Hier is eindelijk aflevering drie...
Een vapeurke van tijd tot tijd, een moodswingske, het blijkt er allemaal bij te horen en 't zal ook wel over gaan. Hoewel Joost mag weten wanneer. Sommigen krijgen het nooit, anderen sukkelen er 4 jaar meer, en de echte pechvogels blijkbaar 12 jaar. Maar kom, het is eindig.
Mijn onderwerp van vandaag is niet eindig. Dat eindigt pas als we onder de grond steken of door de schoorsteen van 't funerarium gesjast worden : de lichamelijke aftakeling.
Ha, eindelijk kunnen de jongens ook eens meegenieten want van dit onderwerp moeten zij tot mijn groot genoegen ook meesmullen. Het is een verplichte numero voor iedereen boven de vijftig. Eindelijk gerechtigheid.
Echt erg is het niet aangezien we allemaal samen systematisch in diggelen vallen en het dus niet zo op valt. Alleen de mensen die het geluk bij een veel jongere soortgenoot gaan zoeken zullen het zich iets meer aantrekken, maar ja, die vallen dan ook weer veel andere positieve ervaringen te beurt dus daar gaan we geen medelijden mee hebben. Zo zot zijn we nu ook weer niet, zelfs niet in onze bangelijkste moodswing.
De aftakeling van lijf en leden dus. Ge weet niet waar eerst te beginnen! Aan uw voeten of aan uw haar! Keuze te over, er is overal wel wat loos.
Bij de jongetjes vallen de haartjes uit, en die vinden dat meestal erg, ze denken echter dat er met ons haar niets gebeurt. Maar die ballon zullen we even doorprikken. Ons haar wordt even lusteloos als onze dipjes diep kunnen zijn. Het ver-stroot. Een boer zou er een moord voor doen om er zijn varkens op te rusten te leggen. Het wordt grijs, is al onwillig uit zichzelf, we gaan er regelmatig grondig met de verfborstel over en het wordt helemaal broos en dun. Breekbaar zoals de menopausale ziel...
Op onze snuit begint zich een landkaart af te tekenen van een werelddeel dat niet bestaat. Min of meer parallel. Maar toch meer min dan meer. Ik ben al heel mijn leven gezegend geweest met een mama-oog (een rond) en een papa-oog (een amandelvormig). Best grappig een lichamelijk aandenken van uw beide ouders te bezitten maar ik had het toch liever op een discretere plek gehad. Bijvoorbeeld een mama-schaamlip en een papa-schaamlip. Alhoewel, dat is misschien wat veel gevraagd...
Maar aan de vorm van die ogen is een mens na 50 jaar wel gewend geraalt, en als we er nu nog niet aan gewend zijn is 't ook niet meer erg want binnenkort ziet ge ze toch niet meer. Ze worden gewoon overwoekerd. Ze gaan niet dichtplakken, nee, er worden heel stilletjes gordijnen van vellen over neergelaten. Gewichtige stukken overschotvlees, die maken dat ge er altijd uitziet of ge de vorige nacht uw verjaardag gevierd hebt, terwijl ge ocharme gewoon in uw bed een boekske hebt liggen natzweten. Tegen de avond aan, als ge moe wordt, dan voelt ge die vellen soms op uw oogleden wegen. Niet leuk. Als ik niet zo bang was dat er iets mis zou gaan met mijn ogen (die in zekere zin "mijn fotoapparaat", "mijn inspiratie" en "mijn schrijfgerief" zijn) dan zou ik die vellen met liefde en plezier laten wegsnijden.
Maar terwijl ge ze nog bezit kunt ge er wel plezante experimentjes mee doen. In plaats van "creatief met kurk", "boetseren met vel"! Ge neemt de overtollige vellen van uw oogleden (oog dicht doen en gewoon tussen duim en vinger een pluk vlees pakken) en draait dat in puntjes en ge ziet hoe lang dat torentje blijft staan (ik kom al aan 54 seconden!). Ge kunt dat ook met 't vel van uw handen doen maar daar geraak ik alleen nog meer aan 't betere origami-werk. Flinke plooien die een paar seconden blijven staan lukt al, maar echt heuveltjes rechtzetten lukt nog niet. Dat genoegen is dan voor over een of een paar jaar waarschijnlijk.
De neus. Zoals overal vergroten ook zijn poriën... En hoe groter de neus, hoe meer porïen, dus ook hoe meer gaten in uw gezicht. Logisch. Maar kom die kruipen wel vol talg of worden meeëters, en geef toe 't is leuk daar aan te prutsen. Of ze worden jeugdpuistjes. Ik ben waarschijnlijk de enige mens die met jeugdpuistjes door de schoorsteen gaat verdwijnen.
De neusharen. Ambetant. Maar niet door de schuld van de neus. Bij dit probleem is de grote schuldige de ogen! Probeer maar eens dat laatste haarke eruit te plukken of af te knippen met een bril die zo ver mogelijk op uw neus staat om toch maar iets te kunnen zien tijdens deze operatie...
Evenwijdig aan de neus vinden we de oren. Weinig problemen mee, die blijven wel een heel mensenlevenlang verder groeien, maar die zien we toch niet zeflf in de spiegel dus daar maken we geen punt van. Als de mens naast ons op de tram zit te kijken naar onze grote oren zijn we ons daar zelfs niet van bewust, dan denken we gewoon dat die onze kraaien-, gieren,- en ooievaarspoten zit te tellen.
De mondhoeken beginnen aardig naar beneden te wijzen. Het lijken wel "gootjes in voorbereiding" om later onze kwijl keurig naar beneden te laten lopen. Ordnung muss sein. We beginnen ook te kunnen kwispelen! Met de zwabberkes die ineens ontstaan zijn naast onze kin! Twee parallelle losse, hangende kwabbekes, die meeschudden als we "nee" knikken. Het zeiltje onder onze kin zwaait trouwens ook dapper mee.
Morgen leer ik u nog een overheerlijk experiment dat ge met uw snuit kunt uithalen (alleen voor de minder gevoelige zielen) en zakken we verder af en ontdekken we wat de zwaartekracht nog allemaal met allerhande, vroeger vaste, nu losse, onderdelen aanvangt.
En waarom zit ik hier op dit voor mij hoogst onzalig uur van de dag te schrijven? Omdat ik 't zo heet had in mijn bedje dat ik moest gaan chillen. Enfin, ik ben terug wat afgekoeld, nogal veel zelfs, ik ga me even terug opwarmen en kruip terug onder mijn kat.
|