Hotel Hanebeck, Diemelstadt.
Donderdag, 2 juni 2011.
5. Een adelaar laten vliegen en een uiltje vangen.
Gisterenavond, na onze thuis-picknick had Paul heel ons boeltje al ingepakt. Een hele job want de keukendoos en voorraadkamer waren dringend aan reorganisatie toe na al wat we al opgegeten hadden, maar vooral na al onze nieuwe oogst breekbare voorwerpen die dringend aan een veilige opbergplaats toe waren. Ik richtte naderhand de kamer terug in zoals we haar betrokken hadden. Kussens, kanten liflafjes, siervoorwerpen, alles terug uit de kast en weer op zijn plaats. De meubels waar ze oorspronkelijk stonden, hoe onpraktisch dat ook was.
Dankzij deze voorbereidende werken konden we na het ontbijt dan ook snel vertrekken om vroeg aan onze werkdag als roofvogeltrainer te beginnen. Ondanks het lange weekend (Hemelvaartsdag) was er geen kip op de baan, al snel betraden we - zingend als dokwerkers die aan hun shift beginnen - het dierenpark. Mijn gehoortoverstaf had ik veiligheidshalve niet aangehangen, in plaats daarvan bengelden maar liefst twee sets oordoppen rond mijn hals.
Gisteren raakte ik niet in slaap door de angst voor het gekras en gekrijs van de vogels waarvan ik vreesde het geen hele dag te kunnen verdragen, zelfs met doppen in, dus nam ik een flinke pil. Meestal draag ik daar qua gehoorgevoeligheid wel 24 uur de vruchten van.
Het park lag er om half negen nog verlaten bij, maar de drie dierenverzorgers en een reeks vaste vrijwilligers waren al volop bezig met het buiten zetten en voeren van de vogels. Onze eerste taak bestond er in om mee vogels uit hun nachtkooien te halen en ze vast te leggen op het vliegveld, een groot centraal gelegen grasland. Onder de schaduw van de bomen hadden ze elk hun eigen stekje. De vogels stapten gewillig uit hun kooi op onze valkeniershandschoen en lieten zich meevoeren naar hun buitenverblijf. Duidelijk tevreden dat er vliegen op het programma stond. We probeerden van mekaar wat fotos te nemen en te filmen, maar dat bleek een onmogelijke klus. Ten eerste vanwege de enorme stijve lederen handschoen aan uw linkerhand en ten tweede door de vogel die daar op zat. De Nikon bedienen met 1 hand gaat niet, daarvoor is hij te zwaar, en zoomen door de lens tussen uw benen te klemmen en ze op die manier langer of korter te maken is ook niet echt handig. Met mijn mond kon ik er niet rond, dat had ik natuurlijk ook al geprobeerd. Qua fotos zou het niet mijn beste dag worden, dat had ik al door.
Ondertussen werden in de keuken driftig ééndagskuikens van hun ingewanden ontdaan door een stel tieners. De kleine brokjes kuiken mochten wij dan met pincetten gaan voeren aan babyvogels die door verschillende redenen niet in het ouderlijke nest hadden kunnen blijven. Een heel prettig klusje. Het enige waar we op moesten letten was geen voer op de grond te laten vallen, want dan moesten we de keitjes en de aarde van het vlees halen, de jongelingen hun eten moest zo zuiver mogelijk zijn. We namen de vogels uit hun nesten, of vanonder hun lampen, en zetten hen lekker in de zon in buitenkooien. Ondertussen werden de nesten vernieuwd met lagen verse zachte dennentakken. Het is moeilijk te geloven dat uit zon hulpeloos wezentje van een maand oud - een driehoekig zakje met platvoeten en een mini kopje, dat ontworpen lijkt door Walt Disney tijdens een wel heel humoristische bui - binnen het jaar een American Bald Eagle zal gegroeid zijn. Ze moeten wel, want ze moeten kunnen vliegen binnen 6 maand, en na 8 maanden worden ze door hun ouders verstoten.
Wij mochten de nu lege binnenkooien gaan gritselen en de braakballen verwijderen. Het was er allemaal héél proper. Elk wit poepstreepje tegen de muren werd weggesponsd, maar dat was meestal niet eens nodig. Het was duidelijk dat de kooien elke dag een onderhoud kregen.
Eens alle karweitjes geklaard was er een korte rustpauze voor het personeel. Om 10 uur zou de eerste vliegshow plaatsvinden. Het was de bedoeling dat we gewoon toekeken. We liepen wat rond om te filmen en te fotograferen, terwijl de roofvogels en uilen af en aan naar hun trainers vlogen om gretig de beloning uit hun hand te pikken. Het eerste deel van de vliegshow speelde zich af op het grasplein waarrond we de vogels hadden vastgemaakt, hier vlogen de uilen en de kleinere roofvogels.
Iets lager lag een tweede vliegveld, dat sprekend leek op een plek om te gaan para-sailen. Een schuine helling met daarachter een dal van bossen en een groot meer. Hier konden alle mogelijke arenden en tal van andere roofvogels met een vleugelwijdte tussen de 1,5 en 3 meter genieten van de thermiek en zo hun vluchtplan bepalen. De kleinere vogels werden met een beweging van de arm in gang gezwierd, de groten kozen zelf wanneer ze opstegen om het goede opstijgend vleugje wind te kiezen. Sommigen vlogen honderden meters weg tot ze voor ons onzichtbaar werden, en kwamen pas na 10 minuten terug, anderen kozen voor kortere vluchten om telkens terug hun snoepje te komen halen. Het gebeurt regelmatig dat een vogel er voor een paar dagen op uit trekt (een gezelllig vistochtje op het meer) alvorens terug te komen. Zo ook vandaag de gier, die duidelijk vond dat hij recht had op een lang weekend. Hij zou tijdens de laatste shift opstijgen en we zouden hem niet meer terug zien. Er werden totaal geen moeilijkheden rond gemaakt.
Na de show gingen we samen met 5 jonge trainers een wandeling door het park maken, elk met een vogel op zijn handschoen. Ik had de charmante buizerd Diego gekozen, een rustig dier dat braaf bleef zitten, Paul had zijn broer en die had een vinniger karakter en ook veel meer noten op zijn zang, of beter gezegd op zijn kras. Ik vond het redelijk onnozel om met een vogel op uw arm door een park te gaan wandelen, ik dacht dat we een soort attractie waren om de bezoekers van het wildpark (waar ze dus mee in ruzie liggen) te overtuigen om ook het vogelpark te bezoeken. We werden ook een beetje aan ons lot overgelaten vond ik, we kregen maar weinig uitleg. Uiteindelijk kregen we dan toch de bedoeling van deze gekke parade te horen, en die was eigenlijk heel simpel. Al deze volwassen, maar vrij jonge vogels, moesten leren wennen aan het park en zijn bewoners (herten, beren en andere inheemse zoogdieren), maar vooral aan de bezoekers (kinderen, honden
). Eens ik het nut van de stoet inzag was het al veel plezanter, toen begon voor mij de lol. Ik begon mijn leerling het verschil uit te leggen tussen Duitsers en Denen, en honden en herten. Ik nam hem mee naar de beren, aaide hem geruststellend toen het treintje voorbij ratelde, hield hem ver van honden, liet hem aan kinderen zien, die hem met grote ogen aanstaarden. Had me nog een uurtje gegeven en ik was aan zijn eerste wiskundeles begonnen. Ik had een perfecte leerling. Paul had duidelijk de rebelse leerling van de klas op zijn handschoen zitten, die was voornamelijk geïnteresseerd in de lessen lichamelijke opvoeding, zijnde vliegen, die stond konstant turnoefeningen te doen op zijn arm. We amuseerden ons enorm.
Op de middag werd er gegeten, personeel en vrijwilligers keerden ons de rug toe en verdwenen, en daar stonden we dan. Uiteindelijk zei iemand dat wij een bon hadden om in het grote restaurant aan de ingang te gaan eten. Ik vroeg wanneer we dan terug aan het vogelstation verwacht werden, maar daar werden we vrij in gelaten
Ik had gedacht met het personeel mee te mogen lunchen, om iets bij te leren, maar dat bleek niet het geval. Met zijn twee gingen we dan maar een steak eten op het zonnige terras van het Adlerhof. Beiden zo suf als wat - Paul door de zon, ik door mijn pil - vielen we haast in slaap boven ons bord.
Toen we terugkwamen mochten we allebei leren om een vogel te lanceren en hem terug op onze hand te laten landen, maar langer dan 10 minuten duurde de les niet want ondertussen werd aan het vogelcentrum de derde show al voorbereid, en door het personeelstekort werd daar alle hens aan dek geroepen. Vogels werden gekozen (ieder dier moet dagelijks aan de beurt komen), lederen handschoenen aangetrokken, de trainers haalden hun beest van hun stok en wij stonden daar
Aangezien ik toch overal achter de schermen mocht rondneuzen kon ik daar wat fotos gaan nemen. De dieren in volle vlucht fotograferen was niet zo simpel gebleken. Die grote vogels vliegen zo enorm snel, dat als ze recht op u toe vliegen, ge ofwel een stip op uw foto hebt staan ofwel een gewarrel van veren. Ge hebt ook nog de keuze tussen een vage streep met een haarscherp publiek, of totaal niks, in t geval de vogel van zijn koers afweek. Niet simpel.
Totaal onverwacht kregen we toch een taak, elk apart mochten we op het veld komen en een grote Amerikaanse arend laten vliegen. Dat gaf wel een enorm gevoel! Zon enorm beest op uw arm voelen landen, een waaier van anderhalve meter pluimen voor uw gezicht en een gretige bek die naar het stukje kuiken dat tussen uw vingers geklemd zit zien happen. Ge voelt het ook zitten, zon beestje van een kilo of vijf, zes. Aangezien ik toen nog niet geleerd had dat ge enkel de kleine vogels met een armzwaai moest lanceren, katapulteerde ik mijn reuze arend de lucht in. Die was enigszins van de wijs door het onverwachte gedwongen vertrek maar hij herpakte zich snel. Toen pas kreeg ik de les dat de grote vogels zelf aanvoelen en kiezen wanneer ze willen opstijgen. Een beetje te laat dus. Alleszins, mijn vogel was niet boos en hij bleef vertrekken en landen op mijn hand tot hij als finale beloning een volledig kuikentje kreeg waar hij met veel genoegen stukken uit begon te trekken. De beloningen voor de show worden eerst van hun ingewanden ontdaan omdat het niet zo prettig is voor het publiek om de bloedspetters in het rond te zien vliegen. Ze krijgen het al hard genoeg te verduren want de grote dieren vliegen rakelings over hun hoofden.
Ik had s ochtends vroeg al gevraagd de condor op zijn minst van dichtbij te mogen zien, aangezien ik hem toch niet zou mogen vasthouden, maar het was nog erger. Ik kon hem in zijn kooi zien zonnebaden met gespreide vleugels, dat was alles. Het bleek een dier dat door mensen was opgevoed, en hij haatte vliegen. Er stond dan ook een bord bij zijn kooi : Condor uit de Andes. De vogel die weigert te vliegen. Eerlijk gezegd weet ik ook niet of ik zon dier met een vleugelspan van bijna drie meter op mijn hand zou kunnen houden.
Ik had graag enkele fotos in de kooien van de uilen genomen, maar daar was momenteel geen tijd voor
Iedereen was dan ook echt heel druk bezig, het is een serieuze klus om bijna 100 vogels goed te verzorgen. De dochter van de eigenaar, Claudia, die ons min of meer begeleidde, stond onder grote stress en was duidelijk overwerkt en doodmoe.
Na de vliegshow - waarbij de gier dus op vakantie vertrok - verliet het publiek stilaan het park en kon het voederen en het binnenbrengen van de vogels terug beginnen. Toen viel de stress een beetje van Claudia af en nam ze ons mee naar terreinen achter het park die we nog niet eens opgemerkt hadden. Achter houten schuttingen, bewaakt door stevige rottweilers zaten nog tientallen vogels in enorme ruimtes! Dit was de streng bewaakte afdeling van de broedende vogels. De dieren werden zoveel mogelijk met rust gelaten, door kleine luikjes werden hun porties kuikens geserveerd, dagelijks werd hun water verschoond, maar voor de rest liet men hun ongestoord met hun eieren of jongen. Hun nest werd gemonitord via tv-schermen. Gestresste ouders kunnen hun kroost doden en hier werd geen enkel risico genomen. Er leek geen einde aan de volledig beschutte reuze-hokken te komen. Het was een waar labyrinth van donkere smalle houten gangen met kijkgaatjes en voederluikjes. Nu pas besefte ik de volle omvang van het werk dat hier gebeurde. Hun vogels worden ook gebruikt in films en documentaires. Het is echt wel een groots project van vogel-instandhouding dat hier aan de gang is. Nog niet eens gesponsord door de staat, gelukkig wel door verschillende firmas uit de buurt. Toen ze merkte hoeveel respect ik voor haar werk had, werd Claudia nog meer ontspannen en vertelde er op los. Morgen was haar vrije dag (en dan moest ze, ocharme, nog naar een begrafenis) en dan begon haar zesdaagse werkweek opnieuw. Het park is het hele jaar geopend, logisch aangezien de dieren toch dagelijks verzorgd moeten worden, elke dag een keer vliegen, en twee keer per dag gevoederd worden. Tussen de 800 en 1000 kuikens worden hier dagelijks verorberd. En door het personeel tussen de 30 en 50 koffiekoeken veronderstel ik.
In een koelhuis staan de dozen kuikens opgestapeld. De eendagshaantjes komen van broederijen voor legkippen, de vrouwelijke kuikens komen van bedrijven die enkel hanen kunnen gebruiken. Die overtollige diertjes worden allemaal vergast en door een centraal bedrijf opgekocht en gekoeld om dan gedistribueerd te worden naar de verschillende dierentuinen. Af en toe krijgen de vogels ook ratten, muizen en jonge konijntjes, naargelang het seizoen. Ze eten alle vlees, behalve varkensvlees. De ingewanden van de beloningskuikens worden aan de varkens gevoerd. Niets gaat hier verloren.
Claudia heeft een mooie job, maar een heel zware, geen mens zou dit volhouden als hij niet met hart en ziel van die dieren houdt. Als laatste gingen we de uilen voeren, maar niet in elke kooi mochten we mee binnen. In één kooi zat een uil op eitjes. Zitten is het verkeerde woord, ze ligt er plat op haar buik op. Een heel gek zicht, zon broedende uil. Als ze platliggen lijken ze helemaal op een platsmoelhondje. En in andere kooien beginnen de uilen te vliegen als ze eten krijgen, en dat vinden ze nu net het ideale moment om zich te ontlasten. Ik had verwacht om vanaf de eerste minuten van de dag onder de stront en het bloed te zitten, maar ik zou hier even proper buiten gaan als ik binnen gekomen was. Zelfs in hun kooien waren amper veren te zien, de vogels verliezen hun overtollige veren tijdens het vliegen. Er is totaal geen vergelijking met een vogelkooi in een dierentuin (waar het dier nooit uitvliegt) of een papegaaienkooi, dat een chaos van schilfers en pelletjes van zaadjes kan zijn. Een vleeseter eet alles op, en wat niet verteerd wordt komt terug als een braakbal. Een langwerpige droge prop, die lijkt op katoen. Een beetje te vergelijken met braakballen van poezen. De braakballen hebben een reinigende werking op de ingewanden. Op de dieren zit ook totaal geen ongedierte, hun pluimage is om te zoenen. Ze glanzen!
Eigenlijk wilden we om drie uur vertrekken, aangezien we nog bijna drie uur moesten rijden naar ons volgende hotel om zo dicht mogelijk bij de dokter te slapen waar we de volgende ochtend al om half acht moesten zijn. Maar eens het grote publiek weg was, werd de sfeer zoveel meer ontspannen en alles bleef interessant, zodat we toch weer bleven plakken tot half zes.
Het was een prettige, leerzame dag (OK, met tijgers spelen en olifanten in een stromende rivier wassen is een stuk sensationeler) maar wat voor mij ongelofelijk zalig was geweest, was dat ik van de hele dag de oordoppen die grijpklaar aan mijn nek bengelden geen enkele maal heb moeten gebruiken!! Het gekras van de vogels deed geen pijn aan mijn oren, de kinderen waren hier niet luidruchtig (ze stonden met hun monden open van verbazing naar de vliegende reuzen te kijken), en alle actie gebeurde in de wijdse natuur van het Eifel heuvelland waar het geluid zich verspreidde. Het was alleszins zeer zinvol gebleken dat ik mijn pilletje-voor-als-t-echt-nodig-is gisteren had ingenomen. Jammer dat ik het niet dagelijks mag nemen, maar ik moet er zuinig op zijn of het werkt niet meer.
In de auto viel de vermoeidheid als een blok op me, ik kon zelfs mijn ogen niet meer openhouden om eens te zien of er nu toch niet een paar zinnige fotos tussen zaten. Ik viel zowaar in coma. Ik knapte geen uiltje, ik ving een dozijn oehoes. Twee uur en een half later hoorde ik ons Trees mompelen : U bent aangekomen op uw bestemming, ik trok mijn ogen open en zag ons tot mijn opperste verbazing voor de deur van het hotelletje midden in de velden in Diemelstadt staan!
De kamer - die we via de dokter geboekt hadden - bleek heerlijk stil, een gelijkvloers met een tuintje, een salonnetje, ijskast en tv. We konden lekker thuis eten. Allerlei soorten vis uit blik met verse citroen en smakelijk Duits pumpernickelbrood. Vervolgens een hete douche en dan tijd en rust om mijn reisverhaaltje van vandaag in de tuin in te tikken.
|