Ik strompel door het enge bos zwem door een oceaan van eenzaamheid kruip op mijn knieën door de woestijn van verdriet over de brug van tranen op zoek naar jou en eens zal ik je vinden.
Ze hadden alles weg gehaald je knuffels kleertjes en wieg niks herinnerde meer aan jou alleen mijn inmens verdriet vers en rauw het maakte van mij voorgoed een oude vrouw.
Ze hebben je vermoord naar moeders word niet gehoord ik bleef met lege handen staan zij zijn gewoon verder gegaan mijn hart was gebroken ik heb levenslang maar zij..... zij zijn je al lang vergeten.
Jouw kleine kleertjes in de kast gewassen en gestreken en zo vaak vol liefde bekeken je zou ze nooit dragen..... en na jaren vragen is alles wat van jouw rest een papiertje met woorden die als messen zo scherp door mijn hart gaan daarop ze zetten opnieuw mijn wereld op zijn kop.
Er klinkt een jammerklacht door de donkere nacht moeders berooft van hun kind smeken of ze dan misschien nog één keer hun kindje mogen zien en vasthouden dicht tegen zich aan voor ze het weer moeten laten gaan.
Herinneringen aan jou het zijn er niet veel toch zijn ze kostbaarder dan het duurste juweel ik graaf in het verleden en vaak kijk ik achter de tranen en worstel door de pijn om maar even bij je te zijn.
Je vader en ik wat waren we blij er kwam een kindje bij, de wieg stond al maanden klaar en eindelijk was jij daar toch bleef de wieg leeg,koud en kil want je huilde niet maar bleef stil.
Wat heb je gevochten kleine meid die niet te winnen strijd mijn koude prinsesje klein die niet mocht zijn gekomen om direct te sterven en je naam diep in mijn hart te kerven.