Dieprood van schaamte, en ook een beetje van de zon, neem ik de ganzenveer ter hand om U te schrijven.
Ja, ik ben hier in de Middeleeuwen terecht gekomen en het nam even tijd om me aan te passen.
Ik heb al zo lang al niet meer geblogd dat ik een foto wou plaatsen en zelfs dat lukte me niet meer. Ik weet niet meer hoe mijn Image Shack werkt... Ik ben dus niet alleen veranderd in een Middeleeuwer maar ook nog in een oude Middeleeuwer.
Het is hier prachtig om te wonen en ik maak de zotste avonturen mee. Hilarische, plezante, minder plezante en ronduit ellendige. Ondertussen bestaat mijn dagboek uit een 500-tal bladzijden, maar het is allemaal veel te persoonlijk om op het internet te zetten. Vanwege de privacy zou ik dan ook nog alle eigennamen moeten gaan veranderen en dat is helemaal onbegonnen werk.
Ik wou ook niet beginnen schrijven alvorens de allerlaatste lading verhuis uit België weg was, zodat niet iedereen zou weten dat ik in de pampa's zat maar mijn huisraad daar nog wel onbewaakt voor het grijpen stond. Die eindeloze rotklus (twee keer een 40-voet container en nog eens een gehuurde camionette) heeft enkele maanden in beslag genomen en is sinds 14 dagen geleden afgerond. Alle Belgische schepen zijn verbrand en al onze rommel is hier geraakt. We zijn doodmoe en alles staat op zijn kop. Gelukkig is het een heel groot huis en hoeven we nog net niet op de kartonnen dozen te zitten piknikken. Voor het uitpakken heb ik nog mijn hele leven, nu komt eerst de tuin aan de beurt en die is ook niet echt klein. Om jullie trouw aan mijn blog te belonen wil ik jullie graag de sfeer laten opsnuiven van mijn boerenleven dus ik zal proberen om af en toe een onschuldig hoofdstukje van mijn dagboek te plaatsen.
Als ik tenminste nog weet hoe... :oops:
Hier dus het relaas van een dag uit vorige herfst toen we onze eerste fruitbomen in de grond probeerden te steken...
Donderdag 24 november 2011.
22. Jonge bomen giet ge met
wárm water! Desnoods met lauwe Champagne.
Oh wat een heerlijke dag toch weer. Alles doet pijn.
Ik voel elk spiertje, elk pezeke. Het is een zalig gevoel om terug te werken
met een doel. En dan nog in zon machtig decor.
Om negen uur was ik alweer met vanalles bezig, de poetsvrouw
kwam de kleedkamer verder schilderen dus ook daar komt schot in. De voormiddag
spendeerde ik aan een zalig lange telefoon met een kameraad, knus in de zon met
de poezen op het terras. Even uitrusten voor wat de namiddag zou brengen. Al
goed dat ik dat gedaan heb.
Werk is hier volop, maar als de zon schijnt wil ik
daar toch even van genieten. Het vakje in zal hier toch nooit leeggeraken,
dat heb ik al lang door, dus ga ik dat ook niet betrachten. Alles op zijn tijd,
en vooral genieten van het weer nu het nog warm is. Paul heeft het hier heel
moeilijk mee. Hij loopt al dagen nors rond omdat niks vooruit gaat zoals hij
het wil en de dingen die hij zou willen doen niet gebeuren. Maar ge moet hier
met het seizoen leven. Nu is het tijd om bomen te planten, in de winter is er
een overvloed van tijd om de zaken binnen op orde te maken.
Om half twee stond Florent, de eigenaar van de plantenwinkel, hier met onze jonge
fruitbomen. Hij wees ons de meest gunstige plekken om ze te planten, legde uit
dat de putten heel groot moesten zijn, de aarde gemengd moest worden met
terreau, de punten van een zevental wortels twee centimeter bijgesnoeid net
voor het planten, en dat de baby-bomen vervolgens twee emmers water moesten krijgen.
Warm water. Heel belangrijk vond ik dat. Hij wees ons ook een goeie plek voor
de bessenstruiken en die kwam gelukkig overeen met waar ik ze al zelf had
willen plaatsen. De vijgenbomen kunnen niet in ons boomgaardje in de voortuin,
die moeten achteraan, beschut tegen de noordenwind. Ik vind dat allemaal heel
interessant. Ik hang aan zijn lippen. De man is ook heel tof want hij spreekt
uit zichzelf al stiller als hij bij mij is.
Alle 8 de bomen voor de voortuin lagen op hun plaats
en met de vijgenbomen konden we zelf onze gang gaan zolang ze maar in de
achtertuin komen. Hij legde er de nadruk op dat bomen planten zwaar werk was en
dat we de bomen die we vandaag niet konden planten een warme nacht moesten
bezorgen door eerst hun wortels goed te besproeien en ze dan binnen te leggen.
Paul en ik keken mekaar aan en we lazen in mekaars ogen : Die zwanst zeker? Wij
planten die toch efkes allemaal en tegen vanavond zitten wij in onze prille
boomgaard een aperitiefke te drinken.
Florent vertrok, wenste ons veel succes, benadrukte
nog eens hoe zwaar het werk ging zijn en dan was het aan ons. Ik haalde met de
glimlach twee steekschoppen uit de grot van Aladdin, zijnde de technische
ruimte, en stak de eerste spade in de grond. Ongeveer een centimeter diep. Ik stampte
er met mijn voet op en ik zal al drie centimeter diep. Ik zette er al
balancerend mijn tweede voet bij en geraakte aan vijf centimeter. Vervolgens
begon ik er levensgevaarlijk op en neer op te springen en hoera de schop zakte
haast 8 centimeter de grond in. Ik begon Florent al beter te begrijpen. Paul dacht wat meer
gewicht in de schaal te leggen maar zelfs zijn 85 kilo brachten niet veel
meer aarde aan de dijk.De buurman kwam langs, zag het gesukkel en kwam als steeds
met een oplossing. Hij ging zijn grondfrees halen! Een machientje op benzine - waarvoor
ik én oordoppen én daarboven oorbeschermers nodig had als ik in de buurt kwam -
maar met dat handig ding verliepen onze graafwerken toch al iets vlotter. We
kregen op die manier alleszins de bovenste 30 centimeter al
omgewoeld en konden ze met een spade wegscheppen. Ondertussen kleefde de vette,
zware klei aan onze schoenen zodat we scheef begonnen te lopen en bij elke stap
een centimeter groeiden. We werden reuzen op lemen voeten. Uiteindelijk raakten
we aan acht kuilen die weliswaar te klein bleken. Dus groef ik maar met mijn
handen verder, met kleine beetjes ging het me nog beter af dan met de schop.
Ondertussen kwam de buurvrouw langs om raad te vragen want zij moest vandaag ook haar
4 fruitbomen planten. Ik herhaalde zorgvuldig de uitleg die Florent me gegeven
had, tot en met het belangrijke feit om ze na het planten twee emmers met warm
water te geven. Plots keek Paul verbaasd op : Wárm water??? Ja, wárm water!
Dat is héél belangrijk, Florent heeft dat gezegd.
Buurvrouw stond even bouche bée als Paul, en hoe moesten
we in de tuin aan warm geraken? Ze schudde direct een oplossing uit haar mouw.
Aangezien de boomgaard dicht tegen het tuinhuis ligt ging ze daar de boiler aanzetten
in de hoop dat we tegen de avond genoeg warm water zouden hebben. Toen we terug
buiten kwamen stelde Paul mijn warm water nog altijd in vraag. Natuurlijk had
ik dat goed gehoord! Jaja, wárm water verdorie! Maar wanneer heeft Florent dat
dan gezegd? Ik heb er toch altijd bijgestaan?... Ja, dan zult gij weer niet
goed geluisterd hebben, hij heeft nadrukkelijk wárm water gezegd. Maar
ik
heb hem horen zeggen : Quand ils sont plantées vous les donnerez deux seaux
deau, echt waar! Nee, hij heeft gezegd : chaud! Maar nee, hij zei seaux,
deux seaux, twee emmers dus. Tja, nu stonden we daar alledrie te twijfelen.
We besloten ons zelf dan nog maar wat belachelijker te maken en op te bellen om
te vragen of het nu deux seaux deau waren of deux seaux deau chaude.
Gelukkig nam er niemand op.
Uiteindelijk zag ik ook wel in dat warm water niet
veel uit zou halen want dat het toch koud zou zijn tegen dat de tijd dat het
tot de wortels zou doorgesijpeld zijn, en werd besloten gewoon koud water te gebruiken.
Tja, zo ben ik nu eenmaal, als iemand met kennis van zaken mij iets wil leren
dan wil ik dat ook ter harte nemen, dus als die mens mij nu had gezegd dat ik
ze na het planten een fles champagne moest geven dan had ik dat waarschijnlijk
ook gedaan. Misschien had ik er zelfs nog een schotel kaviaar als meststof bijgezet
als me dat opgedragen had geweest.
Wat we in onze tuinbouwkundige manie even vergeten
waren was dat we ook nog aannemers zijn en niet alleen boeren, en dat de
aanhangwagen nog vol palen en draad en ijzer zat van ons boodschappentochtje
van gisteren. En de buurman had de wagen dringend nodig om hout te gaan halen
Als
prettige graafonderbreking laadden we dus met zijn drieën even een kleine ton bouwmateriaal
uit. Paul besloot dat het nu wel tijd was om op adem te komen en in de zon een
thee met een koekje te gaan drinken alvorens terug aan de boomplanterij te
beginnen. Maar ik zag de zon stilaan zakken
Met verse moed en een potje joghurt toog ik terug
naar mijn plantage. Ik begreep de woorden van Florent hoe langer hoe beter. Op
de duur zat ik verbeten op mijn knieën met mijn blote handen in de klei te
wroeten als een zwijn op zoek naar truffels. De aarde is hier net als de
plasticine waar we als kind mee speelden. Mijn volume groeide en groeide, ik
plakte aan alle kanten, maar er was een wedstrijd tegen de tijd begonnen en ik
wou ze proberen te winnen. Op de duur werd ik al zo slim om mijn kuilen aan te
vullen met aarde van enkele molshopen, die aarde was al fijn gezeefd er zaten
geen brokken of stenen in en ik had ze maar voor het oprapen. Maar ja, wat zijn
enkele molshoopjes aarde als ge acht putten van een halve kubieke meter moet
vullen?...
Paul kwam terug van zijn theepauze en wou en zou dan
ineens per se een tuinslang aankoppelen om mijn emmers water te vullen, maar hij
vond geen zinnige niet-lekkende koppelstukken, en verloor zo wel een half uur
tijd. Ondertussen wroette ik verder en mijn Kempense ziel langs vaderskant kwam
boven. Ik vond het heerlijk! Mijn pa had altijd in alle vroegte zijn grote
groententuin verzorgd alvorens om 8 uur naar zijn fabriek te trekken, en hier
zat ik nu zelf, te dabben als een konijn in smakelijke, superbe, vette grond.
Ik, die in mijn hele leven hooguit wat bloembollen in mijn daktuin heb geplant
en wat bloempotten heb gevuld. Zelfs het enige dier waar ik heel mijn leven een
onwezenlijke angst voor heb gehad is hier bijna mijn vriend geworden : de pier.
Ik zal ze nog niet met vreugde vastpakken zoals ik met een spin doe, maar ik ga
er met mijn hand ook geen millimeter meer voor uit de weg. Het idee dat ik hier
met een gekraakte rug zat te werken aan onze kersen- en perziken- en perenoogsten
van de volgende jaren vervulde me met puur geluk
Wat een ongelooflijke
gewaarwording! Het leven kan toch vreemde wendingen nemen.
Toen de duisternis viel, en we geen put meer uit een
bobbel konden onderscheiden, was onze vijfde boom geplant. De anderen hun
wortels werden besproeid en ze kregen onderdak in het zwembadhuisje. Florent had
gelijk gehad, bomen planten ís zwaar werk, zeker in deze grond waar dan ook nog
veel zwerfstenen in plakken.
In liet mijn moddervette botten op het bordes achter
en strompelde op kousenvoeten de kasteeltrap op, regelrecht naar de waskamer.
Mijn jeans had gewoon rechtop kunnen blijven staan van vettigheid, maar dat wou
ik hem geen hele nacht aandoen want hij zal ook wel moe geweest zijn. Dus ik
spoelde de pijpen en het zitvlak uit en stopte hem in de wasmachine.
Op de middag was ik aan de klus begonnen in mijn
nieuwe jeans en mijn beste schoenen, dus van die laatste moest ik ook nog de
vettige prut afplukken. Kleedkamer klaar of niet, vanavond maak ik de doos met
mijn werkkleding open want ik heb ze broodnodig.
Aangezien ook de vijgenbomen niet geplant waren moest
ik die ook nog gaan binnenhalen. Een boer zijn werk is nooit gedaan.
Uiteindelijk ploften we allebei kapot gewerkt op ons terras. Paul trillend van
moeheid en ik met een kompleet groggy hoofd maar wel heel gelukkig. Na even
bekomen te zijn trok Paul de keuken in en ging ik wat schrijven in de markies.
Vanmiddag waren de katten al eens naar de traphal ontsnapt, dus ik vond het een
goed moment om Mathurin de toestemming te geven mee naar de verdieping lager te
laten gaan om daar alles te gaan verkennen. Hij loopt het grootste risico om
van ons terras te ontsnappen dus kan hij maar beter het huis al goed kennen
zodat hij in noodgevallen zijn weg al wat kent. Hij vond het een heerlijk
avontuur. Toen ik boven ging eten volgde hij me braaf. Na het eten riep ik dat
hij weer mee naar beneden mocht en binnen de seconde stond hij overgelukkig voor
de trapdeur te trappelen. Cadfael wandelde net voorbij dus die nodigde ik ook
maar uit. Ze waren allebei zo blij als koningen nu er weer een nieuw stuk huis
ontdekt mocht worden. Ik sleepte dus een van de zakken kattezand van 15 kilo - die ik vanmiddag
moeizaam naar boven had gezeuld - opnieuw naar beneden, om ook hier twee
kattenbakken te plaatsen. Geef me zo nog enkele weken en mijn armen gaan van
apenlengte zijn.
--------------------------------------------------------------------------
Uiteindelijk vond ik daarnet toch mijn paswoord terug en herinnerde ik me weer hoe Image Shack werkte, toen bleken de foto's te groot en moest ik ze in Photo Shop gaan verkleinen... En toen wist ik weer waarom bloggen zijn charme had verloren. Die foto's opladen is toch zo'n gedoe...
Een foto van gisterenavond na wat snoeiwerk.
Vanmiddag in de tuin.
En ze hebben hier alle 7 een heel gezonde eetlust!