ROODE BEEK TOCHT.
WANDELCOMITE DE BRONDUP
SCHINVELD.
Op een oppervlakte van 750 hectare wacht ons een avontuurlijk natuurgebied met beken, moerassen, grazige weiden en bos. Nadat het oude moerasgebied systematisch was drooggelegd en de beken tot kaarsrechte lopen waren omgebouwd, hebben de beide gemeenten in 2003 het initiatief genomen het water in het gebied weer de vrije loop te geven en de natuur grootschalig te herstellen.




De Roode Beek en Rodebach stromen samen door het Natuur- en Landschapspark en geven het park zijn naam. Tot in het begin van de vorige eeuw stroomden de beide beken tussen Schinveld en Gangelt in een enorm moerasgebied uit. Dit moeras werd in de 20e eeuw drooggelegd en de beken werden rechtgetrokken en in beton gelegd. Zo kon het water uit de mijngebieden rondom Brunssum snel worden afgevoerd en werd de bodem in het gebied geschikt voor landbouw.



 

Onderweg in het natuurpark, komen we hier en daar een kudde Schotse Hooglanders tegenkomen. Sinds 2004 leven er ongeveer 70 dieren in het gebied; ze lopen vrij rond door de graslanden en door het bos. Deze grote grazers spelen een belangrijke rol in de natuur, want ze vreten de jonge boompjes en struiken op, die anders de zompige graslanden snel in bos zouden doen veranderen. Zo ontstaat er op termijn een halfopen landschap met bloemrijke graslanden en hier en daar wat struiken en bomen. Te midden van het moeras boden de Schansbergen in het verleden een veilige vluchtplaats tegen plunderende troepen. De aarden heuveltjes zijn met grachten en wallen omgeven die vaak met houtgewas werden beplant. Restanten van de middeleeuwse schansen vinden we nu nog in het Natuur- en Landschapspark.





Langs de Rodebach en Roode Beek stonden in het verleden maar liefst 14 watermolens waar met waterkracht graan en olie werd gemalen. De laatste molen draaide tot in 1970. De grote houten raderen zijn vervallen, maar de meeste gebouwen zijn er nog, vaak in gebruik als horecagelegenheid. Om het gebied voor de landbouw te kunnen gebruiken, ontwaterde men het moerasgebied met greppels en trok men de beeklopen recht. In het huidige natuurgebied zijn de greppels nog steeds zichtbaar. De komende decennia zullen ze langzaam vervagen. De inwoners van de dorpen aan beide zijden van de grens hebben hun verbondenheid met de natuur nog behouden. Met de inrichting van het Natuur- en Landschapspark geven ze de natuurontwikkeling weer een belangrijke plaats in hun midden.




Aan de rand van de Schinveldse Bossen, half verscholen onder het lover, ligt het Nonke Buusjke. Een historisch kleinood dat uniek is voor Nederland. Het koestert een verzameling Zuid-Limburgse vakwerkhuizen en werkplaatsen uit het begin van de vorige eeuw. Middelpunt is de geheel gerestaureerde vakwerkboerderij. Daaromheen de bijgebouwen als bakhuis, stroopstokerij, timmerwerkplaats, weefhuis, klompenmakerij en schoenmakerij. Alle gebouwen zijn volledig ingericht met authentieke meubels en gebruiksvoorwerpen die rond 1900 op het Limburgse platteland werden gebruikt. Een collectie landbouwwerktuigen uit de tijd voor de mechanisatie maakt de herinnering aan een voorbije samenleving compleet.


De wandeling heeft voor ons een heel bijzonder stukje Nederland - Duitsland laten kennen. Duitse dorpjes als Niederbusch en Hohenbusch, Mindergangelt en Gangelt. De Schinveldse bossen en het natuurpark Rodebach -Roode Beek. Een pracht van een wandeling.
Voor het fotoalbum de link volgen
|