xml:namespace prefix = o />Reisverhaal Egypte deel 15.
De zwaarbeladen karavaan trekt verder... Donderdag, 14 juni 2007. Hotel Club Fanara, Sharm El Sjeikh.
Alhoewel onze vlucht naar Sharm El Sjeikh pas om 23 uur vertrekt mogen we toch nog heel de dag onze kajuit houden en krijgen we ook nog alle maaltijden. Wat een ongelofelijke service! We moeten er zelfs niet voor bijbetalen, het werd ons met de glimlach door de manager aangeboden. Ik heb het al heel anders geweten! Waar ge het hotel onherroepelijk op de middag moest verlaten hoewel uw vlucht pas s avonds was. En dan zit ge daar met heel uw privé-tjoektjoekerij op straat.
Dus dankzij die geweldige service van Magic Life hadden wij een heerlijk rustige extra dag aan boord en in Luxor.
s Ochtends een beetje ingepakt en in de zon aan dek gelegen. De namiddag had ik felle hoofdpijn, ben ik in bed gekropen en als een blok in slaap gevallen tot aan de afternoon-tea.
Gezellig met Frank en Nathalie onze laatste "plakkekoekskes" zitten verorberen met zicht op de rede van Luxor. Hun trein vertrekt ook pas vanavond. Zalig om op zo'n mooie plek met toffe mensen te kunnen zitten nagenieten van alles wat we gezien hebben. En dan maakten we ons klaar voor onze laatste wandeling door Luxor.
Ja, een beetje reclame maken voor Magic Life mag wel. Die mensen hebben ons heel goed verzorgd!
Het plein naast de ruïnes van de tempel van Luxor.
"De Mottige Moskee". Geef toe, 't zou geen slechte titel zijn voor een album van Suske en Wiske. :-D
Ik had een week geleden in de souk een winkeltje gezien waar ze op een uiterst prettig gestoorde manier beeldjes verkochten. Toen was er geen tijd, maar vanavond zijn we er eens op af gegaan. Het is een van de geestigste "handelszaken" die ik al ooit gezien heb! Gesteld dat het winkeltje een raam had gehad ik had er de naam Antiekzaak : Twaalf op de Schaal van Richter op gekalkt.
Alle beelden lagen kriskras door, op en onder mekaar, op schragen en op de grond of gewoon op straat. Zo vuil en stoffig alsof er net drie stofzakken over uitgeschud waren. Ge kon onmogelijk een beeldje onder uit de hoop vissen want al die godjes hun armen en benen staken door mekaar. Er stond een Anubisbeeld van meer dan een meter groot dat niet meer te hekennen was omdat er aan zijn lange hondensnuit krokodillen en andere dingen hingen. Als ge één ding aanraakte begon alles te schuiven. De jongen van de barak wriemelde er handig, maar niet bepaald zachtzinnig, de beeldjes die ik zag zitten onderuit en begon me dan te overtuigen dat ze oprecht mooi waren, alleen een beetje vuil. Hij toverde dan de vieste vod uit van heel Egypte (volgens mij was dat de enige antiquiteit in zijn zaak) uit zijn zak en begon die dingen op te wrijven.
Vanzelfsprekend beweerde hij bij elke beeldje dat het basalt was en zéker geen zwart geverfd gips. Ik wreef er eens met een natte hand over en ineens zagen we allebei zo zwart als schoonsteenvegers. Gelukkig was hij al met een waterfles in de weer om een beeld op te kuisen zodat ik mezelf maar mee heb laten afspoelen. Maar de basalt was van zon goede kwaliteit dat hij blijkbaar enkel met thinner of aceton van mijn vingers zou gaan. Het bewuste voddeke dat me vriendelijk als handdoek werd aangeboden heb ik maar afgewimpeld... Alles was er zo nep als hun cassetterecorder : een "Panasoniac", of zoiets. Een paar kramen verder hadden ze een "Panasanioc".
Deze namaak Panasonic was zelfs een "Pianosonics" geworden... Ja, een naam is altijd nog voor verbetering vatbaar...
Er zaten tussen zijn rommel een paar leuke copietjes van ingewandenkruikjes die vroeger in de faraograven stonden, maar op geen enkel van de potjes bleek het dekseltje te passen. Op de duur hebben we t gewoon opgegeven. Het was een uiterst charmante rommelhoop maar er was echt niks zinnigs uit te halen op een uur tijd. Misschien zou er na een dag wroeten, graven en nog pingelen wel iets leuks en echt plezant uit kunnen komen maar zoveel tijd en goesting hadden we nu ook weer niet.
En heel die straat bestond uit deze zogenaamde "antiquairs"...
We zijn dan nog even in t boekwinkeltje waar ik mijn hart verloren heb binnengezeild. Een heus winkeltje met een deur en met ramen, waar de goederen onbeschadigd, hooguit een beetje bestoft, netjes naast mekaar liggen!!! Wat een verademing. En toen was het tijd om naar de boot te gaan voor het laatste diner.
s Morgens waren we echter allebei verliefd geworden op het zotste postuurke van Egypte. Het is een leeuwenkopke van de god Sekhmet. De leeuw heeft boven op zijn kop een zonneschijf en een slang. Maar diegene die het gemaakt heeft was niet direkt de meest getalenteerde beeldhouwer... De leeuw grijnst en ziet scheel, de zonneschijf staat niet helemaal recht en de slang helt over naar links. Het geeft het totaal een hoogst grappig en lief uitzicht. Het is echt een godje uit Junglebook of uit Shrek. We hadden dit beeld nogal in winkeltjes gezien maar nog nooit zon scheef gebakken exemplaar als dit. Dus deze schele leeuw en geen ander zou en moest het worden...
Stel u de situatie voor dat ge in een winkel moet gaan pingelen voor het meest mislukte beeld dat ze in huis hebben... :-? De man prijst u dan veel sjiekere exemplaren aan, maar ge blijft bij uw schele leeuw. Ge ziet die kerel dan redeneren alsof er tekstballonnekes boven zijn hoofd hangen : Ofwel zijn ze zot, ofwel hebben ze totaal geen esthetisch gevoel, ofwel... is dit beeld veel meer waard dan ik zelf besef
Het zal wel het laatste zijn! Dus ik zal maar een goed schepke bij mijn prijs bij doen voor alle zekerheid.
Enfin, we zijn dus met ons Clarence (de schele leeuw uit Daktari) buitengegaan voor 10 euro of zoiets. Maar ja, onze God Clarence is dan ook een echt pièce unique. Zon schatje staat zelfs niet in t Museum van Caïro of in t Louvre. Zon schots en scheef geval vind ge echt nergens meer. God Clarence heeft bovendien dan ook nog een heel guitige glimlach. Heel wat anders dan al die kwaaie faraos, Horussen en Anubissen. Ja, we konden met ons puur en onvervalst stukske kompleet mislukt handwerk oprecht gelukkig Luxor verlaten.
Sekhmet, oftwel "God Clarence, de Schele Leeuw" :-D
Nadat we al onze rommel - die buiten onze bagage ondertussen ook al bestaat uit 10 sjaals, 30 bladwijzers, ons loodzwaar lachend nijlpaard, God Clarence, een olifant, een boek en een stapel lithos van David Roberts op groot formaat, - hadden ingepakt, dachten we reisvaardig te zijn. Tot ons oog viel op de grote koker waarin de twee papyrussen zaten... Onze kajuit zag er op dat moment ook uit als "Twaalf op de Schaal van Richter". Na het laatste avondmaal kon dan heel onze persoonlijke karavaan ingeladen worden in een taxi om naar de luchthaven te vertrekken.
Ik had in feite toch beter een echte kameel gekocht om al de zooi te verslepen...
Afscheid van de manager en de cruise-director.
We hebben echt heel veel geluk gehad met deze cruise. Een kleine en leuke groep mensen, een schitterende gids, een boot met maar een derde van zijn bezetting, en niemand die ziek geworden is
Ik zou het onmiddellijk nog eens willen overdoen en ik was niet de enige die er zo over dacht.
Exact op tijd werden we opgehaald en met een taxi naar de luchthaven gevoerd. En een drie uurtjes later landen we op de spiksplinternieuwe luchthaven van Sharm El Sjeikh!
Ze blinkt nog en ruikt naar nieuw!
Het welkomstdrankje in Hotel Club Fanara. Ge ziet het Paul al denken : "Als de kamer zo goed gaat zijn als deze rijkelijke zetel...":lol:
Om drie uur 's nachts werden naar onze - speciaal aangevraagde - "rustige, afgelegen, stille" kamer geleid om aan het relax-gedeelte van onze reis te beginnen... Maar dat wordt nog een ander verhaal. :roll: Voor de volgende aflevering dus...
|