Maal in de keukenmachine 8 ontvelde en in stukken gesneden tomaten fijn met ½ komkommer, 1 in stukken gesneden zoete puntpaprika en een handvol ijsblokjes. Breng op smaak met olijfolie, rodewijnazijn en peper en zout. Serveer met kleingesneden bosui, tomaat, komkommer en een beetje olijfolie.
100 g zachte boter 100 g suiker 100 g donkere basterdsuiker 1 zakje vanillesuiker 1 ei 2 eetlepels melk 200 g zelfrijzend bakmeel 100 g pure chocolade, in kleine stukjes 50 g pecan- of walnoten, grofgehakt
bakpapier
Verwarm de oven voor op 180 °C. Klop in een kom de boter met de suiker, bruine suiker en vanillesuiker met de handmixer tot een romige massa. Klop het ei en de melk erdoor en spatel dan het zelfrijzend bakmeel met een snufje zout, de stukjes chocolade en de noten erdoor. Schep van de helft van het zachte deeg met een eetlepel bergjes op een met bakpapier bekleden bakplaat. Zorg rondom voor zo'n 5 cm tussenruimte. Bak de koekjes in het midden van de oven in 10-12 minuten goudbruin en gaar. Laat de koekjes op een rooster afkoelen. Bak de rest van het deeg op dezelfde manier nog een bakplaat vol koekjes.
Benodigdheden 750 gr. kipfilet 500 g kousenband, in stukken 750 gr aardappelen geschild en in blokjes 1 grote ui, in stukken 1 rode peper, in stukjes olie of boter 4 el kerrie madras 3 tl ketoembar 2 tl djinten 2 tenen knoflook, fijn gehakt 1 blokje kippenbouillon 1 blikje santen Surinaamse roti, vers of voorgebakken (verkrijgbaar bij de toko)
Bereiding Brad de kipfilet bruin in een pan en laat hem een half uur afgedekt stoven. Verhit olie in een andere (grote) pan en fruit de ui, knoflook, kruiden en pepertje. Voeg de kip, kouseband, de aardappels, ½ l water en het bouillonblokje toe en breng alles aan de kook. Laat alles sudderen totdat de aardappels goed gaar zijn, voeg de santen toe en laat nog vijf minuten stoven. Bak de roti af en serveer met de kipstofoe.
Tiramisu Benodigdheden: 5 eierdooiers 75 g suiker 2 bakjes mascarpone (à 250 g, zachte roomkaas) 1 beker slagroom (125 ml) 8 el marsala, (zoete Italiaanse wijn). 150 ml espresso of sterke zwarte koffie 2 pakken lange vingers (à 175 g) cacaopoeder om te bestrooien (oven) schaal (20x20 cm) vershoudfolie
Bereiding: Klop in een kom met een garde de eidooiers met 50 g suiker tot een luchtige crème. Roer de mascarpone los met een vork en meng dit met het eidooiermengsel. Doe de slagroom met de rest van de suiker in een andere kom en klop het mengsel stijf met een mixer.Spatel dit door het mascarponemengsel. Roer in een diep bord de marsala door de koffie. Voeg suiker naar smaak toe. Doop de helft van de lange vingers één voor één kort in de koffie en bedek de bodem van de schaal ermee. Verdeel hierover de helft van het mascarponemengsel en bestrooi met cacao. Doop de resterende lange vingers één voor één kort in de koffie en leg ze op het mascarponemengsel. Verdeel hier de rest van het mengsel over en bestrooi met cacao. Dek de schaal af met vershoudfolie en laat de tiramisu minstens 2 uur in de koelkast opstijven.
Je kunt tiramisu maximaal 1 dag van tevoren maken.
250 g boter (gesmolten om in te vetten) 250 g fijne kristalsuiker 4 grote eieren (losgeklopt) 1 tl vanille-extract 225 g zelfrijzend bakmeel 25 g maizena 1 tl bakpoeder
Voor erbij 300 g mascarpone 50 g fijne kristelsuiker enkele druppels vanille-extract 3-4 el frambozenjam poedersuiker (om te bestuiven)
Verhit de oven tot 180ºC. Bekleed een springvorm van 25 cm doorsnee met bakpapier en vet hem dun in met boter. Klop met een garde de boter en de suiker licht en luchtig en roer er rustig de eieren en de vanille door. Zeef het bakmeel met de maizena en het bakpoeder samen boven de botermassa en spatel alles met een garde luchtig doorelkaar. Giet dit in de voorbereide vorm en bak de cake in 20-25 min. gaar, hij moet terugveren als je op de bovenkant drukt.
Stort het gebak op een taartrooster en snijd het horizontaal in twee lagen. Klop de mascarpone met de suiker en vanille luchtig. Smeer de jam over de taartbodem uit en bedek hem met de mascarpone. Zet de bovenlaag erop, bestuif met poedersuiker en serveer.
"Langedijker" koolschotel Langedijk is een plaatsje in Noord-Holland
4 personen, Bereidingstijd 20 minuten,
Ingrediënten
1 kg witte kool
1 pond gehakt
1 ui
2 tomaten
1 prei
1 mespunt zout
vleugje peper
2 theelepels kerrie
1 teentje knoflook
150 gr kaas
400 gr aardappelpuree
Bereiden
De kool in 4 stukken snijden,stronk verwijderen.Wassen,daarna in fijne reepjes snijden.De kool ,prei en ui licht aanbakken in olie met de kerrie,knoflook,peper en zout daarbij toegevoegd.Het mag best wat pittig smaken.De vooraf aangemaakte gehakt bakt u kruimelig.De puree maakt u spuitklaar.In een vuurvaste schaal legt u,laag om laag,te beginnen met gehakt,de kool en de gehakt.De schotel maakt u af met een aardappelpuree-rand.De tomaat garneert u over het gerecht,waarna de geraspte kaas alles moet afdekken.De schotel plaatst u in een voorgewarmde oven van 200 graden.Na ca.20 minuten heeft u een overheerlijke koolschotel
Deze cakeachtige, van oorsprong Schotse broodjes zijn heerlijk met versgeklopte slagroom, mascarpone en/of jam.
voor 8-10 stuks
250 g zelfrijzend bakmeel 2½ theelepel bakpoeder ½ theelepel zout 50 g boter of margarine, in kleine stukjes 1 zakje vanillesuiker 2 eetlepels suiker ¾ dl melk 1 ei
Zeef het bakmeel met de bakpoeder en het zout boven een kom. Meng de vanillesuiker, de suiker en de boter erdoor Klop het ei los met de melk, voeg dit bij het mengsel en kneed het tot een bal. Rol de deegbal met een deegroller tot een lap van ongeveer twee centimeter dik. Steek met een koekjesvorm rondjes uit het deeg en leg ze op een ingevet bakblik. Bak de scones in ongeveer tien minuten in een op 225 graden voorverwarmde oven lichtbruin.
Tip: Je kunt ook hartige scones maken door de suiker achterwege te laten en ingredienten als olijven of kaas toe te voegen.
1 l melk 1 mespunt zout 60 g griesmeel 40 g suiker ½ uitgeraspt vanillestokje 30 g gekonfijte gember 3 gelatineblaadjes 4 vijgen ½ vanillestokje sap en zest van 1 sinaasappel 1 glas rode wijn 3 g suiker
Zet de rode wijn met suiker, de vanille (ook de rasp van het andere stokje) met sap en zest van 1 sinaasappel op een laag vuur en laat pruttelen tot het stroop wordt.Breng de melk met het uitgeraspte vanillestokje en zout aan de kook. Meng de griesmeel, suiker en gekonfijte gember en voeg roerend aan de kokende melk toe.Laat± 10 minuten zachtjes doorkoken. Blijf roeren. Wel de gelatineblaadjes in water en laat ze oplossen in 3 el klontvrije, warme melk. Klop dit goed door de griesmeel en stort de pap in een omgespoelde puddingvorm.Laat de griesmeelpap afkoelen en plaats minimaal 30 minuten in de koelkast. Snij de vijgen in plakjes. Stort de pudding op een bord en leg de vijgen er omheen.Giet de stroop over de pudding en de vijgen.
700 g witlof 200 g kwark 2 eieren 200 g Friese (kruidnagelkaas of komijnekaas, in plakjes) 200 g rauwe ham, in plakjes 2 witte boterhammen, verkruimeld
ronde ovenschaal, ingevet
Bereiden
Breng water met zout aan de kook. Blancheer hierin de witlofstronkjes circa 2 minuten. Schep ze eruit en laat uitlekken.Verwarm de oven voor op 180ºC. Klop de kwark los met de eieren, wat zout en versgemalen peper en giet in de ovenschaal.Snijd de witlof in de lengte door en verwijder de harde kern. Leg steeds een paar plakjes kaas tussen 2 helften witlof, druk ze weer tegen elkaar en rol ze op in een plak ham.Leg de witlof in het kwarkmengsel, bestrooi met de broodkruim en bak de schotel in de oven in circa 20 minuten gaar en bruin. Lekker met gebakken aardappelen of aardappelpuree.
2 kruimige aardappelen, in blokjes 300 g prei, panklaar 800 ml kippenbouillon 100 g beenham, in reepjes 125 ml (demi) crème fraiche kerriepoeder
Bereiden
Kook de aardappels en de prei in de kippenbouillon in circa 15 min. gaar. Rooster intussen de hamreepjes in een droge, hete koekenpan. Pureer de soep en verdeel over warme soepkoppen of borden.Schep een lepel crème fraiche erop, bestrooi met kerriepoeder en maak het geheel af met de hamreepjes.
Verwarm de oven voor op 200 graden C.Leg de plakjes bladerdeeg zo naast elkaar dat ze een lang lap vormen. Zorg dat de plakjes elkaar 1 cm overlappen. Druk de randen goed op elkaar. Bestrijk de deeglap helemaal met Gorgonzola en bedek het geheel met Parmaham. Rol de lap op, begin aan een korte kant met rollen. Snijd de rol in dunne plakjes en leg deze plat op een met bakpapaier beklede bakplaat. Bak de hamrolletjes in de oven 15-20 minuten knapperig bruin en gaar. Serveer de rolletjes warm of koud.
300 g zilvervliesrijst 1 schaal nasi-bamigroente (450 g) 1 liter zonnebloemolie 1 rode paprika, in reepjes 2 tomaten, in stukjes 1 pot Chinese zoetzure roerbaksaus (550 g) 1 pakje tempuramix ( 150 g) 300 g hamlappen, in blokjes van 1½ x 1½ cm
Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking. Snijd de steeltjes van de rode peper uit de nasi-bamigroente. Halveer de peper in de lengte en verwijder met een scherp mesje de zaadlijsten. Snijd het vruchtvlees in reepjes. Verhit 2 el olie in een hapjespan en fruit de rode peper 1 minuut. Doe de paprika erbij en bak 2 min. mee. Voeg de nasi-bamigroente toe en bak nog 3 min. Voeg de tomaten en roerbaksaus toe en verwarm op laag vuur 3 min. Verhit ondertussen in een ruime pan de rest van de olie tot 180ºC, controleer dit met een keukenthermometer. Doe de tempuramix in een kom en voeg 200 ml ijskoud water toe. Klop met een vork snel tot een beslag, er mogen nog klontjes in zitten. Haal het vlees door het beslag en bak 2 porties in 5 min. goudbruin en gaar in de olie. Neem ze er met een schuimspaan uit en laat uitlekken op keukenpapier. Verdeel de rijst, groenten en het vlees over 4 borden en kommen.
Tip: Liever vis? U kunt de hamlappen vervangen door kabeljauwfilet.
500 g blanke amandelen 100 g gepelde walnoten 125 g suiker 2 eetlepels kaneel 75 g roomboter, gesmolten ½ pak diepvries filodeeg (225 g), ontdooid 2 eetlepels vloeibare honing 2 eetlepels citroensap Keukenmachine vierkante bakvorm, 20x20 cm
Verwarm de oven voor op 180ºC. Hak de amandelen en walnoten in de keukenmachine fijn en meng er 2 eetlepels suiker, kaneel en 2 eetlepels gesmolten boter door. Bestrijk de vorm met gesmolten boter. Leg er een vel filodeeg in en bestrijk de bovenkant dun met boter. Leg hierop een tweede vel deeg en bestrijk ook dit vel met boter. Verdeel de helft van het notenmengsel over het deeg en leg hierop weer 2 met boter bestreken vellen filodeeg. Verdeel hierover de rest van de noten en dek het geheel af met de laatste vellen filodeeg, die u steeds bestrijkt met boter. Druk alles iets aan en snijd de lagen met een scherp mes helemaal tot onderaan in 12 vierkantjes. Schenk de rest van de gesmolten boter erover. Bak de baklava in de oven 25-30 minuten goudbruin en gaar. Verwarm in een steelpan 100 ml water met de honing en de resterende suiker en los al roerende de suiker en honing op.Kook dit mengsel in 4-6 minuten in tot een dunne siroop. Roer het citroensap erdoor. Laat de siroop in een bak koud water afkoelen tot het koud is. Neem de baklava uit de oven en schenk direct de koude siroop erover. Laat de baklava nog 1 uur staan, zodat de siroop goed kan intrekken Snijd de baklavablokjes los.
Tip: Kan ook geserveerd worden met een bolletje ijs. Ook lekker met een kopje munt thee.
Bereiding: Olijfolie in de pan. De ui en prei fruiten.Kerriepoeder en knoflook erbij. Goed doorroeren. Daarna visfond, slankroom en de verschillende vissoorten toevoegen en alles doorroeren. Deksel op de pan doen en alles 15 minuten zachtjes door laten stoven. Voor het opdienen dille eroverheen strooien. Serveren met 125 gram gekookte rijst en een salade.
Duizenden jaren geleden werden er al ronde broden gebakken rond de Middellandse Zee. Deze gebruikten ze toen als borden. Pas vanaf de 17e eeuw maken Italianen pizza's. Zo werd in 1889 de beroemste pizzabakker van Napels uitgenodigd om zijn specialiteiten op het paleis te bereiden voor Koning Umberto en zijn vrouw Margheritha. Hij maakte daar een pizza met tomatensaus, mozzarella en basilicum; de kleuren van de Italiaanse vlag. Dit was het begin van de beroemde pizza Margheritha. Pas toen veel Italianen gingen emigreren werd de pizza steeds populairder in de rest van de wereld.
2 bollen buffelmozzarella (à 125 g) 1 boule beurre (brood) ongesneden ½ potje arrabbiata pesto (à 135 g) 1 bakje basilicum (15 g), alleen de blaadjes 2 eieren, losgeklopt 150 ml melk 40 g Pecorino Romano (kaas), geraspt 4 el olijfolie
Snijd de bollen mozzarella elk in 8 plakken. Snijd de kapjes van het brood en de rest van het brod in 8 sneetjes. Bestrijk dun met pesto. Beleg 4 sneetjes brood achtereenvolgens met wat basilicum, de mozzarella en weer wat basilicum. Bestrooi met peper en eventueel met zout en leg de andere 4 sneetjes brood erop, met de pestokant naar onderen. Druk stevig aan. Meng het ei, de melk en kaas in een diep bord. Dompel de tosti's met beide kanten in het eimengsel. Verhit de olie in een grote koekenpan en bak de tosti's op middelhoog vuur aan beide kanten in 10 min. goudbruin, keer regelmatig De kaas moet zacht zijn, maar niet helemaal gesmolten. Halveer de tosti's en serveer direct. Lekker met een salade van rucola met tomaat.
Benodigdheden 180 g koude boter 150 g bloem 150 g basterdsuiker + 1 el extra voor het deeg 4 appels 1 beker crème fraîche (200 ml) ronde ovenschaal/quichevorm 26 cm rond vershoudfolie
Bereiding Doe 80 g van de boter en alle bloem in een beslagkom en snijd fijn met behulp van twee messen. Voeg 1 eetlepel basterdsuiker toe. Schenk er 50 ml ijskoud water bij. Kneed het geheel met de hand snel tot een soepel deeg (als het deeg te droog is, kun je nog wat water toevoegen), maak er een bal van, dek af met vershoudfolie en laat minimaal een halfuur in de koelkast rusten. Verwarm ondertussen de oven voor op 195ºC. Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd de appels in 4 parten. Snijd de rest van de boter in blokjes, doe deze in een steelpan en laat op laag vuur smelten. Strooi er, zodra de boter is gesmolten, de rest van de basterdsuiker over. Verhit het geheel op halfhoog vuur zonder te roeren, tot een bruine karamel ontstaat. Neem de pan van het vuur, schenk de hete karamel voorzichtig in de quichevorm en leg de appels met de bolle kant naar beneden in de karamel. Rol het deeg uit tot een ronde lap van ongeveer 28 centimeter doorsnede en leg deze over de appels. Stop het deeg goed 'in'tussen de appels en de rand, zodat er geen appel meer zichtbaar is. Zet de taart 50 minuten in het midden van de oven. Laat de taart ca. 12 minuten afkoelen. Leg een bord omgekeerd op de vorm en keer het geheel om, zodat de taart op het bord komt te liggen. Serveer warm en schep op elk stuk een lepel crème fraîche.
Knolselderij Weet u waar selleriesalade van gemaakt wordt? Juist! Van knolselderij. Maar knolselderij is ook erg lekker in een puree. En natuurlijk in de erwtensoep! Knolselderij heeft een mildere, zoetere smaak dan bleekselderij. Bijkomend voordeel: knolselderij is rijk aan ijzer en vitamine C en heeft een hoog natriumgehalte. Echt mooi is hij niet, deze knol. Hij lijkt lastig om schoon te maken. Maar dat is echt minder ingewikkeld dan u denkt. Snijd de knol gewoon in dikke plakken en schil ze. Klaar om te koken!
Poffertjes met gebakken kaneelappeltjes Nagerecht - 4 personen
3 friszoete appels (bijv. elstar) geschild 100 g boter 1 tl kaneel 5 el poedersuiker 75 g rozijnen 300 ml halfvolle melk 150 g zelfrijzend bakmeel 1 ei 1 el olie poffertjespan
Snijd de appels in parten. Verhit 25 g boter in een koekenpan. Voeg de appel, kaneel, 1 el poedersuiker en de rozijnen toe.Bak de appel ca. 5-8 min. gaar en goudbruin. Schep regelmatig om. Schenk de melk in een beslagkom. Voeg het bakmeel, het ei en 1 mespunt zout toe en klop met een mixer tot een glad beslag. Voeg de olie toe. Verhit de poffertjespan, bestrijk de kuiltjes met boter en schep het beslag erin. Bak de poffertjes tot de bovenkant net niet gestold en de onderkant goudbruin is. Keer ze met een vork en bak nog 1 min. Herhaal tot het beslag op is. Houd de poffertjes warm onder aluminiumfolie of een deksel. Serveer met de rest van de boter en de poedersuiker.