VIER JONGE MENSEN BLAZEN HET STROOPSTOKEN NIEUW LEVEN IN TE BORGLOON. DE GEBROEDERS BLEUS KUNNEN TERUGKIJKEN OP EEN LANGE GESCHIEDENIS STROOPSTOKEN. MAAR NIET ALLEEN VAN STROOP STOKEN HEBBEN ZE KAAS GEGETEN, VEEL TOESTELLEN IN DE AMBACHTELIJKE STOKERIJ ZIJN VAN DE HAND VAN EEN VAN DE BROERS EN OOK DE EIGENTIJDSE, JONGE WEBSITE IS EEN CREATIE VAN HENZELF. EEN BENDE DIE VAN WANTEN WETEN. LANGS DEZE WEG WILLEN WE HEN PROFICIAT WENSEN EN VEEL SUCCES MET HET STROOPSTOKEN IN BORGLOON.
BESTE BLOGVRIENDEN BEZOEK HUN WEBSITE EENS EN LAAT EEN BERICHTJE ACHTER IN HUN GASTENBOEK.
De stroopstokerij van de gebroeders Bleus in Vrolingen is de enige overgebleven stroopstokerij in de regio. Tussen 1850 en 1950 waren er in Borgloon alleen al 99 kleine familiale bedrijven. De opkomst van de grote stroopfabriek van Luik betekende een te grote concurrentie voor deze kleine bedrijfjes die het na verloop van tijd één voor één opgaven. Alleen de familie Bleus hield vol.
Door de jaren is het productieproces aangepast aan de eisen van de moderne voedingsindustrie. Het is echter een artisanale bereiding gebleven, het recept van betovergrootvader uit 1843 bleef overeind.
Peren en appelen worden op het vuur gezet en geperst waarna het sap op zeer hoge temperatuur wordt ingedikt.
De tijd voor het proces van indikken van het sap wordt erg kort gehouden, vandaar de uitzonderlijk frisse smaak van de stroop.
Er wordt niet meer op hout of kolen gestookt, maar op stookolie.
Er is een waterdrukpers uit de jaren '60. Omdat er geen machinerie beschikbaar is of was, werd er veel zelf in mekaar geknutseld met de hulp van de koperslager uit de buurt.
De juiste verhouding peren/appelen, de juiste variëteiten, daar komt het op aan. Alleen verse vruchten worden gebruikt. Er worden geen suikers, bewaarmiddelen of kleurstoffen toegevoegd. Daarna alleen nog roeren om aanbranden te vermijden, een werk van vakmanschap en geduld.
Een pot van 580 g bevat het sap van ongeveer 4,2 kg fruit. De stroop van Vrolingen is een geliefd product op de boterham of bij pannenkoeken.
Een eetlepel stroop wordt in de steek van Borgloon ook aanbevolen bij een verkoudheid. Wie de stroop proeft, is onmiddellijk onder de indruk van de fijne smaak.
Borgloon, hartje Haspengouw, hartje fruitstreek, een zonovergoten weekend met twee wandelingen in Borgloon en Voort. De fruitpluk is volop bezig en de fruitboeren zijn druk in de weer om de peren te plukken. Wij wandelen door deze prachtige streek. Alhoewel dit een thuismatch is, kunnen we nog genieten van de twee wandelingen. De zondagwandeling vertrekt uit de school de Linde en brengt ons naar de plantage.
We wandelen naar Kuttekoven vanwaar een prachtig zicht hebben op de stationsite met het voormalige stroopfabriek van Meekers en de schouw van Wijnats. Eens stonden hier drie schoorstenen. De prachtige namiddag, blauwe hemel en lekker warm maakt alles nog mooier. Steeds weer krijgen prachtige panoramas te zien,
Niet voor niks word Borgloon de Parel van Haspengouw genoemd. Met trots draag ze deze titel. We wandelen naar Kuttekoven met zijn kasteel De Clee temidden van de plantage en de kasteelhoeve. We dalen af naar de kapel van Kuttekoven, in 1907 werd dit kleine dorpje bijna een pelgrimsoord, men had de verschijning van Marie waargenomen, en spoedig kwam men van heinde en ver om een bezoek aan de kapel te brengen.
Spoedig verschenen kraampjes rond de kapel. De mirakels bleven uit en de rust keerde terug naar Kuttekoven en tot op de dag vandaag is er rustig vertoeven. We wandelen door dit rustige landbouwdorpje met veel plantages en boomgaarden. We stekken de drukke steenweg over en wandelen Hendrieken binnen waar we langs de Lorettokapel wandelen, deze kapel stond eigenlijk waar het kasteel staat en werd voor de bouw van het kasteel verplaats naar de huidige plaats. Aan de kapel stond een kluis waar de kluizenaars verbleven. Vandaag worden de familie van het kasteel er nog altijd begraven. Boven op de heuvel staat het kasteel van de Hulsberg, onlangs verkocht. De wandeling brengt ons door prachtige boomgaarden en plantages rond Borgloon en Voort.
Het landschap van Haspengouw is hier wel heuvelachtig en naar Borgloon komen is altijd klimmen, wat de wandeling aangenaam maakt. We kunnen alleen maar zeggen dat de twee wandelingen van de Strooplekkers een succes waren en dat ze een prachtig parkoers uitgezet hebben.
OPENMONUMENTENDAG / OPEN TOREN / STOOMSTROOPFABRIEK / BORGLOON
OPENMONUMENTENDAG.
OPEN TOREN BORGLOON.
STROOPFABRIEK BORGLOON.
Zondagmorgen, een zalige ochtend met een heerlijke zon aan de blauwe hemel. De fiere gotische toren van de Sint Odulphuskerk staat te schitteren tegen de blauwe hemel. Al 600jaar lang is hij een bakken voor reizigers, je ziet hem staan op zijn hoge plaats in het hartje van Borgloon.
Vanwaar je komt je ziet hem. Op het Speelhof staat de engel op zijn sokkel met zijn rug naar de kerk, maar hij staat op een bijzondere plaats, onze schepen van erfgoed noemt het LIEU SACRE hier ontstond onze eigen geschiedenis, het Graafschap Loon.
Langs de kerk staat de plaats waar alles begon, de motheuvel waar eens de burg van de Graven van Loon stond, vele jaren hebben we ons niet kunnen indenken hoe hij eruit gezien heeft, nu doormiddel van infoborden hebben we een beeld van hoe de burg uitzag. Gelukkig kunnen we genieten van het prachtige uitzicht over het Land van Loon, vanop de motheuvel, Borgloon met zijn kastelen en zijn fruit.
Na de opening van de Openmonumentendag kunnen we genieten van een lekker Hoeper een biertje uit Hoepertingen. En een boterham met Loonse stroop en spek. We beklimmen de jarige toren 1406 gebouwd langs de nauwe trappen naar boven, naar de klokken kijken, en het houtenspan van de toren.
We verlaten de jarige toren en zakken af naar een ander special gebouw, we schrijven 1830 de fruitproductie bereikt zijn hoogtepunt, de boeren met hun stroopboerderijen worden te klein om het fruit te verwerken, de huisnijverheid krijgt een commercieel verlengstuk de stroopfabrieken op het stationsplein krijgen vorm. Vandaag 175 jaar later word het laatste nog bijna intact stroopfabriek geklasseerd als monument en de stroop geschiedenis van Loon bewaard en vooral er word opnieuw Loonse stroop gemaakt.
Het Stoomstroopfabriek Wijnants-Groenendaels aangekocht door de gemeente wacht een grondige restauratie en zal dan een prachtig monument worden op de stationsite. Bewaren en doen herleven van onze rijke geschiedenis is een opdracht voor de toekomende generaties, van ons Grafelijk verleden, ons Kerkelijk verleden en ons Industrieel verleden.
INTERNATIONALE SOMMERWANDERUNG / A.M.C. MARSCH TEAM / ST. VITH 09/09/2006
29 INTERNATINALE SOMMERWANDERUNG.
A.M.C MARSCH TEAM.
ST. VITH.
ST.VITH ligt in het zuiden van de Oostkantons, in het hart van de Eifel-Ardennenstreek. De stad werd voor ongeveer 50 jaar geleden, in de bloedige winter van 1944-45 helemaal vernietigd.
De enige getuige uit de tijd van deze ramp is de "Bücheltoren", het laatste overblijfsel van de stadsmuren uit de 14de eeuw. De toren werd in 1961 gerestaureerd.
Tegenwoordig is St.Vith de draaischijf voor de handel en het handwerk in de streek, op het kruispunt van belangrijke verkeersaders. De parochiekerk van St.Vith en het museum, dat in het voormalige stationsgebouw ondergebracht is, zijn zeker een bezoek waard. Sinds de 13de eeuw bezit St.Vith stadsrechten, maar het is een kleine stad gebleven.
De gemeente ligt 450 - 500 m boven de zeespiegel. Maar vooral de natuur is hier prachtig. We wandelen door deze prachtige streek met adembenemende zichten.
Wandelend door de weilanden met zichten op de bossen. We komen in Breitfeld met oude boerderijen en vele straatkruizen met prachtige afbeeldingen.
Daarna wandelen we Wiesenbach, met de Bartholomeuskapel uit de 8e eeuw met frescos uit 1450 die weder ontdekt zijn.
Deze kapel heeft ook een kluis met vensteropeningen in rode zandsteen. Het gebouwtje werd in 1840 door de kluizenaar Könen opgericht gebouwd heel eenvoudig naar de bouwtrant uit de Eifel en is een van de weinige onvervalste bouwwerken die bewaard zijn gebleven, voor en na de Tweede wereldoorlog werd het gebruik als gemeentehuis van de oude gemeente Lommersweiler, in 2003 werd het grondig gerestaureerd en nu is het een kunstatelier.
We keren naar St Vith terug langs de planetenweg, hier word langs een laan het heelal afgebeeld met onze aarde en planeten. We wandelen voorbij een zonnebloemenveld wat heel mooi is en dan komen we terug aan het vertrek.
Een prachtige, zonnige wandeling in een mooie omgeving met veel rust en natuur. Gewoon prachtig in de Eifel/Ardennen.
BOSTOCHT / DE SCHOVERIK / BEVERST-BILZEN 04/09/2006
BOSTOCHT
DE SCHOVERIK.
BEVERST-BILZEN.
Maandag wandeling in Diepenbeek vertrek in Beverst. Beverst met zijn kasteel, zijn natuur.
We wandelen door de velden met bossen op de achtergrond. Beverst was ooit een klein landbouwdorp rond het adellijke Leen Schoonbeek.
Het kasteel van Schoonbeek is een bijzonder schilderachtige, verbouwde 17de eeuwse waterburg in Maaslandse renaissance temidden van een Engels park en 200ha bossen met vijver.
Aangenaam om te wandelen en van de natuur te genieten. We wandelen langs een prachtig stuk natuur waar de heide in bloei staat een prachtig zicht, de vijvers met waterwild en de bossen geven alles een rustig en aangename tint.
Wandelen met de Schoverik is altijd een freest met verzorgde controlepost en een aangenaam onthaal. Het parkoers zorgvuldig uitgezocht om de wandelaar de mooiste stukjes te laten verkennen. Natuurlijk na 25 jaar wandelen kom je wel eens op een plaats die al gedaan heb, maar toch blijft het een aangenaam tijdverblijf met een positieve invloed op de gezondheid.
Wandelen met een wandelclub is meer dan alleen kilometers aflegen, het is de vriendschap die door de jaren opgebouwd is, elkaar ontmoeten en gezellig samen zijn. Genietend van elkaar en van de natuur en omgeving. Steeds weer nieuwe dingen ontdekken en verkennen.
Roermond is een stad met een rijke historie. Dat is duidelijk te zien aan de vele gebouwen die nog herinneren aan dat verleden. Dat verleden begon al in de Romeinse tijd toen Roermond een nederzetting aan de Roer was. Een uit de 3e eeuw na Christus stammende altaarsteen opgedragen aan de godin Rura getuigt van de oorsprong van deze nederzetting. Door de eeuwen heen kreeg de nederzetting stadsrechten, werd hoofdstad van het Overkwartier Gelre, vervolgens Hanzestad en ook kerkelijk bolwerk. De stad viel door de eeuwen heen onder bestuur van maar liefst 5 verschillende landen; Spanje, Frankrijk, Oostenrijk, Duitsland en vervolgens het Koninkrijk der Nederlanden.
Het Roermondse stadhuis uit 1700, waarvan de kelders uit de 13e eeuw stammen. In het torentje van het stadhuis aan de Markt bevindt zich de stadsbeiaard. De toren wordt omkranst door een aantal levensgrote beeltenissen van figuren welke onlosmakelijk verbonden zijn met de geschiedenis van Roermond. Dagelijks om 12.00 uur draaien en bewegen de beelden geheel rond op de muziek van het carillon. In roerige tijden moest Roermond zich, net als veel andere steden, bescherming tegen agressors van buiten de stad. Daarom werd er een vestingmuur met wallen aangelegd, compleet met poorten en torens.
De naast de kathedraal gelegen Rattentoren is hier een overblijfsel van. In de Rattentoren is nu het poppentheater de Klaproos gevestigd. Roermond is sinds 1559 bisschopsstad. In de kathedraal staat de zetel (cathedra) van de bisschop van Roermond. Toen er in de 16e eeuw een nieuw bisdom in deze contreien moest komen werd er voor Roermond gekozen en niet voor het voor de hand liggende Maastricht. Maastricht had ruzie met het nabij gelegen Luik in welk van de twee steden het kathedrale kapittel moest komen. Roermond was de lachende derde. In het verleden was Roermond hoofdstad geweest van het Overkwartier Gelre en bovendien had de stad een fikse stadsbrand achter de rug. De bisschopszetel was een welkome impuls voor de stad. Een stadsrondgang is prachtig met een terrasje genietend van de enige zonnige dag deze week. Gewoon zalig samen met Jozef en Heidi.
Kasteel Montfort werd rond 1260 gebouwd door Hendrik van Gelre, op een heuvelrug in het waterrijke Vlootbeekdal. Door deze ligging, het veelhoekige grondplan en dikke natuurstenen muren was het praktisch onneembaar. Na Hendrik's dood in 1285 hoorde kasteel Montfort bij het graafschap Gelre. Graaf Reinoud I bouwde de hoofdtoren: de Grauwert. Deze heeft een ronde achterkant en een scherpe punt aan de voorzijde, destijds een bouwkundige noviteit. Reinoud's eigen zoon sloot hem van 1320 tot z'n dood in 1326 in de Grauwert op.
Onder Reinoud II groeide het belang van kasteel Montfort. Vanaf 1337 verbleef hij er regelmatig met z'n hofhouding. Dit stelde hogere eisen aan de woonvertrekken, die in 1342-1343 werden uitgebreid en vernieuwd.
Tot het eind van de 15e eeuw deed Montfort nog regelmatig dienst als residentie van de landsheer. Verder woonde hier de drossaard, die met 27 man personeel zorgde voor de verdediging en het bestuur van het ambt Montfort, een bestuursdistrict van het Overkwartier van GelreDoor de opkomst van het kanon werd kasteel Montfort rond 1536 uitgebreid met vestingwerken. Dit kon echter niet verhinderen dat keizer Karel V het in 1543 belegerde en zwaar beschadigde.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog vervulde het kasteel nog een (bescheiden) militaire rol. In 1685-1686 werden de vestingwerken gesloopt en de grachten gedempt. De resterende gebouwen bleven woning voor de drossaard
Rond 1780 volgde ook de sloop van het woonkasteel, waarna een ruïne overbleef. Rond 1845 bouwde men op de noord-oostelijke torenvoet een achthoekig bakstenen torentje: het Jachtslot.
Dit Jachtslot wordt momenteel gerestaureerd, om daarna een bijdrage te leveren aan de openstelling van de kasteelruine voor het publiek. De kasteelruïne is eigendom van de Stichting Kasteel Montfort. Deze liet tussen 1975 en 1981 het merendeel van het muurwerk conserveren tegen verder verval.
De Grauwert en de veertiende eeuwse bakstenen keldergewelven onder de oostvleugel wachten nog op noodzakelijke consolidatie, terwijl het Jachtslot op kort termijn wordt gerestaureerd.
MARCHE DES ASCENSEURS / MARCHING TEAM SAINT GABRIEL / MAURAGE 02/09/2006
MARCHE DES ASCENSEURS
MARCHING TEAM SAINT GABRIEL MAURAGE.
MAURAGE.
Park van Kanalen en Kastelenzo word de streek genoemd. Gelegen op het Canal du Centre, de waterweg die van groot belang was voor het economische leven in de streek.
De graafwerkzaamheden werden aangevat in 1889, doch het Canal du Centre kon pas in 1917 in gebruik genomen worden. WO I had de werken aanzienlijk vertraagd. Het Canal du Centre verbindt het Canal de Condé met het kanaal Brussel-Charleroi, is 21 kilometer lang en telt zes sluizen. Het telt 6 sluizen en vier hydraulische liften hierdoor word een hoogte verschil van 90 meter overwonnen.
Sinds 1957 is het kanaalbuiten gebruikgesteld en is een belangrijk toeristische attracties. Om de bevaarbare waterwegen in België voor schepen van 1350 ton met elkaar te verbinden was de aanleg van een nieuwe sectie van het Centrumkanaal nodig. Met de bouw van een scheepslift de grootste die ooit in de wereld opgericht en overbrugt een hoogte verschil van niet minder dan 73,15 meter. In deze omgeving wandelen we. De reuze grote scheepslift is van ver te zien als een reuze paddestoel. We vertrekken aan het oude kanaal met zijn bomen en zijn ophaalbruggen, de sashuizen die er verzorgt bijliggen.
Gewoon prachtig dit is hydraulisch patrimonium te ontdekken dat enig in de wereld is en in 1998 door UNESCO tot werelderfgoed uitgeroepen. We wandelen door deze prachtige omgeving en komen in Boussoit en genieten van het prachtige gebouw een oude abdij of klooster. Wat verder komen we terug aan het oude kanaal en het zicht is betoverend voor wie van industrieel erfgoed houdt maar tevens zien we de nieuwe enorme kabellift. We komen langs de Ascenseur de Thieu een samenspel van staal en steen. Gewoon prachtig. Dan wandelen langs het nieuwe stuk van het nieuwe kanaal en komen aan de scheepslift. Nog even langs het oude kanaal waar de eenden rustig rondzwemmen. We steken de laatste ophaalbrug over en komen terug aan het vertrek. Een wandeling die niet verveelt en die ons langs prachtige gebouwen brengt. We hebben genoten van de wandeling.
MIJNSITE VAN BOIS-DU-LUC
Omdat we hier vlakbij Bois-du-Luc zijn en het een aangename dag is bezoeken we de mijnsite Bois-du-Luc.
Na drie eeuwen drukke activiteit van steenkoolwinning heeft Bois-du-Luc zijn rust terug gevonden. Het leven kabbelt verder aan de voet van de beboste terrils in een authentieke site die ontzettend goed bewaard is gebleven. We ontdekken in een groen kader de gebouwen die tijdens de ontginningsperiode opgetrokken zijn, de grote kantoren, de bovengrondse werkplaatsen, de verschillende zalen van de St Emmanuel kuil en de mijnwerkers woningen.
We bezoeken het bureel van de directeur, de burelen van de ingenieurs, de betaalzaal met zijn bankkluizen. Dan bezoeken we de werkplaatsen die nog volledig zijn met de werkmachines, de schrijnwerkers, de smeden. We gaan dan naar de mijngebouwen zelf, met een prachtig licht en klankspel.
Het is een hele ervaring om deze magische plek te bezoeken, om ons bezoek af te sluiten gaan we ven naar de mijnwerkershuizen kijken, prachtige site.
22E MARCHE D'ETE / LES FOUGNANS / PURNODE 27/08/2006.
22e MARCHE DETE
LES FOUGNANS.
PURNODE.
Brouwerij du Bocq, in het hartje van de Ardennen de brouwerstraditie ontdekken die de familie BELOT sinds 1858 in Purnode in stand houdt, een klein prachtig toeristisch dorpje in de Bocq-vallei. Het begeleide bezoek - uniek in Wallonië - zal ons doorheen de tijd loodsen: de volledige evolutie van de kunst om een goed bier te brouwen "la Gauloise".
Hier vertrekt de wandeling in de brouwerij. Alles begon in 1858 toen Martin BELOT, landbouwer in Purnode, bier begon te brouwen in zijn boerderij. In het begin werd het bier uitsluitend in de winter gebrouwen wanneer er op de velden onvoldoende werk was voor de arbeiders. De ontdekking van een waterbron van uitzonderlijke kwaliteit en kwantiteit in de nabijheid van de boerderij was, natuurlijk, een bijkomende troef, veel is er niet veranderd in dit Ardeens dorpje waar de brouwerij het belangrijkste gebouw is.
We wandelen door de straat en gaan direct de mooi natuur in, we wandelen veel langs het stroompje de Bocq. We klimmen een heel eind om dan langs het station van Purnode te komen gelegen in het bos het enige gebouw in de omtrek, eigenaardig om hier een dergelijk station te zien.
De sporen liggen er nog maar zijn overwoekerd, een spoor door een prachtige vallei. Ze zijn een stuk van de lijn aan het vrijmaken, er is een nieuwe bestemming voor deze lijn gevonden. We klimmen en klimmen en krijgen een fabuleus zicht over de vallei en de spoorweg die door verschillende bergen gaat, en op plaatsen over de stroom de Bocq, waar prachtige bruggen over gebouwd zijn, gelukkig zijn deze bewaard gebleven ze zijn een bijzonder mooi stukje bouwkunst.
De wandeling door het bos nu weer de beekjes oversteken, dan door een kloof met hoge rotsen. Heel mooi, spijtig dat het de afgelopen dagen zo geregend heeft en alles onder de modder zit. Mooie panoramas krijgen we voorgeschoteld door de vallei gewoon prachtig. We komen terug aan in het dorp en gaan langs de huizen in natuursteen dalen af naar het centrum en zien de brouwerij.
We wandelen de koer op en hier kunnen we een bezoek aan de brouwerij brengen. We wandelen nog wat rond en genieten van de omgeving en zeker genieten we van het bier dat hier gebrouwen wordt. Applebocq is een fruitig naar appelen smakend troebel biertje, ik hou wel van de smaak en het is een verfrissend biertje.
Een fijne en aangename wandeling, als we naar huis rijden komen we langs Spontin en we wilden al lang het kasteel eens bezoeken, buiten valt het nogal mee, maar de inkom van 4 euro is weggesmeten geld binnen is het een vieze vuile boel onderkomen en het staat leeg, we horen dat de eigenaar in 2004 vermoord werd en er nu een dame in een van de bijgebouwen woont en deze houd het kasteel open voor bezoekers.
We wandelen nog wat rond in het dorp en keren dan naar huis terug.
"Onneembaar geacht in 1940, maar spectaculair veroverd. Beleef het begin van de 2de Wereldoorlog ontdek de indrukwekkende bunkers en maak kennis met Duitslands geheime wapens" zo word een bezoek aan het Fort aangeprezen.
Overdreven is het niet.
Het fort is uitgegraven in een mergelheuvel met behulp van mijnbouwtechnieken. Er zijn galerijen, bunkers en koepels aanwezig welke het fort van Eben-Emael vorm geven. Grofweg bestaat het plan van het fort uit een driehoek met een basis van 750 meter en een hoogte van 950 meter. De oppervlakte is circa 45 Ha. Het oostelijk deel van het fort wordt begrenst door een gigantische "watergracht": het Albert-kanaal. Deze was aangelegd nog voordat er sprake was van bouwactiviteiten van het fort! Het kanaal doorsneed de mergelheuvel waardoor er mergelwanden ontstonden met grote hoogten.
In het zuiden was deze hoogte circa 60 meter en in het noorden "nog maar" 20 meter. Een perfecte locatie om een fort te bouwen! Het fort bestaat uit twee niveaus: Niveau 0: De kazerne (45 m onder het oppervlak) voor de huisvesting van 1200 soldaten inclusief alles wat nodig was om zonder hulp van buitenaf voor langere tijd stand te houden. Niveau 1: het tussenniveau (25 m onder het oppervlak) bestaande uit de galerijen (circa 4 km in totaal) die toegang geven tot alle gevechtsopstellingen van het fort.
Op het dak van het fort zijn de bunkers (kazematten en machinegeweerbunkers) en koepels. Deze zijn verbonden door middel van trappenhuizen (18-24 meter hoogte) met niveau 1 (de galerijen).
De verbinding tussen niveau 0 en niveau 1 bestaat uit twee trappenhuizen en 1 lift. Beide verbindingen zijn voorzien van luchtsluizen om de kostbare gezuiverde lucht van de kazerne gescheiden te houden van de lucht in de galerijen. Alleen de kazerne had gezuiverde lucht: er was te weinig capaciteit om ook de galerijen te voorzien van schone lucht. Het persoonlijk gasmasker moest de soldaat beschermen als er gifgassen waren in de galerijen.... vandaag is een bezoek heel bijzonder, op de open deur dagen een rondleiding krijgen.
Het is werkelijk een museum met verschillende kamers die ons een idee geven van het leven in het fort. De rondleiding brengt ons naar de verschillende bunkers. Hier kan men nog zien welke schade er aangebracht werd door de Duitse aanval.
Bovengronds kun je een wandeling maken die ons naar de verschillende bunkers breng en een prachtig panorama over de Maas en het Albertkanaal tot over de Nederlandse grens. Een bezoek aan het Fort van Eben Emael zal zeker niet vervelen, ontvangst in een gezellige kantine met een drankje en een hapje, de mogelijkheid om een souveniertje te kopen, een paar uur geschiedenis en een beetje raad het is fris in het fort en je moet ook wat trappen maken maar het is zeker de moeite.