Vandaag werd de laatste cyclocross bij de VWF gereden in Schoonaarde. Het zag er mooi zonnig en fris weer uit, dus zullen we maar nog eens gaan kijken naar die ouwe knarren van 60 tot 80 jaar, die daar als "jonge veulens" door de modder klieven. En pas op, wij gaan daar supporteren voor de wereldkampioen in category F, Willy De Clercq, die morgen maandag 5 februari de gezegende leeftijd van 68 lentes bereikt. Maar voor de wedstrijd, die de laatste proef voor het Belgische kampioenschap was, wist iedereen reeds dat hij nooit kampioen kon worden. Er bestaat namelijk zoiets als een regel die zegt dat men slechts één trui kan winnen. Bovendien kan men gedurende het seizoen ook slechts vier wedstrijden winnen, en bij de volgende overwinningen wordt men automatisch op de derde plaats gezet of zoiets. Maar bij nader inzien geldt deze regel blijkbaar niet voor iedereen en ook niet in alle reeksen. Stof tot discussie genoeg. Wie het allemaal goed begrijpt moet het mij dan maar eens in duidelijke mensentaal komen uitleggen. Ik kan mij hierbij niet van de indruk ontdoen dat er duidelijk met twee maten en twee gewichten gemeten wordt. Zo een beetje afhankelijk van met welke persoon men te doen heeft en of die persoon goed of minder goed kan opschieten met de bobos van de VWF. Ik vraag mij ook af wat er zou gebeuren bij het publiek en in de pers, indien dergelijke toestanden ook bij de grote jongens van toepassing zouden zijn. Sven Nys die na vier overwinningen altijd derde zou eindigen. En dan gaat diegene die daarna vier overwinningen behaald, bv Bart Wellens, ook naar de derde plaats ??? En daarna Erwin Vervecken, enz, enz... Ik zie de uitslag van de laatste wedstrijd van het seizoen al voor mij, bijboorbeeld: 1. Richard Groenendael, 2. Gerben De Kneght, 3. ex-aequo Nys, Wellens, Vervecken, Albert en wie weet wie nog allemaal. Misschien eens iets om over na te denken voor de UCI tegen volgend seizoen. Dan krijgen de andere jongens ook eens de kans om vier zeges te behalen, en komt dat op die manier de mondialisering van de cyclocross ten goede. Maar nu gaan we toch wel heel ver. Eigenlijk was ik hieraan begonnen met het neerpennen van een gedachte, namelijk dat we toch wel respect moeten hebben voor al die ouderen die het toch opbrengen om daar elke week aan sport te doen, door de modder te ploeteren en hun materiaal op die manier zwaar onder druk zetten. En dat allemaal voor een winstpremie van een paar eurootjes. Als ze na de koers twee pintjes gaan drinken blijft er niets meer over. Ik zie mijzelf hier nog niet aan beginnen.