"Het verhaal van Zuster Kat Fael." Of hoe een gevonden poezennestje nog goed terecht komt! (klik op bovenstaande foto) ---------------------
Growing old is mandatory. Growing up is optional. ----- Ouder worden is onvermijdelijk. Volwassen worden niet!
Als je op de groene button klikt kom je op de site van het baby-poezen-opvangcentrum van "Den Dierenvriend". Hét adres om een jonge poes te adopteren! Ga eens kijken en zeg het voort aan andere dierenvrienden aub!
Zoek je een speciaal onderwerp waarover ik ooit iets schreef? Tik dan hieronder een trefwoord in!
Zoeken in blog
Klik op het envelopje om mij een mailtje te sturen
We don't stop playing because we get old... We get old because we stop playing! -------------- We stoppen niet met te spelen omdat we oud worden... We worden pas oud als we stoppen met spelen!
Je kan maar 1 week tegelijk bekijken op mijn blog. Anders gaat het te traag open. Wil je zien wat er vorige week op stond? Klik dan op de data hier onder!
In elke 50-plusser zit een verbijsterde teenager die zich afvraagt wat er gebeurd is.
Leonardo da Vinci (1452-1519)
Italiaans kunstenaar
Als ik in de hemel kom, dan wil ik
daar graag een kat op schoot hebben.
Jan Wolkers (°26-10-1925)
Nederlands schrijver en columnist.
Katten haten dichte deuren; het
maakt niet uit aan welke kant ze staan. Als ze buiten zijn willen ze naar binnen, en
als ze binnen zijn willen ze naar buiten.
Lilian Jackson Braun (1916)
Amerikaans schijfster
Laten we eerlijk blijven; de meesten van ons
vinden het wel leuk als onze katten een tikje gemeen zijn. Ik zou me in ieder geval niet echt op mijn
gemak voelen in het gezelschap van een kat die in huis rondliep met een heilige
uitdrukking op zijn snuit.
Beverly Nichols (1898-1983) Engels
Schrijfster
Eén kat
leidt tot de volgende.
Anoniem
Katten bereiken
moeiteloos wat wij mensen niet kunnen: door het leven gaan zonder lawaai te
maken. Ernest Hemingway (1898-1961) Amerikaans
schrijver
Er zijn twee
manieren om de ellende te ontvluchten: muziek en katten. Albert Schweitzer (1875-1965) Theoloog,
filosoof en dokter.
Katten schijnen uit te gaan van het principe
dat het nooit kwaad kan om te vragen wat je
wilt.
Anoniem
Katten zijn
delicate wezens en ze kunnen de meest uiteenlopende kwalen krijgen, maar ik ben
nog nooit een kat tegengekomen die aan slapeloosheid
leed. Joseph Wood Krutch(1893-1970)
Amerikaans schrijver
Als u in een
gracht valt kunt u best angstig miauwen, want een kat willen we wel eens
redden. Toon
Verhoeven
Lang geleden werden de katten als goden
gezien. Dit zijn ze nooit vergeten.
Anoniem
Cat Proverbs
You will always be lucky if you know how to make friends with
strange cats. Colonial
In a cat's eye, all
things belong to cats. English
No matter how
much cats fight, there always seems to be plenty of kittens. Abraham Lincoln
Dogs come when they're called; cats take
a message and get back to you later. Mary
Bly
There are two means of refuge from the
miseries of life: music and cats. Albert
Schweitzer
Settling a dispute through the law is like losing a cow
for the sake of a cat. Chinese
A cat goes to a
monastery, but still she remains a cat. Congolese
The cat is a saint when there are no mice
about. Japanese
The cat is a lion to the
mouse. Albanian
A house without either a cat or
a dog is the house of a scoundrel. Portuguese
The kind man feeds his cat before sitting
down to dinner. Hebrew
Handsome cats and fat
dung heaps are the sign of a good farmer. French
Beware of people who dislike cats. Irish
Who cares well for cats will marry as happily as
he or she could ever wish. French
An old cat
will not learn how to dance. Moroccan
A cat
will teach her young ones all the tricks, except how to jump backwards. Netherlands Antillean
When the mouse laughs at the cat,
there's a hole nearby. Nigerian
As every cat
owner knows, nobody owns a cat. Ellen Perry
Berkeley
If you play with a cat, you must not mind her
scratch. Yiddish
To live long, eat like a cat,
drink like a dog. German
A cat has nine lives;
for three he plays, for three he strays, and for the last three he
stays. English-American
A cat with a straw tail
keeps away from fire. English
Those that
dislike cats will be carried to the cemetery in the rain! Dutch
After dark all cats are leopards. Native American (Zuni)
If stretching were wealth, the
cat would be rich. African
One should not send
a cat to deliver cream Yiddish
The cat--moon
eats the gray mice of night. Western
Europe
When the cat's away, the mice will play. Western Europe
It's for her own good that the cat
purrs. Irish
Cats don't catch mice to please
Khoda(God). Afgani
Fat cats and thin birds can
share a yard, but thin cats and fat birds no way! Rosicrucian
Like the cat in the tree, getting caught up
in the chase can leave us in an awkward place. Rosicrucian
The cat laps the moonbeams in the bowl of
water, thinking them to be milk. Zen Saying
If
men were now to turn their hostility towards the cat, it would not be long
before the domestic cat became a wild animal. Nigeria
In even a cat the Buddha-nature exists. Japanese Buddhist
It is useless to show the gold piece
to a cat. Zen Saying
Nature breaks through the
eyes of the cat. Irish
It's a brave bird that
makes its nest in the cat's ear. Hindi/Indian
A
rat who gnaws at a cat's tail invites destruction. Chinese
He who does not feed his cat will feed rats.
Dogs are
dogs, but cats are people.
When the cat and mouse agree, the grocer is ruined. Iranian
Beware of the cat that licks from the front but claws from
behind. Old English Proverb
A trapped cat becomes a lion. Old English
Proverb
Life's like cat vomit; if you don't clean it up right away,
you're going to step in it. Xnterna
Drowsing, they take the noble attitude of a great sphinx, who,
in a desert land, sleeps always, dreaming dreams that have no end. Charles Baudelaire
Of all God's creatures, there is only
one that cannot be made slave of the leash. That one is the cat. If man could be
crossed with the cat it would improve the man, but it would deteriorate the
cat. Mark Twain
One cat just leads to another. Ernest
Hemingway
The cat is nature's beauty. French
The dream of cats is all mice. Egyptian
I have studied many philosophers and many cats. The wisdom of
cats is infinitely superior. Hippolyte Taine
No heaven will not ever Heaven be; unless my cats are there to
welcome me. Scottish
Dogs see people as companions; cats see people as staff.
It is better to feed one cat than many mice. Norwegian
The cat does not negotiate with the mouse. Robert K. Massie
You see, the wire telegraph is a kind of a very, very long cat.
You pull his tail in New York and his head is meowing in Los Angeles. Do you
understand this? And radio operates exactly the same way: you send signals here,
they receive them there. The only difference is that there is no cat. Albert Einstein
When the cat is not home, the mice will dance on the
table. Dutch
When a Cat adopts you there is nothing to be done about it
except put up with it until the wind changes. T.S.
Eliot
A cat in her house has the teeth of a lion. Somali
A kitten can catch only a baby mouse. Ghana
The naming of cats is a difficult matter. It isn't just one of
your holiday games. You may think at first I'm mad as a hatter when I tell you a
cat must have three different names... T.S. Eliot
I love cats because I enjoy my home; and little by little, they
become its visible soul. Jean Cocteau
God is really only another artist. He invented the giraffe, the
elephant and the cat. He has no real style, He just goes on trying other
things. Pablo Picasso
The man who carries a cat by the tail learns something that can
be learned in no other way. Mark Twain
What greater gift than the love of a cat? Charles Dickens
Katten laten pootafdrukken achter op je hart. Uit "Citaten voor een katten liefhebber."
Het begrip rust komt tot uiting in een zittende kat. (Jules Renard)
Het enige mysterie aan katten is waarom ze ooit besloten hebben huisieren te worden. (Compton Mackenzie)
Als een een hond op je bed springt, doet hij dat omdat hij graag bij je wil zijn. Als een kat op je bed springt, doet ze dat omdat ze je bed zo lekker zacht vindt. (Alisha Everett)
Het is onmogelijk om niet vertederd te raken bij de aanblik van een of meer kittens. (Cynthia E. Varnado)
De kat zou's mans beste vriend kunnen zijn, maar ze zou zich nooit verlagen om dat toe te geven.
Probeer nooit koppiger te zijn dan een kat. (Ropbert A Heinlein)
Laat iets van de rust van een kat op mij overgaan. (David Harold Rowbothom)
Je bent pas iemand als je door een kat bent genegeerd.
Katten : net zo soepel als hun schaduw, de wind krijgt geen vat op ze.
Ze glippen slank en stil, door spleten, kleiner dan zijzelf. (A S J Tessimond)
Het verschil tussen katten en honden is dat honden komen als ze geroepen worden, terwijl katten een boodschap aannemen en later contact opnemen.
Ik meen het oprecht als ik zeg dat ik van katten hou... Een kat is een dier dat meer menslijke gevoelens heeft dan de meeste andere dieren. (Emily Bronte)
Vrouwen en katten doen waar ze zin in hebben, en mannen en honden kunnen daar maar beter mee leren leven. (Alan Holbrook)
Eén reden waarom kattenliefhebbers volgens mij katten bewonderen, is hun superioriteitsgevoel. Het lijkt alsof ze overal een meester in zijn, ongeacht wat ze doen of pretenderen te doen. Zelden zie je een kat die in verlegenheid verkeert. Ze hebben geen geweten, en ze hebben nooit ergens spijt van. Misschien zijn we stiekem jaloers op ze. (Barbara Webster)
Katten zijn bedoeld om ons te leren dat niet alles in de natuur een functie heeft.
Als je de beste zitplaats in huis wilt, zul je de kat moeten verplaatsen.
Katten zijn slimmer dan honden. Je krijgt acht katten nooit zo gek dat ze een slee door de sneeuw gaan trekken. (Jeff Valdez)
Onlangs heeft iemand me een schattig katje gegeven... en nu is het katje van mening dat iemand mij aan hem heeft gegeven. (Evelyn Underhill)
Het viel als snel op dat de kat nergens te bekennen was als er iets gedaan moest worden. (George Orwell)
Katten die een goed tehuis hebben, zijn eraan gewend dat er de hele tijd tegen hen wordt gepraat. (Lettice Cooper)
Van alle schepselen Gods is er maar 1 dat zich niet laat onderwerpen. Dat is de kat. Als de mens gekruist zou kunnen worden met de kat, zou dat voor de mens een verbetering betekenen, maar voor de kat een verslechtering. (Mark Twain) Katten zijn net als mannen : enorme charmeurs. (Walter Savage Landor)
Het is nauwelijks te geloven, maar sommige mensen beweren dat hun katten bijna menselijk zijn - en dat bedoelen ze dan als een compliment.
Wat katten het belangrijkst vinden aan mensen is niet hun vermogen om voedsel te produceren (want dat vinden ze vanzelfsprekend), maar hun amusemenstwaarde. (Geoffrey Household)
Ik zou een kat nooit kunnen kwetsen, ook al kan ik tegen mensen soms ronduit agressief zijn. (A.L. Rowse)
Geen huis is compleet zonder het getrippel van kleine kattenpootjes.
Is het niet prachtig hoe katten vrienden kunnen maken en mensen kunnen beïnvloeden zonder ook maar ooit een boek te lezen.
De kat heeft honger als zij met een broodkorst genoegen neemt. Katten zijn mysterieuze wezens. Er gaat meer in die hersentjes om dan we beseffen. (Sir Walter Scott)
Als ik met mijn kat speel, dan is het niet echt duidelijk of ik me nu met haar amuseer, of zij met mij. (Michel Eyquem De Montaigne)
Mijn poezenverhalen vinden jullie door in de linkerkolom op de foto van de betreffende poes te klikken. En als je op "Poezenstrips" klikt kan je lezen wat mijn poezen onderling allemaal zitten te roddelen... Mijn reisverhalen van Thailand, Egypte en Noorwegen staan ook in de zijkolom. "Mijn Jeugdherinneringen" beschrijven de jaren 60 in Antwerpen. Veel plezier!
11-03-2009
Rondreis Thailand Hoofdstuk 6 - Deel 2.
6. Een waardig einde van een trouwe broek. Deel 2 : "Wàs mijn gat niet te dik in deze broek?"
Het afdalen van de trap van de tempelzaal na het ontbijt.
Samen met de grote dieren wandelden we de trap af richting park en eindelijk mochten wij ze zelf bij de leiband nemen! Nu niet dat dat zo eenvoudig is want 't zijn verdorie flinke beesten (als ze op hun achterpoten staan zijn ze even groot als een mens sommige zelfs groter!) en daar doet ge niet mee wat ge wilt. De mijne besloot zijn klauwen te gaan scherpen aan een boompje, en tja, dat is dan maar zo, ge kunt daar aan trekken zoveel ge wilt, als de tijger niet wil voortstappen wil hij niet. Het was een heel zot ventje dus hij wou ook nog even klimmen, gelukkig niet helemaal tot boven want we hadden daar anders schoon gehangen als twee volrijpe vruchten.
We kwamen samen met de trainers en de tijgers aan hun nieuwe zwembad, een bouwwerk dat ge met een decor uit een Zoo zou kunnen vergelijken, het bestond uit vier in mekaar overvloeiende waterpartijen op verschillende niveaus. (Er zijn hier enorme bouwwerken aan de gang om er een heel groot tijgerpark van te maken om later dieren terug in t wild te kunnen uitzetten. Vandaar dat er ook serieuze financiële bijdragen aan 't publiek gevraagd worden.)
Het tijgerzwembad met de drie watervallen.
De 7 puber-tijgers waren dolgelukkig dat ze in 't water mochten gaan spelen. Er lagen ballen, matten, zakken, planken, kokosnoten, kortom speelgoed genoeg. 't Was prachtig om zien hoe die beesten met mekaar stoeiden en in 't water plonsden. Toen er werd gevraagd of er soms iemand in 't water wilde stappen om mee te spelen zat ik natuurlijk nog sneller in die vijverkes dan dat ik "ikke!!!" had kunnen roepen. 't Was dan misschien niet zwemmen met de tijgers maar toch al pootjebaden. Althans het begon als pootjebaden.
De drie frèle Thaise trainsters leerden me dat ik er altijd voor moest zorgen dat mijn rug gedekt was en dat ik ze allemaal in 't vizier had. Zeven stuks, begin er maar aan... En dat als ik met iets zwaaide en ze maakten aanstalten op me te springen dat ik het stuk speelgoed snel naast mijn lichaam moest zwieren - zo'n beetje als een toreador - om ze van mijn lijf af te leiden. Ik ben dan met een lange sliert kletsnat badtapijt beginnen zwieren en ze vonden het zalig om dat te pakken en daar in te bijten. Het is echt zoals met poezen spelen, alleen moet ge veel voorzichtiger zijn en al uw kracht gebruiken. En op tijd los weten te laten, want ge kunt toch niet winnen. Het was echt een feest, die beesten renden door dat water, sprongen op mekaar, dartelen om mijn vod heen, grepen er naar, trokken er aan,... Alleen de vod opzij zwieren als het gevaarlijk werd was moeilijk omdat die drie Thaise kippen probeerden om steeds naast me te staan. Ik kon mijn tapijt niet opzij zwieren zonder die tijgers op die meisjes te laten belanden, dat was dus een dilemma. Ik kreeg hen maar niet aan t verstand gebracht dat ze me de ruimte moesten geven en minstens één zijkant van me vrij moesten laten zodat ik kon wegspringen of mijn speeltje weg zwieren. Zinloos. En maar giechelen en kakelen en kwetteren en in de weg lopen. Ze vonden het wel heel plezant dat ik zo goed meespeelde en niet bang bleek.
"Die is van mij! Van mij!!! Van MIJ!!!"
Meestal was ik met één of twee tijgers tegelijk aan 't spelen om 't overzichtelijk te houden, maar plots bleken ze allemaal ineens zin te krijgen in mijn zwierende lap en vlogen ze totaal onverwacht met zijn vijven op me af. Ik kreeg de kans niet mijn mat weg te zwieren zonder de meisjes in een lastig parket te brengen, dus liet ik mijn speeltje vallen maar kreeg op die manier wel al die tijgers over me heen. De Thaise wichten gilden, iedereen sprong naar die tijgers om ze van me af te halen, eentje beet in mijn been, een andere in mijn achterwerk, ik verloor mijn evenwicht, (want die mannen zijn dus echt zwaar zélfs in verhouding met mij), en plots lag ik in 't water en werd het toch een klein beetje "zwemmen met de tijgers".
"Mannekes alstublieft niet allemaal tegelijk!!!"
En daar ging mijn broek...
Nu ik toch zo goed als helemaal nat was, en mijn broek kapotgebeten, werd het helemaal plezant want nu moest ik voor niets meer voorzichtig zijn. Ik voelde mij als een vis in t water. En Paul maar roepen : Ga eens weg uit de volle zon en kijk eens naar mij voor een fotootje als ge wilt. Dat is natuurlijk een beetje lastig als ge tegelijk 7 van die beesten moet in de gaten houden en zien dat ge geen drie Thaikes vertrappeld... Dus de fotos zijn jammer genoeg niet heel goed wegens een zeer ongelijkmatige belichting en een veel te drukke achtergrond.
"Watte? Gij mij bijten!? Dan ikke u eens een saluatie met een kletsnatte vod tegen uwe snuit geven! Doe ik met mijn katten thuis ook."
Op de duur was ik een tijger met een natte vod over zijn kop aan 't zwieren, heerlijk vond hij dat! Verfrissend denk ik. Ikzelf was ook dolgelukkig, ik denk dat ze mij honderd meter verder nog hoorden kraaien van plezier. Ik had niet eens gemerkt dat de andere bezoekers niet mee gespeeld hadden omdat ik wel heel geconcentreerd moest blijven want ik stond vrij onzeker in dat water omdat ge de bodem van die poeltjes niet ziet en de zijwanden zijn dan ook nog bezet met scherpe rotsen dus ge moet zien dat als ge valt ge daar zeker niet op terecht komt. Paul was ook niet mee in 't water gegaan maar die bleek alles gefilmd te hebben. Fijn, dan kan ik later eens zien wat er nu juist gebeurd is want de overrompeling was nogal snel gegaan. Tijgers zijn toch iets sneller dan gedacht.
Toen ik enigszins verfomfaaid uit het water stapte hoorde ik de Amerikaanse bezoeker vol ontzag tegen Paul mompelen : "Your wife is the bravest woman I've ever seen. Of course also the craziest." De moedigste, de gekste, allemaal goed voor mijn part, maar één ding weet ik zeker : beslist de gelukkigste want ik had net iets mogen beleven wat zelfs geboren circuskinderen nog niet meemaken. De trainsters vroegen naderhand of ik geen zin had er te komen werken, jammer genoeg moet ge wel onder de 50 zijn om er een tijd als vrijwilliger mee te draaien. Het omgaan met die dieren en het verzorgen zou ik geweldig vinden, en misschien zou het fotograferen van de toeristen bij de dieren me ook wel liggen, en uitleg geven ook, maar leven als een monnik trekt me al minder aan en dat is toch een van de voorwaarden om hier te mogen komen werken. Trouwens elke dag tussen toeristen zitten, nee, ik ben al heel blij dat ik deze halve dag heb kunnen beleven. Ik zal me thuis wel met mijn katten amuseren, die hun beten en krabben zijn trouwens kleiner.
Morgen : Tijgerkes wassen! Ja hoor! Wássen. Met zeep!
Vele mensen zitten op het juiste spoor. Alleen de "voetzoekers" niet want het zijn geen eksteroogpleisters, sportschoenen of teennagelvijlen. Aan je voeten ga dit niet vinden. Doe maar gewoon en blijf maar rechtop zitten!
Denk nu vooral niet omdat ik in mijn verhaal momenteel met een iets groter poezenformaat bezig ben ik mijn eigen kleine huistijgers niet meer graag zou zien...
Serendipity : "Poe-oes... Ze zal ons toch ook nog wel lief vinden?..." Ming : "Tuurlijk wel Zoetebekske, onze piskes zijn toch veel kleiner om op te kuisen? En volgens mij stinken die ook minder. Heeft ze weeral een voordeel... Maar als ge ongerust zijt dan zullen we nog eens extra lief poseren. Dat vertederd haar altijd. Kom, zet u efkes in de houding."
Serendipity : "Zo goed Poes?..." Ming : "Jaja, maar niet te lang hé want ik krijg nekpijn."
Mooi! Ondanks het summiere aanbod van gegevens op de eerste foto hebben Ron, Andromeda, Helena en Viva het toch reeds geraden! Hier een snuifje meer...
En niet vergeten : zeker het juiste antwoord niet op mijn blog plaatsen maar uw antwoord doormailen om de lezers hun spelplezier niet te ontnemen. Of ze al te vroeg uit hun lijden te verlossen. 't Is maar hoe ge het beziet.
Het verhaal van deze reisdag splits ik in drie delen, hier komt het eerste!
Vrijdag, 23 januari 2006. Kanchanaburi, Felix River Kwai hotel.
6. Een waardig einde van een trouwe broek. Deel 1 : Een kattepis-karma.
Vandaag was het de grote Tijgerkesdag! Als eerste werk waren we fruit gaan kopen om aan de monniken te offeren. (Een verplichte numero.) Hier in 't hotel vroegen ze 600 baht om een schaal klaar te maken, ik ben dan maar zelf onderweg naar de tempel gestopt aan een groentenkraam om daar ter plekke, in de pikkendonkere, een flinke mand samen te stellen met de meest uiteenlopende exotische (hier vanzelfsprekend "alledaagse") vruchten, en ik had een schoon bakske vol (eigenlijk een volwassen plastieken groentenbak) voor een vierde van die prijs. Als er daar evenveel monniken zitten als tijgers zou ik niet willen dat ze beginnen vechten voor een banaan
Het zoontje van 't groentekraam in zijn metalen wiegje met fietsmandje als nachttafeltje.
Voor de poort van de tijgertempel stond een heel vreemd figuur. Een Indische man gekleed in de gekst gekleurde stofjes en pluchen tijgervellen. Paul dacht dat het een zot geworden paterke was en hij had nog gelijk ook. Tiger Baba blijkt een halve gare heilige uit India te zijn die beweert zelf ooit twee tijgers opgevoed te hebben en hij wil nu persé hier aan de abt komen uitleggen hoe hij met zijn tijgers moet omgaan... Hij bivakkeert met heel zijn hebben en houden aan de ingang van de tempel en jaagt iedereen schrik aan. Naar t schijnt zijn zelfs de tijgers bang voor hem, en die beesten blijken normaal voor iedereen vriendelijk te zijn. De kerel zou zelfs een website bezitten. 't Zijn geen heiligen meer zoals vroeger.
Tiger Baba. In de Carnavalsstoet van Aalst zou hij niet misstaan.
Nou ja, voor iederéén zijn die tijgers nu ook niet vriendelijk want een paar weken geleden heeft er eentje een buffel aangevallen en doodgebeten Het dier wist wel niet wat aanvangen met het kreng want ze kennen geen rood, bloedend vlees meer. Ze eten hier alleen kattenkorrels en gekookt vlees om niet de aandrang te krijgen toeristen tussen hun boterham te willen leggen. De dieren die hier momenteel zitten kunnen dus ook nooit meer terug in de natuur uitgezet worden want als die in t wild een prooi zouden vangen dan zouden die waarschijnlijk met hun buit in hun muil bij de keukenmonnik komen aanwandelen met de vraag : Kunt u het hertje voor mij even koken alstublieft? Maar ze moeten hier echt niet bang zijn dat ze een toerist aanvallen want ze staan allemaal zo vet dat er heus geen toeristje meer zou bijkunnen.
Rod was zeer onder de indruk van ons fruit-mandje en nadat we alweer de papieren ondertekend hadden waarin we de verantwoordelijkheid over mogelijke ongevallen op ons nemen nam hij ons samen met nog twee andere bezoekers mee naar de tempel. Fijn dat we maar met een heel klein groepje zouden zijn.
Na een flinke reeks trappen kwamen we in de volledig open tempelzaal midden in 't bos. Ze was afgeboord door een breed terras met een mooie balustrade van zuiltjes. In het park rond de voet van de tempel zagen we alle ongevaarlijke geadopteerde dieren vrij rondlopen en grazen. Pastoraal tafereel bij de monniken. Ze kwamen net uit hun harde bedjes, wreven hun oogjes uit, krabden zich eens genoeglijk en begonnen aan hun ochtendrituelen.
Met slaapoogjes de kleding in orde maken en een fris emmertje regenwater tappen.
Terwijl een twaalftal oranjegeklede monniken geruisloos de zaal ingeschuifeld kwamen met hun bedelnappen onder hun arm mochten wij de vier kleintjes van 3 maand oud, die waar we gisteren al mee gespeeld hadden, hun papfles geven.
Ondertussen werden aan de andere zijde de tijgers van een formaat groter naar boven geleid en één voor één vastgebonden aan de zuilen van de zaal of aan de balustrade.
De monniken kregen als eersten hun ontbijt zittend op hun verhoogje voor het altaar vol boedhabeelden een breedbeeld tv en... een geraamte in een glazen kast. Ze konden verorberen wat ze die ochtend vroeg bijeen gebedeld hadden en natuurlijk de inhoud van onze fruitmand die ik nog had aangevuld met croissantjes en flesjes mierzoet drinken die ik in onze picknickdoos van 't hotel gevonden had. De abt had alvast de flesjes drank aangeslagen en naast zijn etenskom gezet.
Het altaar.
Het ontbijtgerief van de monikken.
Monnik gluurt alvast eens in zijn bedelpot om te zien wat de pot schaft deze ochtend.
Om die mannen ongestoord te laten eten rolden de trainers een tapijt tussen ons vieren uit en kwamen ze aandragen met 3 baby-tijgertjes van amper drie weken oud! Die kleintjes worden dagelijks een uur van de moeder weggehaald om ze aan mensen te laten wennen maar ook om het vierde kleintje uit het nest - een nakomertje dat amper levensvatbaar was - de kans te geven zijn mama helemaal voor zich alleen te hebben en hem ongestoord te laten drinken in de hoop dat hij het toch zal halen
Het eerste wat mijn baby deed was me onderplassen. Ik trek kattenpis aan. Dat moet iets met mijn karma te maken hebben, nu weet ik 't wel zeker.
Zelfs zo'n klein tijgertje is een zwaar beestje, ge doet er niet mee wat ge wils, als t niet met zijn goesting is om op de schoot te zitten dan zal 't niet gebeuren ook niet. Brullen dat die al kunnen!!! Daar kan onze Phineas nog iets van leren, van volume en van toonhoogte, heu, -laagte. Zo'n sonoor grommetje weergalmt door heel de tempelzaal.
Voor kattenliefhebbers als wij zijn dit goddelijke momenten...
Na hun maaltijd leidde de abt een gebed in, er was ons voordien nadrukkelijk opgedragen om op dat moment op te houden met wat we ook bezig waren tot het bidden stopte. Dus lieten wij de baby's gerust, plooiden onze benen netjes onder ons, vouwden onze handen en zaten daar in stilte te genieten van de zeer speciale sfeer Een twaalftal oranje monniken die hoog in een tempelzaal in een forest monastery omringd door ongeveer evenveel tijgers in de schuin invallende stralen van het eerste zonlicht dat door de bomen valt zitten te prevelen... Magische momenten. Eén van onze baby's vond dat stilzitten maar niks en begon luidkeels te protesteren, maar geen van ons vier durfde natuurlijk te bewegen... Eén van de monniken keek eens zwaar verstoord (en weinig boedhistisch) in onze richting en dan is er iemand van ons dat kleintje toch maar beginnen aaien zodat het zweeg.
Terwijl de monikken hun bedelnappen gingen uitwassen was het onze beurt om te ontbijten. Al het eten stond op een lange tafel achter in de tempelzaal, we kregen heel grote blikken borden, in vakjes ingedeeld, waarop we de rijst, allerlei visgerechten, fruit en cake konden leggen. Rod plukte netjes de croissantjes van uit mijn offermand van de tafel. Onze offergave werd dus blijkbaar door iedereen gesmaakt waaruit ik alvast concludeerde dat de goden ons vandaag wel goed gezind zullen zijn en wij zelf niet als ontbijt voor een tijger zulllen dienen.
We gingen met onze borden terug op de grond zitten bij onze baby's. Ze bleven rustig tussen ons in soezelen en deden zelfs niet eens moeite om in onze reuzeborden te gaan neuzen en er eten uit te pikken. Heel wat anders dan onze katten thuis. Eten met baby-tijgers is veel rustiger dan lunchen met zes volwassen katten. Alhoewel er maar een paar toeristen aanwezig waren zaten we toch met vele tientallen mensen op de tempelvloer te schransen. Het is onvoorstelbaar hoeveel personeel hier werkt. Of althans onbetaald liefhebbert
Na ons ontbijt mochten we in alle rust de tijgers fotograferen. Ze lagen op het terras palend aan de tempelzaal te kijken naar de grazende dieren beneden. Zo mooi van kleuren oranje pijen tussen bruin-gele tijgers in t warme zonlicht op een teakhoutenvloer Sommige monniken speelden en plaagden de tijgers terwijl ze hun ontbijtresten afruimden, ze knuffelden ze, trokken aan hun oren, gaven ze restjes uit de hand te eten. Kortom ze behandelden de dieren zoals mensen met hun geliefde hond omgaan. De vier kleuters hadden wij bij 't binnenkomen al pap gegeven en die werden nu tegelijk met de drie zuigelingetjes terug naar hun kooien gebracht.
Morgen, of overmorgen, het tweede deel van dag 6 : Ravotten met de medium-size tijgers...
Aangezien er dus onder het fotoke van het vleesmes-raadsel al die commentaar staat waarin getwijfeld wordt of mijn vleesmes wel echt een vleesmes is geef ik mijn vleesmes hier een "Recht van antwoord" want mijn vleesmes krijgt er pedoemme een persoonlijkheidsstoornis van! Straks eindigt het nog in de psychiatrie! En dan zit ik hier mijn vlees te snijden met een groentenmes dat eigenlijk in de wieg gelegd was als broodmes. Dus om alle twijfel weg te nemen : ja. Ja, het is wel degelijk een vleesmes. Ik ben het daarjuist gaan vragen en het stond niet met zijn bek vol tanden maar het sprak trots en volmondig : "Ja, ik ben het vleesmes ten huize van Laathi. Al meer dan 10 jaar lang." Voilà. Meer bewijs kunt ge toch niet willen hé?
Nee, even ernstig. Ze hebben mij dat ding destijds toch verkocht als een vleesmes... Allez 't is te zeggen, er zaten er zes in een houten blok en ik heb dit exemplaar van in 't begin het vleesmes genoemd... En het groot spitstoelopende met de fijnere tandjes het groentenmes, en dat met de grote rondere tandjes het broodmes...En die drie kleintjes : "de drie kleintjes". Feitelijk is dat al niet slecht voor mijn doen want ik had ze evengoed "Germaine", "Isabel", "Sofie" en de "Suskes" kunnen noemen
Het eerste reisverhaal van deze week zal gaan over deze grote poezen. En over mijn achterwerk. Vooral de combinatie van beiden zal voor hilarische taferelen zorgen...
Onder mijn vakantie is het kleinste van mijn vijf visjes gestorven en deze week is alweer de kleinste overleden... Ik heb hem na de foto maar direkt begraven want een van de vorige stoffelijke overschotten had ik eens klaar liggen om te fotograferen, ik ging mijn apparaat halen, en toen ik terug kwam was mijn papiertje leeg en zat Mathurin zijn lippen te likken... Begraven overbodig dus.
Zie dat mondje,... en die spikkeltjes op zijn neus...
Toch nog echt een baby-face.
In mijn handpalm zie je goed hoe klein hij nog was... De twee grootsten zijn wel vier keer zo groot als hij was.
De drie laatste overlevenden, tijdelijk in een plastic bakje terwijl ik hun aquarium poets.
Serendipity : "Tja,... drie stuks,... dat vind ik nu precies ook niet meer de moeite om bij te houden en later de vijverpopulatie mee aan te vullen..."
Serendipity : "Maar voor mij betekent het nog wel iets. Nu niet direkt een voorgerecht maar toch alvast een amuse-gueulle..."
"Voelt gij u nu ook zo bekeken?" "Meer nog, ik voel mij getaxeerd!" "Ja, gemeten en gewogen. En erg genoeg... goedgekeurd!" "Moedèèèèèèèèèèèèèèèèèèèèèr! Leg een deksel op onze bak of ge moet ons aquarium niet meer poetsen!"
Phineas : "Als ge dat nu op een bordje zou zien liggen... Dat zou toch echt niks voorstellen?..."
Phineas : "Ik snap niet hoe ge zelfs maar kunt overwégen om zoiets zieligs op te eten. Geduld hebben en nog een paar weken wachten, dat gaat veel meer opleveren."
"Erg wel als ge van zo'n oncomplimenteuze opmerkingen blij moet worden hé?..." "Is dat een filosofische vraag? Want op een of andere manier ben ik momenteel een beetje te stressy om te filosoferen." "Allez gij? Hoe zou dat nu komen?"
Tja, niet meer of niet minder dan mijn goedkoop vleesmes... En ik dacht dat iedereen toch wel een mes in huis zou hebben?... Mét tandjes. Een vrouwelijk mes dus. Ge weet toch dat ik niet zo kook-achtig aangelegd ben en dat ik alleen de meeste rudimentaire zaken in mijn keukenschuiven heb liggen? Waarom het dan zo moeilijk maken en durven denken aan "boterkrulmachientjes"???
Hoewel het in 't begin wat moeizaam ging is het raadsel op de duur toch nog opgelost door een hele bende! Proficiat Luk, Ron, Kathleen, Vmax, Ritje, Sus, Geert, Piet, Jan, Nilleke, Helena, Fernanda, Ingrid, Marleen, Vif, Speelster, Veveke, Lisette, Steven, Klaproosje, Andromeda, Lange Lou, Dolfijn, Mieke, Ryntje en Maria!
En wat hebben we nu deze week geleerd?
Dat we al heel lang, eigenlijk al van de tweede foto, vermoedden dat het een mes was maar dat we twijfelden en dat we 't antwoord niet durfden mailen omdat we bang waren ons belachelijk te maken en dat dat heel stom is want als we onze gok wél gemaild hadden dat we dan de rest van de week dat idiote, irritante fotoraadsel van Laathi uit onze kop hadden kunnen zetten en ons met zinnigere dingen hadden kunnen bezighouden, en dat in 't vervolg als we nog maar vermoeden dat we 't antwoord weten, dat we 't haar direkt gaan mailen, klinkt het niet dan botst het!
In de tijgercanyon was het vlotjes 37° geweest dus we vonden dat we wel wat afkoeling verdienden. Een waterval leek ons het aangewezen plekje. We reden verder richting Birmese grens naar het natuurpark waar zich de Erawan Falls bevindt, een waterval in 7 niveaus. Ik verwachtte er niet al te veel van, droog seizoen weinig waterval had ik ondertussen bijgeleerd, maar het bleek een subliem woud te zijn en elk niveau van de waterval was anders. Het bos rond de kolkende poelen was meer dan feeëriek. Vissen speelden tussen het hout van omgevallen bomen die lang geleden in t water terecht waren gekomen. Een echt sprookjesbos beschenen door de schuine stralen van de zon waarin echt stofkorreltje oplichtte. Er groeiden nog van die echte reusachtige oerbomen met prachtige lianen doorslingerd. Het leek wel of zij het waren die de aarde vasthielden en alles met mekaar verbonden.
Jammer genoeg sloot het park reeds om 4 uur en konden we de drie bovenste watervallen niet meer bezoeken maar al bij al hadden we toch een heerlijke boswandeling van een paar kilometers gemaakt. Of zal ik het een bosklim noemen? Want 't was wel steil en hoog. Ik vrees dat de foto's van mijn bos in avondlicht mooier gaan zijn dan mijn tijgers zo pal in de volle middagzon. Zeker mijn dik wit-rode snuitwerk zal er op de tijgerfotos bangelijk uit zien vrees ik. Het lijkt wel of die bloeddrukpillen me met de dag meer opblazen.
De Nationale Parken worden hier zeer efficiënt uitgebaat, helemaal op Amerikaans wijze, met goede wandelwegen (gehandicapten kunnen zelfs met golfwagentjes vervoerd worden), een visitors center, nature trails, sorteer-vuilbakken, toiletten... En alles is kraakproper, net als de openbare wegen. Trouwens een ding dient gezegd over de tijgertempel, het was er smetteloos en geurloos. Thai zijn ofwel heel propere mensen ofwel poetsen ze graag. Zelfs in Bangkok valt het me altijd op hoe netjes de straten erbij liggen. Heel anders dan hoe de bermen op de op- en afritten van onze autostrades er soms uitzien
Aangezien Paul echt heel graag morgen eens grondig wil gaan tijgeren hebben we een compromis gesloten. Hij heeft me verleid door te zeggen dat ik dan wel niet kan zwemmen met tijgers maar dat ik er wel eentje ga mogen wassen en dat dat toch ook al niet min is. Tja. OK. Als ik maar kan wassen. Vreemd zou dat een bijverschijnsel van een menopauze zijn? Dat ge ineens alles wilt wassen? Soit, ons compromis bestaat er uit dat we morgen uitgebreid gaan tijgeren maar dat we dan wel een dag langer in Kantchanaburi blijven. Ik wil echt niet stinkend naar tijger onmiddellijk doorrijden naar de apenstad Lop Buri. Tussendoor wil ik toch nog graag even naar mezelf ruiken.
Een liaan een echte Tarzan waardig.
Omdat we nu toch opeens een dag extra hebben wilden we ons vandaag niet meer haasten om de olifantenwasserij te bereiken maar houden we dat ook voor morgen. Paul zijn tijgerkes, ik mijn olifanten, de monikken hun centen en nog lekker een nacht langer in de Felix slapen. Everybody happy. We zijn onze beslissing gaan vieren door aan een 7/Eleven-supermarktje te stoppen waar ze lekkere tuna-sandwiches verkopen. Op zeer Amerikaanse leest geschoeid weliswaar Witte sponzige boterhammen gevuld met tonijnpuree. Veel te zoet, maar alles is hier te zoet. En wat is 't verschil tussen Amerikaans zoet of Thais? Ge zult wel van allebei even mollig worden zeker? En mijn cholesterol, hij scoorde! Zin in een langere wandeling door het sprookjesbos van de Erawanwaterval? http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/ThailandHoofdstuk5Deel2ErawanWaterval?authkey=Gv1sRgCMrJjMX1leO-yAE#
En morgen, of overmorgen, de "échte tijger-ervaring" en het nut van een set reserve-kleding...
Raar dat er nog zoveel mensen op 't verkeerde spoor zitten hoewel ze toch al allemaal in de keuken op zoek zijn. Jullie hebben trouwens allemaal dingen in jullie keuken die ik niet heb... zoals koekjesbakvormen, kaasschaven, boterkrulmesjes, suikertangen.... Ik kan beter naar jullie verhuizen daar zou ik veel makkelijker origineel materiaal voor mijn fotoraadsels vinden. Kom doe nog eens uw best want morgen zijn we alweer aan de foto van de laatste kans, en zo'n gemakkelijk voorwerp gaat ge toch zeker willen geraden hebben hoor.
De oplossers tot hiertoe : Luk, Ron, Kathleen, Vmax, Ritje, Sus, Geert, Piet, Jan, Nilleke, Helena, Fernanda, Ingrid, Marleen, Vif en Speelster!
Donderdag, 22 januari 2009. Kanchanaburi, Felix River Kwai hotel.
5. Chang. Chaa-AAng? ChAA-aang? Chaa-AA-aaang? Oh! ChAA-aaa-âââng! Deel 1.
Beetje suf opgestaan. In plaats van een zakje suiker open te scheuren, een zakje met een tandenstoker in twee gebroken en dat in mijn thee gekwakt. Gelukkig drijft hout. Na een stevig ontbijt al veel fitter aan de inpak voor onze tijger- en olifantendag begonnen. Het bezoek aan die beestjes is uiteindelijk het enige vast doel dat ik in deze reis heb dus ik wil ik er ook zo georganiseerd mogelijk aan beginnen. Tot en met reservekleding wordt ingepakt want uiteindelijk hoe graag ik die beesten ook weer zal zien ik hoef nu niet de hele dat naar tijgerpis te stinken.
De naam van de tempel had Paul in de gps kunnen ingeven, dus het vinden werd een makkie. Maar vraag me niet hoeveel tijd hij er aan besteed heeft om Watpa Luangtabua Yannasampanno op de juiste manier in te tikken... Al vroeg in de ochtend stonden we er voor de poorten... en mochten niet binnen.
Het wicht aan de kassa gebaarde ongeïnteresseerd dat we om 12 uur moesten terugkomen. Joost mocht weten waarom. Meer uitleg kregen we echt niet losgepeuterd, ze sloot gewoon haar loketje voor onze neus, dus besloten we maar om een olifantenwasserij te gaan zoeken want het tijgerzwemmen en olifantenwassen is echt iets wat ik in mijn kop gestoken heb. t Is plezant een hoog doel na te streven. En een olifant is iets héél hoogs.
Grafmonumentjes voor overleden monniken verloren op het platteland...
Echt simpel om vinden is 't toch allemaal niet als ge geen namen weet. Zo staat er op de baan één bordje waarvan we vermoeden dat het een reclame van een olifantenkamp is omdat er een olifantje op afgebeeld staat maar van de bijhorende krulletjes begrijpen we natuurlijk geen snars. We sloegen die zijweg in in de hoop die borden te kunnen volgen maar op al de volgende plakkaten kwamen geen olifanten meer voor... En wij waren gezien natuurlijk. Stonden we daar in de pampa's met op elke hoek onleesbare aanwijzingen! We begonnen de boeren langs de weg dan maar aan te spreken, maar die mensen begrepen helemaal niet wat we zochten, hoeveel moeite we ook deden. Ik probeerde een olifant uit te beelden door met mijn wijsvinger voor mijn neus te kronkelen en tóóóóóót-tóóóóóót te roepen maar dat pakte geen verf. Paul pakte zijn pantomime kompleet anders aan. Als hij een boer aan de rechterkant van de auto aansprak (de chauffeur zit rechts want we rijden hier links) dan zoog hij zijn longen vol lucht, blies zich helemaal op, maakte zijn schouders breed, strekte zijn arm voor zich uit en bewoog die als een slurf door 't raampje. Buiten wat hoogstverbaasde blikken van boeren boekten we geen resultaat.
Tot Paul ineens op 't geweldige idee kwam dat op de bierflesetiketten een olifant afgebeeld staat en dat dat bier Chang heet! Dus misschien was olifant in Thaï wel "chang"?! 't Was alleszins 't proberen waard. In t ergste geval geraakten we aan een café in plaats van een elephantcamp. Op wel duizend manieren hebben we het woord chang over de velden laten weergalmen, de boeren bleven raar kijken, maar opeens, opeens moet er toch per ongeluk één keer een juiste intonatie uit onze kelen gekomen zijn! De boer begon te stralen, glimlachte breed, zong-riep "chAA-aaa-ââââng?", begon heel blij en vol begrip te knikken, stak zijn arm uit (niet als slurf) en wees rechtsaf. Oef. Zo zouden we dus echt wel aan de olifantenwasserij geraken, 't is misschien een beetje omslachtig om te proberen de juiste klank van het doodsimpele woordje chang voort te brengen maar alleszins veel makkelijker dan olifanten uit te beelden.
Alweer een stop aan een boerderij... Onder elke mand zit een vechthaan te relaxen in de schaduw. Elk gevecht kan zijn laatste zijn... Een trieste sport, maar vooral een gokmogelijkheid, waar de Thai door gefascineerd zijn.
Toen we eindelijk een kamp gevonden hadden moesten we natuurlijk nog duidelijk maken dat we helemaal niet geïnteresseerd waren in een ritje op de rug van zo'n beest maar dat we 't wilden wassen. "Wassen ja, omdat we dat op een poster gezien hebben die in ons hotel hant en dat we dus goed genoeg weten dat dat dus echt kán, en als ge me niet wil geloven dan zal ik op mijn fotoapparaat de foto die ik van die poster genomen wel eens als bewijs laten zien!" Ik was terdege voorbereid op een afwijzing of een ontkenning.
't Was dus vooral een kwestie een kamp dicht bij een rivier te vinden en dat was met het kamp waar we aanbeland waren het geval, dat viel dus al mee. We spraken af om 's avond tegen 5 uur terug te komen, wassen alleen mocht niet er moest ook gereden worden. OK, mij goed, zolang ik achteraf maar mag wassen wil ik voor mijn part eerst met die olifant een uur gaan wandelen, wil ik hem desnoods nog zelf dekken ook. Als ik maar mag wassen!!!
Nadat dit opgelost was reden we terug naar de Tiger Temple. Er zaten al een paar mensen te wachten tot de onvriendelijke kassierster haar loketje wou opendoen. De inkom bedtroeg 500 baht. (Baht rekenen makkelijk voor Belgen, 1 baht is bijna 1 oude frank.) 't Is voor 't goede doel dus 't mag best iets kosten maar ik zou er toch ook graag een beetje vriendelijkheid of desnoods elementaire beleefdheid voor in de plaats krijgen.
Met blote schouders mocht ge niet binnen, logisch want 't is uiteindelijk een tempel. Gele, roze, oranje of rode kleding mocht ook al niet. Een wikkelrok was verboden. Ik voelde mij al niet zo gelukkig met al die reglementjes. Voordat ge naar binnen mocht moest ge dan ook nog een papier ondertekenen dat ge zelf de volledige verantwoordelijkheid ging dragen voor eventuele beschadigingen aan uw spullen of uzelf. Veronderstel ik, want 't was in 't Thais geschreven. 't Kan ook zijn dat ik iets ondertekend heb waardoor ik na mijn dood heel mijn erfenis aan een mysterieuze tempel vermaak.
Eens binnen kregen we de tempel niet eens te zien en werden we onmiddellijk naar een grote vlakte geleid waar we de trainers met hun beesten zagen naderen. Wel indrukwekkend om tengere Thai met een forse tijger aan een leiband te zien komen aangewandeld alsof ze hun hond uitlaten... En er bléven er maar komen! Op de duur waren ze al met zijn zestienen!
Op deze foto zie je al een zevental dieren met hun trainers.
Het woord "slank" gaat deze reis niet dikwijls in de mond genomen worden...
De trainers bonden hun beesten allemaal aan bomen en dan mochten we achter één van de grotere dieren gaan poseren voor een foto. Zijzelf namen de foto's met uw eigen fotoapparaat. Dramatische foto's! OK, gij staat er op en de tijger ook, maar eveneens : veertien andere toeristen zonder koppen, wat rommel, wat onderdelen van Thaïse trainers en een grote blauwe vuilbak. Niet te doen. Na deze zielige fotosessie zouden de oppassers met de tijgers aan de lijn naar de canyon wandelen en daar zouden de zinnigere foto's gemaakt worden
Ondertussen kregen we nog een andere aanbieding. Ja, de tijgers worden in package deals verkocht : voor 1500 baht (alweer per persoon) mocht ge in groepjes van vier de vier baby's van drie en een halve maand oud in hun kooi bezoeken, er een half uur mee spelen om ze te helpen aan mensen te wennen en ze af te leren te bijten, en hen een papfles geven. De centen dienden integraal om de melk voor de tijgers te betalen. (Momenteel zitten hier al 36 tijgers en die verslinden wel wat pap. Wel vreemd dat volwassen tijgers nog altijd de zuigreflex hebben, bij een kat stopt dat onherroepelijk als ze enkele maanden oud zijn.) Paul vond het bezoek aan de kleintjes een leuk idee om op die manier uit de toeristengroep weg te geraken. Mij zei het niet zo veel, ik wou veel liever de grootste tijger op schoot, wat moet ge nu met een tijgerjong als ge zelf een kat als Mathurin in huis heb?
Een jong van drie en een halve maand speelt met een kokosnoot.
Broer en zus gebruiken de drinkbak voor oneigenlijke doelen.
Alvorens de kooi te betreden gaven enkele Europese trainers ons een beetje onderricht. We kregen strikte instructies om nooit onze rug naar een tijgerke te keren, alles wat kon bengelen uit te doen of weg te steken (het zijn uiteindelijk katten) en hen rigoureus verbieden te bijten. Als ze toch beten moesten we, zoals bij een kat of hond, het bekje openwrikken en daarna een tik op de neus geven.
De vier diertjes bleken al een pak groter dan volwassen poezen, vooral veel plomper en gelukkig ook trager, maar wel heel veel sterker. Ze voelen eigenlijk meer aan als dikke, veel te flink uit de kluiten gewassen, onhandige hondenpups. Hun pels is vrij ruig. Hun pootjes zijn reusachtig. Zelfs op deze leeftijd zijn die al zo breed als onze handen. En wat ik, net als bij honden, mis : ze spinnen niet als ze tevreden zijn, ze kunnen hooguit een soortgelijk geluid voortbrengen bij t uitademen. De vier diertjes trekken enorm op mekaar, de trainers onderscheiden hen door de tekening op hun kop maar toch vooral door de verschillend gekleurde halsbanden denk ik.
Opvoeder Paul in aktie...
't Was best gezellig om een half uurke met die nest kleine mannen te spelen. Het leren niet te bijten viel mee maar er staat toch al een flink bekje tanden in. Ze stoeien vooral met mekaar maar ook hun knuffelbeesten worden vinnig mishandeld en kokosnoten, autobanden en jutezakken blijken ook prima tijgerspeelgoed. Het papflesje was op minder dan een minuut leeg, en zo gauw dat binnen was gingen ze zoals voorspeld onmiddellijk liggen soezen. Ik vond dat prima want ik stond te popelen om naar de grote beesten te kunnen gaan die ondertussen al naar de canyon geleid waren.
Zie hoe breed die pootjes al zijn!
Tijgers hebben witte cirkels op de achterzijde van hun oren!
Na de pap... het dutje...
Nog een laatste aai aan de ingedommelde nest kleine beesten en dan op weg naar "the real stuff"! De volwassen (en dikwijls ook moddervette) dieren lagen allemaal apart vastgeketend aan bomen of ringen in de grond in t mooie decor van een geelbruine canyon waar achterin een vijvertje lag. Aan de inkom van de canyon werden de bezoekers alweer voor een keuze gesteld : 1 foto van uzelf met een tijger gratis, of een reeks sensationele foto's (liggend tussen de pootjes, kopje op de schoot,...) voor 1000 baht. Bij de laatste optie werd ge dan door een trainer bij de hand genomen en naar de liggende tijgers geleid waar een van de andere tientallen trainers foto's nam met uw eigen apparaat en nog een andere het gedoe filmde. Het was strikt verboden u tussen de tijgers in de canyon te begeven om zelf foto's te nemen van uw partner. Ergens was dat te begrijpen omdat het een oncontroleerbare zaak zou worden, het was nu al zon geharwar van jewelste. De trainers droegen roze shirts zodat ze goed herkenbaar waren (vandaar dat wij waarschijnlijk niet in gelijkende kleuren binnen mochten) en als ze tussen al dat volk en die tijgers dan ook nog loslopende toeristen zouden toelaten zou het in een totale chaos eindigen. Veiligheidsmaatregelen waren er niet te bekennen of t zouden de houten stokken moeten geweest zijn die sommige trainers in de hand hielden. Een takske waar zelfs onze Mathurin eens zou mee gelachen hebben.
De meeste mensen kozen voor de gratis foto, maar wij waren toch al van plan het goede doel fors te steunen (want ik ben oprecht van mening dat er iets moet gedaan worden om de tijgers te helpen, die beesten worden nu eenmaal zeer ernstig bedreigd in hun voortbestaan) en dus kozen we ook ineens maar eieren voor ons geld en kochten voor alweer 2000 baht de fotosessie.
Een flinke brok. Ik bedoel vooral de tijger.
Maar 't bleef een trieste en ook wat onbegrijpelijke bedoening. De vele Westerse vrijwilligers en trainers waren best vriendelijk, maar de meeste Thaise niet. En dat is onlogisch want Thai zijn normaal ontzettend lieve en uiterst behulpzame mensen (die van de toeristenkramen in overdrukke badplaatsen nu even buiten beschouwing gelaten ) Het leek wel of die mensen hier niet echt happy waren. Of dat ze onder strees stonden. Of 't gewoon beu waren om toeristen te zien. Of ik weet het niet. Maar het gaf geen fijn gevoel, t ging ook allemaal zo snel en onpersoonlijk.
Die grootte van dat pootje!...
Een Thai sleurde u mee aan uw pols, duwde u zonder een woord te zeggen naast een tijger neer, begon woordeloos aan uw lijf te duwen en te trekken tot ge in de juiste houding zat, waardoor ge bij momenten met uw benen over de ruwe rotsgrond geschuurd werd, dan werd rap enkele malen geklikt door zijn compagnon terwijl nummer drie het zaakje filmde. En hop naar de volgende tijger, voor de volgende pose. Er werd niet eens gekeken of er nog benen of gezichten van personeel op de achtergrond van de foto stonden of uw ogen wel open waren, kortom t moest vooruit gaan. Ge moest thuis de goede foto's maar uitzoeken, bijknippen en eventueel overtollige benen weg photoshoppen... Nog voor ge t dier waar ge bij zat tegoei had kunnen aaien of bekijken werd ge aan de hand rechtop getrokken en naar de volgende dikke das die eveneens vadsig lag te slapen gesleept. En dat allemaal zo bruut en slordig. En bovenal bijna niemand, ook de monnik niet, was vriendelijk of sprak een woord. De tijgers waren oneindig sloom en lieten zich alles welgevallen. De kop werd telkens op iemand zijn schoot gelegd en als ge dan zelf die (loodzware!!!) kop zachtjes terug op de grond wou leggen namen die Thai hem uit uw handen, trokken de kop aan de halsband weg en dumpten hem op de grond. En de tijger... hij sliep verder... Kortom, voor mij was het een teleurstelling en zwemmen met de tijgers zat er dus al helemaal niet in.
Sommige mensen vermoedden dat de dieren verdoofd waren. Rod, de Amerikaan die de leiding van de zaak heeft - en een van de weinigen is die hier betaald wordt, de meesten zijn vrijwilligers uit heel de wereld - beweert dat de dieren na hun eten altijd zo tam zijn en dat ze ook gewoon lekker moe zijn van t spelen in de ochtend. Trouwens alle katachtigen slapen 16 uur per dag. En dat klopt natuurlijk wel, dat kan ik getuigen aan de hand van mijn roedeltje slaapkoppen thuis...
Die man was eigenlijk de enige echt vriendelijke van het hele team en hij kon ook een zinnige uitleg geven. Hij was heel enthousiast over het project en wou ons overhalen voor een privé-sessie met de tijgers, volgens hem de enige écht toffe tijgerervaring. Alweer een nieuwe package-deal werd voorgesteld Voor 5000 baht, vanzelfsprekend per persoon , mocht ge een hele ochtend mee de tijgers komen "verzorgen" en dat gebeurde met een klein groepje van maximaal 10 bezoekers. Ik zag het niet zitten, ik vreesde voor alweer een teleurstelling. Ik vond het allemaal veel te commercieel, te onvriendelijk en te respectloos (zowel voor mens als dier) maar Paul was van mening dat we zo'n kans niet mochten missen. Waar ter wereld zouden we ooit nog eens een tijger kunnen aaien en van dichtbij fotograferen? En we deden er dan nog een goeie daad mee ook, we droegen bij aan 't voorbestaan van de tijgers, toch al zeker aan 't voorbestaan van hun melkboer... En we waren nu zo ver gekomen... En 't was toch mijn uiteindelijke doel van deze reis geweest... Enzovoort. Ergens moest ik hem daar wel gelijk in geven, maar mijn hart ging toch al meer uit naar die olifant die ging gewassen worden, dat leek me toch veel lolliger dan dit geduw en getrek aan mijn lijf en aan die tijgerkopkes. Ik vroeg wat bedenktijd, deze ervaring moest eerst wat kunnen bezinken, we zouden 's avonds wel iets per telefoon laten weten aan Rod. Eerst even afkoelen.
We wandelden terug naar de uitgang door het grote tempelterrein waar de andere, gewonere, weesdieren behaaglijk in volle vrijheid rondkuierden. Alles wat de omwonenden niet meer moeten hebben of wat gekwetst of verweesd uit de jungle komt aangewaggeld is welkom, mag blijven, wordt verzorgd en krijgt te eten. Het liep er vol herten, zwijnen, kippen, zelfs een dromedaris. Het geld dat binnenkomt dient dus ook om al deze sukkels een goede oude dag te bezorgen. De monikken helpen dus niet alleen mooie en zeldzame dieren maar ook de beestjes van een mindere god en dat vind ik toch wel lovenswaardig. Tonnen knollen en wortelen lagen er in zakken klaar. Hier wordt wel wat eten verzet. Om van al de gekookte kippen voor de tijgers nog te zwijgen...
Maar bij de behandeling van de bezoekers heb ik mijn twijfels. Waarom moet het nu toch allemaal zo machinaal, zo gevoelloos gebeuren? De mensen van de tempel zijn die magnifieke beesten gewoon, voor hen zijn het waarschijnlijk niet meer dan grote katten en is elke dag ongeveer dezelfde, maar ze zouden moeten inzien dat voor bezoekers dit echt wel een uniek moment in hun leven is en dat ge even tijd nodig hebt om het allemaal tegoei tot u door te laten dringen dat ge daar met een heuse tijgerkop in uw armen zit! Ze mogen zon moment niet door hun onvriendelijkheid en haast verpesten. Maar ja, aan de andere kant, bij 't buitenwandelen zagen we drommen toeristen aankomen, wij waren er hooguit met een 50-tal binnen geweest maar de grote massa scheen nu pas te arriveren. Misschien is de pijnlijke efficiëntie wel nodig om deze massa de baas te kunnen? Wie ben ik om daar over te oordelen na 3 uurtjes... Als ik jonger was dan 50 zou ik ook vrijwilliger kunnen worden en het allemaal eens zelf ondervinden. Jammergenoeg ben ik net een jaartje te oud...
Ik vond deze leuke tekst in mijn mailbox en heb er zelf nog twee lijntjes bijgeschreven.
HOE GOED GAAT HET MET DE ECONOMIE DANKZIJ DE KREDIETCRISIS ?
de tabakshandelaar is de sigaar de bakker verdient zijn brood niet meer en de herenmode is de das omgedaan
de lampenwinkeliers zien de toekomst duister in en de scheepvaart is de wind uit de zeilen genomen de timmerman weet niet meer van welk hout pijlen maken menig houthakker heeft er net het bijltje bij neergelegd terwijl de kousenfabrieken er geen gat meer in zien
de horlogemakers zouden de tijd willen terugzetten en de confectie-industrie moet er een mouw aan passen de tuinders heeft men knollen voor citroenen verkocht en de binnenschippers zijn aan lager wal geraakt
de chauffeurs zijn de macht over het stuur kwijt omdat de wegen aan belasting bezweken zijn de wielrenners weten niet meer rond te komen en de badmeesters kunnen het hoofd niet meer boven water houden
de bierbrouwers moeten uit een ander vaatje tappen en voor vele bioscopen valt het doek de kwekers zitten op zwart zaad de schoorsteenvegers komen op straat te staan en de stratenmakers kunnen wel op het dak gaan zitten
de mijnbouw graaft zijn eigen graf en de N.M.B.S. is het spoor bijster bij de luchtvaartmaatschappijen hangt er nog heel wat in de lucht en dat terwijl de metselaars in de put zitten en de caféhouder het zat is
de kapper zit met zijn handen in het haar de boeren zijn uit het veld geslagen en winnen zeker geen veld meer de helderziende schemert het voor de ogen.............. zou het helpen als de wapenindustrie inzag dat er geen schot meer in de zaak zit???
Zelfs in de muziekwinkels zit geen muziek meer, want de zangers hebben veel minder noten op hun zang
Misschien vinden jullie ook nog wel enkele leuke toevoegingen? Zet ze maar onder reacties en laat de tekst groeien!
Woensdag, 21 januari 2009. Kanchanaburi, Felix River Kwai Hotel.
Vanmorgen al een stuk langer geslapen, 't was half acht voor we opstonden. We hadden die extra uren slaap hard nodig gehad. 't Riant ontbijt was ook meer dan welkom. Paul heeft iets chinees gekozen dat zo vies rook (dooie vissen. Al lang dood.) dat ik blij was dat de wind de andere richting van mijn spek met eieren uitwaaide. Ik hou best van look maar om de dag nu te beginnen met twee bollen is van t goede toch wat teveel. Naderhand op 't prachtige terras van onze kamer gezeten. (Geen zinnig mens zou trouwens na dat chinees ontbijt nog met Paul in een gesloten kamer willen zitten.) Typen met uitzicht over de Kwai, bij 't gekwinkel van oneindig veel vogeltjes in 't hotelpark...
Rond den tienen zijn we te voet over de spoorwegbrug gestapt naar het klein stationnetje om met een trein over de "Spoorweg des Doods" te gaan rijden. Hij loopt vanaf hier nog een 70 kilometer verder richting Birma, een trip van een uur of twee. Met al het volk dat over die brug wandelde vond ik t al meer de Brug des Doods. Hoe het mogelijk is dat hier niet om t uur een toerist in t water ploft begrijp ik niet. Het loopvlak tussen t spoor is net breed genoeg voor 1 persoon, en naast de sporen liggen aan weerszijden twee smalle houten planken, met gaten dan nog. Op die kleine oppervlaktes staat iedereen dan te poseren en te fotograferen en willen ze mekaar voorbijsteken in beide richtingen. En ondertussen passeert er nog een trein ook Niet direkt een aanrader voor mensen met hoogte- of watervrees.
Iemand met een zeer gerust geweten,, die zich gelukkig niet bewust is van de gruwelijke taferelen die zich hier onder de oorlog hebben afgespeeld...
Gisteren had ik 't oude treintje al gezien en aangezien het uitgerust was met kale houten banken wou ik eerste klas rijden. Toen de ontvanger eindelijk plaats nam in zijn barakske (het stationsgebouw dus, twee vierkante meter groot) bleek er geen eerste klas te bestaan. Meer nog, er bleek niet eens een trein te komen, hij had maar liefst een uur vertraging... Zelfs tot hier zijn de moderne tijden doorgedrongen. Er zat dan niet veel anders op dan wat te gaan rondwandelen in de bangelbarangs die organisch gegroeid zijn tussen het stationnetje en de rivieroever tot ons treintje van zich liet horen. Ik wou dringend een elastiekje kopen om mijn haar op te binden tegen de hitte dus ik had alweer een doel gevonden. Echt álles verkochten ze in die bazarkes, van halfedelstenen tot eetwaar, behalve een haarspeld. Ik kreeg zelfs niet eens met gebaren - en met mijn haar in een staart in mijn handen - uitgelegd wat ik eigenlijk wou kopen! Op de langen duur heb ik dan toch de mottigste speld van Azië gevonden en de rest van de dag zou ik met twee plastieken purperen orchideeën op een fluo-fuchsia elastiekske op mijn kop rondlopen.
Plots floot de zogenaamde "-stoomtrein-die-eigenlijk-een-diesel-was" : "tuuuuuuuuuuuuuut!" en wij sjokten blij naar 't stationnetje! In de eerste wagons zag ik kussentjes op de banken liggen (de rest van de trein was kaal en zat ook onprettig overvol) dus ik stapte met gezwinde tred daar naar binnen. Om er direct terug uitgegooid te worden. Dit bleken de plaatsen voor de toeristen te zijn... Maar dan van die echte, die met een touroperator reizen en braaf excursies boeken. Ik wou natuurlijk mijn plaats met mijn kussen niet meer afgeven, ah nee, ik zal daar misschien wel drie uur op een houten bank gaan zitten als 't comfortabeler ook kan! Gelukkig mochten we, mits nieuwe tickets van 300 baht te kopen, blijven zitten dus dan hebben we dat maar gedaan. Ons ticket van in 't stationnetje bleek plots niets waard te zijn nu we in de sjieke tourist-class zaten. Maar ik geef eerlijk toe, 't was 't meer dan waard en ook nog heel plezant.
Vlak na 't vertrek kregen we al thee (probeer die maar te drinken uit een piepklein kartonnen kopje in een hobbelende trein! Gelukkig hadden de tafeltjes hoge opstaande randen en bleef het gesmos tot die zwembadjes beperkt...), bij de thee zaten koekjes, dan kwam er frisdrank en koel water, vervolgens kregen we diploma's omdat we, in luxueuze omstandigheden op kussentjes, de "Spoorweg des Doods" 'getrotseerd' hadden... Er werden t-shirts en petjes verkocht. Kortom 't was toeristisch maar 't stoorde niet want buiten was er toch niet veel te zien. We reden eindeloos door een vruchtbaar land vol maïs en suikerriet en langs weiden met buffels, wat ge nu niet bepaald spectaculair kunt noemen. We hebben ooit nogal eens koeien gezien. Op de langen duur kwamen we aan terug aan het water en werd het een beetje heuvelachtiger en daar moest de trein rakelings langs de rotsmuur rijden terwijl aan de andere kant, diep onder ons, de rivier vloeide. Dat was best indrukwekkend maar waarschijnlijk nog veel knapper om te zien als ge niet in de trein zit. De Kwai is trouwens een flinke rivier. Bruin, breed en snelstromend. Op de heuvels zagen we af en toe een gouden chedi of het gekrulde dak van een tempel schitteren als een pareltje in 't groen.
Onderweg stapten er toeristen op die een dagtrip vanuit Bangkok maakten naar "The Bridge on the River Kwai"! Ik mag er niet aan denken!!!! Dat moet bijna zoiets als een excursie naar Aboe Simbel zijn! Een hele dag auto en trein, onderweg niks zien, en als doel "een beetje oud ijzer" zoals Paul het zou zeggen én de waterval van Coo (alhoewel we dat toen nog niet wisten).
Omdat er onderweg toch al zo weinig te fotograferen viel was ik blij toen we aan een halte in de verte op de heuvelrug een dikke tempel zagen liggen. Vanuit het raam werd hij net bestopt door een boom dus besloot ik even uit te stappen. Snel, alleen met 't fotoapparaat in de hand. Buiten gekomen was de voorgrond weer verre van ideaal, dus nog maar 10 meter verder gelopen, en nog eens 10 meter, en nog eens 10 meter. Wel goed uitgekeken dat ik niet verder dan de laatste wagon liep. Opeens toeterde "de-stoomtrein-die-eigenlijk-een-diesel-was" maar mijn foto was nog niet goed... Dus maakte ik nog rap een andere instelling en daar vertrok de trein... Met een spurtje ben ik er naartoe gerend, gelukkig had ik gesloten sandalen aan en raakte ik goed vooruit en ben ik nog op de rijdende trein kunnen wippen (een beetje ongelukkig onelegant maar niet rampzalig). Ik zat nu wel opeens helemaal achteraan in de trein maar ik was tenminste mee. Eindelijk nog eens Indiana Janssens in aktie. Dat voelde goed.
Het fotograferen leverde tout court nooit veel op omdat er al weinig te zien was, er enorm tegenlicht was en als ge de trein al rijdend door 't raam wou fotograferen dan waren er vooral uitgestoken handjes die een camera vasthielden te zien. De raamkozijnen waren dan ook nog zo vuil dat we er echt als smeerpoezen begonnen uit te zien. Helemaal onder de zwarte strepen. Kortom, het was een excursie waar enige creativiteit vereist was om er iets plezants van te maken.
Aan boord was een toilet dat schreeuwde om eens uitgetest te worden. Iets wat ge met ware doodsverachting te lijf moest gaan : "De WC des Doods". Heel geestig dat ge op 40cm van de grond op twee blikken voetafdrukken gehurkt zit en u met beide armen uitgestrekt aan de wanden in evenwicht moet houden. Ondertussen wiegt en wobbelt die trein dus ge moet u goed concentreren om én te mikken én om te kunnen blijven zitten. Jammer genoeg had ik de gammele schuifdeur niet goed dicht gekregen (t slot was half kapot) dus begon tijdens de actie die deur van 't gedaver open te schuiven. Een ware uitdaging om u met nog maar één hand aan een muur in evenwicht te houden en met een andere hand een openschuivende deur krampachtig terug dicht te willen schuiven. Een act de Cirque du Soleil waardig en t is me nog gelukt ook. En ik heb ook weer t bestaan van nieuwe spieren ontdekt.
"De WC des Doods."
Drijvende hotels op de Kwai.
Op het einde van de rit was "de prijs", "het doel", "de attractie", of hoe ge het ook mocht noemen, dat ge een wandeling kon maken naar de waterval van Nam Tok Sai Yok Noi. Omdat ons treintje een uur te laat vertrokken was hadden we geen tijd om die tocht te voet te maken, we mochten de laatste trein terug niet missen Dus wipten we samen met twee nonnekes in een open bakske dat een taxi moest voorstellen. En toen kwamen we aan de waterval 't Is te zeggen aan een bos dat volstond met barakskes waar eten en schreeuwerige kleding verkocht werd en waar massageplatforms tussen de bomen gesjord waren... En als ge goed keek, ja inderdaad, dan liep daar een beekje tussen al dat gedoe en als ge dat volgde was er een "druppelvalletje". Ik wist wel dat noi in t Thais klein wou zeggen maar toch OK, 't is 't droge seizoen, t heeft hier al maanden niet meer geregend, dus die waterval kan er ook niet veel aan doen dat ze geen tranen meer over heeft om te huilen over haar nietigheid.
Ik vroeg me af of we niet beter met een bus terug zouden keren, 't zou veel sneller gaan en de trein hadden we nu echt wel bekeken, ik voelde me rijp voor een ander avontuur. En bussen, dat kennen ze hier wel!
Kinderen op schoolreis met super-de-luxe-autocars.
Ik stond wat te drentelen tussen de kramen en wou mijn cholesterol juist trakteren op een gefrituurd banaantje toen Paul riep dat hij een bus ging tegenhouden. Ik vond dat straffe kost want hij is momenteel ook wel vrij stevig gebouwd maar 't is toch nog geen John Massis. Maar ik liet hem doen, ik had dringendere besognes : mijn gefituurde banaan! Opeens hoor ik een bus toeteren, Paul roept me, ik zie hem kordaat zijn hand opsteken, en begot 30 meter verderop stopt die bus!! Ik denk er serieus over om met Paul aan Peking Express te gaan meedoen, hij heeft er duidelijk aanleg voor. Hij had dan nog een sjieke bus laten stoppen ook. Een met roze geplisseerde gordijntjes en airco!
Mijn cholesterol treurt nu nog altijd om die misgelopen banaantjes... Nu kon hij eens in een keer 100 punten scoren...
Zie hem daar zitten. Fier op zijn sjieke vangst!
Wij bolden in alle luxe naar huis. Jammer genoeg hadden we nu wel geen idee wanneer we moesten afstappen want vanaf die bus zouden we natuurlijk onze brug niet zien... Dus met de nodige moeilijkheden aan de chauffeur gevraagd ons te waarschuwen wanneer we er gingen zijn. Ze hadden een goed zwart centje aan ons verdiend dus dat zou wel lukken. Zestig kilometer verder nog altijd niks gehoord... Toch nog maar eens gaan vragen. En ja hoor, opeens zie ik de oorlogskerkhoven voorbijglijden (ik heb weer maar eens geprobeerd al rijdend een foto te nemen, dit wordt een reeks van de meest beweeglijke begraafplaatsen in Azië. Geen enkel graf staat stil) dus we waren véél te ver gereden, we zaten in Kanchanaburi zelf. Verdomme, daar ging onze tijdswinst. Niet veel later stopte de bus inderdaad pal in het centrum op een soort Rooseveltplein, de busterminus, en iedereen stapte uit. Heel beteuterd wilden wij dat dan ook maar doen tot de chauffeur ons zei te blijven zitten. Hij kreeg ons uitgelegd dat hij in de buurt van de brug woonde en ons zou thuisbrengen, dat we gewoon moesten blijven zitten en dat we nu eerst even gingen tanken. Een heel grappige situatie! Eerst gingen we dus met onze reuze bus naar een tankstation en dan reed hij naar zijn huis (hij nam het conductriceke wel mee ). Het leek wel of we een bus gekaapt hadden zoals we daar wel een meter hoog als enige passagiers boven de chauffeur zaten! En inderdaad toen hij ons dropte waren we maar een kilometer van de brug en die was simpel te vinden we moesten gewoon de treinsporen volgen. Aan 't stationnetje nog een paar zaken gaan kopen waar vanochtend ons oog al op gevallen was, een bewerkt stukje buffelvel, enkele gekke olifantjes en wat leuke heilige prullen voor Petit Pois zijn berenhuis, en vervolgens zwaarbeladen de terugtocht naar ons hotel aangevat. Het was weer een gewriemel aan 't begin van 't bruggeske...
Thuisgekomen heeft Paul eindelijk eens van 't zwembad genoten. Als enige. De laatste dagen werd hier een conventie van Microsoft gehouden en daardoor was er wel wat volk maar nu zijn die mensen vertrokken en is 't hier bijna uitgestorven. 's Avonds waren we alweer zo moe dat we haast met onze kop op tafel in slaap vielen maar Paul wou toch nog eens iets speciaals doen. Hij wou Tom Klong Pla Kang bestellen. Niet zozeer omdat hij dat lekker vond maar hij had dat toch zó graag eens hardop uitgesproken. Ik heb het hem dan maar een paar keer laten herhalen. Uiteindelijk heeft de sukkelaar het van de klank moeten hebben en niet van de smaak want het gerecht bestond hoofdzakelijk uit bundels oneetbare vezels.
Tijdens het eten nog wat plannen zitten maken voor morgen. Zoals altijd : hoe moe-er we zijn, hoe waanzinniger de plannen. Ik heb me nogal hoge doelen gesteld : ik wil gaan zwemmen met tijgers en olifanten gaan wassen. Ge kunt beter hoog mikken zeg ik altijd maar. Volgens mij moeten die dingen haalbaar zijn want ik heb er over horen spreken, alleen is 't heel moeilijk om hier aan zinnige informatie te geraken. Niemand weet van iets, zelfs aan de receptie van ons hotel niet. Waar ze eigenlijk voornamelijk getraind zijn om altijd maar nietszeggend te blijven glimlachen. Dat hangt dan ook op een bordje voor hun neus : "Always smile!" In 't Engels dan nog! En dat was nu juist eens één bord dat ze disreet in 't Thais hadden mogen schrijven...
Aan de rand van de baan staan massa's reclamebordjes over alles wat hier te beleven valt maar ze zijn allemaal in 't Thais... Dat is wel heel typisch voor de mentaliteit. Ze willen hun eigen gidsen en chauffeurs hun jobs beschermen, hoe minder toeristen op eigen kracht rondrijden hoe liever ze het hebben. Over loslopend wild hebt ge ook veel minder controle dan op mensen die onder begeleiding reizen. En in de Thaise regering zitten toch wel enkele controlefreaks, om t beleefd uit te drukken, en vooral zeer protectionistisch ingestelde mensen. Als buitenlander kunt ge hier zelfs geen grond noch een huis bezitten, nog niet eens een auto. Zelfs niet als ge hier als gepensioneerde komt rentenieren. Alhoewel ge alvorens ge als gepensioneerde hier móógt komen uw centen opdoen een gevulde bankrekening in Thailand moet kunnen voorleggen. Daar kan ik allemaal nog best begrip voor hebben maar wat ik echt gortig vind is dat bij de aankomst op de luchthaven de douaniers vragen hoeveel uw jaarinkomen is Van curieuzeneuze controlefreakskes gesproken...
En nu ga ik slapen en zal hoogstwaarschijnlijk dromen van een tijger met een badmuts op zijn kop en een olifant in de carwash. -------------------------