lancering in 1964 vanaf Cape Canaveral LC19, van de onbemande Gemini GT-1 combinatie.
Bij deze test brengt het lanceertuig de Gemini capsule met aangebleven tweede trap in een baan om de aarde. Uit een hogere dan voorziene snelheid volgt een baan die 34 km hoger is dan gepland. De afscheiding van de capsule met de tweede trap van de Titan was niet voorzien.
De test ging over 3 omlopen, voor een totale duur van 4u 50min, en de berging van de capsule was niet voorzien. De vlucht werd gevolgd tot de combinatie tijdens de 64ste orbit op 12 april boven het zuiden van de Atlantische Oceaan terugviel en verbrandde in de atmosfeer.
Alle systemen werkten naar behoren en de test werd een succes genoemd.
(afbeelding: de lancering van GT1)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-018A
Norad ID: 782
Andere naam: Gemini Titan 1
Lanceertuig: Titan II GLV GT1
Massa: 3190/5170 kg.
lancering in 1966 vanaf Cape Canaveral LC36B, van de VS ruimtesonde Surveyor M-2.
Dit is een test van een Surveyor model, zoals deze later zullen ingezet worden voor een zachte landing op de maan.
De lancering gebeurt met een Atlas-Centaur, maar de test is maar een gedeeltelijk succes doordat de tweede ontsteking van de Centaur motor faalt.
(afbeelding: de lancering van een gelijkaardige Allas Centaur)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-030A
Norad ID: 2139
Andere naam: SM-2
Lanceertuig: Atlas Centaur D AC-8
Massa: 785 kg.
lancering in 1967 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtecombinatie 7K-L1 N°3P in een baan om de aarde.
Deze test is waarschijnlijk een technologietest als voorbereiding op de geplande Zond lanceringen, al of niet bemand. De lading komt in een baan om de aarde, maar de motor van Blok-D trap, die het tuig op weg moet zetten naar de maan, ontsteekt niet. Twee dagen later verbrandt het ruimtetuig in de atmosfeer.
De vraag blijft of het hier de bedoeling was om echt naar de maan te vliegen, of enkel de terugval aan zeer hoge snelheid te testen vanaf een hoge elliptische baan.
Verscheidene hierop volgende mislukkingen zullen bijdragen tot opberging van de Soviet-ambities tot het maken van bemande maanvluchten.
(afbeelding: vermoedelijke samenstelling van deze combinatie)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-032A
Norad ID: 2745
Andere naam: Kosmos 154
Lanceertuig: Proton-K/D1E
Massa: 5375 kg.
vertrek in 1993 van de ruimtependel Discovery STS 56 (Norad ID: 22621), voor een 9-daags
verblijf in een orbit omheen de aarde.
De hoofdlading bij deze missie is het laboratorium voor atmosfeerstudie ATLAS-2, dat ontworpen is om gegevens te verzamelen over de relatie tussen de energie van de zon en de aardatmosfeer. Ook de invloed van deze energie op de ozonlaag wordt bestudeerd.
Verder voert de bemanning biologie experimenten uit op oa meegevoerde specimen en ratten.
De inzittenden zijn:
Kenneth D.Cameron, bevelhebber,
Stephen S.Oswald, piloot,
Michael C.Foale, missiespecialist,
Kenneth D.Cockrell, missiespecialist,
Ellen L.Ochoa, missiespecialist.
selektie in 1985 van de RCA Electronics ladingspecialisten
Robert J.Cenker,
Gerard E.Magilton.
Alleen Cenker zal een ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 23/KH 5;
in 1966: de VS wetenschapssatelliet OAO (A)1;
in 1970: de weersatelliet Nimbus 4, de VS militaire satellieten OPS 7033/Vela 12 en
OPS 7044/Vela 11, de VS militaire topografiesatelliet TOPO 1 en een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1975: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1978: de VS spionnagesatelliet Rhyolite 4;
in 1982: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1983: een SU doelsatelliet Raduga 12 en een fotoverkenner Zenit-6;
in 1984: de CN militaire communicatiesatelliet China 15/DFH 2/STTW;
in 1987: een SU spionnagesatelliet US-PM;
in 1992: een SU militaire waarnemer Neman;
in 1993: de VS wetenschapssatelliet Spartan 201;
in 1996: de telecomsatelliet Astra 1F.
in de rand:
- Tijdens de eerste omloop van de Gemini-GT1 combinatie, zouden plots vier voorwerpen uit de ruimte opgedoken zijn en op radar waargenomen. Ze namen positie in rond GT1 (twee boven, één achter en één onder), om vervolgens in deze formatie gedurende één volledige orbit mee te vliegen.
- Wat betreft de Soyuz 7K-L1 testvluchten, verschillen de meningen over het echte doel en het verloop ervan. Als men het tijdstip van de lancering van Kosmos 146 (7K-L1 2P van 10 maart) en Kosmos 154 (7K-L1 3P van 8 april) in funktie van de positie van de maan, vergelijkt met deze van de vorige maan-sonden, blijkt de maan als doel onwaarschijnlijk.
|