lancering in 1970 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde Soyuz 7K-L1Ye n°2K.
Dit is een testvlucht van de Blok D bovenste trap van de N1 maanraket, met als lading een gewijzigde maanorbiter Soyuz 7K-L1, als voorbereiding van bemande Soviet maanvluchten.
De test bestond uit de simulatie van de vlucht in orbit rond en de afdaling tot boven de maan van de LK maanlander.
De lading bestond vooral uit TV-camera’s welke het gedrag van de Blok D brandstof in gewichtloze toestand toonden.
(afbeelding: de kombinatie tijdens de bouw ervan)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1970-103A
Norad ID: 4786
Andere namen: Kosmos 382
Lanceertuig: Proton-K/D 252-01
Massa: 10380 kg.
vertrek in 1974 van het ruimteschip Soyuz 16 (Norad ID: 7561), voor een 6-daagse testvlucht in een baan om de aarde.
Deze vlucht vindt plaats in het kader van de geplande Soyuz-Apollo missie. Daartoe is de capsule uitgerust met een systeem voor de koppeling van de twee totaal verschillende ruimteschepen. Terzelfdertijd leerden de leden van de grondstations samen te werken.
De missie slaagde volkomen en de verantwoordelijken van beide ruimteorganisaties waren gelukkig met de resultaten.
De inzittenden zijn:
Anatoli V.Filipchenko, gezagvoerder,
Nikolai N.Rukavishnikov, vluchtingenieur.
vertrek in 1988 van de ruimtependel Atlantis STS 27 (Norad ID: 19670), voor de derde opdracht van het Ministerie van Landsverdediging (Dod).
Het doel en de lading van deze 4-daagse vlucht in aardorbit zijn geheim.
Het is enkel bekend dat de militaire radar weersatelliet Lacrosse 1/USA 34 door de bemanning in de ruimte geplaatst werd.
De inzittenden zijn:
Robert L.Gibson, bevelhebber,
Guy S.Gardner, piloot,
Richard M.Mullane, missiespecialist,
Jerry L.Ross, missiespecialist,
William M.Shepherd, missiespecialist.
vertrek in 1990 van de ruimtependel Columbia STS 35 (Norad ID: 20980), voor een 9-daagse wetenschappelijke missie in een baan om de aarde.
Oorspronkelijk moest deze vlucht starten op 16 mei, maar na het verschijnen van meerdere gebreken en de vooropstelling van verscheidene lanceerdata vertrekt Columbia uiteindelijk op 2 december.
Ook met de hoofdlading, zijnde het Astro-1 UV en IR-observatorium, liep het niet naar wens.
Andere opdrachten voor de bemanning waren oa experimenten met SAREX-2 ten behoeve van radio-amateurs en het onderricht van studenten vanuit de ruimte.
De vlucht werd met één dag ingekort wegens de voorspelling van slecht weer op de landingsplaats AFB Edwards.
De inzittenden zijn:
Vance D.Brand, bevelhebber,
Guy S.Gardner, piloot,
Jeffrey A.Hoffman, missiespecialist,
John M.Lounge, missiespecialist,
Robert A.Parker, missiespecialist,
Samuel T.Durrance, ladingspecialist,
Ronald A.Parise, ladingspecialist.
vertrek in 1990 van het ruimteschip Soyuz TM11 (Norad ID: 20981), naar het Soviet ruimtestation MIR.
De taak van de bemanning is de voortzetting van het onderzoek en de experimenten in de ruimte.
Naar gewoonte is de vluchtleiding karig met gegevens hierover.
Afanasyev en Manarov keren na 175 dagen terug naar de aarde en brengen Sharman mee. Deze was vertrokken aan boord van Soyuz TM12 als eerste UK-astronaute en werd de eerste vrouw aan boord van MIR. Ze verbleef er 8 dagen in het kader van het Juno-projekt.
Akiyama zal op 10 december landen in Soyuz TM10.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Viktor M.Afanasyev, gezagvoerder,
Musa K.Manarov, vluchtingenieur,
Tohiro Akiyama, wetenschapper - TBS-Japan;
bij de landing:
Viktor M.Afanasyev, gezagvoerder,
Musa K.Manarov, vluchtingenieur,
Helen P.Sharman, wetenschapster.
vertrek in 1992 van de ruimtependel Discovery STS 53 (Norad ID: 22259), voor de laatste opdracht van het Ministerie van Landsverdediging (Dod).
Dit is de eerste vlucht van Discovery, na uitgebreid onderhoud dat nodig bleek na de opdracht van februari.
Tijdens de eerste dag wordt de geheime satelliet DoD-1/ODERAX/USA 89 in de ruimte geplaatst, waarna de geheimhouding van de taken van de bemanning min of meer opgeheven wordt.
De pendel landt op 9 december.
De inzittenden zijn:
David M.Walker, bevelhebber,
Robert D.Cabana, piloot,
Guion S.Bluford, missiespecialist,
James S.Voss, missiespecialist,
Michael R.Clifford, missiespecialist.
vertrek in 1993 van de ruimtependel Endeavour STS 61 (Norad ID: 22917), voor het verhelpen van een fout aan de optiek van de Hubble Ruimteteleskoop.
Hiermee start de NASA haar meest ambitieuze missie sinds jaren, namelijk de “genezing van de bijziendheid” van de HST, veroorzaakt door de foutief geslepen hoofdspiegel.
ESA astronaut Nicollier stond in voor het benaderen van de teleskoop en het vastgrijpen ervan met de robotarm. Er waren 5 aktiviteiten (EVA), van telkens twee astronauten nodig, om de klus in bijna 36 uren te klaren. In hoofdzaak bestond het werk in het aanbrengen van het 290 kg zware Cospar optiek en nieuwe zonnepanelen en gyroscopen.
Op 12 december werd Hubble terug losgelaten in de ruimte, waarna Endeavour op 13 december landde.
De inzittenden zijn:
Richard O.Covey, bevelhebber,
Kenneth D.Bowersox, piloot,
Story F.Musgrave, ladinggezagvoerder,
Kathryn C.Thornton, missiespecialist,
Claude Nicollier, missiespecialist – ESA,
Jeffrey A.Hoffman, missiespecialist,
Thomas D.Akers, missiespecialist.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1970: de SU ionosfeersatelliet Kosmos 381;
in 1971: de SU militaire wetenschapssatelliet DS-U2-Mt en de SU/EZ/DE astronomiesatelliet Interkosmos 5;
in 1972: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-22;
in 1976: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-16 en een ELINT-satelliet Tselina-O;
in 1986: een SU wetenschapssatelliet Musson;
in 1990: de NASA UV-telescoop Astro 1;
in 1992: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-43;
in 1995: de satelliet voor zonsobservatie SOHO;
in 1997: de SES telecomsatelliet Astra 1G, de DE astronomiesatelliet Equator-S en de JP telecomsatelliet JCSat 5.
|