koor en het transept staan op de lijst van beschermde monumenten. Temploux telt verder een flink aantal opmerkelijke, door Hubert Sauvage ontworpen moderne woonhuizen, waaronder Sauvages eigen woonhuis. Bij Sauvage is elk gebouw daarentegen een unieke creatie, en zelfs elk vertrek krijgt zijn eigen dimensies. De ruimten zijn variabel met muren van ongelijke lengte, zodat ongelijke rechthoeken ontstaan en asymmetrische vloeroppervlakken, zij het dat de architect wel altijd aanstuurt op een duidelijke harmonie binnen het geheel van de ruimten. Ook de ramen zijn veelal asymmetrisch van vorm en zorgen voor een vaak bijzondere lichtinval. Bij het metselwerk van de buitenmuren ruilt Sauvage bij voorkeur het metselen in traditioneel horizontale lijnen in voor ronde lijnen. Schuine steunberen schragen het huis. Zijn eigen woonhuis heeft daarenboven een grote aardappelkelder met bakstenen gewelven, waarvoor oude metseltechnieken in ere werden hersteld. Sauvage ontwierp onder meer een in 2005 gebouwd complex van tien geheel verschillende woonhuizen, nabij zijn eigen woonhuis in Temploux. Verder met onze wandeling en komen zo in Moustier. Nog even verder en we komen terug in Spy waar deze toch wel mooie wandeling eindigt.
Waar kunnen we ene mooier wandeling maken dan aan de Abdij Colen. Oorspronkelijk was het een kruisherenklooster, maar in de laatste twee eeuwen functioneerde het als cisterciënzerinnenklooster. Sinds 1990 mag het klooster officieel de titel van abdij dragen. De naam Mariënlof betekent Tot lof van Maria. En als je het Fruitspoor afwandelt dan kom aan de stoomstroopfabriek. Deze wandeling herbergt een groot aantal erfgoedsites. De wandeling vertrekt op het plein voor de abdij. Even de prachtige gebouwen van de abdij bekijken en als je geluk heb zie je nog een zuster er zijn er nog enkele hier. Tot einde 2018 was er ook het Fruitstreekmuseum gevestigd. Maar nu is deze opgeheven en een paar mooie stukken zullen onderdak vinden in de stoomstroopfabriek. nu even over de mooie wandeling. Je kunt vertrekken aan de stroopfabriek en een eind over de spoorweg naar Colen wandelen waar de wandeling vertrekt. De vallei van Colen is een bijzondere plek om te wandelen zeker nu e reen plankenpad aangelegd is die je langs de Herk laat wandelen. Het kerkpadje tussen de kerk en de abdij was vroeger de verbinding tussen het dorp en het klooster waar de kleuteronderwijs was in het poortgebouw van het klooster en de meisjesschool aan de ingang voor het klooster. Een gedeelte van de wandeling brengt je naar het centrum van het dorpje, langs de wijngaard en de pastorij dan ook langs een paarmooie oude boerderijen en de parochiekerk. Alhoewel het een klein dorpje is heeft het toch nog wat interessante gebouwen, een brouwerij en twee stroopfabriekjes. Spijtig dat dit niet zo gekend is en er weinig aandacht aan besteed word. Het gemeentehuis was voordien de dorpsschool gebouwd in 1840 door pastoor G. Schuermans nadat het te klein werd voor de vele jongens werd het gemeentehuis omgebouwd tot jongensschool. De twee gebouwen wisselden van functie. Onze wandeling gaat ook voor een gedeelte door de plantage langs de spoorwegzate. Wie van natuur en erfgoed houdt moet zeker deze wandeling eens komen doen ze is een kleine 5 kilometer lang. Maar kan uitgebreid worden door een wandeling door het dorp of in Borgloon met een bezoek aan het Gravenstadje.
32E MARCHE DE LA CHOUFFE. / FORTS MARCHEURS EMBOURG / EMBOURG. 13/01/2019
32E MARCHE DE LA CHOUFFE.
FORTS MARCHEURS EMBOURG
EMBOURG.
Een regendag is het vandaag wel, druilig en nat en koud we kiezen voor de korte afstand alles word door nat. We nemen de route door het dorp en komen zo aan een prachtige oude hoeve. Ze noemt “Ferme des 3 Roses” op het info bord staat te lezen Maison forte du seigneur d’Embourg, Prevot de St Jean 1147-1794. Dit versterkte huis van de heren d’Embourg is een prachtig geheel met een wapenschild met 3 rozen. Wat verder komen we aan de “Tank” Het Tankmonument is een oorlogsmonument, Het tankmonument staat aan de Voie de l'Ardenne nabij de toegangsweg naar Fort Embourg. De tank is van het type M41 Walker Bulldog. Hier staan ook de monumenten voor de gesneuvelden uit het Fort. Fort Embourg is een van de twaalf forten rond Luik opgericht voor de verdediging van de Belgische stad Luik in de late negentiende eeuw op initiatief van Belgische generaal Henri Alexis Brialmont. Het fort stamt uit 1888. Luitenant-generaal Henri Alexis Brialmont was een militair, vestingbouwkundige (architect) en volksvertegenwoordiger. Hij wordt ook weleens de Belgische Vauban genoemd. Nog wat verder komen we langs een beschermde watertoren en dan komen we terug op ons vertrek. Het college van Sartay is een prachtig gebouw. Zo eindigt een natte wandeling.
PAREL VAN HASPENGOUW. / LOONSE TSJAFFELEERS. / KERNIEL. 14/01/2019
PAREL VAN HASPENGOUW.
LOONSE TSJAFFELEERS.
KERNIEL.
Vandaag organiseert de club De Loonse Tsjaffeleers een wandeltocht in Kerniel, voor mij de mooiste deelgemeente van Borgloon. Mijn geboortedorp en ze noemen deze tocht Parel van Haspengouw en al vlug ervaren wij dat deze naam terecht gekozen is. Reeds vanaf het begin begeven we ons in het mooi glooiende landschap van deze welbekende streek in Limburg. De vallei van Colen is een bijzondere mooie plek. Al doet de winterperiode de natuur naakt en dood uitzien, toch blijft dit deel van Limburg zijn stand hoog houden om de wandelaars te boeien. We maken een halve cirkel rond de abdij Mariënlof, opgericht in 1438 door Maria van Colen. De naam betekent overigens tot lof van Maria. Oorspronkelijk was het een kruisherenklooster, maar later werd het een cisterciënzerinnenklooster en mag sinds 1990 de titel van abdij dragen. Vandaag leven er nog een 4tal zusters in alle rust, nu het fruitstreek museum de site verlaten heeft komen er minder toeristen zeker in de winter. In de omgeving zien we ook nog een cirkelvormig houten kunstwerk waar men doorheen kan wandelen en dat een prachtig uitzicht van 360° biedt over het landschap. Dit kunstwerk ontworpen door kunstenaar Aeneas Wilder kreeg de naam untitled #158. Volgens deze kunstenaar functioneert zijn werk als een lens, waardoor de bezoeker zijn gedachten en emoties kan focussen, met het landschap van Kerniel als achtergrond. Dit kunstwerk trekt veel toeristen aan en zo maken ze Kerniel bekend vanop het kunstwerk een prachtig zicht op de kerk en de pastorij nu wijngaard. De kerk en klooster zijn verbonden door het “sticheltje” een kerkpad dat door de bevolking gebruik werd om de kleuters en meisjes naar de school van het klooster te brengen vandaag maakt het deel uit van de Verborgen Moois wandeling van het Regionaal Landschap. Onze tocht loopt verder over mooi onderhouden wandelpaden, kriskras tussen de nu nog kale fruitboomgaarden, op en neer over heuvels en dalen met regelmatig mooie panoramische beelden. We passeren nog enkele mooie vierkantshoeven, eigen aan deze streek. We genieten van ons eigen dorp en het Haspengouws landschap.
27E MARCHE DE L’EPIPHANIE. / LES ROTEURS DI HOUSSAIE. / BEYNE-HEUSAY. 09/01/2019
27E MARCHE DE L’EPIPHANIE.
LES ROTEURS DI HOUSSAIE.
BEYNE-HEUSAY.
Het grondgebied van deze gemeente maakte oorspronkelijk deel uit van het Karolingische Domein van Jupille. Begin 11e eeuw kwam het aan het Bisdom Verdun en in 1266 aan het Prinsbisdom Luik. De vruchtbare grond kwam in bezit van Luikse Abdijen, terwijl Beyne en Heusay in de 18e eeuw als heerlijkheden werden uitgegeven. Later werd de grond bewerkt door pachtboeren, terwijl na de Franse Revolutie een aantal boeren zich voormalig kerkelijk bezit toe eigenden. Hoewel er sinds de 13e eeuw op kleine schaal steenkool werd gewonnen in deze streek, gebeurde dit in de loop van de 19e eeuw in toenemende mate op industriële schaal. Verstedelijking en industrialisatie trad op, wat ten koste ging van de agrarische activiteit. Het aantal mijnmaatschappijen nam af van 7 in 1842 tot drie in 1879 en één in 1956. Niet lang daarna eindigde de steenkoolwinning. Dat er hier koolmijnen waren zie je vandaag nog steeds in het landschap, terills zijn er nog steeds. En nog gebouwen van de vroegere mijn. Wij wandelen de Ravel op; Spoorlijn 38. De lijn werd op het einde van de 19e eeuw geconstrueerd en in 1992 weer opgebroken. Thans wordt de lijn gebruikt als fiets- en wandelpad. De 22 km lange lijn is opgebroken en thans grotendeels RAVeL-fiets- en wandelpad van 15 km in fijne grint. Enkel het gedeelte Fléron – Herve (7 km) is momenteel gebetonneerd. We komen zo op de Dreve du Charbonnage la Belle-Fleur. En langs de gebouwen van de Société anonyme des Charbonnages de Wérister.
Reeds in 1594 was er sprake van steenkoolontginningen in deze streek, terwijl de naam Wérister voor het eerst verscheen in 1684. Grootschalige winning begon in 1827, toen de mijn van Wérister ook de concessie Nooz-Donné opnam, en aldus een oppervlakte van 101 ha ging beslaan. In 1873 werd een maatschappij opgericht die ook de concessie van Fond des Fawes overnam en een kwart van de concessie Foxhalle. Hiermee bedroeg de concessie reeds 208 ha. In 1874 werd de maatschappij omgezet in een naamloze vennootschap. In 1939 werd nog de concessie La Rochette overgenomen en in 1958 die van Herve Wergifosse, waarmee de totale oppervlakte op 4897 ha kwam. In 1967 sloot de eerste mijn van deze maatschappij, en in 1969 werd de laatste mijn, die van Xhawirs, voorgoed buiten bedrijf gesteld. Na de sluiting van de mijnen is de maatschappij nog actief geweest op terreinen waarin ze expertise had opgebouwd, zoals transport, elektromechanica en bouwmaterialen.
We wandelen door het landschap en door de straten van de dorpen en genieten van al het fijne wat we te zien krijgen. We ontmoeten ook verschillende wandelvrienden wat dit allemaal nog aangenamer maakt. We komen zo terug op de Ravel en zo eindigt een fijne woensdag wandeling.
NIEUWJAARSTOCHT. / SPORT PLUS KINROOI. / KINROOI. 06/01/2019
NIEUWJAARSTOCHT.
SPORT PLUS KINROOI.
KINROOI.
Kinrooi is gelegen aan de regenrivier de "Maas", in het uiterste NO-hoekje van België. Het landelijke Kinrooi bestaat uit vijf kerkdorpen: Geistingen, Kessenich, Kinrooi, Molenbeersel en Ophoven. De gemeente is rijk aan opmerkelijke monumenten zoals kasteel Borgitter, het Slichtenhof en drie maalvaardige molens: de Keijersmolen, Zorgvlietmolen en Lemmensmolen. Kessenich pronkt met de ruïne van de 12de eeuwse mottetoren en met de Sint-Martinuskerk, 'parel van het Maasland' We wandelen vandaag veel in de natuur rond Kinrooi en deze gemeente heeft er wel wat. Kinrooi is grotendeels groen. Vooral deelgemeente Molenbeersel is rijk aan natuur. Hier vind je uitgestrekte natuurgebieden zoals het Stramproyerbroek, het Grootbroek, het Urlobroek, de Zig en de Goort. Zij maken deel uit van het grensoverschrijdende landschap Kempen-Broek. De Zig was ooit onderdeel van een uitgestrekt moerasgebied langs de Belgisch-Nederlandse grens. We wandelen vandaag in het Zig. Dit uitermate aantrekkelijk wandelgebied met bossen, weilanden, akkers en laagveenmoerassen telt maar liefst 17 ha vijvers met rietkanten en moeraszones. Vanuit de vogelkijkhut bespied je de zeldzame waterral, blauwborst of sprinkhaanrietzanger. Zo mooi om in te wandelen, maar ook de verschillende molens zijn de moeite. Lemmensmolen: Een stenen beltmolen uit 1856. De molen is nog altijd maalvaardig. Zorgvlietmolen in Molenbeersel: Oorspronkelijk stond hier een houten molen uit 1817-1818. Die werd afgebroken in 1919. Deze beltmolen kwam in de plaats. De molenas is volledig in gietijzer: een zeldzaamheid in Vlaanderen. Keijersmolen in Molenbeersel: Deze stenen berg- of beltmolen stamt uit 1869. Het molenwerk bleef volledig behouden. De molen is nog altijd in bedrijf. Zo wandelen we door het prachtige landschap en zijn molens tot we terug zijn op onze vertrekplaats een aangename wandeling.
Onze laatste wandeling van 2018. 165 wandelingen dit jaar is voor ons een fijn resultaat met 48.571 kilometers op de teller. We wandelen onze laatste wandeling in Tongeren. We wandelen naar Beukenberg. En langs het kasteel Betho.
Het Kasteel van Betho is een kasteelhoeve en bestaat uit twee delen. Het kasteel telt vier vleugels rondom een gesloten binnenplaats. Tegen de noordwestelijke vleugel van het kasteel is een U-vormige hoeve gebouwd rondom een tweede binnenplaats. Langs de noordzijde is het complex deels van een gracht voorzien. Het kasteeldomein maakt deel uit van het natuurgebied Beukenberg
Dan wandelen we het Plinuspark binnen langs de vijvers en dan gaan we langs de oude spoorwegzate de spoorweg werd gebouwd in1879 en diende om fruit en goederen naar Tienen te brengen. De spoorweg Tongeren en Tienen werd in 1968 afgebroken en nu is het een natuurreservaat. We verlaten de spoorwegzate en wandelen nu in Mulken. We komen aan Kasteel van Rooi.
Het kasteel ligt net buiten het gehucht Mulken op het grondgebied van Neerrepen. Het Kasteel van Rooi is een kasteelhoeve en bestaat uit een U-vormig hoofdgebouw omgeven door een vijver en een vierkantshoeve. Het hoofdgebouw bestaat uit twee delen. De noordwestelijke vleugel bestaat uit een witgekalkt gebouw opgetrokken in baksteen onder een zadeldak bedekt met leien. De oorsprong van dit gebouw gaat terug tot de 14e eeuw. De zuidwestelijke gevel dateert uit de 16e eeuw en versmalt trapsgewijs naar boven toe. De noordwestelijke gevel van dit gebouw is aangepast doorheen de 17e eeuw. De jaarankers dateren de laatste aanpassingen in 1698. In diezelfde periode werd tegen deze vleugel een L-vormige vleugel gebouwd zodat het U-vormig hoofdgebouw zijn huidige vorm kreeg. De vierkantshoeve gaat terug tot het midden van de 17e eeuw. Enkel de inrijpoort en een dwarsschuur dateren nog uit deze periode.
Even verder komen we aan de burchttoren van Mulken of Tempelierstoren.
Is een 13e-eeuwse toren. De versterkte toren is gelegen op een kleine kunstmatige heuvel aan De Locht. Van de versterkte toren, die deel uitmaakte van de burcht van Mulken, staan nu nog enkel de buitenmuren recht. Het dak en de binnenindeling zijn verdwenen. Het geheel heeft een achthoekig grondplan met een doorsnede van 4,6 meter. De muren hebben een dikte van zo'n 1,85 meter. De toren steunt op een plint van ruwe blokken uit vuursteen, de hogere verdiepen zijn opgebouwd uit bewerkte vuursteen. De vuursteen die gebruikt werd om de toren op te trekken was afkomstig van oude Romeinse bouwwerken in de omgeving. De hoekblokken van de toren bestaan uit mergelsteen en zijn aangebracht in een latere periode. Oorspronkelijk was de donjon enkel toegankelijk via een ladder die leidde naar een opening in de eerste verdieping. De deuropening in de gelijkvloerse verdieping is het resultaat van latere aanpassingswerken. Het aanpalende landgoed dat bestaat uit een woonhuis en boerderij werd heropgebouwd in de 17e eeuw en verbouwd in het midden van de 19e eeuw.
Dan wandelen we door het landschap en gaan richting Piringen. Waar de controlepost is en dan gaan we opnieuw richting Tongeren over de Beukenberg en met zicht op het Kasteel Betho. Dan komen we terug aan ons vertrek waar we nog even langs een deel van de Romeinse muur wandelen. Zo eindigt onze laatste wandeling van 2018.