Ik heb geen gegevens om dit opzet te voltooien. Wel kan ik zeggen, dat er weinig verandert. Wij hopen dat onze beiaardier tijdig zijn programma doorspeelt aan de Muze. Dan hopen wij het programma 2012 van de beiaardconcerten te vinden in het programmaboekje van ons plaatselijk cultureel centrum en in de bevriende programmaboekjes van N.W.Brabant. Dat zou pas een excellente promotie zijn voor onze meerwaarde. Wij hopen een kiosk te vinden om tijdens de beiaardfeesten muziekuitvoeringen te kunnen geven in kermisstijl. Dan zitten de luisteraars van onze beiaardconcerten mogelijk een tijdje droog, als het moest regenen. Want wij mogen nog steeds niet in de pastorij St.-Martinus (momenteel nog steeds ten onrechte enkel Cultuurhuis genoemd). De verbinding met de toren en het scherm dat er nog steeds werkloos bijhangt is er ook nog niet. En als klap op de vuurpijl staat het oude klavier en de wekkering (uniek stuk erfgoed!) nog steeds te verkommeren in de loods in de Stationsstraat. Van de 8 verdwenen klokjes van de oude beiaard : nog geen spoor! Ondertussen zijn de inschrijvingen voor de rommelmarkt gebeurd in t Moment. Ze stonden zaterdag aan te schuiven. Wij lazen ook in de pers dat het nevenevenement van de beiaardfeesten Jaas in Maas niet doorgaat.
Er zijn de beiaardbanken, die in 1951 voor de oudse beiaard geplaatst werden onder de rijzige bomen vanaf de ingang Meise-dorp van de Plantentuin. Zij kwamen er op initiatief van de toenmalige beiaardvrienden. Een schrijnwerker van het gemeentepersoneel kwam op het idee om banken te maken. Ik was per toeval de man die de telefoon opnam, toen ze vroegen waar ze geplaatst moesten worden, her en der in het centrum van Meise. Ik stelde voor een luisterplaats in te richten tussen de pastorij St.-Martinus (tegenwoordig ten onrechte enkel cultuurhuis genoemd) en de bibliotheek. In het Beiaardcomité stelde ik een lijst samen met namen die erop zouden komen. Per e-mail konden de leden kiezen. Ik bepaalde uiteindelijk, op grond van die antwoorden, wat erop kwam. Bij enkele reeds geplaatste banken kwam een onderschrift bij : beiaardvrienden.
Sedert 1939 was hij burgemeester van Meise tot aan de fuzie van gemeenten in 1986. Hij was een echte volksvriend en beleefde heel wat pret in zijn fanfare Concordia en de Gewezen Soldaten van het Belgisch Leger. Hij was verzekeringsagent in Meise en vergaarde door al zijn contacten de nodige stemmen om steeds opnieuw verkozen te worden. In 1951 zorgde hij met pastoor Brams en Jan Van Gijsel, dat onze eerste beiaard met 47 klokken er kwam. Hij was de man achter de sociale woonwijken. Op het einde van zijn burgemeesterschap kon hij samen met Jos Chabert enkele grote verwezenlijkingen in Meise realiseren : het Willy van den Berghecentrum en de oprichting in 1967 van het Audiovisueel Centrum voor Volwassenenonderwijs dat tot 2008 onder die naam bestond. In dat kader werd de poëzie wedstrijd van Meise onder de naam Jules Van Campenhoutprijs opgericht in 1981.
In het recent verschenen boek van Louis Becq Portretten van onze bovenlokale politici van de Franse revolutie tot nu lezen wij onder nr.27 op pag.125 :Veearts Jan Van den Eynde zetelde 40 jaar lang in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. In 1921 wordt hij in Meise verkozen als gemeenteraadslid en wordt schepen. Van 1933 tot 1938 was hij er burgemeester en daarna tot 1964 schepen van financiën. Hij schreef het boekje Meise waarin heel wat interessante gegevens over de geschiedenis van onze keizerlijke gemeente Meise.
Vanaf 1903 liet hij zich als componist kennen en in 1906 componeerde hij zijn eerste Vlaamse strijdliederen. In 1909 schreef hij het lied Groeninge op tekst van Guido Gezelle en behaalde er de Prijs van het Algemeen Nederlands Verbond (ANV) mee. In 1911 behaalde hij de Tweede Romeprijs met de cantate Tycho Brahé. Hij werd een grote aanhanger van de Vlaamse muziekbeweging in het kielzog van Peter Benoit. Zijn muziekactiviteiten waren vanaf die tijd sterk verbonden met Vlaamsgezinde organisaties zoals het ANV, het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) en de Groeningerwacht, die hij mee oprichtte en waarvan hij het mannenkoor dirigeerde. Hij was ook medestichter van het Genootschap van Vlaamse Componisten (1922), van de Vlaamse Concerten (1926) en van de Nationale Vlaamse Fanfare (1930).
In 1916 componeerde hij op tekst van Nico Gunzburg het koorwerk Oproep dat werd uitgevoerd bij de opening van de door de Duitse bezetter georganiseerde Nederlandstalige universiteit Gent. Wegens zijn activistische sympathieën werd hij na de oorlog tot acht maanden cel veroordeeld.
Na 1920 bleef hij verder actief in Vlaams-nationalistische organisaties, zoals het Vlaams Nationaal Verbond. Hij trad op als dirigent bij IJzerbedevaarten en Guldensporenvieringen en componeerde verder strijdliederen voor deze gelegenheden. In 1933 was hij medeoprichter van het Vlaams Nationaal Zangfeest dat hij tot in 1936 leidde.
In 1916 volgde Van Hoof zijn vader op als titularis van het orgel in de Sint-Michielskerk. Na zijn veroordeling gaf hij privélessen en organiseerde concerten waarbij hij als pianist optrad. In 1924 werd hij leraar harmonie en compositie aan de Mechelse Beiaardschool en in 1936 werd hij leraar aan het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen.
Begin 1942 werd hij benoemd tot directeur van dit Conservatorium, in opvolging van Flor Alpaerts. Zijn tegenkandidaat was Lodewijk De Vocht, maar Van Hoof haalde het omdat hij door belangrijke figuren uit de collaboratie, zoals Cyriel Verschaeve, gesteund werd. Het was onvermijdelijk dat hij na de Bevrijding werd afgezet en werd veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf.
Hij trad nog een paar maal op als dirigent, onder meer op de Dag van het Vlaamse Lied in 1953 en op de Vlaamse dag van de Wereldtentoonstelling in 1958. Bespelin g St.-Martinusbeiaard Kerstmis 25.12 om 9.30 u.
Bij de aanschaf van de oude beiaard van Meise, werd Staf Nees aangesproken voor advies. Vandaar zijn band met de beiaardvrienden van Meise.
In Wikipedia lezen wij :
Staf Nees studeerde te Mechelen aan het conservatorium en het Lemmensinstituut, waar hij in 1924 tot leraar werd benoemd. In 1932 volgde hij zijn leraar voor beiaard, Jef Denyn, op als stadsbeiaardier te Mechelen en in 1944 als directeur van de Beiaardschool. Onder zijn directeurschap verwierf de beiaardschool het predicaat "koninklijk" en verkreeg ze de oefenbeiaard in het torentje van Hof van Busleyden. Daarnaast ontplooide hij een intense muzikale activiteit als organist, koordirigent, componist en leraar aan het Lemmensinstituut.Hij maakte concertreizen in verscheidene Europese landen, de Verenigde Staten en Canada.Zijn composities omvatten, naast werken voor beiaard, orgel en piano, liederen, missen, cantates en oratoria (Simon Petrus, 1935; Maria-oratorium, 1938).Het oratorium "Het bronzen hart" van Gaston Feremans, dat een lofzang is op de Sint-Romboutstoren en zijn beiaard, is aan Staf Nees opgedragen.Hij is de vader van componist en koordirigent Vic Nees.
Jef en Irma Claes waren bij de eerste beiaardvrienden van Meise. Jef was journalist bij Het Volk en was alom bekend om zijn radiopraatjes met journalisten van de toenmalige BRT. Jef Claes in Het Volk klinkt bekend bij mijn tijdgenoten. Later werd hij directeur van de Senaatsadministratie. Irma, zijn echtgenote, was grotendeels moeder aan de haard met haar 5 zonen. Zij was advocate en werd door de parochie vaak geconsulteerd om juridisch advies. Zij ontwierp de statuten van de Beiaardvrienden. Alle oorspronkelijke leden zijn ondertussen overleden, maar statutair is baron Jean Paul Van Gijsel nog steeds statutair voorzitter, niettegenstaande de VZW inactief is.
Jos Lettens, zoon van Phil, was onze eerste belleman. Hij kondigde in de jaren tachtig de beiaardfeesten aan op de markt. Hij was landbouwer, maar actief in het toneelgezelschap Kris Kras en de Cabaretgroep Sympathica. Zijn dooppeter was de Grimbergse dichter Jef Lettens, die tal van teksten dichtte voor verenigingen bij grote gebeurtenissen. De originele teksten zijn in mijn bezit en werden mij door Jos overgedragen, met de rechten ten voordele van een goed doel i.v.m. mishandelde vrouwen.
zondag 4 december speelt Eddy Mari¨n op onze beiaard op de middag bij de doortocht van de St.-Elooistoet
We overlopen nu de namen die voorkomen op de banken van de luisterplaats tussen de pastorij St.-Martinus en de bibliotheek : In de jaren zestig waren dit de verantwoordelijke priesters voor de parochie Meise. Pastoor Brams was pastoor van 1944 tot 1962. Hij speelde het klaar om de eerste beiaard te laten plaatsen in de parochiekerk St.-Martinus in 1951. In de kerkfabriek zetelde toen mecenas Jan Van Gijsel, die hij kon overhalen om een groot gedeelte van de beiaard te financieren. Herman Boon pr., de zoon van Jan Boon (BRT) was onderpastoor in Meise van 1958 tot 1968. Over hem vind je een uitvorige bijdrage op http://blog.seniorennet.be/hermanboonpr Aan hen werd een beiaardbank op de luisterplaats opgedragen, omdat zij het duo vormden dat het Vaticaans concilie in onze parochie concreet gestalte gaven, vooral onder impuls van de gedrevenheid van de jonge onderpastoor.
August Vermeylen (Brussel, 12 mei1872 Ukkel, 10 januari1945) was een Vlaamsschrijver, kunsthistoricus en politicus. Hij was ook de vader van de latere minister, Piet Vermeylen. Vermeylen studeerde te Brussel, Berlijn en Wenen. Hij promoveerde in 1899 tot speciaal doctor aan de Brusselse universiteit in geschiedenis en letterkunde (op het Nederlandstalig proefschrift Leven en werken van Jonker Jan van der Noot.) Hij werd er docent kunstgeschiedenis (in 1901) en vanaf 1902 tot 1923 doceerde hij de geschiedenis van de Nederlandse letterkunde. Daarna was hij tot 1930 hoogleraar in de Nederlandse en moderne literatuur te Gent, waar hij de eerste rector werd van de vervlaamste universiteit (1930-1932). Hij was tevens van 1921 tot 1945 socialistischsenator. Vermeylen was medeoprichter van Van Nu en Straks (1896-1901) en Vlaanderen (1903-1907) (samen met Karel van de Woestijne) en stichter van het links georiënteerde Nieuw Vlaams Tijdschrift. Sinds 1919 was hij lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Vermeylen had een grote invloed op het culturele leven in Vlaanderen voor de Eerste Wereldoorlog. Met vooruitziende blik verdedigde hij de visie dat de toekomst van Vlaanderen in Europees verband gezien moet worden en gebouwd moet zijn op culturele en economische krachten. Dit standpunt is kernachtig samengevat in de laatste zinnen uit zijn essay Vlaamsche en Europeesche Beweging (1900): Om iets te zijn moeten we Vlamingen zijn. Wij willen Vlamingen zijn om Europeeërs te worden.
Over zijn geboorte is niets bekend. Deskundigen houden het, op grond van recente opzoekingen, bij een geboorte rond 1520. Bruegel werd in 1546 in het Antwerpse schilders gilde opgenomen, en werd leerling van Pieter Coecke van Aelst. Bruegel maakte in 1551 of 1552 een reis naar Italië, waar hij vooral landschappen schilderde. Tot 1559 maakte hij vooral gravures en prenten (ontwerpen voor wandtapijten). In 1559 komt er plots een totale ommekeer: Bruegel gaat nog enkel schilderen. Het ene meesterwerk volgt snel een ander op. Rond 1563 verhuisde Bruegel van Antwerpen naar Brussel, waar hij de dochter van Coecke huwde, Mayken. Gedurende zijn Brusselse periode gebruikte Bruegel verschillende landschappen uit het nabijgelegen Pajottenland, zoals het kerkje van Sint-Anna-Pede (nu behorend tot Dilbeek) als achtergrond voor de "Parabel van de blinden". Een grote reproductie daarvan staat sinds 2004 bij dat kerkje. Hij werd begraven in de Kapellekerk van Brussel.
Uit Wikipedia Volgende concerten : 27.11 om 12 u. St.-Elooiommegang 25.12 om 9.30 u. Kestmis
Arthur Meulemans kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader en zijn oom Jan. Verder kreeg hij vioollessen van een heer Van Single en pianolessen van Ernest Maréchal. Alfons van den Eynde, een leerling van Peter Benoit, gaf hem inleidend onderwijs in harmonieleer, contrapunt en fuga. Hij studeerde aan het Lemmensinstituut te Mechelen bij onder meer Edgar Tinel en Aloys Desmet alsook orgelles bij Oscar Depuydt. Na zijn eindexamen in 1906 werd hij er leraar tot in 1914. In 1911 huwde hij en vestigde zich in Tongeren, waar hij aan het Koninklijk Atheneum muziek onderwees tot aan zijn aanstelling in 1930 als dirigentSymfonieorkest van de Belgische Radio in Brussel. In 1916 sticht hij in Hasselt wat de Limburgse Orgel- en Zangschool zou worden. Vanaf 1932 tot aan zijn dood leeft en werkt hij in Brussel. In 1954 werd hij president van de Koninklije Vlaamse Academie. Arthur Meulemans was een overgangsfiguur tussen de romantische Vlaamse generatie na Peter Benoit en Edgar Tinel, en de moderne internationale stromingen die in België een definitieve doorbraak kennen met August L. Baeyens. In 1909 won hij de befaamde Prijs van Rome met zijn oratorium De legende van de Heilige Hubertus. Kort voor de Eerste Wereldoorlog werd hij voor zijn Kinderliederen onderscheiden met de Karel Boury Prize van de Vlaamse Academie.
Hij richtte in 1922 de eerste beiaardschool ter wereld op in Mechelen. Dat was om zijn 35-jarig ambtsjubileum te vieren. Er werd toen een gelegenehidsmedaille geslagen. De beiaardschool werd later naar hem genoemd. In de Mechelse beiaard hangt een Denijnklok, met zijn beeltenis.De cantate De Beiaardier werd door August De Boeck aan hem opgedragen. Hij volgde in 1887 zijn vader op als stadsbeiaardier en begin vanaf 1892 met de wekelijkse maandagavondbespelingen die nog steeds plaatsvinden. Op verschillende plaatsen, maar vooral in het Straatje zonder Eind in Mechelen verdrong het publiek zich om te luisteren naar de heerlijke klokkenklank. Door de technische verbeteringen die hij aanbracht, maar vooral door zijn talent en bezieling voor zijn instrument, wist Denyn de beiaardkunst (weer) tot echte muziek te maken. Van heinde en verre kwam men luisteren. In 1915 maakt Hij een rondreis door Nederland en geeft daarbij advies over meerdere beiaarden. De eerste Nederlandse beiaard die volgens Denyns ideeën werd ingericht was de Hemony-beiaard op de Sint-Eusebiuskerk te Arnhem. Op 26 juni 1952 kreeg Denyn van de Mechelse gemeenteraad het Jef Denynplein. Een tweede medaille luidt : Denijn Jef huldebetoon 1887-1925.
Na August De Boeck, gaan we eens de figuren overlopen die staan voor de namen op de oude beiaardbanken. In 1889 leert August De Boeck Paul Gilson kennen. Deze gaf hem aanwijzingen om te componeren en te orkestreren. Hij introduceerde hem in de Franstalige Brusselse kunstkringen. Gilson was erevoorzitter van het symfonisch orkest Crescendo, dat opgericht werd in 1894 en bestond uit voornamelijk niet professionele musici. In 1905 was hij stichtend lid van Groupe des compositeurs belges. Tot 1909 was hij leerkracht harmonie aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium in Antwerpen. Hij wordt dan inspecteur van het Vlaamse muziekonderwijs. In 1942 verscheen van Paul Gilson, Notes de musique et souvenirs in Collection Voilà in Brussel.
231 August De Boeck Vorige vrijdag werd het August De Boeckjaar officieel geopend in Merchtem. Een prachtige monografie met CD-rom werd er aangeboden. Na mijn oproep op Ring-TV, om voor deze componist te stemmen, in de Clara Top 100, mocht ik niet ontbreken op deze academische zitting. August De Boeck eindigde op de 16de plaats in die top 100. Wat mij dreef, is de betekenis van de toondichter voor Meise. Hij schreef drie cantates voor het oude Meise : 1893 Baron dHoogvorst (inhuldiging standbeeld), 1926 Ba-tist (50 jarig bestaan Concordia) en Sinte Maarten (inhuldiging gedenkplaat voor Roose de Beauffort - de Baisy. Ik vroeg aan het Beiaardcomité om in 2012 een beiaardconcert te houden met werken van August De Boeck. Hij staat vermeld op één van de oude beiaardbanken en betekende dus heel wat voor onze oude beiaard. Uit zijn talrijke composities kan Eddy Mariën een mooie selectie putten. In de monografie staat op pag 347 een afbeelding van de Jubelfeest Jef Denijn n.a.v. zijn 50 jaar beiaardierschap. op 15, 16, 17 augustus 1931. Daar stond het huldecantaat De Beiaardier van August De Boeck op het programma.
230 Orgel IV zo. 2/10- orgelconcert 15u. abdijkerk Grimbergen Kamiel D Hooghe orgelconcerten 2011 #4 tickets: 12 - 10,50 (60+) - 8 (-26) abo 3: 11,50 - abo 6: 9,50 - abo 10: 8,50 Hommage aan Franz Liszt 200ste verjaardag, André Laporte 80ste verjaardag, Flor Peeters 25 jaar overleden. Het slotrecital van de reeks orgelconcerten 2011 wordt gebracht door Kamiel DHooghe, eredirecteur Kon. Conservatorium Brussel, ereorganist Sint- Salvatorskathedraal Brugge en organist van de abdijkerk te Grimbergen. Op het programma staan een preludium en fuga uit het Clavier Uebung van Vincent Lübeck en een poëtische pastorale van J.S. Bach. Een eerbetoon wordt gebracht aan de Vlaamse componist André Laporte met Passacaglia serena. Een werk dat Laporte oorspronkelijk voor orkest componeerde en nadien bewerkte voor orgel. Het werk werd speciaal geschreven voor Kamiel DHooghe toen die op pensioen ging na 28 jaar directeur aan het Kon. Conservatorum te Brussel. Kamiel DHooghe eert zijn eigen leermeester Flor Peeters (25 jaar geleden gestorven) met een partita op de Pinksterhymne Veni Creator Spiritus. Tot slot is een overrompelende Fantasia en fuga van Franz Liszt geprogrammeerd. Hierin wordt de luisteraar overweldigd door de improvisatorische verruiming van het klavierspel en een visionaire uitbreiding van de traditionele vormen. De grenzeloze mogelijkheden van zachte poëtische orgelkleuren, vele soloregisters, fluiten, principalen en tongwerken zorgen voor een orkestrale behandeling van het orgel. Het grote orgel van de abdijkerk van Grimbergen kan zijn onuitputtelijke rijkdom van kleurschakeringen en registercombinaties voluit demonstreren! www.abdijkerkgrimbergen.be Praktisch: Organisatie: Cc Strombeek i.s.m.WAG en de abdijgemeenschap Grimbergen Tickets: 12 - 10,50 (60+) - 8 (-26) Reservatie: Cc Strombeek, 02/263 03 43, tickets@ccstrombeek.be, www.ccstrombeek.be Meer info: Jo Sollie, 02/263 03 49, jo.sollie@ccstrombeek.be
229 Orgel III zo. 25.9 - orgelconcert 15u. abdijkerk Grimbergen Liuwe Tamminga (basiliek Bologna) orgelconcerten 2011 #3 Zuiders temperament uit Spanje en Italië met G.B.Pergolesi, A.Vivaldi, G.Verdi, G.Puccini e.a. Liuwe Tamminga wordt internationaal beschouwd als één van de grootste kenners op het gebied van de Italiaanse orgelmuziek uit de 16de en 17de eeuw. Hij is, samen met Luigi Ferdinando Tagliavini, titularis van de Basilica di S. Petronio te Bologna, waar hij de beide schitterende instrumenten van Lorenzo da Prato (1471-1475) en Baldassare Malamini (1596) bespeelt. Vanuit de historische cultuurstad Bologna heeft de Nederlandse organist Tamminga de Zuid-Europese orgelcultuur geassimileerd. Hij weet ze wereldwijd uit te dragen in concerten, meestercursussen en CD-opnamen. In de Sint-Servaasbasiliek van Grimbergen presenteert L. Tamminga een overwegend Italiaans gekleurd programma. Daarnaast speelt hij de énige orgelcompositie van J.S.Bach met Franstalige tempoaanduidingen en is de spectaculaire vertolking geprogrammeerd van orgelarrangementen van D.Gallo, G.B.Pergolesi, A.Vivaldi-J.G.Walther en vooral van operafragmenten van G.Verdi en G.Puccini. Van een buitenbeentje gesproken! www.liuwetamminga.it
Praktisch: Organisatie: Cc Strombeek i.s.m.WAG en de abdijgemeenschap Grimbergen Tickets: 12 - 10,50 (60+) - 8 (-26) Reservatie: Cc Strombeek, 02/263 03 43, tickets@ccstrombeek.be, www.ccstrombeek.be Meer info: Jo Sollie, 02/263 03 49, jo.sollie@ccstrombeek.be
228 Orgel II zo. 18.9 - orgelconcert 15u. abdijkerk Grimbergen Benjamin Steens (basiliek Reims) orgelconcerten 2011 #2 Vlaanderen internationaal! J.S.Bach, D.Buxtehude, W.Byrd, P.Cornet e.a. Benjamin Steens is afgestudeerd aan het Lemmensinstituut en het Conservatoire Nationale van Parijs. Hij deed universitaire studies aan de KULeuven en de Sorbonne te Parijs. Hij werd benoemd tot organist op het nieuwe grote orgel in de historische basiliek Saint-Remy van Reims. Daarnaast heeft hij tal van publicaties en CD-opnamen op zijn naam staan In Grimbergen bespeelt hij zoals de andere organisten beide orgels van de abdijkerk. Naast werk van de Brabantse meesters P. Cornet en A. van den Kerckhoven vertolkt hij een poëtische koraalbewerking van Flor Peeters. Hij brengt werk van de Engelse klaviercomponist W.Byrd en de Noord-Duitse hoogbarokke meester D.Buxtehude. De beide composities staan in dezelfde toonaard (do groot) en geven vergelijkingsmogelijkheden tussen beide componisten en de beide abdijorgels. Van N.Bruhns wordt een uitgebreide koraalfantasia gespeeld. Met het Preludium en Tripelfuga in Es groot van J.S.Bach wordt de Drieëenheid verklankt en dit concert op grootse wijze afgesloten.. www.benjaminjosephsteens.be www.orgues-saint-remi-reims.com
Het openingsrecital van de
orgelconcerten 2011 wordt gebracht door Stijn Hanssens thans doctoraal
student - en Annelynn Baillieu, allebei als master in de muziek, afgestudeerd
aan het Lemmensinstituut.
Met de Passacaglia van J.S.Bach wordt de toon gezet op het
grote orgel van de abdijkerk van Grimbergen. Daarna volgt werk van Vlaamse en
Oostenrijkse barokke orgelmeesters: J.J.Froberger en J.P.Sweelinck.
Bach krijgt zijn tegenhanger in
de 20ste eeuw met de Passacaglia en Fuga van Flor Peeters. Dit is tevens een hommage bij
zijn overlijden, nu 25 jaar geleden. De vergelijking met het gelijknamige werk
van Bach wordt zeker een boeiende luisterervaring. Hedendaagseorgelcomposities van Chris Dubois en
Kristiaan van Ingelgem brengen ons nog een stap dichter in de tijd. De originele Franse
meester Jehan Alain, 100 jaar geleden geboren, wordt herdacht met variaties op een
gregoriaanse hymne.
Met dit brede palet aan
orgelklanken wordt de gedifferentieerde kleurenrijkdom van het grote hoofdorgel
op een vernieuwende wijze behandeld.
Het duo Stijn Hanssens en
Annelynn Ballieu ronden dit recital af met het derde Brandenburgs Concerto
van J.S.Bach in een vierhandige bewerking van Max Reger.
226 Rest 2011 Beiaardier Eddy Mariën speelt nog op : 1 november om 9.30 u. n.a.v. Allerheiligen 27 november om 12 u. n.a.v. de St.-Elooi ommegang 25 december om 9.30 u. n.a.v. Kerstmis
De oude beiaard is nog niet volledig (8 klokjes ontbreken nog), het klavier en de wekkering staan nog steeds te verkommeren in de loods in Wolvertem en hij is nog steeds niet bespeelbaar.