OPENMONUMENTENDAG / OPEN TOREN / STOOMSTROOPFABRIEK / BORGLOON
OPENMONUMENTENDAG.
OPEN TOREN BORGLOON.
STROOPFABRIEK BORGLOON.
Zondagmorgen, een zalige ochtend met een heerlijke zon aan de blauwe hemel. De fiere gotische toren van de Sint Odulphuskerk staat te schitteren tegen de blauwe hemel. Al 600jaar lang is hij een bakken voor reizigers, je ziet hem staan op zijn hoge plaats in het hartje van Borgloon.
Vanwaar je komt je ziet hem. Op het Speelhof staat de engel op zijn sokkel met zijn rug naar de kerk, maar hij staat op een bijzondere plaats, onze schepen van erfgoed noemt het LIEU SACRE hier ontstond onze eigen geschiedenis, het Graafschap Loon.
Langs de kerk staat de plaats waar alles begon, de motheuvel waar eens de burg van de Graven van Loon stond, vele jaren hebben we ons niet kunnen indenken hoe hij eruit gezien heeft, nu doormiddel van infoborden hebben we een beeld van hoe de burg uitzag. Gelukkig kunnen we genieten van het prachtige uitzicht over het Land van Loon, vanop de motheuvel, Borgloon met zijn kastelen en zijn fruit.
Na de opening van de Openmonumentendag kunnen we genieten van een lekker Hoeper een biertje uit Hoepertingen. En een boterham met Loonse stroop en spek. We beklimmen de jarige toren 1406 gebouwd langs de nauwe trappen naar boven, naar de klokken kijken, en het houtenspan van de toren.
We verlaten de jarige toren en zakken af naar een ander special gebouw, we schrijven 1830 de fruitproductie bereikt zijn hoogtepunt, de boeren met hun stroopboerderijen worden te klein om het fruit te verwerken, de huisnijverheid krijgt een commercieel verlengstuk de stroopfabrieken op het stationsplein krijgen vorm. Vandaag 175 jaar later word het laatste nog bijna intact stroopfabriek geklasseerd als monument en de stroop geschiedenis van Loon bewaard en vooral er word opnieuw Loonse stroop gemaakt.
Het Stoomstroopfabriek Wijnants-Groenendaels aangekocht door de gemeente wacht een grondige restauratie en zal dan een prachtig monument worden op de stationsite. Bewaren en doen herleven van onze rijke geschiedenis is een opdracht voor de toekomende generaties, van ons Grafelijk verleden, ons Kerkelijk verleden en ons Industrieel verleden.
INTERNATIONALE SOMMERWANDERUNG / A.M.C. MARSCH TEAM / ST. VITH 09/09/2006
29 INTERNATINALE SOMMERWANDERUNG.
A.M.C MARSCH TEAM.
ST. VITH.
ST.VITH ligt in het zuiden van de Oostkantons, in het hart van de Eifel-Ardennenstreek. De stad werd voor ongeveer 50 jaar geleden, in de bloedige winter van 1944-45 helemaal vernietigd.
De enige getuige uit de tijd van deze ramp is de "Bücheltoren", het laatste overblijfsel van de stadsmuren uit de 14de eeuw. De toren werd in 1961 gerestaureerd.
Tegenwoordig is St.Vith de draaischijf voor de handel en het handwerk in de streek, op het kruispunt van belangrijke verkeersaders. De parochiekerk van St.Vith en het museum, dat in het voormalige stationsgebouw ondergebracht is, zijn zeker een bezoek waard. Sinds de 13de eeuw bezit St.Vith stadsrechten, maar het is een kleine stad gebleven.
De gemeente ligt 450 - 500 m boven de zeespiegel. Maar vooral de natuur is hier prachtig. We wandelen door deze prachtige streek met adembenemende zichten.
Wandelend door de weilanden met zichten op de bossen. We komen in Breitfeld met oude boerderijen en vele straatkruizen met prachtige afbeeldingen.
Daarna wandelen we Wiesenbach, met de Bartholomeuskapel uit de 8e eeuw met frescos uit 1450 die weder ontdekt zijn.
Deze kapel heeft ook een kluis met vensteropeningen in rode zandsteen. Het gebouwtje werd in 1840 door de kluizenaar Könen opgericht gebouwd heel eenvoudig naar de bouwtrant uit de Eifel en is een van de weinige onvervalste bouwwerken die bewaard zijn gebleven, voor en na de Tweede wereldoorlog werd het gebruik als gemeentehuis van de oude gemeente Lommersweiler, in 2003 werd het grondig gerestaureerd en nu is het een kunstatelier.
We keren naar St Vith terug langs de planetenweg, hier word langs een laan het heelal afgebeeld met onze aarde en planeten. We wandelen voorbij een zonnebloemenveld wat heel mooi is en dan komen we terug aan het vertrek.
Een prachtige, zonnige wandeling in een mooie omgeving met veel rust en natuur. Gewoon prachtig in de Eifel/Ardennen.
BOSTOCHT / DE SCHOVERIK / BEVERST-BILZEN 04/09/2006
BOSTOCHT
DE SCHOVERIK.
BEVERST-BILZEN.
Maandag wandeling in Diepenbeek vertrek in Beverst. Beverst met zijn kasteel, zijn natuur.
We wandelen door de velden met bossen op de achtergrond. Beverst was ooit een klein landbouwdorp rond het adellijke Leen Schoonbeek.
Het kasteel van Schoonbeek is een bijzonder schilderachtige, verbouwde 17de eeuwse waterburg in Maaslandse renaissance temidden van een Engels park en 200ha bossen met vijver.
Aangenaam om te wandelen en van de natuur te genieten. We wandelen langs een prachtig stuk natuur waar de heide in bloei staat een prachtig zicht, de vijvers met waterwild en de bossen geven alles een rustig en aangename tint.
Wandelen met de Schoverik is altijd een freest met verzorgde controlepost en een aangenaam onthaal. Het parkoers zorgvuldig uitgezocht om de wandelaar de mooiste stukjes te laten verkennen. Natuurlijk na 25 jaar wandelen kom je wel eens op een plaats die al gedaan heb, maar toch blijft het een aangenaam tijdverblijf met een positieve invloed op de gezondheid.
Wandelen met een wandelclub is meer dan alleen kilometers aflegen, het is de vriendschap die door de jaren opgebouwd is, elkaar ontmoeten en gezellig samen zijn. Genietend van elkaar en van de natuur en omgeving. Steeds weer nieuwe dingen ontdekken en verkennen.
Roermond is een stad met een rijke historie. Dat is duidelijk te zien aan de vele gebouwen die nog herinneren aan dat verleden. Dat verleden begon al in de Romeinse tijd toen Roermond een nederzetting aan de Roer was. Een uit de 3e eeuw na Christus stammende altaarsteen opgedragen aan de godin Rura getuigt van de oorsprong van deze nederzetting. Door de eeuwen heen kreeg de nederzetting stadsrechten, werd hoofdstad van het Overkwartier Gelre, vervolgens Hanzestad en ook kerkelijk bolwerk. De stad viel door de eeuwen heen onder bestuur van maar liefst 5 verschillende landen; Spanje, Frankrijk, Oostenrijk, Duitsland en vervolgens het Koninkrijk der Nederlanden.
Het Roermondse stadhuis uit 1700, waarvan de kelders uit de 13e eeuw stammen. In het torentje van het stadhuis aan de Markt bevindt zich de stadsbeiaard. De toren wordt omkranst door een aantal levensgrote beeltenissen van figuren welke onlosmakelijk verbonden zijn met de geschiedenis van Roermond. Dagelijks om 12.00 uur draaien en bewegen de beelden geheel rond op de muziek van het carillon. In roerige tijden moest Roermond zich, net als veel andere steden, bescherming tegen agressors van buiten de stad. Daarom werd er een vestingmuur met wallen aangelegd, compleet met poorten en torens.
De naast de kathedraal gelegen Rattentoren is hier een overblijfsel van. In de Rattentoren is nu het poppentheater de Klaproos gevestigd. Roermond is sinds 1559 bisschopsstad. In de kathedraal staat de zetel (cathedra) van de bisschop van Roermond. Toen er in de 16e eeuw een nieuw bisdom in deze contreien moest komen werd er voor Roermond gekozen en niet voor het voor de hand liggende Maastricht. Maastricht had ruzie met het nabij gelegen Luik in welk van de twee steden het kathedrale kapittel moest komen. Roermond was de lachende derde. In het verleden was Roermond hoofdstad geweest van het Overkwartier Gelre en bovendien had de stad een fikse stadsbrand achter de rug. De bisschopszetel was een welkome impuls voor de stad. Een stadsrondgang is prachtig met een terrasje genietend van de enige zonnige dag deze week. Gewoon zalig samen met Jozef en Heidi.
Kasteel Montfort werd rond 1260 gebouwd door Hendrik van Gelre, op een heuvelrug in het waterrijke Vlootbeekdal. Door deze ligging, het veelhoekige grondplan en dikke natuurstenen muren was het praktisch onneembaar. Na Hendrik's dood in 1285 hoorde kasteel Montfort bij het graafschap Gelre. Graaf Reinoud I bouwde de hoofdtoren: de Grauwert. Deze heeft een ronde achterkant en een scherpe punt aan de voorzijde, destijds een bouwkundige noviteit. Reinoud's eigen zoon sloot hem van 1320 tot z'n dood in 1326 in de Grauwert op.
Onder Reinoud II groeide het belang van kasteel Montfort. Vanaf 1337 verbleef hij er regelmatig met z'n hofhouding. Dit stelde hogere eisen aan de woonvertrekken, die in 1342-1343 werden uitgebreid en vernieuwd.
Tot het eind van de 15e eeuw deed Montfort nog regelmatig dienst als residentie van de landsheer. Verder woonde hier de drossaard, die met 27 man personeel zorgde voor de verdediging en het bestuur van het ambt Montfort, een bestuursdistrict van het Overkwartier van GelreDoor de opkomst van het kanon werd kasteel Montfort rond 1536 uitgebreid met vestingwerken. Dit kon echter niet verhinderen dat keizer Karel V het in 1543 belegerde en zwaar beschadigde.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog vervulde het kasteel nog een (bescheiden) militaire rol. In 1685-1686 werden de vestingwerken gesloopt en de grachten gedempt. De resterende gebouwen bleven woning voor de drossaard
Rond 1780 volgde ook de sloop van het woonkasteel, waarna een ruïne overbleef. Rond 1845 bouwde men op de noord-oostelijke torenvoet een achthoekig bakstenen torentje: het Jachtslot.
Dit Jachtslot wordt momenteel gerestaureerd, om daarna een bijdrage te leveren aan de openstelling van de kasteelruine voor het publiek. De kasteelruïne is eigendom van de Stichting Kasteel Montfort. Deze liet tussen 1975 en 1981 het merendeel van het muurwerk conserveren tegen verder verval.
De Grauwert en de veertiende eeuwse bakstenen keldergewelven onder de oostvleugel wachten nog op noodzakelijke consolidatie, terwijl het Jachtslot op kort termijn wordt gerestaureerd.
MARCHE DES ASCENSEURS / MARCHING TEAM SAINT GABRIEL / MAURAGE 02/09/2006
MARCHE DES ASCENSEURS
MARCHING TEAM SAINT GABRIEL MAURAGE.
MAURAGE.
Park van Kanalen en Kastelenzo word de streek genoemd. Gelegen op het Canal du Centre, de waterweg die van groot belang was voor het economische leven in de streek.
De graafwerkzaamheden werden aangevat in 1889, doch het Canal du Centre kon pas in 1917 in gebruik genomen worden. WO I had de werken aanzienlijk vertraagd. Het Canal du Centre verbindt het Canal de Condé met het kanaal Brussel-Charleroi, is 21 kilometer lang en telt zes sluizen. Het telt 6 sluizen en vier hydraulische liften hierdoor word een hoogte verschil van 90 meter overwonnen.
Sinds 1957 is het kanaalbuiten gebruikgesteld en is een belangrijk toeristische attracties. Om de bevaarbare waterwegen in België voor schepen van 1350 ton met elkaar te verbinden was de aanleg van een nieuwe sectie van het Centrumkanaal nodig. Met de bouw van een scheepslift de grootste die ooit in de wereld opgericht en overbrugt een hoogte verschil van niet minder dan 73,15 meter. In deze omgeving wandelen we. De reuze grote scheepslift is van ver te zien als een reuze paddestoel. We vertrekken aan het oude kanaal met zijn bomen en zijn ophaalbruggen, de sashuizen die er verzorgt bijliggen.
Gewoon prachtig dit is hydraulisch patrimonium te ontdekken dat enig in de wereld is en in 1998 door UNESCO tot werelderfgoed uitgeroepen. We wandelen door deze prachtige omgeving en komen in Boussoit en genieten van het prachtige gebouw een oude abdij of klooster. Wat verder komen we terug aan het oude kanaal en het zicht is betoverend voor wie van industrieel erfgoed houdt maar tevens zien we de nieuwe enorme kabellift. We komen langs de Ascenseur de Thieu een samenspel van staal en steen. Gewoon prachtig. Dan wandelen langs het nieuwe stuk van het nieuwe kanaal en komen aan de scheepslift. Nog even langs het oude kanaal waar de eenden rustig rondzwemmen. We steken de laatste ophaalbrug over en komen terug aan het vertrek. Een wandeling die niet verveelt en die ons langs prachtige gebouwen brengt. We hebben genoten van de wandeling.
MIJNSITE VAN BOIS-DU-LUC
Omdat we hier vlakbij Bois-du-Luc zijn en het een aangename dag is bezoeken we de mijnsite Bois-du-Luc.
Na drie eeuwen drukke activiteit van steenkoolwinning heeft Bois-du-Luc zijn rust terug gevonden. Het leven kabbelt verder aan de voet van de beboste terrils in een authentieke site die ontzettend goed bewaard is gebleven. We ontdekken in een groen kader de gebouwen die tijdens de ontginningsperiode opgetrokken zijn, de grote kantoren, de bovengrondse werkplaatsen, de verschillende zalen van de St Emmanuel kuil en de mijnwerkers woningen.
We bezoeken het bureel van de directeur, de burelen van de ingenieurs, de betaalzaal met zijn bankkluizen. Dan bezoeken we de werkplaatsen die nog volledig zijn met de werkmachines, de schrijnwerkers, de smeden. We gaan dan naar de mijngebouwen zelf, met een prachtig licht en klankspel.
Het is een hele ervaring om deze magische plek te bezoeken, om ons bezoek af te sluiten gaan we ven naar de mijnwerkershuizen kijken, prachtige site.
22E MARCHE D'ETE / LES FOUGNANS / PURNODE 27/08/2006.
22e MARCHE DETE
LES FOUGNANS.
PURNODE.
Brouwerij du Bocq, in het hartje van de Ardennen de brouwerstraditie ontdekken die de familie BELOT sinds 1858 in Purnode in stand houdt, een klein prachtig toeristisch dorpje in de Bocq-vallei. Het begeleide bezoek - uniek in Wallonië - zal ons doorheen de tijd loodsen: de volledige evolutie van de kunst om een goed bier te brouwen "la Gauloise".
Hier vertrekt de wandeling in de brouwerij. Alles begon in 1858 toen Martin BELOT, landbouwer in Purnode, bier begon te brouwen in zijn boerderij. In het begin werd het bier uitsluitend in de winter gebrouwen wanneer er op de velden onvoldoende werk was voor de arbeiders. De ontdekking van een waterbron van uitzonderlijke kwaliteit en kwantiteit in de nabijheid van de boerderij was, natuurlijk, een bijkomende troef, veel is er niet veranderd in dit Ardeens dorpje waar de brouwerij het belangrijkste gebouw is.
We wandelen door de straat en gaan direct de mooi natuur in, we wandelen veel langs het stroompje de Bocq. We klimmen een heel eind om dan langs het station van Purnode te komen gelegen in het bos het enige gebouw in de omtrek, eigenaardig om hier een dergelijk station te zien.
De sporen liggen er nog maar zijn overwoekerd, een spoor door een prachtige vallei. Ze zijn een stuk van de lijn aan het vrijmaken, er is een nieuwe bestemming voor deze lijn gevonden. We klimmen en klimmen en krijgen een fabuleus zicht over de vallei en de spoorweg die door verschillende bergen gaat, en op plaatsen over de stroom de Bocq, waar prachtige bruggen over gebouwd zijn, gelukkig zijn deze bewaard gebleven ze zijn een bijzonder mooi stukje bouwkunst.
De wandeling door het bos nu weer de beekjes oversteken, dan door een kloof met hoge rotsen. Heel mooi, spijtig dat het de afgelopen dagen zo geregend heeft en alles onder de modder zit. Mooie panoramas krijgen we voorgeschoteld door de vallei gewoon prachtig. We komen terug aan in het dorp en gaan langs de huizen in natuursteen dalen af naar het centrum en zien de brouwerij.
We wandelen de koer op en hier kunnen we een bezoek aan de brouwerij brengen. We wandelen nog wat rond en genieten van de omgeving en zeker genieten we van het bier dat hier gebrouwen wordt. Applebocq is een fruitig naar appelen smakend troebel biertje, ik hou wel van de smaak en het is een verfrissend biertje.
Een fijne en aangename wandeling, als we naar huis rijden komen we langs Spontin en we wilden al lang het kasteel eens bezoeken, buiten valt het nogal mee, maar de inkom van 4 euro is weggesmeten geld binnen is het een vieze vuile boel onderkomen en het staat leeg, we horen dat de eigenaar in 2004 vermoord werd en er nu een dame in een van de bijgebouwen woont en deze houd het kasteel open voor bezoekers.
We wandelen nog wat rond in het dorp en keren dan naar huis terug.
"Onneembaar geacht in 1940, maar spectaculair veroverd. Beleef het begin van de 2de Wereldoorlog ontdek de indrukwekkende bunkers en maak kennis met Duitslands geheime wapens" zo word een bezoek aan het Fort aangeprezen.
Overdreven is het niet.
Het fort is uitgegraven in een mergelheuvel met behulp van mijnbouwtechnieken. Er zijn galerijen, bunkers en koepels aanwezig welke het fort van Eben-Emael vorm geven. Grofweg bestaat het plan van het fort uit een driehoek met een basis van 750 meter en een hoogte van 950 meter. De oppervlakte is circa 45 Ha. Het oostelijk deel van het fort wordt begrenst door een gigantische "watergracht": het Albert-kanaal. Deze was aangelegd nog voordat er sprake was van bouwactiviteiten van het fort! Het kanaal doorsneed de mergelheuvel waardoor er mergelwanden ontstonden met grote hoogten.
In het zuiden was deze hoogte circa 60 meter en in het noorden "nog maar" 20 meter. Een perfecte locatie om een fort te bouwen! Het fort bestaat uit twee niveaus: Niveau 0: De kazerne (45 m onder het oppervlak) voor de huisvesting van 1200 soldaten inclusief alles wat nodig was om zonder hulp van buitenaf voor langere tijd stand te houden. Niveau 1: het tussenniveau (25 m onder het oppervlak) bestaande uit de galerijen (circa 4 km in totaal) die toegang geven tot alle gevechtsopstellingen van het fort.
Op het dak van het fort zijn de bunkers (kazematten en machinegeweerbunkers) en koepels. Deze zijn verbonden door middel van trappenhuizen (18-24 meter hoogte) met niveau 1 (de galerijen).
De verbinding tussen niveau 0 en niveau 1 bestaat uit twee trappenhuizen en 1 lift. Beide verbindingen zijn voorzien van luchtsluizen om de kostbare gezuiverde lucht van de kazerne gescheiden te houden van de lucht in de galerijen. Alleen de kazerne had gezuiverde lucht: er was te weinig capaciteit om ook de galerijen te voorzien van schone lucht. Het persoonlijk gasmasker moest de soldaat beschermen als er gifgassen waren in de galerijen.... vandaag is een bezoek heel bijzonder, op de open deur dagen een rondleiding krijgen.
Het is werkelijk een museum met verschillende kamers die ons een idee geven van het leven in het fort. De rondleiding brengt ons naar de verschillende bunkers. Hier kan men nog zien welke schade er aangebracht werd door de Duitse aanval.
Bovengronds kun je een wandeling maken die ons naar de verschillende bunkers breng en een prachtig panorama over de Maas en het Albertkanaal tot over de Nederlandse grens. Een bezoek aan het Fort van Eben Emael zal zeker niet vervelen, ontvangst in een gezellige kantine met een drankje en een hapje, de mogelijkheid om een souveniertje te kopen, een paar uur geschiedenis en een beetje raad het is fris in het fort en je moet ook wat trappen maken maar het is zeker de moeite.
Een fantastische toren, die in de jaren `60 van de vorige eeuw temidden van een onbewoond gebied, dat uitkijkt op de vallei van de Geer, van grove silexbreuksteen is gebouwd door de particulier Robert Garcet.
De vijf verdiepingen eindigen in een terras met hoeken, waarop grote gebeeldhouwde gevleugelde dieren, de symbolen voor de vier Evangelisten (de stier voor Sint-Lucas, de leeuw voor Sint-Marcus, de adelaar voor Sint-Johannes en de engel voor Sint-Mattheus) hun angstaanjagende silhouetten aftekenen tegen de hemel. Het gebouw is 33 m hoog en is gebouwd op een vierkante basis. Het heeft zeven verdiepingen met bovenop in beton gegoten de vier cherubijnen van de Apocalyps: de stier, de Leeuw, de Adelaar en de mens als een soort sfinx afgebeeld.
Zij die geïnteresseerd zijn in de archeologie zullen hier echt hun hart kunnen ophalen. Aan de basis van de toren zijn 12 gedenkstenen opgericht elk 3,33 m uit elkaar. Allemaal esoterische maten. Op de torenpoort staat de spreuk: "Vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid" de spreuk van de waterman.
De toren rust ook nog eens op 4 kolossale cherubijnen met gespreide vleugels die de toren lijken te ondersteunen. In dezelfde zaal bevind zich een relief in cement dat de ideeënwereld weergeeft van Garcet: De wereld ten prooi aan een monsterlijke domheid, belichaamd door een tyrannosaurus van voor de zondvloed.
Voor zich het boek der boeken openstaand op het evangelie van Matheus. De martelaren, slachtoffers van het katholicisme, de Islam, het communisme, het Fascisme vormen een rivier van bloed.
Aan de andere kant worden Filosofie en wetenschappen samengevoegd om de democratische organisatie te cremeren waar de burger herkent wordt als een persoon met rechten. Vrijheid van denken, pers en gewetensvrijheid.
De mens een gedrag aanleren van vrede, tolerantie, solidariteit en rechtvaardigheid dat is de boodschap van de toren van Eben-Ezer.
Eben-Ezer (de vredestoren) werd niet door één man gebouwd maar door een volledige ploeg van kameraden die elkaar zeer waardeerden. In 1951 werden de fundamenten van de grote trap gelegd.
De eerste hoeksteen van de toren van Mitspa (leeuw) is van graniet, hij draagt een dubbel symbool want het is ook de steen van een brug die door het Duits leger vernietigd werd, de overwinning van goed tegen kwaad, van vrede op oorlog. De funderingen van de toren gaan tot 30 m onder de grond. We bezoeken de toren en hebben een indrukwekkend zicht van op de toren.
Ongelooflijk het levenswerk van één man, jaren geleden was er sprake van om de toren af te breken omdat hij zonder vergunning gebouwd is, nu is het een belangrijk toeristische attractie
MARCHE D'APRES MIDI / MARCHEURS DU GEER / EBEN-EMAEL 26/08/2006.
MARCHE DAPRES MIDI
MARCHEURS DU GEER.
EBEN-EMAEL.
Tot 1963 maakte Eben-Emael deel uit van de Vlaamse provincie Limburg maar werd na de vaststelling van de taalgrens overgeheveld naar de provincie Luik in Wallonië. Eben-Emael, in het Nederlands ook gespeld als Eben-Emaal, is een deelgemeente van de Waalse gemeente Bassenge (Bitsingen). Het ligt aan de taalgrens en vlakbij de grens met Nederland bij Maastricht.
Gelegen aan het riviertje de Geer (Jeker) waar verschillende watermolens op liggen en op de wandeling komen we er een paar tegen.
Maar vooral de prachtige natuur is hier uitzonderlijk, we hebben te maken met de mergel en de silex. Dit heeft een merkwaardig gebouw opgeleverd namelijk de toren van Eben Ezer ook de ontginning van de silex waar vele gebouwen mee gemaakt zijn hier alom aanwezig. Het prachtige landschap dat voor 1960 praktisch onbewoond was op enkele boerderijen en molens na.
Gelegen in de vallei van de Geer, hier wandelen we, met stevige beklimmingen langs de silexgroeve en de toren. Dan dalen we af naar het dorpje langs de molen van Eben en naar het militair domein van het Fort van Eben Emael. Het fort Eben-Emael is nog steeds militair terrein. Gebouwd in 1932-1935 werd dit fort onneembaar geacht en was tevens het laatste woord van de toenmalige 'moderne' oorlogsvoering.
Gelegen aan het Albert-kanaal was het een belangrijk strategisch punt van de Belgische verdediging in het oosten met als hoofdtaak: de drie bruggen in het Noorden over het kanaal te verdedigen of te vernietigen. Ook het zogenaamde "gat van Visé" ten zuiden van het fort werd verdedigd.
In het Fort is een museum ingericht dat alles toont van de rumoerige tijd welke het fort heeft doorstaan in de tijdsperiode 1935-1944. Variërend van foto's tot wapens, van uniformen tot boeken zijn bijna alle facetten met betrekking tot het fort vertegenwoordigd. Zeker een bezoek waard.
Wij verlaten het domein om langs de Geer terug naar het vertrek het gaan een prachtige wandeling in een bijzondere omgeving.
Sohier, bloemendorp deze titel is ze zeker waard. Wie houd van bebloemde gevels, voortuintjes en op alle hoeken van de straat prachtig aangelegde bloemperken, oude landbouwtuigen beplant met veel kleurige bloemen, en zelfs een afgedankte auto vol geplant met bloemen, gewoon prachtig.
Achter de kerk vind je het kasteel en zijn park, we bevinden ons hier diep in de Famennestreek op een steenworp van de Ardennen. We worden verwelkomt door een erehaag van 19de eeuwse huizen en boerderijen uit kalksteen, daken uit leisteen geven een grijze tint en maken het plaatje compleet.
Dit is een vredig dorpje met aangenaam geurende perkjes, een houtstapel voor de deur en kleurrijke bloemen op alle vensterbanken, Sohier heeft zijn titel van mooiste bloemendorp van Luxemburg niet gestolen.
De hoofdweg van de kerk naar de voormalige schoolgebouwen, is een schitterende rij huizen in kalksteen en zandsteenblokken met vensteromlijstingen in houwsteen. Kalk- en zandsteen vormen een harmonieus geheel. De gehele straat is een perfecte opeenvolging van bekoorlijke, 19de eeuwse goed onderhouden boerderijen en huizen, we wandelen door dit prachtige dorp met boerderijen met vakwerk
We verlaten het dorp om naar het goed de Beaurevoir te gaan, dit kasteeltje was vroeger de verzamelplaats voor als men ging jagen. We wandelen door het prachtige landschap waar we overrompeld worden door uitgestrekte panoramas.
We wandelen naar het dorpje Honnay, het is heerlijk wandelen te midden van de wilde kersenbomen, wilde rozelaars, mei-en doornhagen, braambessen en nog veel meer. We wandelen hier op de scheiding van het lager gelegen Famennestreek en de Condruzische hoogtes je merk duidelijk de hoogte verschillen. We wandel hier de provincie Namen binnen. Dit kleine kamweggentje brengt ons naar Honnay. Je krijgt de indruk op een Ardeens balkon te wandelen dat de Famenne overschaduwt, Sohier verdwijnt uit het zicht en maakt plaats voor Honnay deze droomroute strekt zich eindeloos voor je uit.
Honnay is een rustig dorpje dat op het tempo van de jaargetijden leeft, het verwonderd ons dat een zo klein dorpje zo een grote kerk heeft. Ook hier vakwerk en het herinnerd er ons aan dat we in de Famennestreek wandelen. We komen terug na een lange klim en prachtige zichten in Sohier. Langs het kasteel en park. We hebben nog wat tijd over om in het centrum nog wat te kijken en bezoekje aan de kerk te brengen.
We hebben genoten van onze wandeling in en rond het dorp, prachtige bloemen en mooi huizen, ik snap wel dat dit ook een van de mooiste dorpen van Wallonië is.
In Borgloon staat nog een zeldzame getuige van de siroopnijverheid die hier sinds het eind van de 19de en in een groot deel van de 20ste eeuw voor welvaart zorgde. Het Haspengouwse fruit werd er verwerkt tot stroop, eerst nog ambachtelijk, later op industriële wijze. De fabriek uit 1878 - in 1959 werkten er 23 arbeiders - is nog volledig uitgerust, staat op een oud stationscomplex en ligt op loopafstand van het centrum. Sinds 1988 vloeit er geen stroop meer.
Herbestemming
In 2005 kocht de stad Borgloon de verloederende fabriek aan. Dit is dé plek om het fruitige erfgoed van Haspengouw en Borgloon, een belangrijk facet van de plaatselijke geschiedenis, te (laten) smaken. Dat zal onder meer gebeuren in een interactief ervaringscentrum waar stroop, cider en confituur ambachtelijk worden geproduceerd, met kookateliers en exposities, in een multifunctionele ontvangstruimte voor Lonenaren en toeristen. De oude fabriek moet de motor worden van de heroplevende stationsbuurt.
Vandaag vertrekken de Loonse Tsjaffeleers in de buurt gemeente Heers. Hoe zouden we Heers kunnen beschrijven Een dozijn bescheiden dorpskernen en kerkjes, met de machtige vierkantshoeven en kastelen, verspreid over de heuvelachtige, uitgestrekte landerijen, doorspekt met vlekje bos en fruitboomgaarden. Een rijk verleden met het kasteel van Heers dat teruggaat tot in de 14de eeuw verwoest werd en rond 1500 geheel terug opgebouwd, een van de prachtigste kasteel in Haspengouw met een indrukwekkende boerderij met tiendenschuur. Nu in 2006 bijna een ruïne, vervallen en verwaarloosd. We wandelen er voorbij en met pijn in het hart zien we het verval van dit historische gebouw. We wandelen door de dreef en de hoogstamboomgaard is hetzelfde lot beschoren als het kasteel verval alom.
Dit zou een van de mooiste plekje is Limburg kunnen zijn. We wandelen door de uitgestrekte landerijen en genieten van het Haspengouwse landschap. De grote vierkantshoeven dikwijls waren het kasteelhoeven met grote graanschuren komen hier veelvuldig voor, de meeste hebben hun oorspronkelijke bestemming verloren en dienen nu als woonhuis of vakantiehuis. Gelukkig worden ze daardoor behouden. En dikwijls worden ze hersteld.
In de verte zien we de Sint Stefanuskerk van Batsheers, deze werd gebouwd op een hoogte door de Abt ven Averbode rond de 18de eeuw. In Opheers komen langs de Michelhoeve waar nu aan hoevetoerisme gedaan wordt. Wat verder tegenover de 18de eeuwse kerk ligt nog een kasteelhoeve die volop in restauratie is en waar een kunstenaar zijn werken tentoonstelt. Boven de deur het wapenschild van de eerste eigenaren. We wandelen even de taalgrens over en keren terug naar Heers.
Het weer zit zeker niet mee geregeld worden we overvallen door een regenbui. Je zou denken dat je midden in de herfst zit. Maar als we in de zaal komen word het slechte weer gauw vergeten als de geur van de pannenkoeken je tegenkomt. Nog wat bijpraten met vrienden en een fijne maar natte wandeldag is voorbij.