Ardenner Center, gelegen op de grens van België en Duitsland. Hier kunnen we Krippana, de tentoonstelling van kerststallen en ook Puppentraumwelt een verzameling poppen bezoeken. De internationale tentoonstelling van kerststallen is een prachtig geheel. Meer dan 2.500 vierkante meter, Krippana toont kerstkribben uit Europa. Mechanische kribben, een belangrijke collectie van landschapskribben uit Spanje en Italië, een openlucht kerststal met levende dieren en beeldhouwwerken uit Zimbabwe. Het is een prachtige tentoonstelling met mooie en unieke kerststallen, een mechanische kerststal met bewegende beelden. Een winkel met allerhande kerstfiguren. Ook andere zaken zijn er te koop. Een tweede museum, onder hetzelfde dak, zeker zo mooi als het eerste is het poppenmuseum. Een historische artistieke reis in het verleden, ogen te kort om alles te zien, overal blijven we staan om de prachtige poppen te bekijken. We flaneren gemoedelijk doorheen een 19de eeuwse omgeving en ontdekken de antieke poppenwereld. We kunnen een blik werpen in de originele huiskamers uit de keizertijd. We kunnen alles ontdekken. Een deel van de verzameling is het Afrikaanse continent. We zijn er van onder de indruk. Prachtige verzameling zeer ruim en prachtig verzorgd. We genieten van de fijne omgeving. Om een fijn bezoek af te sluiten gaan we in het café een lekkere koffie en een stuk lekkere Duitse koek. Een prachtige dag in de Belgische/Duitse Eifel. Door de wedstrijd van Cultour Euregio hebben we twee gratis inkom kaarten gewonnen en we hebben ervan genoten. Krippana is heel het jaar open.
Borgloon telt 13 deelgemeenten, Borgloon, Kerniel, Gors-Opleeuw, Jesseren, Bommershoven, Grootloon, Broekom, Hendrieken, Voort, Gotem, Hoepertingen, Rijkel en Kuttekoven. Ik wil graag onze deelgemeenten aan je voorstellen en vandaag is de beurt aan Kerniel. De andere 12, volgen in de loop van de tijd. Kerniel behoorde gedurende de middeleeuwen tot het vorstelijke domein van de graven van Loon. Het laathof van Colen en het cijnshof van Rullekoven waren beide Loonse hoven. Een derde Loons leengoed op het grondgebied van Kerniel was Haebroeck; maar hiervan is helaas niks bewaard gebleven, Op gerechtelijk gebied waren de bewoners onderworpen aan de schepenbank van Graethem. Een buitenbank van het naburige Borgloon. In het Ancien Régime waren Kerniel en Rullekoven afzonderlijke gemeenten met elk een jaarlijks herkozen burgemeester. In 1739 werden de heerlijke rechten van Kerniel en Rullekoven in pand gegeven aan de barones de Mettekoven, dame van Gors-Opleeuw. Kerniel is een typisch kerndorp met een heuvelsite, maar de helft van de oppervlakte bestaat uit fruitaanplantingen. In 1966 werd de fruitveiling opgericht als een onderafdeling van Tongeren. Later groeide ze uit tot de hoofdzetel, Veiling Borgloon. Door de aanleg van de spoorweg Sint-Truiden-Tongeren kreeg Kerniel een station. Deze spoorwegzate is nu een toeristische fietspad. De Sint-Pantaleonkerk dateert uit 1831-32 en werd gebouwd in classicistische stijl. De minder bekende patroonheilige Pantaleon (+ca300) was de lijkarts van keizer Maximianus. Hij is de patroonheilige van de artsen en de vroedvrouwen en behoort tot de 14 zgn noodhelpers. Een andere bijzonder site is de Abdij van Colen. Mariënlof, met gebouwen uit de periode van de kruisheren(1438-1822) en van de Cisterciënzerinnen (vanaf 1822). Thans verblijven een 9 tal zusters. Niet alleen het bouwkundig erfgoed is belangrijk maar ook de kunstschatten die hier bewaard worden, Het Sint-Odiliaschrijn, waarop de legende van de H.Odilia afgebeeld staat, patonnes van de kruisheren, is van eik met doek overtrokken en is een van de vroegste voorbeelden van paneelschildering in de Nederlanden. Een ander bijzonder voorwerp is de koorstoel van de H. Lutgart, waarschijnlijk het oudste bewaarde zitmeubel van ons land. Eeuwenlang was deze stoel een voorwerp van verering, smeekten er de H. Maagd om een voorspoedige zwangerschap en het schijnt dat in meer dan één geval hun gebed verhoord werd! Het verhaal doet de ronde dat onze Koningin Fabiola erin gezetten heeft. In 1764 tot 1777 verbleef de Luikse schilder, Martin Aubé in het klooster van Colen, hij schilderde er de 16 taferelen uit het leven de H Odilia. Ze zijn te bewonderen in de kerk boven het eiken koorgestoelte. Ook in de sacristie hangen werken van Aubé. De kerk en sacristie zijn te bezoeken In een van de bijgebouwen is het Fruitstreekmuseum onder gebracht. Verschillende zaken met betrekking tot de fruit verkoop en fruitteeld zijn hier te bewonderen. Zeker een bezoekje waard. Kerniel bezit ook enkele prachtige gesloten boerderijen, Eén is de voormalige kasteelhoeve van Haebroeck, later brouwerij. Ook winning Fastré dateerd grotendeels uit de 16de en 17de eeuw, als kloosterhoeve had ze nauwe banden met het klooster van Colen. Thans spreek men nog altijd van de Begijnensteeg. Op de Nielstraat staat ook nog de boerderij waar men vroeger stroop maakten, je kun nog altijd het speciale dak van de stokerij zien. Rullekoven bezat een kluis waarvan niks overgebleven is dan de verwijzing bij de bevolking. Vroeger verwijs men naar de mensen die er woonden als die van de kluis. In de vroegere pastorij is een wijngaarde aangelegd en deze kan bezocht worden. Vanop het kerkhof heeft men een prachtig zicht op de vallei en de Abdij van Colen. Kerniel is zeker de moeite waard om te bezoeken en een wandeling te maken.
Als typische waterkasteel diende de burcht van Alsdorf eeuwenlang in de eerste plaats als woonplaats voor een addelijke grootgrondbezitter dan wel als verdedigingswerk. De Gotische trapgevel met zijn kleine venstertjes en de statische ronde toren geven duidelijk aan dat delen van het gebouw uit de middeleeuwen dateren. Ondertussen is de burcht van Alsdorf uitgegroeid tot een cultureel centrum. In een prachtig park staat de burcht, en we genieten volop van al de pracht.
ANNAPARK
Een landschap evolueert doorheen de tijd. Dit blijk ook uit dit Annapark. Sinds zijn opening in mei 2003 is het Annapark een geliefde plaats bij de inwoners en bezoekers. zijn prachtige aanleg getuigd van respect voor het verleden en de toekomst. Onder andere dankzij zijn zeven hectare grote oppervlakte vormt het park het hart van het Anna-domein en een centraal element in de binnenstad. Het Anna-Park ontstond hoofdzakelijk op de gewezen cokesvlaktes van de de Anna-mijnen.Het is een prachtig aangelegd park met het behoud van de schachtbok en de grote gebouwen van de voormalige mijn. Het Annapark met mijnmuseum en het Anna-park-center, een gezellige winkelcentrum ligt de "Watertafel" een bron met 30 sprankelende fonteinen. De krachtcentrale een 100 jaar oude industriële hal, de voormalige watertoren zijn geïntegreerd in de stedenbouwkundige structuur van de stad. Met de bouw van verschillende wooneenheden word de voormalige mijnsite volledig opgenomen in het stadscentrum. het is een aangename stad waar het rustig winkelen en kuieren is, met gezellige drankgelegenheden. Een stad met vele beelden, op elk plein staat er wel een, ook een stad met respect voor zijn verleden maar zeker een stad met een toekomst visie.
MARCHE DE PRINTEMPS LES MARCHEURS DE TURPANGE DIFFERT-MESSANCY
Vandaag wandelen we in de Gaume.De Gaume is een rustige natuurstreek met lage, okerkleurige huisjes. Wij vertrekken met de wandeling in Differt, nu een school maar voorheen een seminarie voor het opleiden van priesters. Je kan het nog altijd zien aan het grote gebouw en de kapel. We verlaten het vertrek en wandelen dadelijk het verrukkelijke dorpje binnen, met zijn typische Gaumse huizen, hier zijn ze nog bepleisterd, we komen nu in Turpange een deelgemeente van Messancy. Hier is er nog een van de washuisjes overgebleven, waar vroeger de vrouwen uit het dorp hun was kwamen doen, de bakken worden voorzien van bronwater welke tot op heden nog altijd overvloedig aanwezig is. Op de Y-splitsing staat een prachtig beeldhouwwerk, een liggende vrouw, zeer mooi. Wat verder komen we aan het Parc de Mathelin in Messancy. Hier staan nog twee ronde torens van het voormalige slot. Nu is het een zeer aantrekkelijk park. We wandelen rond het park en steken de spoorweg over, hier staat het spoorweghuisje van Messancy, eigelijk is dit het eerste in zijn soort die we tegenkomen op onze wandelingen, spijtig dat het zo verwaarloost word. Boven onze hoofden trekt een vlucht van 38 kraanvogels over en het is een mooi zicht, de bekende V formatie. Messancy enkele kilometers van de Franse grens verwijderd is een prachtig dorp met een beneden gedeelte met park en kleine huizen, en boven staan de statige huizen,de Grand Rue met het Klooster Dominicanen Villa Claingewat verder Chateau Jules Test een 18 eeuws kasteel. Wat verder het Castel een kasteel met kantelen. Nu dalen we af en keren via het bos terug naar ons vertrekpunt. Messancy is een prachtig dorp in het Luxemburgs noemen ze Miezeg. Na de wandeling bezoeken we nog even in de naburige gemeente Halanzy het private mijnmuseum van de heer Noben.
HetMIJNMUSEUM te HALANZY.
Het ijzererts, vrij arme erts in fosforhoudend ijzer, werd aan zijde van helling aan Halanzy en Musson gedolven. De eerste vermelding van een gebruik aan deze plaats gaat tot 1739 terug wanneer een mijnwerker door een instorting overlijdt.De vraag van vernieuwing van concessie vindt in 1821 plaats.In 1882, koopt de vennootschap Boël de mijnconcessies af entot in 1978, datum van de definitieve sluiting van de dagbouw. De heer Noben wil de geschiedenis aan de ertsmijnbouw van Halanzy levend houden en in zijn museum kun je vele honderden gebruikvoorwerpen van de mijnwerker bewonderen, vooral de grote verzameling putlampen spreek tot de verbeelding, ons word verteld dat veel mensen hier in de streek nog putlampen in de kelder en op zolder liggen hebben en die dan naar hier gebracht worden. Maar niet alleen de verzameling mijn materiaal spreek tot de verbeelding maar ook zijn verzameling mineralen.
We krijgen een gratis rondleiding door de zoon en de ingang tot het museum is ook gratis. Buiten staat een grote verzameling mijnwagons.
MARCHE DU PRINTEMPS MARCHEURS COUDE A COUDE NEUPRE NEUVILLE-EN-CONDROZ
Neupré, in de Condroz, hier werd in 1945 het "Cimétière Américain des Ardennes" aangelegd. Het strekt zich uit over een oppervlakte van 40ha. Samen vormen de 5310 graven een reusachtig Grieks kruis, dat wordt gedomineerd door een indrukwekkend kubusvormig gedenkteken in witte steen, dat in 1955werd opgericht. In Neuville-en-Condroz zijn het charme van de oude gebouwen die de wandeling een behoorlijk accent geeft. Maar vooral op deze wandeling is het landschap van de ons bekoort. Het landschap wordt gevormd door valleitjes en heuvels waar tussen riviertjes stromen. De bossen met oude loofbomen en prachtige lanen bekoren ons wel. We wandelen het eerste gedeeld door het bos om dan in het dorp Neupré te komen, een klein riviertje vloeit door het dorp, prachtige brugjes overspannen het riviertje. In dit prachtige natuurlijke omgeving kon het bouwkundig erfgoed bijna volmaakt gevrijwaard blijven. Na de controle zetten we onze wandeling verder en gaan terug het prachtig bos binnen, geregeld moeten we een stevige beklimming maken, en door de regen van vannacht is het parkoers vrij modderig, maar wat ons geboden word aan pracht, laat ons gauw de modder vergeten, we komen aan een poel waar een 200 padden zitten, een dikke brij van paddendril drijf op de vijver, het is duidelijk dat de lente begonnen is en de natuur denk al aan de volgende generatie. Wat verder staan een paarmuilezels naar ons te kijken. Waarschijnlijk denken ze dat ik familie van hen ben. Af en toe komt de zon even door het wolkendek en het is aangenaam warm. We zetten onze tocht verder en komen terug aan onze startplaats. Een mooie en aangename wandeling in de Condroz.
Normaal zouden begin april de bloesem beginnen te verschijnen op de bomen, nu zal het wel een paar weken later zijn, vooral de hoogstambomen zijn prachtig. Gans de maand april zijn er wandelingen door de bloesem, er is een bloesemwandelfolder bij de toeristische diensten van de stad. De wandelingen zijn tussen de 5 en 15 kilometer. Vooral in Borgloon zijn de bloesem mooi. Natuurlijk vind ik de bloesem van Borgloon het mooist ik woon hier en mag toch een beetje bevooroordeeld zijn. Paasmaandag 17 april zijn de bloesemfeesten in Borgloon. Vooral de Bloesemwijding aan de kapel van Helshoven is prachtig, van hieruit kun je de Galg bezoeken en het monument van Jenne de heks. In de onmiddelijke omgeving kun je de prachtige bloesem bewonderen. Haspengouw is de fruitregio van België. In april worden de duizende fruitbomen ( met de belofte van een rijke oogst) een gigantische bloesemboeket. Je moet het eens komen meemaken. Een prachtige Bloesemwandeling in Borgloon is de Bloesemtocht van de Loonse Tsjaffeleers op 29en 30 april.
Limburg wandelt, de eerste keer dat de Limburgse-VWF-clubs een gezamelijke tocht organiseren en het is een schot in de roos. Ongeveer 6.500 wandelaars komen opdagen.We vertrekken in het Proviciaal Domein Bokrijk. We worden dadelijk naar het Openlucht museum geleid. Het is koud maar zonnig, blauwe lucht gewoon prachtig. Het is rustig wandelen in het museum. We genieten van de oude huisjes, wandelen door het park, van Haspengouw naar de andere streken, langs de oude vakwerkhuisjes, de windmolen en watermolen. We denken aan onze jeugdserie op tv, Johan en de Alverman is hier opgenomen. Genietend wandelen we verder en verlaten het museum om de weide omgeving van Bokrijk te verkennen. We wandelen naar de controlepost, na een heerlijke kom soep wandelen we verder op het pad door de bossen, akkers en weilanden, je voelt aan de natuur naar warmte snak, de vogels willen eigenlijk aan hun nest beginnen en de schapen hebben lammeren die van de lente zon willen genieten, ze missen de warme maartse zon. Volgens de weerman zal het nog wel enkele dagen duren eer de winter verdreven is. De koude wind drijft de toch al lage temperaturen de diepte in. De gevoelstemperatuur is amper boven nul graden. Maar toch genieten we van de wandeling. We wandelen verder en komen langs de planten en bomen verzameling van het domein en dan keren we terug naar het openlucht museum, langs de schaapskooi, de vakwerkhuizen en langs de watermolen. We genieten volop van al het moois dat ons geboden word. We zien het kasteel van Bokrijk en weten dat onze tocht er bijna opzit. We eindigen onze wandeling waar we begonnen zijn, nu is het tijd om met onze wandelvrienden nog wat na te kaarten. Zo eindigd een mooie dag in het Proviciaal Domein Bokrijk.
Voor mensen die graag gaan wandelen en dit koppelen aan het bezoeken van een rijk patrimonium moeten het boek van Lannoo kopen "Wandelen door de mooiste dorpen van Wallonië". Hierin worden 25 lusvormige wandelingen beschreven waarvan 21 van de vereniging "Les plus beaux villages de Wallonië" deze dorpen zijn bijzonder door hun patrimonium. Het word ook met de grootste zorg bewaard en er zijn parels tussen. In een volgende bijdrage zal ik eens een wandeling bespreken welke wij al gedaan hebben. De lusvormige wandelingen zijn duidelijk beschreven, met veel inlichtingen. De afstand van de wandeling,de aard van de wandeling of er veel wegen en paden bij zijn. Het vertrekpunt met verwijzing naar een parkeerplaats. Een korte wegbeschrijving hoe er te geraken. Het adres van de toeristische dienst en wat er in de omgeving te zien en te bezoeken is. Al deze gegevens maken het je mogelijk een fijne dag uit te zetten. De wandelingen zijn zeer aangenaam en er is veel te zien, al de belangrijke plaatsen worden aangedaan en een korte uitleg in het boek maakt het nog beter. Van de megalieten, dolmen en menhirs in Wéris tot de tabakstreek. Van vakwerkhuizen tot het volledig dorp in lokale steen, je kun het allemaal ondekken. Ook de natuur is de moeite waard, dikwijls wandelen we langs kleine paadjes en kerkwegels, door de bossen en langs de weilanden, holle wegen met een bloemenpracht. Rust en gezelligheid is troef, en de mogelijkheden om lokale specialiteiten te proeven. Wat ook fijn is dat je het ganse jaar kunt gaan wandelen. Je kun op je eigen tempo gaan en genieten van al het mooie wat je ziet. Een kleine raad neem altijd iets mee om te drinken, dikwijls is in het dorp waar je vetrek wel een taverne, maar onderweg kom je dikwijls niets tegen. Wij kunnen je het alleen maar aanraden, ondervinden moeten jullie zelf. Veel wandelgenot.