KAJ gaat tijdens nieuwe werkjaar aan de slag rond het thema 'Ik ben Uniek'
BRUSSEL (KerkNet) - "KAJ werkt tijdens het nieuwe werkjaar rond het thema: 'Ik ben Uniek'. Het is een slogan om aan te duiden dat iedereen de moeite waard is. Kardinaal Cardijn zei in zijn tijd : "Elke jonge arbeider is meer waard dan al het goud van de wereld." Dit jaarthema is daar de hedendaagse vertaling van. Ik ben uniek. Ik mag er zijn, met mijn kwaliteiten en gebreken. We hopen een jaar te werken rond zelfbeeld van jongeren, rond hun kwaliteiten en het respect voor elk lid van de groep. De boodschap: 'Ik ben uniek' wordt uitgedragen door IBU ( let op de afkorting)", zegt Stefan Robbrecht van KAJ. "Elke groep, wij noemen dat een werking, krijgt in het begin van het werkjaar materiaal om rond IBU te werken. Echt schitterend, flitsend materiaal waar jongeren graag mee aan de slag zullen gaan. Elke werking krijgt een mapje met daarin 48 fiches met vormingsmethodieken. Met deze vormingsmethodieken kunnen de plaatselijke kernleden activiteiten op maat maken voor hun 'u nieke' ledengroep. De fiches zijn opgedeeld naar leeftijd ( -16, +16, +20 en 'over alle leeftijden heen'), maar ook naar inhoudelijke benadering. Er zijn fiches met 'Hoe Ist'-methodieken. 'Hoe Ist?' is de vraag die centraal staat bij KAJ en waarop we ons heel vormingsaanbod op steunen. Deze 'Hoe Ist'-methodieken geven de mogelijkheid aan jongeren om zelf te vertellen en te getuigen hoe ze zichzelf zien en wat zij uniek of minder leuk vinden aan zichzelf. Een tweede soort zijn de bezinningsmethodieken. Die worden gebruikt voor stiltemomenten. De evangelische boodschap van respect is in elk tekst of elke verhaal aanwezig. Een derde reeks behandelt de methode van kardinaal Cardijn en van de hele KAJ: Zien - Oordelen - Handelen. Via deze fiches kun een plaatselijke werking een traject opzetten om naar een inhoudelijke of symbolische actie te werken. Het moment waarop we met een aantal acties naar buiten willen komen is Goede Vrijdag, de actiedag van KAJ. Naast dit mapje me t fiches, zijn er ook nog affiches en stickerblaadjes. Die dienen om de boodschap 'Ik Ben Uniek' verder uit te dragen dan de leden en kernleden van de plaatselijke werkingen. Zo wordt iedereen geprikkeld om eens na te denken rond zichzelf en zijn relatie met de ander."
Acties "Vorig jaar zijn we afgestapt van één centrale actie die op voorhand is vastgelegd door het nationale bestuur. Sinds vorig jaar werken we met 17 regio's die allemaal zelfstandig onderzoek uitvoeren en acties in elkaar steken. De actiedag waarop al die regio's naar buiten komen is Goede Vrijdag. Deze formule was vorig jaar een succes en daarmee hebben we meer dan duizend jongeren bereikt. Dit jaar bouwen we dus op die formule¬ voort. Het actiethema is 'Ik Ben Uniek' en elke regio zal in de loop van het werkjaar starten met een traject richting Goede Vrijdag." "Daarnaast doen we mee aan een Europese actie in Passau om aandacht te vragen voor een degelijke werkgelegenheid voor jongeren. Die actie vindt plaats eind november en we hopen met 50 gemotiveerde, jonge militanten ter plaatse te zijn. Om jongeren voor te bereiden op deze actie, zijn we vorig jaar al gestart met het bevragen van jonge werklozen."
Kardinaal Cardijn "De inspiratie van Cardijn is nog heel actief binnen de beweging. Zijn gedrevenheid en visie zijn nog toonaangevend in de keuze van de doelgroep de manier van werken. Katholieke actie is vervangen door christelijke waarden, die nu als universeler worden gezien. 'Zien - Oordelen - Handelen', de arbeidersmethode waarmee hij duizenden jonge arbeiders heeft gevormd, wordt consequent toegepast in elke publicatie en elk persoonlijk contact ( zoals we onze begeleidende gesprekken met kernleden noemen). Ook voordoen, meedoen, doendoen, het niet-schoolse leren, zit er nog goed in. De keuze voor de unieke capaciteiten van elke jonge mens is bewezen in de keuze van het jaarthema en de recente herdefiniëring van de doelgroep. Het blijft een zoektocht om de visie van Cardijn te vertalen naar de hedendaagse realiteit. Cardijn zou waarschijnlijk resoluut aanwezig zijn in de kerken waar momenteel nog altijd tientallen mensen zonder papieren actievoere n voor een rechtvaardig bestaan. Als beweging durven we misschien te weinig afwijken van de weg die we als jeugd- en jongerenbeweging hebben toegewezen gekregen. Iedere goede 'Kajotter' moet eens in den bak gezeten hebben, daar roepen we om begrijpelijke redenen al helemaal niet meer voor op. Eigenlijk zijn we te braaf geworden als beweging." Volgens sommigen zitten jeugdbewegingen opnieuw in de lift, maar bij KAJ merkt men weinig verschil. "Het is zo dat we met onze beweging al jaren op een status-quo zitten. Jeugdbewegingen die al op jonge leeftijd beginnen ( 6 jaar of jonger) fungeren dikwijls als kinderopvang en daar is tegenwoordig veel vraag naar. Als jongerenbeweging die begint vanaf 12 jaar, plukken wij daar de vruchten niet van en blijft het actief zoeken naar leden. De nood naar gemeenschap is groot, maar het blijft moeilijk om jongeren over de drempel van je lokaal te krijgen."
Nieuwe uitdagingen De Vlaamse jeugdbewegingen worden met een aantal nieuwe uitdagingen geconfronteerd, onder meer multiculturaliteit. "Over die nieuwe uitdagingen is veel te doen binnen de Vlaamse Jeugdraad. Het hele jeugdwerk ziet natuurlijk wel wat in het aanpakken van de uitdagingen van de samenleving, maar ze waarschuwen ook voor de hoge verwachtingen die soms aan het jeugdwerk worden gesteld", zegt Stefan Robbrecht. "Als KAJ, die toch altijd wel de ambitie heeft om maatschappelijk wel wat in beweging te zetten, doen we voort zoals we bezig zijn. We houden ons zo min mogelijk bezig met kantoorvergadering en woordenkramerij. We zetten al onze middelen in om op gemeentelijk vlak te werken aan deze uitdagingen. Jongeren met een laag zelfvertrouwen een hart onder de riem steken, jongeren die uit de boot dreigen te vallen aan huis bezoeken, ingaan tegen de racistische taal die soms wordt gehanteerd, kernleden leren hoe ze ervoor kunnen zorgen da t 'iedereen' zich kan thuis voelen in onze werking. Wij geloven heel sterk in persoonlijk contact tussen mensen en daar investeren we in. Misschien de reden waarom we niet zoveel meer te horen zijn in de plaatsen waar het grote woord wordt gevoerd. Een koepel als het ACW kan onze bekommernissen politiek vertalen. Eigenlijk bouwen wij heel plaatselijk aan menselijk contact en zenden we maar af en toe de grote oplossingen de wijde wereld in." Meer info via e-mail: stefan.robbrecht@kaj.be, tel: 0486 20 73 70.
BRUSSEL (KerkNet) - Welzijnszorg maakt zich zorgen, want armoede groeit op een onderhuidse manier. Het aantal mensen dat een beroep moet doen op voedselpakketten en noodopvang neemt elk jaar toe en ook de kloof tussen arm en rijk neemt steeds verder toe: "14,8 procent van de Belgen leeft met een armoederisico . Concreet wil dat bv. zeggen dat een alleenstaande 777 euro per maand heeft. Het leefloon voor een alleenstaande is zelfs lager: het bedraagt slechts 625 euro . Begin maar te rekenen! (.) Het aantal wachtenden op de wachtlijsten voor sociale woningen stijgt." Ook het aantal leerlingen dat zonder diploma het secundair onderwijs verlaat, is sinds 2001 weer gestegen naar 12,5 procent "Ooit was een job dé garantie om niet in armoede te geraken, maar dat is niet langer zo. 4,3 procent van de werkende mensen leeft onder de armoedegrens omdat hun werk slecht betaalt, omdat ze een deeltijdse en onregelmatige job hebben of omdat ze de enige kostwinner zijn in het gezin (.) Bo vendien staat het systeem van de sociale zekerheid onder druk. De sociale zekerheid beschermt en ondersteunt mensen die niet (meer) werken: bejaarden, werklozen, zieken . Steeds meer mensen verfoeien deze opgelegde solidariteit. Het beleid volgt deze tendens en snoeit in terugbetalingen en uitkeringen. Uiteraard zijn de zwaksten in de samenleving hiervan het eerste slachtoffer. Maar iedereen heeft baat bij een sterke sociale zekerheid. Want indien er geen sociale zekerheid zou bestaan, dan zouden 42 procent van de mensen in armoede leven!" Welzijnszorg is verontwaardigd over deze evolutie, maar legt zich niet erbij neer. "We eisen dat armoede ten gronde wordt aangepakt, want armoede is voor ons een onrecht."
Armoede sluit uit Armoede is meer dan een gebrek aan geld. Armoede veroorzaakt uitsluiting. Gezinnen in armoede ervaren dagelijks dat ze er niet bij horen. Hun kinderen worden niet uitgenodigd op verjaardagsfeestjes, reclame herhaalt steeds opnieuw wat ze niet kunnen krijgen, ze leven in slechte en ongezonde woningen, ze voelen zich nagestaard en onaangepast. Armoede en uitsluiting maken dat mensen zich soms letterlijk in hun woning opsluiten. Op eigen kracht uit de armoede raken, is volgens Welzijnszorg een moeilijke opdracht. "Daarom moeten we het samen doen. Mensen samenbrengen is een eerste stap. Ze ervaren soms voor het eerst wat het betekent erbij te horen. Maar daar blijft het niet bij. Met onze armoede-initiatieven - Welzijnsschakels en diverse andere projecten - zetten we ook verdere stappen: samen gepast werk zoeken, vorming op maat aanbieden, voor onderdak zorgen of begeleiding organiseren. Uiteraard zoeken we ook telkens naar de oo rzaken van armoede, want dat geeft de sleutel tot de oplossing."
Armoede eist politiek engagement Maar armoede uitsluiten mag volgens de welzijnsorganisatie niet alleen een zorg zijn van mensen die in armoede leven. "Met de slogan: 'Samen armoede uitsluiten' roepen we iedereen op niet afzijdig te blijven en het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting ter harte te nemen." Welzijnszorg verwacht dat ook politici de kant van mensen in armoede kiezen. Zij zijn immers in staat met beleidsmaatregelen in te grijpen op de oorzaken van armoede. "Je mag mensen die leven in armoede niet sussen met kleine gunsten en financiële cadeautjes. Mensen in armoede hebben ook recht op een goede huisvesting, een gezinsleven, gezondheidszorg, arbeid, inkomen, onderwijs . Het kunnen uitoefenen van die rechten, moet het uitgangspunt zijn van een beleid dat armoede wil uitsluiten. Zo'n beleid houdt ook herverdelende maatregelen in: wat er is, moet rechtvaardiger verdeeld worden. Het versterken van de sociale zekerheid staat hier voorop. Het kan niet dat het inkomen van mensen in armoede onder de armoedegrens blijft." Welzijnszorg stelt vast dat in het beleid echte keuzes al te vaak achterwege blijven, middelen en maatregelen versnipperd zijn en dat er onvoldoende geld voorzien wordt voor een grondige aanpak. Daarom eist Welzijnszorg van politici dat ze van armoedebestrijding een topprioriteit maken; duidelijke sporen kiezen die efficiënt en resultaatgericht zijn. En inkomens en uitkeringen minstens optillen tot de armoedegrens. Welzijnszorg wil iedereen laten weten dat armoede in Vlaanderen en Brussel bestaat en eist dat politici echt werk van maken van de strijd daartegen. "Daarom voeren we jaarlijks een campagne. Een campagne die de Vlaming bewust maakt van armoede, die mensen engageert om er iets aan te doen en die ook rekent op jouw bijdrage. Samen kunnen we de strijd tegen armoede aangaan."
Steunen kan "Laat je verontwaardiging zien. Laat zien dat armoede een onrecht is. Dat kan door de campagneaffiche op te hangen of de sticker op een zichtbare plaats te plakken. Maar het kan ook door je handtekening te plaatsen op de sticker of affiche en ook andere handtekeningen te verzamelen. Zo spoor je onze politici aan om van armoedebestrijding een prioriteit te maken." Wie dat wenst kan ook een gift doen op rekening 000-0000003-03 en zo de initiatieven steunen die armoede bestrijden. Meer info via de website: www.welzijnszorg.be.
Op zekere dag werd een oude professor van de ENA (in Frankrijk: lEcole Nationale dAdministration) gevraagd om een vormingssessie geven over De efficiënte planning van zijn tijd. De doelgroep waren een vijftiental topmanagers van de grootste ondernemingen. Deze vormingssessie was een van de vijf ateliers die ze gedurende hun vormingsdag konden volgen. De oude professor had dan ook maar een uur om zijn stof over te dragen.
Rechtstaande voor deze elitegroep (die klaar zat om alles te noteren wat deze expert ging onderwijzen), bekeek de oude professor hen traag een voor een en zegde toen: Wij gaan een experiment uitproberen.
Van onder de tafel die hem scheidde van zijn leerlingen, haalde de oude professor en zeer grote vaas te voorschijn. Er konden zeker acht liter water in. Hij zette die vaas voorzichtig voor hem neer. Vervolgens haalde hij een twaalftal keien te voorschijn, elk ongeveer een tennisbal groot, en legde ze voorzichtig een voor een in de grote vaas. Toen de vaas tot aan de boord was gevuld en het onmogelijk was er nog een kei aan toe te voegen, keek hij langzaam ophoog naar zijn leerlingen en vroeg hun: Is deze vaas vol? Allen antwoordden: Ja.
Hij wachtte enkele ogenblikken en voegde er toen aan toe: Is dat werkelijk zo?
Toen bukte hij zich opnieuw en haalde van onder de tafel een bakje gevuld met klein grint. Met grote zorgvuldigheid goot hij het grint op de grote keien en schudde daarna lichtjes de vaas. De kleine grintstukje ritselden tussen de keien tot aan de rand van de vaas.
De oude professor keek opnieuw omhoog naar zijn publiek en vroeg opnieuw: Is de vaas vol?. Deze keer begonnen zijn briljante leerlingen zijn handelwijze te begrijpen. Een van hen antwoordde: Waarschijnlijk niet! Goed! antwoordde de oude professor.
Hij bukte zich opnieuw en deze keer haalde hij een emmer gevuld met droog fijn wit zand te voorschijn. Heel aandachtig goot hij het zand in de vaas. Het zand stroelde naar beneden en vulde de gaten tussen de keien en het grint. Nogmaals vroeg hij: Is deze vaas vol?
Deze keer antwoordde de briljante leerlingen zonder aarzelen in koor: Neen! Goed! antwoordde de oude professor.
En zoals zijn schitterende leerlingen zich er aan verwachtten nam hij de beker met water voor hem op tafel en vulde daarmee de vaas tot aan de rand. Dan keek de oude professor omhoog naar de groep voor hem en vroeg: Wat wordt door dit experiment bewezen?
Niet te onderschatten (niet stom, dwaas, zot?) antwoordde de stoutmoedigste onder de leerlingen, denkend aan het onderwerp van de cursus: Dat bewijst dat als men het echt wil, zelfs al is onze agenda helemaal vol, dat men er nog altijd agendapunten kan aan toevoegen en dingen die gedaan moeten worden.
Neen antwoordde de oude professor, dat is het niet. De grote waarheid dat door dit experiment wordt aangetoond is de volgende:
- Als men de grote keien niet eerst in de vaas legt, dan zal men ze er daarna niet allemaal meer inkrijgen. Daarop vroeg de oude professor hen: Welke zijn de grote keien in je leven?
- Uw gezondheid? Uw gezin? Uw vrienden (-innen)? Uw dromen werkelijkheid laten worden? Doen wat je graag doet? Leren? Uw zaak verdedigen? Zich ontspannen? Uw tijd nemen? Of iets anders?
- Wat wij moeten onthouden is hoe belangrijk het is in ons leven eerst DE GROTE KEIEN te leggen, anders lopen wij het risico van niet te slagen in ons leven.
- Indien wij voorrang geven de details (het grint, het zand), zal men zijn leven met details vullen en wij zullen nooit voldoende kostbare tijd overhebben om hem te wijden aan de belangrijke elementen van zijn leven.
- Dus vergeet niet je zelf de volgende vraag te stellen:
- Welke zijn de grote keien in mijn leven?
- En daarna, leg ze als eerste in je levensvaas.
Met een vriendelijk gebaar van zijn hand groette de oude professor zijn toehoorders en verliet traag de zaal.
(Jean Destrac in Diaconat Aujourdhui, n° 92, maart-april 2001, p. 45 46. Ondertussen las ik het verhaal reeds in Kerkplein en in )
Tijdens een uitzending op tv hoor ik een jong meisje zeggen: Mijn lichaam is een Tempel van de Heilige Geest. Dat was verschieten zeg!
Het evangelie leert ons dat God in ieder van ons verblijf wil nemen. In ons is er niet alleen iets, niet alleen een goddelijke energie, niet alleen de godheid, maar drie Personen: de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Een kind gaat naar de parochiale catechese de woensdagnamiddag. De catechiste legt daar uit wat de heilige Paulus zegt, namelijk dat wij, ieder van ons, een tempel van de heilige Geest zijn (1 Kor. 3, 16), dat wil zeggen dat de heilige Geest, sedert onze doopsel, in elk van ons woont als in een heiligdom. s Namiddags krijgt hij van zijn vader een formidabele trap op zijn achterste, omdat hij een grote stommiteit beging op de vaderlijke boerderij. De rakker keert zich daarop doodbedaard om naar zijn vader en zegt tegen hem: Je begaat daar een grote zonde: je hebt daar een stamp gegeven op de Tempel van de heilige Geest. Maar zijn vader heeft het laatste woord met een even snedig antwoord: Misschien heb ik wel een voettrap gegeven op de sacristie van de tempel, maar niet op de tempel
Hoe moeten wij deze aanwezigheid van God de Vader, Zoon en heilige Geest in ons begrijpen? Jezus had een adres te Nazareth, te Kafarnaüm of te Jeruzalem. Wilde je hem zien, dan moest je op reis. Dat is nu nog op een of andere manier waar: zelfs verheerlijkt is Jezus altijd ergens. Waar is God? Men kan daarop antwoorden met: hij is overal waar hij wordt binnengelaten. Dat wordt zeer mooi uitgedrukt in het boek van de Openbaring: Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij. (Openbaring, 3, 20, De Nieuwe Bijbelvertaling). Wij hebben de deur opengezet bij ons doopsel. Maar deze deur heeft een zeer bijdehandse portier die de deur onophoudelijk sluit. Soms is die deur zelfs afgesloten met grendels. Als dan de deur afgesloten is met twaalf grendels en als jij er maar elf opent, zal er niet veel gebeuren.
In Nieuwenhove woonde een oude dame die niet veel onderwijs had genoten, maar zij had een knap en vlug verstand. Mijnheer pastoor bracht haar de communie aan huis. Ik heb goed over iets nagedacht, zegde zij. Men heeft ons verteld dat de apostelen het geluk hadden van Jezus te kunnen zien. Zij hadden hem aan hun zijde,
Hij stond voor hen. Maar ik heb nog meer geluk dan zij. Ik heb hem in mij, in het diepste van mezelf.
De boze geesten kunnen alleen maar in de omgeving komen om onrust te veroorzaken alleen de Heer kan in ons verblijven.
Ten tijde van het ijzeren gordijn werd in Hongarije een jonge christen aangesproken door een jonge communist: Waar ga je naar toe? Ik ga naar de mis. De jonge communist zegde daarop spottend: Het is een van de twee: ofwel bestaat God, of God bestaat niet. Als hij niet bestaat, verlies je je tijd. Maar als hij bestaat hoe kan je dan op het idee komen dat je in een kerk moet gaan om hem te ontmoeten? Hij is overal. De jonge christen, na een schietgebed tot de heilige Geest, hoorde zichzelf antwoorden: Ik weet een ding zeker: God is zo groot dat je hem met je verstand niet kunt omvatten. Maar ik weet ook dat hij zich zo klein kan maken dat hij in mijn hart verblijf kan nemen.
Armoede van de landbouwbevolking neemt toe BRUSSEL (Kerknet) - De katholieke bisschoppen van Senegal betreuren de groeiende armoede van de bevolking op het platteland, ondanks de inspanningen van de elkaar opvolgende regeringen. De kerkleiders hebben een pastorale brief gepubliceerd waarin ze pleiten voor een efficiënte hulp aan de getroffen gebieden. "Het Senegalese platteland, waar naar schatting 61 procent van de totale bevolking leeft, is ziek. De mensen worden er geconfronteerd met een almaar toenemende armoede, die de plattelandsvlucht in de hand werkt. " Duizenden jongeren verlaten hun dorpen om in de steden werk te gaan zoeken in een poging om op die manier de levensomstandigheden van hun familie te kunnen verbeteren. Dat heeft op zijn beurt geleid tot een grotere bestaansonzekerheid in de steden. De Senegalese bisschoppen roepen de katholieken, de gelovigen van de andere godsdiensten en alle partners die meewerken aan de ontwikkelin g van het land op om de handschoen op te nemen en de boeren, herders en vissers een betere toekomst te helpen bezorgen. "Er is hoop, maar dan op voorwaarde dat alle betrokkenen hun visies, krachten en middelen bundelen", aldus de bisschoppen. Prioritair is volgens de plattelandsbevolking toegang te geven tot drinkbaar water om een "harmonieuze, integrale en duurzame" lokale ontwikkeling mogelijk te maken.
Bootvluchtelingen Vandaag is in een aantal Vlaamse kranten een advertentie van Broederlijk Delen verschenen onder de titel: 'Bootvluchtelingen uit Senegal. Peanuts?'. Volgens Broederlijk zouden dit jaar alleen al 24.000 voornamelijk jonge Senegalezen de gevaarlijke oversteek naar de Canarische Eilanden hebben gemaakt, op de vlucht als ze zijn voor een uitzichtloos bestaan. "Hoofdoorzaak van de armoede in Senegal is het slechte plaatelands- en landbouwbeleid. De decennialange promotie van de teelt van pindanoten (peanuts) bv. maakte de Senegalezen afhankelijk van dit gewas. Deze monocultuur leidt tot uitputting van de gronden met een daling van de opbrengst tot gevolg. Als bovendien de prijs van de pindanoten terugvalt, dan wordt de broodwinning van miljoenen mensen onmogelijk." Broederlijk Delen investeert zo'n 290.000 euro in Senegal in 2006. Het gaat om projecten die een veelzijdige landbouw mogelijk moeten maken. Meer info via de website: www.broederlijkdelen.be.
Toon Hermans in zijn Levensboek (tweede druk, 2001, Fontein, Baarn, p. 69) geeft antwoord op bovengestelde vraag. Hij zegt: Dat is wel wat al te simplistisch gezegd, vind ik. Schuif het de tijd maar in zijn schoenen, dan zijn wij ervan af.
Waarom erkennen wij niet dat er geen tijd bestaat, maar dat wij de tijd zelf zijn?
Het gezicht van iedere tijdsfase wordt niet door de tijd zelf bepaald, maar door de mensen en wat zij er van maken.
Het menselijk denken kleurt de tijd, en soms is die tijd zelf krachtig en sterk.
Dan zijn er in die tijd ook krachtige mensen.
Als de algemene opinie is dat dit een tijd is van twijfel en zwakte, dan mag je de mens die leeft in deze tijd daar ook van verdenken.
Toegepast op onze kerk-zijn: het gezicht van onze kerk, onze parochie, onze geloofsgemeenschap, ons christelijk huwelijk, ons christelijk gezin, onze gelovige man of vrouw zijn, wordt niet door de tijd zelf bepaald, maar door onzelf christenen en wat zij ervan maken.
Met een parafrase op de woorden van Toon Hermans: Het menselijk denken en geloven kleurt de tijd en soms is die tijd krachtig en sterk gelovig.
Dan zijn er in die tijd ook krachtig gelovige mensen en gelovige gemeenschappen.
Als de algemene opinie is dat dit een tijd is ven twijfelende en zwakke gelovigen, dan mag je de gelovigen (!?) mensen in deze tijd daar ook van verdenken.
Mgr. Foley vraagt reclamemakers respect voor de menselijke waardigheid BRUSSEL (Kerknet/Apic/Ctb) - Mgr. John Patrick Foley, de voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen, heeft de publicitaire wereld opgeroepen tot meer respect voor de menselijke waardigheid. Hij vraagt van de adverteerders dat hun publicitaire boodschappen "waar, op het niveau van de waardigheid van de menselijke persoon en dienstbaar voor het algemeen welzijn" zijn. "Elke persoon moet met respect worden behandeld", stelde Mgr. Foley op de internationale conventie van de wereldfederatie van reclamemakers afgelopen woensdag in Helsinki. Hij zei verrast te zijn dat "uitgerekend vrouwen, die vechten voor een gelijkwaardige behandeling in de politiek en op het werk, vandaag nog zo vaak worden uitgebuit in de media in het algemeen en in het bijzonder in de publiciteit als objecten en sekssymbolen." Een dergelijke uitbuiting doet zich volgens hem trouwens vandaag ogenschijnlijk ook bij mannen voor. Mgr. Foley waarschuwde de reclamemakers ervoor "arme mensen niet aan de kant te plaatsen, ook niet onbewust". Hij vroeg hen op te houden met te suggereren dat "bezit een mens beter maakt dan een ander en dat hebben belangrijker is dan zijn"."Bepaalde reclameboodschappen kunnen bedrieglijk zijn", aldus nog de prelaat, die eraan toevoegde dat hij de laatste twee decennia een duidelijke achteruitgang in de kwaliteit van veel reclame heeft vastgesteld.
H. STOEL PLEIT VOOR DAADWERKELIJKE SOLIDARITEIT MET ARMSTE LANDEN
NEW YORK (Kerknet/Apic) - Mgr. Celestino Migliore, de permanente waarnemer van de Heilige Stoel bij de Verenigde Naties, heeft de internationale gemeenschap opgeroepen tot een 'opstoot van solidariteit' ten bate van de armste landen in de wereld. De Vaticaanse diplomaat nam afgelopen maandag het woord tijdens een vergadering op het hoogste niveau over de implementatie van het actieprogramma voor het decennium 2001-2010 ten voordele van de minst ontwikkelde landen.
Schuldkwijtschelding Mgr. Migliore riep in New York de internationale gemeenschap, in het bijzonder de meest ontwikkelde landen, op tot een 'opstoot van solidariteit' ten voordele van de armste landen. Hij kwam op voor "een snelle, totale en onvoorwaardelijke kwijtschelding van de buitenlandse schulden" van de ontwikkelingslanden en herhaalde dat zij daadwerkelijk moeten worden geholpen om niet opnieuw terug te vallen in een onhoudbare schuldenlast. Hij pleitte voor een consequente investering van middelen in wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling van geneesmiddelen tegen aids, tbc, malaria en andere tropische ziekten. De armoede wereldwijd uitroeien is onmogelijk zonder de actieve medewerking van internationale partners, onderstreepte Mgr. Migliore. Die participatie omschreef hij als "een zware morele verantwoordelijkheid, gebaseerd op de eenheid van het menselijke ras, de gemeenschappelijke waardigheid en een lotsbestemming die gelijk wordt ver deeld tussen arm en rijk".
Eigen verantwoordelijkheid Anderzijds plaatste Mgr. Migliore de derdewereldlanden voor hun eigen verantwoordelijkheid. Hij nodigde hen uit om eindelijk werk te maken van maatregelen om de corruptie te bestrijden, transparantie en recht te garanderen en het in de praktijk brengen van een beleid dat de productiviteit van hun land opnieuw op gang kan brengen. De werkvergadering in New York werd voorgezeten door Haya Rashed Al Khalifa. Het is de bedoeling dat de VN-leden opnieuw hun politieke engagement bevestigen voor de concrete uitwerking van het actieplan ten voordele van de armste landen, dat op de 3de VN-conferentie in Brussel in 2001 werd aangenomen. Vandaag leven minstens 600 miljoenen in de meest kwetsbare landen. Minstens 370 miljoen mensen leven onder de absolute armoedegrens.
Boodschap van Pax Christi Vlaanderen ANTWERPEN (Kerknet/PCV) - Morgen donderdag 21 september vinden in 179 landen meer dan 2.500 evenementen voor de vrede plaats. Pax Christi ondersteunt de wereldwijde beweging om overal wapens te doen zwijgen en conflicten geweldloos aan te pakken. "Als christelijke vredesbeweging reiken wij de hand aan alle mensen, ongeacht hun taal, cultuur, geloofs- of levensovertuiging. Onze verschillen maken de rijkdom uit van de mensenfamilie", zegt Jo Hanssens, voorzitter van Pax Christi Vlaanderen. Hierna volgt de boodschap van Pax Christi Vlaanderen naar aanleiding van de VN-Vredesdag. "Vandaag gaan onze gedachten speciaal naar de plaatsen waar nu oorlog woedt en haat en wrok de bovenhand hebben. Onrecht, machtsmisbruik en manipulatie liggen aan de basis van veel geweld en onrust in de wereld, maar ook onbegrip en vooroordelen. Dialoog en begrip, respect voor het internationaal recht en voor de mens enrechten brengen vrede dichterbij. Pax Christi gelooft dat ook religies hierin een rol moeten spelen, en een fundament bieden voor vrede en dialoog tussen beschavingen." "De naam van God mag volgens ons nooit gebruikt worden om wrok en haat, moord en terreur goed te keuren. Pax Christi hoopt daarom dat het ongelukkige citaat dat paus Benedictus XVI vorige week in Duitsland uitsprak de dialoog tussen christenen en moslims niet in de weg zal staan. Meer dan ooit willen we zoeken om sàmen dodelijke aanslagen, terreur, militarisme en imperialisme te veroordelen en zo te bouwen aan echte vrede, in waarheid en wederzijds respect." "Pax Christi roept iedereen op om vanuit zijn of haar eigen gezindheid van deze dag een echte vredesdag te maken. Wij moedigen de beleidsmensen aan meer dan ooit gedurfde stappen te zetten op de weg van vrede en verstandhouding onder de volkeren."
Deze uitspraak van pater Joris Vertongen heb ik onthouden.
Ik had hem uitgenodigd om de bezinningsdagen van de zesdejaars te begeleiden.
Hij vertelde hoe hij een uitnodiging had gekregen om in de BRT (toen) een uitvoering van een muziekprogramma van Van Beethoven bij te wonen.
Door allerlei omstandigheden kwam hij een paar minuten te laat.
De zaalwachter liet hem toch binnen in de concertzaal.
Het viel hem op hoe geconcentreerd stil de mensen zaten te luisteren naar de uitvoering van de vijfde symfonie van Van Beethoven. Stil waren zij inderdaad en heel intens, maar heel de zaal werd gevuld met de heerlijke muziek van Van Beethoven.
Stilte, zegde hij toen, is luisteren naar het geluid van je keuze.
Valt je euro? Lees dan verder!
Bij ons thuis werd er tijdens de wintermaanden veel met de kaarten gespeeld. De leuvense stoof stond rood te gloeien. Mijn moeder zat aan de ene kant van de stoof te breien. Ik zat aan de andere van de stoof een boek van Karl May te lezen. Aan tafel zaten mijn vader, mijn oudste broer en twee geburen te kaarten. Het ging er erg lawaaierig aan toe. Ik heb lang gedacht dat kaarten iets voor ruziemakers was. Onze jongste zus, onze Godelieve, had moeder naar boven gedragen en zij had daarbij gevoeld dat zij het nogal warm had, té warm. Zou zij geen koorts hebben? Zo was zij met haar gedachten bij haar jongste dochter boven. Opeens vroeg zij de luidruchtige kaarters het even stil te maken: Ik denk dat onze jongste hoor wenen! De vier mannen uit één mond: Wij horen niets! Moeder opnieuw: Wees eens stil! Toen zij de kaarten neerlegden en hun hoofden omhoog hieven, de horen gespietst om beter te kunnen luisteren, zegden ze: Inderdaad, zij weent, je zal eens moeten gaan kijken wat er scheelt!
Waarom had moeder midden al dat lawaai van de kaarters onze Lieve horen wenen?
Omdat zij met haar gedachten boven was, bij haar dochter, van wie zij vermoedde dat zij koorts had.
Waarom hoorden de mannen eerst niets?
Omdat zij met hun gedachten bij het kaartspel waren en midden al het lawaai dat zij maakten, hoorden zij niet het schreien dat van boven kwam.
Is het niet zo, dat als wij onze kaarten, onze bezigheden, even laten rusten en onze gedachten richten, dat wij dan ook gaan zeggen: Ik geloof dat ik Hem hoor!!!?
Bij het emeritaat ofte pensioen van diaken Maurice
Vorige week werd in dit blad meegedeeld dat diaken Maurice Temmerman het emeritaat (pensioen) als diaken heeft aangevraagd. Vandaag willen wij daarop even terugkomen en vooral door de het cv van het diaconaat van diaken Maurice in telegramstijl te schetsen.
Wat een pastoor doet is meestal duidelijk zichtbaar, zeker wat de liturgische opdracht van een priester betreft. Voor een diaken is dat niet altijd zo duidelijk, want een diaken blijft sterk verbonden met zijn gezin en zijn beroepsleven en is meestal niet zo sterk verbonden met één bepaalde parochie. Wij vertellen hier iets over het beroepsleven van onze diaken op emiritaat en over enkele van zijn andere diaconale opdrachten.
Beroepsleven en vormingswerk
Diaken Maurice gaf drie jaar les, algemene vakken, aan het Technisch Instituut Glorieux te Oostakker en wel van het schooljaar 1958-59 tot 61-62 (één jaar militaire dienst inbegrepen). Vanaf het schooljaar 1962-63 tot het schooljaar 1992 93 was hij godsdienstleraar aan het Technisch Instituut St.-Jozef te Geraardsbergen. Tweederden van zijn loopbaan gaf hij godsdienstles van het eerste tot het vijfde jaar technisch en beroep en één derde hoger technisch en beroep en zevende specialisatie jaar. Vanaf het academiejaar 1985 86 gaf hij godsdienstdidactiek aan het Hoger Diocesaan Godsdienstinstituut te Gent (tot 1995). Verbonden met zijn beroep als godsdienstleraar werkte hij mee aan het schrijven van godsdiensthandboeken in de werkgroep AGGI en in de werkgroep didactische werkvormen voor het beroepsonderwijs. Dat wat zijn beroepsleven betreft.
Hoe beleefde hij daarin zijn diaken-zijn (gewijd op 30 november 1975)?
Reeds in Oostakker leidde hij de Kruistochters en gaf hij bezinningsdagen voor de studenten. Ook ijverde hij onder de studenten voor het ABN ( algemeen Nederlands taalgebruik). Dat werk zette hij voort te Geraardsbergen. Eerst opnieuw met kruistochters, daarna met kajotterswerking en over de middag, elke week, een bijbelstudiekring en vorming van de lectoren. Later werd dat de kajottersbeweging.
Voor de zesde en zevende jaren werden jarenlang driedaagse bezinningsdagen georganiseerd. Samen met collegas godsdienstleraars en andere werkt hij mee aan de schoolpastoraal. Daarnaast en vooral was er zijn ingebouwde pastoraal. Dat wil zeggen: in het dagelijkse reilen en zeilen van de school, al was het op kromme lijnen, kansen scheppen opdat God zijn verhaal met mensen recht zou kunnen schrijven.
In het vormingswerk bij KVLV, KAV, CMBV en Landelijke Gilden was hij medewerker in het vormingswerk van die volwassenbewegingen, de laatste jaren vooral in het godsdienstig vormingswerk
.
Hij mocht ook meewerken aan de werking van de gezinsbond en dan vooral de animatie van het Jeugdatielier, het Davidfonds en de Christenen voor het socialisme , de decanale werkgroep Welzijnszorg en Broederlijk Delen.
Jarenlang was hij lid van de werkgroep huwelijksvoorbereiding.
Ander diaconaal werk.
In het wijdingsjaar 1975 werd diaken Maurice Temmerman aangesproken om mederedacteur te worden van het interdiocesaan tijdschrift Diakens voor de Wereld. Als mederedacteur werd hij tevens lid van de interdiocesane commissie voor het permanent diaconaat voor de Vlaamse bisdommen. De vergaderingen van die commissie gingen achtereenvolgens door te Mechelen, Antwerpen en Brugge. Dat gaf hem ook de kans op deelnemen aan internationale congressen te (o.a.)Pianezza/Italië en in Madrid/Spanje.
Eén congres heeft enorm veel tijd en energie van hem gevraagd en dat was het Internationaal Congres te Kortrijk in 1979. Op vraag van het IDZ ( Internationaal Centrum voor het diaconaat te Freiburg/Duitsland, waar hij bestuurslid van was), werd dat congres te Kortrijk georganiseerd van 31 augustus tot 2 september. Twee honderd deelnemers uit 14 landen werkten gedurende drie dagen rond het thema: Het permanent diaconaat ná tien jaar. In de voorbereiding, het verloop en de nawerking heeft hij toen zo wat de draaischijf geweest. Ik heb mij toen uit de naad gewerkt, zegde hii!
Jarenlang verzorgde hij maandelijks de homilie te Nederboelare (eerst, dank zij de vraag en de stimulans van pastoor Jef Limpens), later te Goeferdinge en nog later Zarlandinge (bij pastoor Hubert Stautemas), te Aspelare en en Nederhasselt (bij pastoor Wim Houtman en René Baetens) en later in het GOS, de parochies Grimminge, Onkerzele, Schendelbeke en later Idegem (achtereenvolgens bij de pastoors Geysels Jules, Beeckaert Michel en last but not least pastoor Alain Babylon).
Om niet te vergeten jaarlijkse begeleidde hij de Lourdesbedevaart met cars De Turck, maar ook met KAV en KWB.
Na zijn aanvraag, op vijfenvijftig jarige leeftijd, van TBS (ter beschikkingstelling als voorbereiding op pensioen) werd diaken Maurice in 1993 verantwoordelijk voor gezinspastoraal van het bisdom Gent. De belangrijkste werkterreinen waren huwelijksvoorbereiding, rouwbegeleiding en werking voor echtgescheiden mannen en vrouwen. Na een termijn van vijf jaar plooide hij zijn inzet terug tot het decanaat Geraardsbergen en het GOS en zette zich in als secretaris en later als moderator van de decanale conferentie.
De laatste twee jaar werkte hij mee in wat wij het samenwerkingsverband van het oosten noemen: de parochies Grimmingen, Nieuwenhove, Waarbeke en Zandbergen. Hij was gedurende die tijd ook lid van het decanaal team.
In februari e.k. wordt diaken Maurice zeventig jaar. Het werk tijd om te zeggen: Het is goed dat ik heen ga!
Maar niet om zijn lauweren te rusten: diaken Maurice blijft ter beschikking van de vier parochies van het oosten.
ZES NIEUWE DIAKENS GEWIJD EN BENOEMD VOOR HET BISDOM GENT
GENT (Kerknet) - Afgelopen zondag 17 september heeft de Gentse bisschop Luc Van Looy in de Sint-Baafskathedraal van Gent zes nieuwe diakens voor zijn bisdom gewijd. Het zijn André De Sloover uit Kruibeke, Henri Hemelsoet uit Sint-Amandsberg, Jan Nuytinck uit Eeklo, Erik Peeters uit Gent, Geert Schelfhout uit Sint-Gillis-Waas en Johan Van Heirzeele uit Landegem. Echtgenotes, kinderen, kleinkinderen, ouders, andere familieleden, vrienden, collega's van het werk, de vele gelovigen van de parochies waarvan de nieuwe diakens afkomstig zijn en talloze andere gelovigen uit het bisdom, maakten in de overvolle Sint-Baafskathedraal een indrukwekkende wijdingplechtigheid mee. Het een voor een door de bisschop naar voren roepen van de kandidaat-diakens, de toestemming die de bisschop vroeg aan de echtgenotes van de diakens om hun mannen te mogen wijden, de eigenlijke wijdingsplechtigheid, de opname in de grote groep van diakens en het samen met de bisschop vieren van de eucharis tie aan het altaar van de kathedraal . het waren even zovele aangrijpende momenten in de viering. André De Sloover (56), gehuwd met Marita Mees en vader van 2 dochters, is laborant van opleiding en werkt als lesgever productie bij het Gentse staalbedrijf Sidmar. Hij zal als diaken pastoraal werkzaam zijn in het dekenaat Temse. Henri Hemelsoet (51), gehuwd met Greet Ergo en vader van 2 zonen volgde een opleiding aan de academie en is zelfstandig kunstdrukker. Hij zal als diaken pastoraal werkzaam zijn in het dekenaat Sint-Amandsberg en daarnaast krijgt hij een opdracht in de werking voor vluchtelingen "De Tinten" te Gent. Jan Nuytinck (53), gehuwd met Marie-Jeanne Dauwe, vader van 3 zonen, is van opleiding sociaal assistent en werk als coördinator thuiszorg bij de CM. Hij zal als diaken pastoraal werkzaam zijn in het dekenaat Eeklo. Erik Peeters (56), gehuwd met Rita Schouppe, vader van 3 dochters en 2 zonen, is als onderwijzer verbonden aan de school Klim te Gent (Sint-Pieters-Buiten). Hij zal als diaken pastoraal werkzaam zijn in het dekenaat Gent-Stad en in het bijzonder op de Sint-Martinusparochie (Ekkergem). Geert Schelfhout (45), gehuwd met Tine Joosten, vader van 3 dochters en 3 zonen, gegradueerde elektromechanica, werkt als scheepsinspecteur. Hij zal als diaken pastoraal werkzaam zijn in het dekenaat Sint-Gillis-Waas met bijzondere zorg voor de welzijnssector. Johan Van Heirzeele (43), gehuwd met Hilde Rogge, werkt als arbeider (A2 elektriciteit) bij Volkswagen te Vorst. Hij zal als diaken pastoraal werkzaam zijn in het dekenaat Zomergem.
De wijdelingen liggen plat ter aarde voor het altaar terwijl de litanie van alle heiligen wordt gezongen. Voor hen geknield de Gentse bisschop (centraal) met links en rechts van hem de verantwoordelijken voor de diakenopleiding in het bisdom Gent (foto P. Van Wolvelaer).
Enkele cijfers Momenteel volgen in het bisdom Gent 14 kandidaten de opleiding tot permanent diaken: 4 nieuwelingen in het eerste jaar, 5 in het tweede jaar en 5 in het derde jaar. De eerste permanente diakens voor het bisdom Gent werden gewijd in 1973. De zes nieuwe wijdelingen meegerekend telt het bisdom Gent nu een tachtigtal diakens. Ze zijn actief in alle vormen van pastoraal, hetzij als vrijgestelde, hetzij naast hun gewone dagtaak. De overgrote meerderheid is gehuwd en heeft een gezin.
Infoavond Op vrijdag 29 september kunnen alle geïnteresseerden een infoavond bijwonen over het permanente diaconaat in het bisdom Gent. Die avond vindt plaats in het Sint-Paulusseminarie van Mariakerke (Beekstraat 1) en begint om 19.30 uur. Meer info bij Dirk Smet, tel: 09 216 83 83 en e-mail: smet-dirk@skynet.be.
Je bent in mijn ogen meer dan goud waard en ik bemin je, zegt God
God kan maar tot één tellen!
Wat ons getroffen heeft in de tragedie van de tsunami in Azië is de aankondiging van het aantal doden. Eerst werd er gesproken over acht duizend doden, daarna over vijfentwintig duizend, daarna sprak men van veertig duizend, tachtig duizend, twee honderd duizend. Maar heeft men voldoende gesproken over de strijd van elk van die slachtoffers om te leven en te overleven, over het belang van het leven, met zijn licht- en schaduwzijden, voor elk van hen, over hun verlangen om te leven en het toch te moeten prijsgeven, over de uniekheid van elk van hen?
De Franse humorist, Henri Tisot, die zijn grootste triomfen heeft gevierd door zijn imitaties van generaal De Gaule, heeft zicht bekeerd bij het overlijden van zijn vader. Sedertdien stelt hij zijn talenten van toneelspeler-komediant in dienst van het weergevonden geloof.
Hij zegt: God kan maar tot één tellen.
Het is niet helemaal waar omdat hij ons redt door ons op te nemen in een familie, in een volk; maar afgezien van dit alles, is het een puntige verwoording van het scherpe bewustzijn dat God mij persoonlijk bemint, dat ik de ongelooflijke waardigheid bezit door God bemind te worden.
Een meisje vertelde mij dat zij zoveel zware vergrijpen had begaan dat wanneer zij de Heer zou ontmoeten, zij er zeker van was dat God zijn ogen zou bedekken bij het zien van de gruwelijkheden in haar leven. Het was met haar gedaan! God kon niet meer in haar leven binnen komen, want hij had zijn ogen bedekt. Op zekere dag las iemand haar een passage voor uit het boek Jesaja: Ik heb je naam in de palm van mijn hand gegrift. Toen heeft zij bij zichzelf gezegd: Zelfs als God zijn ogen heeft willen bedekken voor de gruwel in mijn leven, toch ziet hij voortdurend mijn naam. En puttend uit de hoop haar naam gegrift te weten in de palm van Gods handen, kon zij herboren worden tot het ware leven in Jezus.
Op zekere dag heeft een jonge leraar een reusachtige herrie in zijn klas veroorzaakt door aan zijn leerlingen een piksplinter nieuw biljet van honderd euro te tonen. Wie wil dit biljet? Natuurlijk was iedereen geïnteresseerd Hij plooide het in twee. En wie wil nu nog het biljet hebben? Allemaal, natuurlijk. Hij plooide het in acht. Wie wil nu nog het biljet? Allen. Hij ontplooit het en verfrommelt het. En wie is nu nog geïnteresseerd in het biljet? Alle vingers worden opgestoken Dan werpt hij het op de grond, vertrappelt het biljet en wentelt het in het stof. Wie wil het nu nog hebben? Alle leerlingen zegden dat zij nog geïnteresseerd waren. Waarom willen jullie dit biljet nog hebben niettegenstaande het verfrommeld en geplooid is, ? Omdat het zijn waarde behouden heeft! En de leraar besloot: Blijf dit altijd onthouden: zelfs als je jezelf verfrommeld voelt, beschadigd, gekneusd, toch blijf je altijd je waarde behouden.
Ieder van ons heeft een persoonlijke, onvervangbare relatie met God, een absoluut unieke en geprivilegieerde band met de Heer.
Ooit hoorde ik de volgende biecht. Wees maar gerust, ik mag daarover vertellen, want die biecht gebeurde in het openbaar.
De dame begon met te zeggen: Ik zou eens willen mijn biecht spreken!
Het was reeds stil in de zaal, maar nu werd het de stilte zo intens, dat je een man hoorde fluisteren: Wie gaat er nu nog te biechten en die gaat dat hier nu doen in het openbaar!?
Jullie weten dat wij thuis twee kinderen hebben, vervolgde de dame, Veerle en Luk. Jullie weten waarschijnlijk ook wel dat onze Veerle super begaafd is. Altijd opnieuw, haast zonder moeite, haalt zij de allergrootste onderscheiding. Maar onze Luk stond bij de verdeling van de gaven op de laatste rij. Veerle heeft bijna alles gekregen en Luk de overschot.
Vorige week was ik grieperig. Na de middag lag ik op de zetel verder te herstellen. Onze Luk was ook thuis. Hij was schoolziek, als je begrijpt wat ik bedoel?
Plots vroeg hij mij: Moeke, is dat niet te fris als je daar zo op zetel ligt?
Hij naar boven en hij legde een deken over mij.
Vijf minuten later: Moeke, dat is zeker niet confortabel met je hoofd op de rand van de zetel. Ik ga je een kussen halen.
Mijn hart werd er warm van.
Toen hij vroeg: Moeke, ik ga je wat drinken halen!, wilde ik hem laten horen dat ik dat alles geweldig waardeerde en ik zegde: Wel Luk, jongen, wat ben ik blij dat ik je heb.
Ik gaf Luk een pluim en patat, ik kreeg een klop op mijn hoofd.
Luk reageerde spontaan: Ja moeke, maar onze Veerle zie je toch liever!
Ik protesteerde en ik meende het als ik zegde: Maar Luk, dat kan je niet menen. Noch je vader, noch ik willen geen verschil maken tussen jou en Veerle.
Toch wel, antwoordde onze Luk.
Ik bleef maar vragen hoe hij zo iets durfde te beweren.
Zijn uitleg: Wel, als het rapportentijd is sta je altijd te zwaaien met het rapport van onze Veerle. Het lijkt wel een vlag waarmee je aan het zwaaien bent! Aan iedereen wil je verkondigen hoe knap zij wel is en dat zij het nog heel ver zou brengen. En tegen mij zegde je: Luk, als die nieuwsgierige nonkel vraagt, hoe het was op school, moet jaar niet op antwoorden. Hij heeft daar geen zaken mee. Wel, moeke, je bent beschaamd over mij!
Dat was de biecht van deze vrouw. Tot voor haar bekering maakte zij ongewild verschil tussen haar bloedeigen kinderen. En wat kunnen zij er aan doen dat de ene begaafd is en de andere niet? Aangestoken door een maatschappij waarin je pas telt als je presteert, je waar maakt,je
Wij zouden ook kunnen zeggen dat deze moeder haar Luk niet kon vergeven dat hij niet zo begaafd was als zijn zus.
Daarover zouden wij nog eens verder moeten praten!
Ook minister-president Leterme te gast op dankfeest op 23 september
BRUSSEL (KerkNet) - Het nieuwe werkjaar van Wereld-Missiehulp staat in het teken van het thema '20 jaar solidariteit gebundeld'. "Het is een mooie uitdrukking van de inzet door velen voor de minderbedeelden. Ter gelegenheid van het feestjaar wordt de ingebundelde en ingepakte kledij gesymboliseerd in kunstwerken die een eerbetoon brengen aan de solidariteit van alle mensen die langs Wereld-Missiehulp hun steun bijdragen ten dienste van de armsten", zegt Rozemarijn Vanwijnsberghe van Wereld-Missiehulp. Voor dit nieuwe werkjaar staan een aantal belangrijke activiteiten en blikvangers op het programma: op zaterdag 23 september is er een dankfeest voor alle medewerkers,vrienden en sympathisanten in Boechout; op vrijdag 20 oktober is er het colloquium 'Solidariteit in naam van wie of wat?' in samenwerking met faculteit theologie van de KULeuven en de UCSIA in de grote aula van het Maria-Theresiacollege in Leuven en op 10 december 2006 is er de tv-uitzending van de eucharist ieviering van uit de Stefanuskapel van Wereld-Missiehulp in Boechout.
Ontstaan In 1986 kwam een idee tot leven: een idee van een diaconie zonder grenzen, van wereldwijde dienstbaarheid aan de allerarmsten in het Zuiden en in Oost-Europa, van concrete en vooral van materiële dienstverlening. In samenwerking met Missio (Pauselijke Misiewerken) en Caritas Internationaal Hulpbetoon werd Wereld-Missiehulp opgericht. De jonge hulporganisatie vond onderdak in de abdij van Tongerlo, maar om efficiënter te kunnen werken werd verhuisd naar Boechout, waar de Broeders Alexianen een terrein ter beschikking stelden. "Waar aanvankelijk in 1986 met enkele bedienden in vast verband en enkele vrijwilligers werd gestart om ongeveer 600 ton hulpgoederen in te zamelen, kende Wereld-Missiehulp constante en snelle groei. In 2006 heeft Wereld-Missiehulp een 20 tal werknemers in vast verband en beschikt over 750WMH-depots en circa 1500 rode kledingbakken verspreid over heel Vlaanderen. Met meer dan 5.000 enthousiaste medewerkers vrijwilligers die zich inzetten in parochies en gemeenten haalde WMH in 2005 meer dan 8.000.000 kg goederen bijeen. Vanuit Boechout vertrekt elke werkdag een container hulpgoederen met bestemmingen over de hele wereld. "In 1997 werd gestart met 'Signum', een internationale missionaire gemeenschap die bestaat uit een groep animatoren met onder meer Afrikaanse en Indiase zusters die instaat voor het onthaal en de begeleiding van individuele mensen en groepen volwassenen en jongeren die de werking van Wereld-Missiehulp en haar inspiratie van naderbij willen leren kennen. Zij is ook verantwoordelijk voor de missiepastoraal en de bezinningsdagen.
Dankfeest Op zaterdag 23 september a.s. volgt er een dankfeest voor alle medewerkers vrienden en sympathisanten. Die dag start Wereld-Missiehulp omstreeks 11 uur met een verwelkoming en hartelijke ontvangst met aperitief. Vanaf 12 uur is er een 'walking dinner'. Tijdens de receptie en het middagmaal is er allerlei randanimatie voorzien en ca. 14 uur is er een heus 'totaalspektakel' met diverse optredens. Op een groot scherm kan men dan de activiteiten van Wereld-Missiehulp volgen, kennismaken met Signum en een modeshow. Voor de kinderen is er niet alleen een springkasteel en een schminkstand, maar een hele ploeg jonge mensen houdt zich klaar om de allerkleinsten leuk te vermaken. En voor de kunstminnaars is er een tentoonstelling van keramiek. Het showprogramma wordt afgesloten met heerlijke taart. De feesttaart wordt rond 16 uur aangesneden door minister-president Yves Leterme. Wie Wereld-Missiehulp wil helpen, kan dat door kledij te deponeren in d e rode kledingbakken opgesteld in heel Vlaanderen, door zich in te zetten als vrijwilliger op vele vlakken, door bezoeken te organiseren aan WMH (volwassenen, scholen enz.) en natuurlijk ook door het regelmatig raadplegen van de website: www.wmhelp.be.
Brochure van de bisschoppen in het kader van het meerjarenproject volwassenencatechese
BRUSSEL (KerkNet) - De voorbije jaren heeft de katholieke kerk, op initiatief van de Belgische bisschoppen, grondig nagedacht over haar roeping en zending. Daarbij was er achtereenvolgens aandacht voor de essentiële opdrachten van de Kerk - dienen, verkondigen en vieren - en voor het gebed. Het zijn even zovele pastorale werkjaren geworden van ernstige bezinning en herbronning. Voor de volgende jaren vragen de Belgische bisschoppen nu bijzondere aandacht voor de catechese, en meer bepaald de volwassenencatechese. "De overdracht van het geloof blijft immers een van de grote uitdagingen van de Kerk in deze tijd. Al vele jaren worden rond catechese vernieuwende initiatieven genomen. Er wordt ook veel over nagedacht", schrijft hulpbisschop Jozef De Kesel in de voorstelling van 'Volwassen worden in het geloof', het nieuwe pastorale project voor de komende jaren. "Het is een boeiende opdracht mensen het evangelie helpen ontdekken en hen binnen te leiden in de rijkdom van het geloof (.) De vraag van de catechese is zo belangrijk dat de bisschoppen er gedurende de komende jaren bijzondere aandacht willen voor vragen." In tegenstelling tot de vorige jaren komt er geen afzonderlijk 'Jaar van de catechese'. De bisschoppen willen zich wel in de loop van de volgende jaren met heel de kerkgemeenschap bezinnen rond de catechese en samen zoeken naar perspectieven en concrete wegen. "Strikt genomen richt de catechese zich tot hen die reeds tot geloof gekomen zijn. Ofwel om hen als volwassenen voor te bereiden op het doopsel, ofwel om hen die reeds gedoopt zijn, dieper in te leiden in het christelijk leven. Toch zijn er ook velen in onze tijd die buiten alle christelijke referentiekaders zijn opgevoed. Velen ook zijn wel gedoopt maar ondertussen erg vervreemd geraakt van het geloof (.) Het evangelie moet hen nog voor het eerst verkondigd worden. Die 'eerste verkondiging' is vandaag van grote betekenis. Ook al behoort ze nog niet tot de catechese i n de eigenlijke zin van het woord, we willen deze belangrijke vorm van evangelisatie heel uitdrukkelijk betrekken in onze bezinning rond geloofsoverdracht en catechese."
Volwassenencatechese De bisschoppen vragen bijzondere aandacht voor de volwassenencatechese. Niet dat catechese van kinderen of jongeren onbelangrijk geworden is. "Daar wordt veel in geïnvesteerd en het zou een vergissing zijn het belang van deze catechese te verwaarlozen. Toch is het de bedoeling dat die kinderen of jongeren nadien ook verder kunnen groeien in het geloof. Het is niet goed als volwassenen op het gebied van het geloof niet verder staan dan wat ze in hun kindertijd gekregen hebben. Ook in het geloof moet men volwassen worden", aldus Mgr. De Kesel. Hij hoopt dat het alvast boeiende jaren worden. "Gezamenlijk overleg en beraad binnen de hele kerkgemeenschap kunnen nieuwe en vernieuwende perspectieven openen of ons helpen bestaande en gangbare initiatieven beter te evalueren. In de huidige situatie van een moderne en pluralistische samenleving mag de Kerk zich niet terugplooien op zichzelf. We moeten ons juist meer bewust worden van on ze missionaire opdracht. De bezinning rond catechese die we in de volgende jaren willen op gang brengen, is in die zin ook een kans tot geloofsverdieping voor de hele kerkgemeenschap van ons land." 'Volwassen worden in geloof - Catechese in het leven van de Kerk', in de nieuwe reeks 'Verklaringen van de bisschoppen van België' nr.33, ISBN 978-90-6858-748-0, kostprijs: 3 euro (exclusief verzendkosten), te bestellen bij Licap, Guimardstraat 1 in 1040 Brussel, fax: 02 509 97 04, e-mail: info@licap.be en website: www.licap.be.
De Heer loven en prijzen in alle omstandigheden...
Het is juist en goed om U lof toe te zingen op alle plaatsen, op elk moment en in alle omstandigheden.
Er wordt vertelt dat op zeker dag Franciscus van Assisië op evangelisatietocht ging. Hij werd daarbij vergezeld door broeder Rufinus. Deze broeder vereerde de heilige Franciscus, maar had nog niet de graad van heiligheid van Franciscus bereikt. Heel de lange weg zegde Franciscus: Gezegend zijt gij, O Heer, voor het platteland dat u zo mooi hebt gemaakt! Gezegend zijt gij voor het gefluit van de vogels! Gezegend zijt gij voor gedruis van de bergstroom! En broeder Rufinus, in navolging van zijn model, antwoordde daarop, maar zonder veel overtuiging: O ja, geprezen zijt gij!
Gezegend zijt gij voor de boeren die hun landerijen inzaaien, belofte van de oogst.
- O ja, geprezen zijt gij! Enz.
Maar broeder Rufinus had er meer dan genoeg van die litanie. Ten slotte, bij het verlaten van het bos, liet een tortelduif die op een tak zat juist boven de twee broeders op zending, iets vallen wat jullie wel kunnen raden, en dat juist op het hoofd van de heilige Franciscus. Het is niet aangenaam om zon shampoing te ontvangen! En broeder Rufinus denkt bij zichzelf: Nu zullen wij eens zien of hij verder gaat met God te loven. Op hetzelfde ogenblik hoorde hij de heilige Franciscus zeggen: Gezegend zijt gij, o Heer, dat u aan de koeien geen vleugels hebt gegeven!
Het is geen kwestie van al of niet een optimistisch temperament te hebben. De lofprijzing is een beslissing. Het zijn het onze oudste broers en zusters de Joden die ons dat hebben geleerd. Gelukkig het volk dat van uw roem getuigt (Psalm 89, 16, De Nieuwe Bijbelvertaling).
Een christen is op de allereerste plaats iemand die de dankbaarheid, de erkentelijkheid cultiveert.
Elke week schenkt God mij honderd achtenzestig uren. Is het niet meer dan normaal dat wij er hem één van schenken om hem te danken?