Dinsdag, 31 mei 2011.
Pension Gerda Wollgarten. Erkensrhur.
3. De neringdoeners van Monschau : Luiheid is in geen geval het oorkussen van de duivel.
Het regende!! Voor het eerst in lange tijd. Rustig van ons ontbijt genoten, de gastheer van ons hotel was zelfs zo attent geweest om voor ons in een aparte kamer te dekken. De eigenaresse heeft enorm veel begrip voor mijn ziekte, van het ogenblik dat ze in mijn buurt komt spreekt ze stiller en klettert ze niet met bestek. Met spijt namen we afscheid.
Wat doet ge op een regendag?... Beslist geen stuwdam gaan bezoeken of proberen roofvogels te trainen. We kozen richting Monschau, daar zouden we wel wat binnen-dingen kunnen doen. Ik had nog steeds mijn geliefd Pumpernickelbrot niet en onderweg kwamen we voorbij een winkel die gevaarlijk veel op een Aldi of een Lidl leek. Een Norma. En inderdaad het bleek iets soortgelijk. Paul zijn oogjes begonnen te glinsteren bij de slijpschijfjes, nieuwste tuinslangsystemen, en alle andere spullen die hij nog niet in zijn verzameling heeft. Toch zijn we, behalve met wat voedingswaren, enkel met de laatste nieuwe tuinsproeier buitengekomen. Persoonlijk had ik graag nog een plastic onderlegger van 2 op 1,5m meegebracht om de vloer in mijn nieuwste kamer niet te beschadigen met mijn bureaustoel, en twee prachtige Japanse acaciaboompjes, maar dat was lichtjes moeilijk. De auto zit namelijk al erg vol en om nu nog een paar dagen in Duitsland rond te gaan rijden met een paar door waterflessen en schoenen gestutte bomen op onze achterbank
Hm, nee
In Monschau gingen we op zoek naar de Alte Senfmühle. Een oude mosterdmolen. We hadden geen idee wat we ons daarvan moesten voorstellen. Ons Trees leidde ons in eindeloze loopjes. Echtgenoot en Trees gingen zwaar in de clinch en Trees werd de nek omgedraaid. We zouden ons plan wel trekken. Beneden, waar we dachten dat de oude stad zou liggen, vonden we een groot gebouw waarin handenarbeid en glaswerk verkocht werd. Bij regenweer een ideale plek om wat soelaas te vinden. Het werd best boeiend. We kwamen eerst terecht op een grote afdeling waar allerlei miniatuurspul om poppenhuizen en treinlandschappen te bouwen verkocht werd. Ook alle mogelijke autos op schaalmodel barstten haast uit de vitrinekasten. Zonder regen was ik nooit in deze wondere wereld terecht gekomen. Een aparte zone kon mits betaling bezocht worden en daar bevond zich een treintjeslandschap. Wel ja, waarom niet?
Het eerste wat we in de zaal zagen was een landschap waar ge met afstandsbediening een tank in een lastig landschap kon laten rondrijden. Mijn jongensziel greep naar dat kastje en begon met my little tank te spelen. Dat was eigenlijk nog zo simpel niet. Maar wel héél grappig. Gelukkig zijn tanks ontworpen om tegen een stootje te kunnen. Alleszins, om een oorlog te winnen zal ik nog veel moeten oefenen. Paul deed het stukken beter. Die zou de oorlog op zijn sokken winnen.
Iets verderop was een heel groot treinlandschap gebouwd. Bergen, weiden met schapen, bomen, struiken, dorpen, een kabelbaan, stations vanzelfsprekend, een stad, een drive-in cinema, een bouwwerf met diepe putten en kranen, een viaduct, een plek in de struiken waar een zwarte mis werd opgedragen, een ambulance, een feestmarkt, een doe-het-zelf zaak, ge kon het niet noemen of het stond daar. Kompleet met piepkleine mensjes en al! Machtig. Meestal zien zon dingen er heel stoffig uit, maar dit bleek nog vrij recent, er werd duidelijk ook nog aan bijgebouwd. Wel stom dat ze de muren in ruwe steen hadden gelaten en daar wat sukkelachtig wolkjes op geschilderd hadden, die zou ik toch eerst mooi glad gemaakt hebben.
In het enorme gebouw was ook nog een soort markt opgebouwd. Allemaal kraampjes met juwelen, heel fijne tafelbekleding, half-edelstenen, houten speelgoed, glaswerk, handgemaakte tassen en riemen, en nog veel meer, alles opgetrokken rond een terras met watermolen. Het leek een zootje, maar de spullen die ze verkochten waren veelal echt fijn afgewerkt en origineel.
Naast de overdekte markt lag een grote zaal met handgeblazen vasen, glazen en siervoorwerpen. In alle kleuren en tinten, soms zelfs alle kleuren in één voorwerp. Persoonlijk vond ik ze niet mooi, maar de afwerking was superbe. Om het uur was het mogelijk een demonstratie van glasblazen te volgen, maar Paul was vooral geïnteresseerd in een andere blaas.
Uiteindelijk staken we onze neus buiten, speurend naar een rustige zaak om iets te drinken, maar buiten een grote parking was er niets dat open was
We besloten dus richting stadskern te stappen. Nog geen 100 meter verder gaven we het al op. Paul in zijn hemd en korte broek was ondanks onze paraplu al helemaal verkleumd. De wind striemde de regen tegen zijn blote benen. Gelukkig maar, want ik zag de lol van een wandeling in zon ellendig weer niet in. Mijn oog viel op een ouderwets restaurant dat eenzaam aan de oever van een beek stond. Het was al drie uur, dus er zou nu wel geen volk meer zitten eten. En inderdaad, we konden onze steak met fritjes in alle rust opeten. Echt knus, met de regen tikkend tegen de ramen, zitten genieten van een warme maaltijd.
Uiteindelijk besloten we Monschau-dorp maar niet te gaan zoeken en die demonstratie glasblazen te gaan volgen. Daar was het tenminste lekker warm. Terug in het Römer Glashaus bleken we de enige geïnteresseerden en voor twee man wilden ze hun show niet opvoeren
Ze zullen hier niet snel moe worden. Ik besloot me dan maar te troosten met wat fotos van het glaswerk te nemen. Een opgave waar ik weer iets mee kon bijleren.
Ik dwaalde stilaan terug naar de overdekte marktplaats en trachtte wat zinnige fotos te nemen van de glazen kunstwerkjes die aan nylondraden aan het plafond bengelden. Een regen van gekleurde glazen druppels, diertjes, hartjes, plantenhouders, bollen,
Vooral de handgeblazen glazen bollen trokken mijn aandacht. Ik kreeg er plots één voor mijn lens waar mijn hart een slag van oversloeg. Die moest ik eens met mijn eigen ogen van dichtbij gaan bekijken. Liefde op het eerste gezicht. Na een grondige studie van zijn bengelende collegas (elke bol was kompleet verschillend) bleek ik toch bij mijn eerste liefde te blijven.
Mijn bol is echt een toverbol! Het lijkt of de oerknal er in gevangen zit! Allemaal kleurige draden van glas, als spinrag, die vanuit het centrum naar de rand van de bol getrokken zijn. Ik had zo graag gezien hoe ze zoiets maakten, maar ook deze man werkte vandaag niet. De neringdoeners van Monschau
het is een ras apart.
Een kraam verder vond ik nog een magnifieke stenen hanger en enkele kleine plaatjes versteend hout. Eén van de stukjes had een tekening die in mijn verbeelding onmiddellijk veranderde in een Japans dorpje dat een tsunami over zich heen kreeg. Prachtig! We moesten hier dringend weg of onze Musée de la Poussière, thuis, zou uit zijn voegen kunnen barsten.
We besloten nog eens een poging ontdek-de-mosterdmolen te wagen en met de aanwijzing van de restaurantuitbaatster slaagden we er in. Ondanks het gemekker van ons Trees die maar bleef vragen om terug te draaien, welke richting we ook uitreden.
De molen kon vandaag niet bezocht worden! Alleen op woensdag en in t weekend. Ook dat nog! Het leek echt wel onze zalmdag te worden : tegen de stroom opzwemmen, elke hindernis trotseren en uiteindelijk toch nog in de pan van een visser eindigen.
Zo vlot alles gisteren liep, zo moeizaam ging het vandaag.
De shop van de mostermolen (waarvan we nu dus nog altijd niet wisten hoe zoiets er zou uitzien) was echter wel zeer open. Buiten diverse soorten mosterd, verkochten ze ook de meest onmogelijke dranken. Wat denkt ge van Champagner Trüffel Sahne Likör? Ge kon dat daar dan ook nog allemaal proeven als ge er zin in had. Wat 10 soorten Grappa met Duitsland, en zeker met mosterd, te maken hebben, ik zou het niet weten, maar toch stond dat daar allemaal in een gesloten mosterdmolen. Ge zou er in de buurt geen sigaret hebben durven opsteken of het hok ging de lucht in door de alcoholwalm alleen al. Er kwam een schoolreis aan, wat die kinderen daar kwamen zoeken begreep ik ook al niet, dus werd het tijd voor ons om de weg verder te zetten. Naar waar? Joost mocht het weten. Dus we reden gewoon rechtdoor.
Ineens stonden we tot onze grote verrassing pal aan de rand van de oude stadskern, en bovenal : de regen was opgehouden! Een ideaal moment om zonder veel volk door het glimmend natte Monschau te gaan wandelen.
De scheefgezakte vakwerkhuizen aan de kabbelende rivier waren echt de moeite. Tussen de huizen liepen bergop en bergaf steile smalle trappen om de straten met mekaar te verbinden. Puur postkaartmateriaal als ge er een blauwe vuilniszak af photoshopt. Niet het mooiste, maar wel het meest imposante gebouw was het Rote Haus. Zoals de naam al zegt een rood huis, maar dan één van reuzenformaat. Het behoort nog steeds tot dezelfde familie van rijke stoffenkooplui/fabrikanten die het honderden jaren geleden bouwde. Onze gastvrouw had vanochtend gezegd dat het zeker een bezoek verdiende omdat ge er nog kon zien hoe de superrijken destijds leefden. Dat hadden we dan ook heel graag gedaan. Overbodig te zeggen dat het al gesloten was.
Een sierlijke brug leidde naar een al even schilderachtig stadsdeel aan de overzijde van het watertje. Vooral de winkeltjes, waarvan de meesten gesloten waren, staken onze ogen uit. Ze verkochten hier de meest waanzinnige dingen zoals energie-staven uit half-edelsteen, het leken wel toverstaffen van Perkamentus uit Harry Potter. In dezelfde etalage stond ook een erg mooie labradoriet mijn ogen te verblinden met zijn afwisselend blauwe, groene, gele schijn... De winkel was in deze periode dicht (vanzelfsprekend, wie werkt er nu in het voorjaar en zeker als het regent?) maar er werd via een bordje aan de ruit verzocht op te bellen indien men iets wou kopen. Ja, zelfstandigen, ge hebt ze toch in soorten.
Paul greep onmiddellijk de telefoon. We kregen een afspraak voor de volgende dag want de eigenaresse bleek net op weg naar haar moeder die in het ziekenhuis terecht gekomen was. Vreemd, zoveel energiestaafjes, geluksbrengers en aanverwanten in huis hebben en dan toch nog pech hebben. Dat vind ik geen goede reclame voor uw marchandise.
In een andere winkel vond ik kleurige stenen armbandjes en werd Paul verliefd op een beeld van de ark van Noë. Een Farmville op een boot! Schitterend ding. Het mocht uiteraard mee. Als in deze winkel ooit een verzamelaar van koeien- of kippenbeeldjes terecht komt dan kan die mens zijn benzine om terug thuis te raken beslist niet meer betalen. Wat een geweldige verzamelingen! Moderne beeldjes, heel fijn afgewerkt, en met zoveel zin voor humor ontworpen! Vooral de Heilige Koe voorzien van acht armen was hilarisch.
Tegen dat ons boeltje ingepakt was en we terug buiten kwamen was het terug flink aan het regenen. Tijd om naar de auto te strompelen. Paul dus nog altijd in hemd en korte broek, geladen met fototas en paraplu, en ik die krampachtig probeerde de grote papieren zak vruchteloos droog te houden. Ik denk dat we vanaf nu best met een plakkaat breekbaar op onze auto gaan rondrijden
Glazen bollen, Ark van Noë, glazen armbanden
Door de plensende regen bolden we naar Gerda Wollgartens pension in Simmerath.
We sleepten onze halve inboedel naar binnen onder het wakend oog van onze zeventig-plus jarige huisbazin. Een oog dat hoe langer hoe groter werd naargelang er gerief uit de auto bleef komen. Spijtig genoeg heeft ze geen wakend oor, ze is bijna zo doof als een pot. Ze roept als een brandweersirene. Wat een combinatie toch weer met mijn hyperacusis-hoofdje.
Nu hadden we eindelijk een kamer met terras en nu was het te koud om buiten te picknicken. Gisteren liepen we te zweten in 28°, vandaag zaten we te kleumen in nog amper 7°. Paul begon onze kamer dan maar om te toveren in ons privé-restaurant. We hadden gekozen voor een Griekse avond. Tsatziki, olijven, tomaten, komkommer (ja, komkommer die we ondanks al het gezeur dat we op de radio gehoord hadden dat er op Spaanse exemplaren al wel eens een Emec-bacterie dierf zitten waar ge dood van viel), tomaatjes en nog wat extra kazen. Voor Paul een wijntje, voor mij een Erdinger. Goddank kwam onze oude hospita niet naar boven want die zou haar kamer niet meer herkend hebben. De tafel stond nu centraal, alle stoelen waren verplaatst en het bed deed dienst als serveerstation. Onze ijskast stond al lang vredig te brommen in de badkamer. Plaats om de syrtaki te dansen hadden we niet meer over, en tot besluit van de maaltijd op Griekse wijze borden kapot gooien is ook vrij moeilijk met plastic borden. Desalniettemin was onze Griekse avond zeer geslaagd en geen uur later lagen wij lekker vroeg onder onze dons.
|