
lancering in 1975 vanaf Cape Canaveral LC41, van de VS ruimtesonde Viking 2.
Deze marssonde bestaat uit een orbiter, die 2 camera’s en instrumenten voor meting van druk, temperatuur en IR-straling bevat; en een lander, uitgerust met oa: massaspectrometer, stofwisselings-detector, stereokleurencamera, gaschromatograaf en seismometer.
Op 7 augustus 1976 komt het geheel in een baan om mars en de lander komt op 3 september 1976 zacht neer op 48°N-226°W, 200 km ten westen van de krater Mie in Utopia Planitia. De lander wordt tot Soffen Memorial Station omgedoopt en werkt tot uitputting van de batterijen op 11 april 1980.
De orbiter meldde oa de ontdekking van een enorme hoeveelheid water aan de polen.
Viking 1 en 2 bezorgden ons samen 55000 foto’s.
(afbeeldingen: orbitermodel, lander op mars)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1975-083A
Norad ID: 8199
Andere namen: Viking Orbiter 2
Lanceertuig: Titan IIIE
Massa: 596 kg.

lancering in 1978 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde 4V-1 N°360/Venera 11.
Deze venussonde bestaat uit een drager en een landingsmodule die op 25 december afdaalt in de venusatmosfeer aan de nachtzijde van de planeet op 14°Z – 299°O. De drager vliegt verder in de ruimte.
De landingsmodule bevat instrumenten om de samenstelling en aard van de atmosfeer, en de samenstelling en mechanische eigenschappen van het oppervlak te bestuderen.
De informatie werd via de drager naar de aarde geseind tot deze na 95 minuten buiten het bereik van de landingsplaats was. Er werden geen beelden bekomen (de lensdop bleef zitten) en er gebeurde geen bodemanalyse (het grondmonster kwam niet correct in de kamer).
Wel werd bewijs geleverd van bliksem en donder, het voorkomen van zwavel en chloor in de wolken en van koolmonoxide op lage hoogte.
(afbeelding: lander in montagehal)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1978-084A
Norad ID: 11020
Lanceertuig: Proton-K/D-1
Massa: 4940 kg.

vertrek in 1994 van de ruimtependel Discovery - STS 64 (Norad ID: 23251), voor een 11-daagse opdracht in een baan om de aarde.
De voornaamste taak is het testen van het LITE (Lidar In-space Technology Experiment), zijnde het gebruik van optische laserpulsen in plaats van radiogolven voor de studie van de aardatmosfeer. Vijfenzestig groepen uit 20 landen maakten metingen op de grond en in vliegtuigen om de LITE gegevens te controleren.
Het autonoom labo Spartan-201, voor metingen ivm de zonneaktiviteit, wordt uit de pendel gezet en na twee dagen terug ingevangen.
Na 10 jaar werd ook nog eens een buitenaktiviteit (EVA) uitgevoerd door de VS, zonder mechanische verbinding met een ruimteschip.
De inzittenden zijn:
Richard N.Richards, bevelhebber,
Blaine L.Hammond, Jr, piloot,
Jerry M.Linenger, missiespecialist,
Susan J.Helms, missiespecialist,
Carl J.Meade, missiespecialist,
Mark C.Lee, missiespecialist.

geboorte in 1952 te Manchester - New Hampshire, van Lee Miller Emile Morin.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht in STS 110.
Verbleef 10,82 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 14u07’.
Was astronaut tot 2002 en bleef actief in de ruimtevaart.

geboorte in 1956 te Prosyanaya – Dnepropetrovsk, van Anatoli Pavlovich Artsebarsky.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Buran 2-1985 / GKNII 2 / RAN 5 / TsPK 9 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM12.
Verbleef 144,64 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen - samen 32u17’.
Was cosmonaut tot juli 1994 en bleef aktief als ruimtevaartmedewerker.

geboorte in 1965 te Euclid – Ohio, van Sunita Lyn 'Suni' Williams.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute - USNavy testpiloot.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht in STS 116(117) en soyuz TMA05M.
Verbleef 321,70 dagen in de ruimte.
Maakte 7 ruimtewandelingen - samen 50u40’.

overlijden in 1995 te Berlijn, van Reinhard Alfred Furrer
Duits DFVLR fysicus/astronaut
Geboren op 25 november 1940, te Wörgl, Oostenrijk
Selectie: Spacelab Ladingspecialisten Duitslandgroep 2-1982
Missies: STS-61A
Verbleef 7d 00h 44m (7,03d) in de ruimte
Kwam om in vliegtuigcrash na een luchtshow.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1975: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-14 en de NASA communicatietest Kiku 1/ETS 1;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1980: de weersatellieten Meteor 2-06 (SU) en GOES 4;
in 1982: de CN militaire testsatelliet China 12/FSW 0-4;
in 1983: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1987: de CN aardobservatie satelliet China 21/FSW 1-1;
in 1988: het MIR cargoschip Progress 38 en een SU aardobservatie satelliet Resurs F1;
in 1992: de VS GPS satelliet USA 84;
in 1999: de SU wetenschapssatelliet Foton 12.
|