GUIDO VOS HEKELT TOENEMENDE DRUK VAN ECONOMIE OP HET SOCIALE LEVEN
IPB kant zich tegen 24-uurseconomie
BRUSSEL (Kerknet) - Tijdens de jaarwisseling blikt de nieuwspagina van KerkNet dagelijks met een gast terug op het voorbije jaar. Vandaag is dat Guido Vos, de voorzitter van het Interdiocesaan Pastoraal beraad (IPB). "Wat mij onmiddellijk voor de geest komt bij het terugblikken op 2006 is de schok rond de aankondiging dat VW Vorst nagenoeg dicht ging, de druk op de (vrije) zondag die voor de zoveelste keer weer werd opgevoerd, het kerkasiel, de situatie van de mensen zonder papieren, politieke vluchtelingen en de reactie van de bisschoppen, het toenemende (zinloze) geweld met de moord op Joe Van Holsbeek, de rellen in de banlieus van Parijs en de steeds maar toenemende kloof tussen rijk en arm over heel de wereld en concreet in België, een van de rijkste landen van de wereld nota bene."
Koopzondagen "Het wetsontwerp over de opvoering van het aantal koopzondagen is de zoveelste aanval op de collectieve vrije (zon)dag. Ik vind brochures van het IPB ter verdediging van die vrije zondag die terug gaan tot in 1988. Het wijst op steeds toenemende druk van de economie, productie en consumptie op het (sociale) leven van mensen en de samenleving. Deze tijd snakt naar 'een collectieve begrenzing van de arbeidstijd om samen tijd te kunnen maken voor familiale contacten en gemeenschappelijke cultuurbeleving, vrijetijdsbeleving en ontspanning', zoals de bisschoppen terecht stelden. De fundamentele vraag, die we ons ook als christenen moeten stellen, is hoe onze samenleving omgaat met de steeds toenemende arbeidsflexibiliteit, met de toenemende druk van de vereiste 24 uur op 24 uur economische arbeid, met de consequenties van de vrije markt? Wat offeren we niet allemaal op aan menselijkheid aan deze alles bepalende afgod? En een tweede markant fe it, dit jaar precies nog meer uitgesproken dan vorig jaar, was de reactie van liberale politici op het feit dat de bisschoppen hierop openlijk standpunt en stelling namen. Een hele hetze ontstond over de zogenaamde scheiding van kerk en staat, alsof dit grondwettelijk principe zou verhinderen dat religie reageert op politiek of op gelijk welk thema. Alsof godsdienst en religie een binnenhuiselijke kwestie moet zijn en zich niet zou mogen mengen in een maatschappelijk debat. Als er iets is dat meer moet gebeuren, is dat christenen zich meer zouden mengen in het maatschappelijke debat om de aarde menselijker te maken en iets meer van het 'rijk van God' te realiseren. Alsof niets zeggen of niet reageren niet evengoed een politieke daad zou zijn."
Asielpolitiek en toenemend geweld "Dat zou bijvoorbeeld goed geïllustreerd worden als de kerkleiders en de gelovige gemeenschap gezwegen had over de vluchtelingen en asielpolitiek. Deze mensen op de stoep laten staan en de deuren gesloten houden zou een heel duidelijke politieke daad zijn. Ook het niet reageren op de uitspraak: 'Wie hen beschermt, begaat zelf een misdrijf en is dus strafbaar'. 'Hen' staat dan voor 'criminelen, onderduikers en profiteurs'. We waren dan ook zeer blij als we Mgr. Paul Van den Berghe mee zagen opstappen in de protestbetoging en de duidelijke affiches van onze vrienden van Kerkwerk Multiculturele Samenleving (KMS) de hoogte zagen ingaan: '3 jaar wachten op papieren, is regularisatie'. Het gevoel van toenemend zinloos geweld heeft grote betogingen op de been gebracht na de moord op Joe Van Holsbeek en de racistische moorden in Antwerpen. Hoe groot was naast het verdriet, de machteloosheid en de wanhoop niet? Onveilig heid. Al vijftien jaar is er 'meer blauw op straat', worden de budgetten opgetrokken en vermindert de criminaliteit niet. Niet in de VS, niet hier. Nog meer sociaal beleid, meer onderwijskansen, meer omkadering voor jongeren met moeilijkheden, meer kansen op werk en op goede woningen, zijn nodig om de kloof te verkleinen tussen arm en rijk. Te beginnen met het optrekken van de laagste uitkeringen die heel wat lager liggen dan de Europese armoedegrens van 777 euro. Het publiceren van de hoge lonen van topambtenaren en topmensen in ondernemingen bracht de kloof tussen rijk en arm in alle klaarheid voor het voetlicht en zorgde voor schandaal. Het aantal armen neemt toe. In een land als België leeft 15 procent onder de Europese armoedegrens. Wat ook opvalt, is dat 4,5 procent van de armen een inkomen uit werk heeft. En toch . Een trend die zich duidelijk aftekent. Gaan we de VS achterna? Vroeger was het hebben van werk eerder een garantie om uit de armoede te blijven. In het jaa rboek 2006 over armoede en sociale uitsluiting lezen we dat 17 procent van de kinderen van 0 tot 15 jaar onder de armoedegrens leven: in Vlaanderen 12 en in Wallonië zelfs 21 procent! Een stijging met 5 procent op 5 jaar tijd. Kinderen van allochtone ouders zijn sterk oververtegenwoordigd in deze groep."
VW Vorst "Laat me eindigen bij VW Vorst. Ongetwijfeld een van de meest beklijvende gebeurtenissen van 2006. Een bedrijf aan de top van de kwaliteit en tegelijk van de flexibiliteit en productiviteit. Met een winst van de VW groep, die in september 2006 al groter is dan in heel 2005. Het ontslag van duizenden werknemers en de aangekondigde sluiting gaf weer eens aan dat rechtmatige belangen van mensen, gezinnen en gemeenschappen moeten wijken voor economische belangen. Dat kan eigenlijk niet en daarom stuurden we een motie naar de pers waarin we onder meer pleiten voor een sociale economie, waar belangen van mensen en het algemeen welzijn primeren op de economische belangen. Tot slot wil ik 2006 ook verbinden met 50 jaar CIL, de Franstalige pendant van het IPB. 50 jaar werken aan het organiseren van leken, het blijven stellen dat het zwaartepunt van de kerk buiten de kerk als instituut ligt, namelijk bij de mensen in het dagelijkse leven. Een blijvende o pdracht voor 2007: het valoriseren van leken, zowel mannen als vrouwen, in het kerkgebeuren en de kerk nog meer maken tot het volk van God dat onderweg is."
26 december: Sint Stefanus, aartsdiaken en eerste martelaar
Vlak na het Kerstfeest, op tweede kerstdag, vieren wij de sterfdag van de eerste martelaar. Hij heet Sint Stefanus. De Bijbel vertelt over hem (in Handelingen, hoofdstuk 6 en 7). Misschien doet het verhaal jullie wel aan Jezus denken...
Stefanus leefde vlak na Christus. De apostelen hadden het in die tijd heel druk. Ze waren veel aan het bidden. Bovendien wilden ze iedereen vertellen over Jezus, de zoon van God. En hoe meer ze over Hem vertelden, hoe meer mensen Christen werden. Steeds kwamen er bij! De apostelen hadden echt veel te doen. Ze hadden zo veel te vertellen over Jezus! Ze vonden na een tijdje dat ze de arme en zieke mensen niet goed konden genoeg helpen. Zo druk hadden ze het. Ze besloten om zeven wijze mannen te kiezen die speciaal voor de armen en zieken moesten zorgen. Ze noemden hen diakens.
Stefanus en nog zes andere mannen werden gekozen. Stefanus stond bekend als een wijze en gelovige man. In de Bijbel staat dat Stefanus ook wonderen deed. Er waren mensen die vonden dat het niet goed was wat Stefanus deed. Misschien waren ze bang. Misschien waren ze jaloers. Of iets anders... Zij stookten de mensen tegen Stefanus op. Zij zeiden nare dingen over hem.
En ze brachten hem naar de politie. Ze lieten verklaren dat Stefanus dingen zei die tegen de wet waren en tegen alles wat zij heilig vonden: hun goden, hun offers, hun keizer... Er kwam een rechtszitting. Stefanus zag er in de rechtszitting uit als een engel. Toen de rechter aan Stefanus vroeg hoe hij er zelf over dacht, vertelde hij over God. Hij zei alleen maar dingen die waar waren. Hij zei niets verkeerds. Aan het eind van zijn getuigenis zag hij de hemel open gaan. Hij zag daar Jezus aan de rechterkant van God staan. Hij zei dat tegen de mensen in de zaal. De mensen werden woedend. Ze sleurden hem de rechtszaal uit. Ze sleurden hem de stad uit. Ze legden hun jassen bij Saulus, een man die het met hun eens was. Zonder jas konden ze beter stenen gooien. Ze gooiden stenen naar Stefanus. Van een afstand. Ze raakten Stefanus heel hard. Zodat hij dood ging. En Stefanus? Die was aan het bidden voor zijn moordenaars. Hij vroeg God om de mensen te vergeven. Hij vroeg God ook of hij in de hemel mocht komen.
Saulus hebben jullie al leren kennen. Hij was eerst een Christenhater, maar werd later apostel Paulus. Zou het gebed van Stefanus hebben geholpen daarbij?
De Heilige Stefanus is o.a. de patroon van koetsiers, paardenknechten, steenhouwers en metselaars.
HUISPREDIKANT VATICAAN VEROORDEELT CAMPAGNE TEGEN CHRISTELIJKE SYMBOLEN
BRUSSEL (Kerknet/RadVat) - De huispredikant van het Vaticaan, Raniero Cantalamessa, heeft vanmorgen in zijn wekelijkse adventspreek scherp uitgehaald naar de strijd tegen christelijke symbolen, die momenteel in verschillende Europese landen gevoerd wordt. Cantalamessa sprak van een regelrechte campagne tegen christelijke symbolen. Ook de paus woonde traditiegetrouw de adventsbezinning bij. Raniero Cantalamessa gelooft niet dat de Europese mens tegen Kerstmis gekant is. "Maar onze gelaïciseerde wereld wil deze symbolen niet meer. We verkeren in de absurde situatie waarin vele moslims de geboorte van Christus vieren en van mening zijn dat wie niet in de wonderbaarlijke geboorte van Jezus gelooft geen moslim is, terwijl diegenen die zich christen noemen enkel maar een winterfeest met rendieren en teddyberen willen." Cantalamessa citeerde in zijn preek een soera (hoofdstuk) uit de Koran waarin de wonderbaarlijke geboorte van Jezus v erhaald wordt. Volgens hem loont het de moeite die passage te leren kennen om de dialoog met moslims aan te gaan. Daar tegenover citeerde hij het lied 'Imagine' van John Lennon, met zijn hoop op een wereld zonder godsdienst. "Maar als dat verwezenlijkt wordt, dan zouden we ons in de armste en ellendigste wereld bevinden die de mens zich kan inbeelden. Het zou een vlakke wereld zijn, waarin alle verschillen zouden zijn uitgewist en waarin mensen ertoe veroordeeld zijn zich voor elkaar te verbergen en niet in vrede samen te leven."
HUISPREDIKANT VATICAAN VEROORDEELT CAMPAGNE TEGEN CHRISTELIJKE SYMBOLEN
BRUSSEL (Kerknet/RadVat) - De huispredikant van het Vaticaan, Raniero Cantalamessa, heeft vanmorgen in zijn wekelijkse adventspreek scherp uitgehaald naar de strijd tegen christelijke symbolen, die momenteel in verschillende Europese landen gevoerd wordt. Cantalamessa sprak van een regelrechte campagne tegen christelijke symbolen. Ook de paus woonde traditiegetrouw de adventsbezinning bij. Raniero Cantalamessa gelooft niet dat de Europese mens tegen Kerstmis gekant is. "Maar onze gelaïciseerde wereld wil deze symbolen niet meer. We verkeren in de absurde situatie waarin vele moslims de geboorte van Christus vieren en van mening zijn dat wie niet in de wonderbaarlijke geboorte van Jezus gelooft geen moslim is, terwijl diegenen die zich christen noemen enkel maar een winterfeest met rendieren en teddyberen willen." Cantalamessa citeerde in zijn preek een soera (hoofdstuk) uit de Koran waarin de wonderbaarlijke geboorte van Jezus v erhaald wordt. Volgens hem loont het de moeite die passage te leren kennen om de dialoog met moslims aan te gaan. Daar tegenover citeerde hij het lied 'Imagine' van John Lennon, met zijn hoop op een wereld zonder godsdienst. "Maar als dat verwezenlijkt wordt, dan zouden we ons in de armste en ellendigste wereld bevinden die de mens zich kan inbeelden. Het zou een vlakke wereld zijn, waarin alle verschillen zouden zijn uitgewist en waarin mensen ertoe veroordeeld zijn zich voor elkaar te verbergen en niet in vrede samen te leven."
Tijdens onze studies godsdienstwetenschappen hadden wij in ons jaar een vrije student. Het was een Egyptenaar die archeologie studeerde aan de universiteit. Hij was een koptische christen. Hij logeerde in het seminarie in het kader van de actie oecumenische uitwisseling. Op lange termijn wilde hij meewerken aan de eenheid van de christelijke kerken.
Op zekere dag gaf Alfred, zo heette de Egyptenaar, mij op schalkse wijze het telefoonnummer van God. Dat nummer is 50 49 15! Ga maar kijken naar psalm 50 (49), bij vers 15; daar staat inderdaad het volgende geschreven:
Roep mij te hulp in tijden van nood,
ik zal je redden, en je zult mij eren.
(Nieuwe Bijbelvertaling)
Wij moeten ons wel houden aan de regels voor een goede communicatie met God.
-Om te bellen moet men het nummer van God draaien zonder zich te vergissen. Dat vraagt toch wel een beetje aandacht en concentratie, evenals geduld. Men moet de verbinding tot stand brengen.
- Een telefoongesprek met God is geen monoloog. Je moet niet op je eentje willen praten. Je mag niet zonder ophouden het woord voeren, maar luister naar degene die tot je spreekt aan de andere kant van de lijn.
- Wordt de verbinding onderbroken, ga dan na of jij niet zelf het contact hebt verbroken.
- Neem niet de gewoonte aan om God alleen in noodgevallen op te roepen.
- Telefoneer niet alleen op de uren dat er verminderd tarief geldt, bijvoorbeeld tijdens het week-end. Het zou goed zijn om regelmatig even op te bellen!
- Denk er aan dat de oproepen vanwege God gratis zijn.
- Vergeet niet dat God zonder ophouden berichtjes achterlaat op je antwoordapparaat.
Nota bene: - Mocht blijken dat niettegenstaande je deze regels vlijtig en punctueel in acht neemt, de communicatie toch moeilijk tot stand wordt gebracht, richt je dan in volle vertrouwen tot de Heilige Geest: hij zal de verbinding herstellen.
Indien je telefoontoestel alle dienst weigert, breng het dan naar de herstellingsdienst: wij noemen dat het sacrament van de vergeving.
Elke apparaat heeft een levenslange garantie en zal zo goed als nieuw hersteld worden en dat helemaal gratis.
Matthias Danneels interviewt Mgr. Paul Van den Berghe
ANTWERPEN (Kerknet/HetNieuwsblad/DeStandaard) - Afgelopen zaterdag verscheen in Het NieuwsBlad/Het Volk een dubbele pagina groot interview van Matthias Danneels met Mgr. Paul Van den Berghe, bisschop van Antwerpen. Zusterkrant De Standaard publiceerde vandaag daaruit een uitgebreide selectie.
Het spijt Mgr. Paul Van den Berghe dat de diepere betekenis van kerst ondergesneeuwd raakt met glühwein, shoppen, geschenken, kalkoenen en champagne. "Dat mensen bij elkaar komen is heel mooi'', aldus de Antwerpse bisschop. "Maar misschien is deze tijd van het jaar ook een kapstok om eens wat dieper na te denken over het samenleven in onze stad, over respect, over de duizenden kleine draadjes tussen mensen die het cement van Antwerpen zullen moeten worden.''
Instituut kerk
Op Danneels' vaststelling dat het instituut Kerk niet meer aanspreekt, antwoordt Mgr. Van den Berghe: "Het klopt dat de kerk geen goede naam heeft. We doen er zelf ook te weinig aan om dat te veranderen. We hebben de tijdgeest niet mee. Tieners en adolescenten vereenzelvigen zich niet graag met een instituut dat continu onder vuur ligt, waarmee wordt gespot, waar denigrerend negatief over wordt gedaan. Ik heb een jongeman gekend die overwoog naar het seminarie te trekken in de hoop priester te worden. Zijn omgeving lachte hem vierkant uit. Hij heeft het college zelfs moeten verlaten omdat hij die pesterijen, ook van sommige leraren, meer dan zat was.'' Mgr. Van den Berghe is het niet eens met de stelling dat tieners en adolescenten die zich maatschappelijk willen engageren, niet (meer) kiezen voor de Kerk. "Pax Christi, de St.-Egidiusgemeenschap, allerlei groepen en initiatieven die de derde wereld beter willen maken, ook dat zijn onderdelen van diezelfde Kerk die niet goed meer in de markt ligt. Mensen identificeren zich niet langer met de hele kerkgemeenschap, wel met stukken ervan. Sommige gelovigen kiezen voor een sociale Kerk. Anderen voor de mystiek en de liturgie. Maar ik moet de bisschop van de hele Kerk zijn.''
Grootstad A'werpen
"Onze stad heeft het voorbije jaar een paar zeer moeilijke momenten doorgemaakt. Een dolgedraaide schutter, incidenten op tram en bus, een toename van zowel agressie als onverschilligheid. In andere steden doet het zich helaas ook voor. Je kunt als gemeenschap of stadsbestuur niet vermijden dat iemands stoppen doorslaan. Al moet worden opgemerkt dat het beter zou zijn indien wapens niet zo achteloos zouden worden verkocht. Ik herinner me dat een man van de veiligheid tijdens het bezoek van Joannes Paulus II aan ons land tegen me zei: als er iemand opduikt die de paus echt wil neerknallen, kunnen we dat niet verhinderen, wij kunnen alleen maar bluffen.'' "Ik worstel ook met de vraag wat de diepere, achterliggende oorzaken zijn van dit soort jammerlijke en pijnlijke incidenten. Ik denk dat we opnieuw nood hebben aan een sterker besef van goed en kwaad. Ik vrees dat we in dit huidige klimaat een aantal essentiële zaken kapot hebben gerelativeerd. Waar we nood aan hebben is een opstand van het geweten.'' "Maar hoe breng je die boodschap in een samenleving die toch wel erg verbrokkeld is geworden? Tijdens het secularisatieproces van de voorbije decennia hebben we alles losgemaakt van de moraal. Zelfs kunst en politiek hadden tot diep in de vorige eeuw met moraal te maken. Dat morele gevoel wordt vandaag niet meer ernstig genomen. Dat wil niet zeggen dat we ons moeten opmaken voor een kruistocht oude stijl. Maar het zou niet slecht zijn indien we elkaar weer durven aanspreken: allez, dat ga je toch niet doen zeker? Of: wat doe je nu?''
Integratie
"We beseffen en begrijpen allemaal dat integratie geen gemakkelijke oefening is. Maar het is wel onze morele opgave om met mensen van een andere gemeenschap en een ander geloof, aan een gemeenschap te bouwen. Respect voor mekaar hebben is een ding, samen iets doen is nog wat anders. De Kerk kan dat alles niet met een vingerknip oplossen. In Antwerpen doen we wel ons best om zoveel mogelijk mensen bij dat proces te betrekken. Ook in ons pastoraal. De grote vraag is: hoe ver reikt de horizon van een multiculturele samenleving? Hoe gaan we om met verscheidenheid, op welke terreinen van het samenleven hebben we nood aan meer eenduidigheid, aan normen, waarden en spelregels waarover we het eens zijn geworden en die we willen delen. Ik meen dat we daar onvoldoende in de diepte mee bezig zijn. We moeten nadenken over ingewikkelde vraagstukken. Wat betekent een Vlaamse identiteit in de multiculturele stad Antwerpen? Voor velen van ons is het antwoord een blinde vlek.''
Wederzijds respect
"De beste en meest efficiënte manier om wederzijdse respect te bereiken, loopt langs de weg van het menslievende contact. Het is absoluut nodig dat elke gemeenschap, elke geloofsgroep klaar, duidelijk formuleert hoe ze tegen de toekomst van Antwerpen aankijkt. Dat moet de basis van een echte dialoog worden. We kunnen bij wet niet vastleggen hoe elke Antwerpenaar hoort te denken. Iedereen zal draadjes moeten weven tussen de nieuwe en de oude Antwerpenaren, tussen jong en oud, christen, jood en moslim. Die ontelbare kleine draadjes van begrip, verstandhouding, eerlijkheid en discussie zullen het cement van deze stad moeten zijn.''
Asielzoekers
Als Matthias Danneels de Antwerpse bisschop eraan herinnert dat hij al vaker een lans heeft gebroken voor een andere aanpak van uitgeprocedeerde asielzoekers en dat dit minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD) flink in het verkeerde keelgat schoot, antwoordt Mgr. Van den Berghe: "Ik begrijp best dat een minister zich in een andere positie bevindt dan een bisschop. Wil dat zeggen dat een bisschop niet mag spreken? Want het gaat hier om mensen, kinderen, vaders en moeders die hier al jaren zijn, onze taal spreken, school lopen, werken en nauwe emotionele banden met Antwerpen hebben. Voor die beperkte groep van mensen moeten geen integratieprogramma's meer geschreven te worden. Ze zijn geïntegreerd. Bovendien, meen ik, blijft migratie een recht. De overheid is gemachtigd om die migratiestromen aan te sturen en in te perken. Maar daarom hoef ik nog niet te zwijgen. Ik blijf het jammer vinden dat de minister de Antwerpenaren die in de bres zijn gesprongen om anderen te helpen, net niet als criminele handlangers heeft afgeschilderd (.) Wij moeten ook het hele verhaal durven vertellen. Wij, als Kerk, pleiten al jaren voor meer hulp aan het Zuiden. Velen klagen steen en been over de problematiek van Noord-Afrikanen in Europa. Hebben we vroeger voldoende inspanningen gedaan om daar aan welvaart en welzijn te bouwen? We hadden naar het voorbeeld van de Benelux al jaren een economische ruimte met Noord-Afrika moeten creëren."
BISSCHOP VAN LUIK PUBLICEERT DOCUMENT OVER ROUWBEGELEIDING
BRUSSEL (KerkNet/Cathobel) - Mgr. Jousten, de bisschop van Luik, publiceerde een document met pastorale oriëntaties voor de begeleiding van rouwenden. Aan het document ging ruim vier jaar reflectie en overleg vooraf. Het document streeft er vooral naar dat er in elke pastorale eenheid minstens een begeleidingsteam wordt opgezet voor de begeleiding van rouwenden. Het document geeft oriëntaties aan voor die rouwbegeleiding en vraagt priesters en diakens, evenals andere pastorale verantwoordelijken en de ruimere kerkgemeenschap, zich sterker en deskundiger te engageren voor de rouwbegeleiding.
Kerkelijke begeleidingsequipes
De bisschop vraagt de priesters en andere pastorale verantwoordelijken de nabijheid van Christus bij de rouwenden tot uitdrukking te brengen en de aandacht van de Kerk voor de boodschap van de christelijke hoop, die wordt uitgedrukt in de Verrijzenis, sterker uit te drukken. Daarbij kan men de rouwenden een luisterend oor bieden, de dialoog met hen aangaan, hen steunen en met hen bidden. "Afhankelijk van de omstandigheden kan dat de vorm aannemen van een bezoek aan huis of het funerarium, een gebedswake of aanwezigheid bij de uitvaart en verdere opvolging". De bisschop van Luik spoort aan tot de oprichting van kerkelijke begeleidingsequipes voor de rouwenden. Die zorgen er ook voor dat de priesters, diakens of andere pastorale verantwoordelijken deze last niet alleen moeten dragen. Leden van de equipe kunnen in de mate van het mogelijke en mits onderlinge afspraken rouwenden bijstaan en met hen de rouw dragen, met hen bidden en samen de uitvaart voorbereiden of een pastora al traject met hen afleggen. Toch spoort de bisschop ook aan tot de nodige gereserveerdheid en gevoeligheid voor de band van de overledene met zijn omgeving en aandacht voor de noden van zijn omgeving.
Kwaliteitsvolle nabijheid
"De kerkelijke begeleiding van mensen in rouw moet gestructureerd en gecoördineerd worden, om een zo groot mogelijke nabijheid te garanderen. Leden van het team moeten daarvoor ook opgeleid worden en ze zullen hun bezoeken autonoom, maar steeds gecoördineerd en in afspraak met de priester of zijn vertegenwoordiger uitvoeren. Voor de opleiding kunnen de teams beroep doen op de pastorale diensten voor de liturgie en sacramenten. "De vorming zal hen in staat stellen op waardige en correcte wijze de gebedswaken vorm te geven en de begrafenissen voor te bereiden".
Nieuwe kerstbrochure van kardinaal Danneels MECHELEN (Kerknet) - 'Hun stem heeft weerklonken tot aan de uiteinden der aarde' (Rm 10, 18). Maar klinkt onze stem wel hier bij ons? Spreken we nog over ons geloof waar anderen het kunnen horen? Of zwijgen we? 'Ge moet er met uw kinderen telkens opnieuw over spreken, wanneer ge thuis zijt of onderweg, als ge slapen gaat en opstaat,' zei Mozes (Dt 6, 7). En vooraleer hij van ons wegging, herhaalde Jezus dat: 'Gaat en onderwijst' (Mt 28, 19). We moeten dus spreken, zonder ophouden en tot iedereen. En wat doen wij? We zwijgen . Er wordt onder ons zo weinig over God en zijn Zoon gesproken, behalve dan in een paar zeldzame bevlogen ogenblikken en dan meestal nog in ons zelf. Waar is die nauwelijks te bedwingen drang tot spreken van de leerlingen op de Pinksterdag naartoe? 'Petrus verhief zijn stem .' (Hnd 2, 14) Toen de rechters Petrus en Johannes verboden nog over Jezus tot de mensen te spreken, antwoordden ze : 'Het is voor ons onmogelijk niet te spreken over wat wij gezien en gehoord hebben' (Hnd 4, 20). Waar zit in ons nu die drang om naar buiten te treden en aan anderen te vertellen wat ons beroert? Alsof de deuren van de bovenzaal weer dicht gedaan zijn. Zijn wij opnieuw in een beloken tijd aanbeland, zoals de apostelen tussen Pasen en Pinksteren? Die vaststelling vormt het uitgangspunt van de kerstbrief 2006 van kardinaal Godfried Danneels. Met een heldere analytische kijk op de hedendaagse mens en met een luisterend oor voor de Schrift roept de kardinaal op om geloofsverkondigers te worden. Hij beschrijft eerst hoe God tot mensen spreekt en op welke wijze Hij zijn liefde voor hen uitzegt. Vervolgens gaat de kardinaal na hoe de Kerk die boodschap doorgeeft en welke elementen daarin belangrijk zijn. Ten slotte geeft hij een portret van de hedendaagse verkondiger en geeft hij smaak om de Blijde Boodschap te ontvangen en door te geven. De brochure past in het opzet van de B elgische Bisschoppen om in de komende jaren meer aandacht te hebben voor de geloofsverkondiging. Het is een uitdagend en bemoedigend woord voor al wie met predikatie of catechese te maken heeft, maar ook voor iedere gelovige die hunkert om de Blijde Boodschap te horen, te ontvangen en te delen.
Praktisch De kerstbrochure 'Een Blijde Boodschap' kost 1,75 euro (exclusief verzendingskosten) en zal ter beschikking zijn vanaf 15 december 2006. Besteladres: persdienst van het aartsbisdom Mechelen-Brussel, Wollemarkt 15 in 2800 Mechelen, tel: 015 21 65 01 en e-mail: maria.peeters@diomb.be. Kardinaal Godfried Danneels, Een Blijde Boodschap. Van verkondiging tot onderricht (uitgave van het Aartsbisdom Mechelen-Bussel, 2006).
TWAALF VOORSTELLEN VOOR EEN RECHTVAARDIGER SAMENLEVING
81ste 'Semaines Sociales de France'
BRUSSEL (Kerknet/SIR) - Naar aanleiding van de 81ste 'Semaines Sociales de France', die dit jaar van 24 tot 26 november gehouden werd, worden 12 voorstellen gedaan voor een rechtvaardiger samenleving. De voorstellen hebben betrekking op onderwijssteun voor minder begunstigde kinderen, maar evenzeer zorg voor daklozen, arbeiders en immigranten. Franse leken overlegden een week lang over een rechtvaardige samenleving. Michel Camdessus, de voorzitter van de 'Semaines Sociales', stelde dat de voorstellen - met het oog op de komende verkiezingen - een handig hulpmiddel moeten zijn om het debat over rechtvaardigheid te heropenen en zijn stem als burger en als christen te laten horen. De deelnemers kregen ook een groet van paus Benedictus XVI. De campagne wordt ook ondersteund door de website www.unesocieteplusjuste.org, waarin de thema's uiteengezet worden. Jean-Baptiste De Foucauld, die voorzitter is van verschillende verenig ingen, stelde voor dat bejaarden zich na hun pensionering vrijwillig een jaar ten dienste zouden stellen van de gemeenschap. Rubens Ricepero en Pascal Lamy discussieerden over het wegwerken van de onrechtvaardigheid tussen Noord en Zuid. Daarbij werd aangedrongen op meer uitwisseling en werd onderstreept dat vele problemen kunnen opgelost worden door een hervatting van de onderhandelingen bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO). In afwachting daarvan is er hulp nodig voor de landen van het arme Zuiden. Het Poolse Europarlementslid Bronislaw Geremek stelde op de bijeenkomst vast dat er ook tussen de Europese landen onderling nog te grote verschillen bestaan. Hij pleitte ervoor om eerst en vooral werk te maken van de tewerkstelling en drong ook aan op hervormingen om de toegang tot het onderwijs te vereenvoudigen.
Een arbeider is meer waard dan al het goud ter wereld!
DIMANCHE OVER SLUITING VW-VORST
BRUSSEL (KerkNet) - De Franstalige tegenhanger van Kerk+Leven heeft deze week in haar editoriaal uitvoerig aandacht voor de sluiting van Volkswagen in Vorst:
"Voor twee derde van de werknemers van Volkswagen stort de wereld in, terwijl er voor het resterende derde weken van angst en onzekerheid aanbreken", aldus hoofdredacteur Charles Delhez. Volgens hem moet men bij de berekening van de kostprijs niet enkel rekening houden met het directe verlies aan banen, maar tevens met de gevolgen bij de toeleveringsbedrijven - terwijl de regio tevens verder in de werkloosheid geduwd wordt.
"Het verlies van arbeid en de werkloosheid hebben ook psychologische, sociale, culturele, familiale en opvoedkundige consequenties".
Charles Delhez klaagt aan dat een puur economische logica al te vaak doorslaggevend is bij dit soort sluitingen. Daarbij verwijst hij naar kardinaal Cardijn, die zei dat een arbeider meer waard is dan alle goud ter wereld. Toch, zo meent Delhez, kiezen we ook zelf dagelijks voor een samenleving van hyperconsumptie, waarvan de regels ongenadig zijn en waarbij we steeds op onze beurt, ten gepaste tijd, zelf slachtoffer worden:
"Vandaag hebben we nood aan profeten die ons tonen dat er een andere weg mogelijk is en die ons daarbij leiden".
ANTWERPEN (Kerknet) - Dinsdag avond organiseerde de Vereniging voor Promotie en Communicatie (VEPEC) in aanwezigheid van kardinaal Godfried Danneels een debatavond rond het thema 'Kerk & Media'. De eerste gastspreker was Chris Van Roey. Hij is verantwoordelijk voor de communicatie bij Mobistar. Van Roey vroeg zich af waarom de kerk niet zo populair is als de kardinaal. Als antwoord op vraag 'hoe kan de kerk in Vlaanderen aan sympathie winnen?' presenteerde hij een strategische nota met enkele aanbevelingen. De analyse van Van Roey werd met cijfermateriaal ondersteund door het marktonderzoek van Ben Decock van het onderzoeksbureau &Compagnie. In vergelijking met een gelijkaardig onderzoek uit 1998 bleek dat de populariteit van de kerk slechts heel lichtjes erop is vooruitgegaan, terwijl die van de kardinaal sterk gestegen is. Nochtans heeft de kerk een ijzersterke boodschap waaraan zelfs veel nood is in de huidige samenleving. De kerk beschikt met andere woorden weliswaar over een sterke identiteit, maar ze kampt met een slecht imago. In marketingtermen is de reden daarvoor onder meer dat de kerk af te rekenen heeft met een communicatieprobleem.
Durf Iedereen keek uit naar de 'reclamecampagne voor God', voorgesteld door Harry Demey van het reclamekantoor LDV United. Op basis van de bevindingen van Van Roey en Decock ontwierpen zij drie reclamecampagnes om God opnieuw bespreekbaar te maken op een frisse manier die door de modale Vlaming geapprecieerd zou kunnen worden. Het uitgangspunt van de eerste campagne, met als centrale slogan: 'Durf geloven', gaat uit van het feit dat meer dan de helft van de Vlamingen zich als gelovig bekent. Vaak gaat dat geloof niet verder dan dat men in iets gelooft, het zogeheten 'ietsisme'. De campagne speelt daarop in met slogans als: 'Leven als iets in Frankrijk? Iets zij dank? Iets beware u? Iets en klein pierke? ...
God & mens De tweede campagne werd door het publiek als iets moeilijker ervaren. Uitgangspunt hier is dat het onderzoek uitwees dat mensen eerder bereid zijn om in iets abstracts te geloven dan wel in iets concreets: de hemel ja, maar de bevolking ervan door engelen eerder niet. Bovendien wilde men niet tegen de borst stoten van de hedendaagse wetenschappelijke opvattingen. Dat blijkt duidelijk uit slogans als "Met die engeltjes wou ik eigenlijk gewoon zeggen dat er altijd iemand over je waakt." Het centrale motto van de tweede campagne luidt "God. Ik ben ook maar een mens".
Dichtbij de mensen De derde campagne ten slotte speelt in op het antidogmatisme van vele mensen die beweren nog gelovig te zijn. God wordt er gepresenteerd als iemand die zeer dicht bij de mensen staat. Dat uit zich in slogans als: 'Ik verwacht u zondag in de kerk . als Beerschot niet speelt', 'Gij zult niet stelen, wacht liever op de wintersolden' of nog 'Spreek me niet van de jeugd die zweeft, mijne kleine zei ook dat hij over water kon lopen'. Jan-Willem Wits, hoofd pers en communicatie van de Nederlandse bisschoppenconferentie, vertelde over enkele marketingprojecten in de Nederlandse rooms-katholieke kerk. Hij hield een warm pleidooi voor creativiteit en durf. Met weinig middelen kan immers heel wat verwezenlijkt worden.
Prijskaartje De avond werd besloten door een interview van Kathleen Cools (VRT) met kardinaal Danneels. Zij moest trachten te weten te komen of hij gewonnen was voor de hele reclamecampagne en of er concrete stappen zouden worden ondernomen. De kardinaal benadrukte dat dit een beslissing is van de Belgische bisschoppen en dat er allicht een prijskaartje (1,5 à 2 miljoen euro naar verluidt) aan hangt dat te hoog gegrepen is voor de Belgische kerkgemeenschap. De kardinaal is zeker gewonnen voor enkele creatieve projecten met betrekking tot de gepresenteerde geloofscommunicatie. Overleg met zijn collega-bisschoppen zal moeten uitwijzen wat haalbaar is.
PROF. NISSEN GEEFT SCHETS VAN 100 JAAR KATHOLIEKE DRANKBESTRIJDING
BRUSSEL (Kerknet) - Professor Nissen schetste naar aanleiding van de 100ste verjaardag van SAW/Sobriëtas de geschiedenis van 100 jaar drankbestrijding in katholieke middens. De geschiedenis van SAW/Sobriëtas gaat terug tot 1906, als J. De Hasque de Sobriëtasbewegng opgericht als federatie van bestaande verenigingen, die naar een oplossing zochten voor het alcoholvraagstuk. Terwijl de drankbestrijding in Nederland ontegensprekelijk verbonden was met het ontstaan van de christendemocratie, werd in Vlaanderen de ontvoogdingsstrijd gekenmerkt door een groeiende matigheidsbeweging. Vanuit een evangelische en toen beginnende sociale bewogenheid werd de preventieve drankbestrijding vertaald in actie voor de bevordering van de christelijke matigheidsbeweging.
Mgr. Ariëns Professor Nissen onderstreepte in zijn uiteenzetting vrijdagavond sterk de rol van Mgr. Alphons Ariëns, een sociale hervormen en grondlegger van de katholieke arbeidersbeweging en matigheidsbeweging in Nederland. "Pater Alphons Ariëns heeft nooit gestreefd naar onthouding, maar wel naar matigheid." In Vlaanderen en hier in Antwerpen kreeg de beweging vooral een belangrijke impuls van de Antwerpse dominicanen, waarbij pater L. Vanden Bogaert een voortrekker was. Hij richtte de bond voor onthoudingsbewegingen op. "Het model voor de organisatie zou België dan weer later van Nederland ontlenen." Toch waren er volgens prof. Nissen ook verschillen. Zo was er in Vlaanderen geen diocesane tussenschakel, die er in Nederland op vraag van de bisschoppen werd ingelast. In Nederland werd aanvankelijk ook de benaming 'Kruisverbond" gebruikt. Die naam was ontleend aan de 'The Ligue of the Cross' in Engeland. De Engelse beweging, die al in 1828 op gan g kwam, zou al van kort na de oprichting streven naar volledige onthouding. De figuur van Alphons Ariëns was ook voor Vlaanderen erg belangrijk. Een van zijn bekendste toespraken was: 'De gesel van de eeuw', een toespraak die later in drukvorm werd uitgegeven en ook in Vlaanderen een grote verspreiding zou kennen.
Prof. Nissen
Sociaal probleem "Alcoholisme werd aanvankelijk als een individueel en niet als een sociaal probleem beschouwd (...) In de negentiende eeuw veranderde de omgang met het alcoholisme. De nood aan arbeidsdiscipline, onder meer bij het bedienen van de machines, maakt dat het alcoholisme voor de werkgevers een probleem werd. De moderne industriële samenleving riep door haar sociale ontreddering tegelijk ook zelf het probleem op." Prof. Nissen onderstreepte dat men bij de katholieke drankbestrijding al van bij de aanvang oog had voor de band met de sociale context. "Zo streefde men ernaar de arbeiders hun waardigheid te laten behouden."
Wetten tegen drankmisbruik Een belangrijk probleem in de strijd tegen drankmisbruik was het feit dat de sociale tolerantie voor drank erg groot was. "Drinken werd met gezelligheid verbonden. Dat zorgde ervoor dat de pioniers in Vlaanderen in het begin erg veel weerstand moesten overwinnen. Meedrinken werd beschouwd als onderdeel van de christelijke levensvreugde en belangrijke contracten of gebeurtenissen werden wel vaker met meer dan een glaasje beklonken." Sobriëtas heeft steeds erg goed beseft dat dit een sociaal probleem was. Ook Alphons Ariëns, waarvoor het proces voor de zaligverklaring intussen al in een erg ver stadium gevorderd is, besefte dit. Daardoor was hij een profeet en een voorloper. Een echt keerpunt werd pas bereikt toen ook de politieke wereld zich met het probleem ging bezighouden. Zo legde de overheid sluitingsuren op, kwamen er wetten over het dankmisbruik en uiteindelijk ook de zo belangrijke wet Van de Velde. "Ik hoop dat het vis ioen van Alphons Ariëns levensvatbaar mag blijven. Daarin gaat de soberheid samen met het respect voor de waardigheid."
BRUSSEL (Kerknet) - Afgelopen vrijdag is met een academische zitting de 100ste verjaardag herdacht van SAW/Sobriëtas. Prof. Johan Van der Vloet herinnerde er in zijn inleiding aan dat Sobriëtas ontstond naar aanleiding van het alcoholisme van vele arbeiders in de industrie, die de welvaart voor anderen moesten scheppen, maar vaak zelf eraan kapot gingen. "Het is opvallend hoe wij in de jaren 1960 een enorme welvaart begonnen te ontwikkelen, maar hoe al in de jaren 1970 de roep om welzijn steeds sterker werd. Soms lijkt het alsof onze welvaart een bedreiging vormt voor onze geestelijke gezondheid (...) Nog steeds zijn er vele vormen van verslaving." Prof. Van der Vloet benadrukte dat Sobriëtas zich steeds vanuit een christelijke motivatie daartegen heeft ingezet. Na de inleiding dankte voorzitter Wim Van Dessel de vele aanwezigen, waaronder ook de Antwerpse bisschop Mgr. Vanden Berghe. Ook hij wees er op dat de zending zeker nog niet voltooid is, omdat er nog stee ds vele vormen van verslaving bestaan. "Vluchten lijkt typisch voor de mens. Er is de geestelijke vlucht in het Noorden, maar ook de vlucht van de armen van het Zuiden naar het Noorden." De Nederlandse historicus Professor Nissen gaf daarna een historische schets van de drankbestrijding in België en Nederland. Daarbij onderstreepte hij sterk de rol van Mgr. Alphons Ariëns die in 1905 de katholieke arbeidersbeweging en matigheidsbeweging op gang bracht. De idee voor de matigheidsbeweging kwam vanuit Vlaanderen, maar later zou Vlaanderen op zijn beurt leren van Nederland voor de organisatie daarvan.
Voorzitter Wim Van Dessel
Waar ligt onze schat?
Broeder René Stockman, de algemene overste van de Broeders van Liefde, onderstreepte in zijn inbreng over de betekenis van soberheid dat de Mammon in onze samenleving de God van het christendom wel lijkt te vervangen. "Waar men vroeger beweerde dat bij God alles mogelijk is, zegt men vandaag dat met geld alles mogelijk is". Broeder Stockman verwees naar de gouden regel, die oproept geld eerlijk en genereus te gebruiken en niet alleen voor de eigen veiligheid. "Zorg ervoor dat geld niet de nummer één wordt in uw leven. Dat is de weg van de echte soberheid, de echte sobriëtas." Hij voegde eraan toe dat vasten en soberheid geen doel op zich mogen worden. "We moeten ons steeds voor ogen houden waar onze schat ligt. Daar ligt ook ons hart (...) Waar ligt onze parel vandaag? Ligt die niet in het echte mens zijn, waarbij God het eerste en het laatste woord heeft in ons leven. We zullen vervulling vinden in onze relatie met God, door onszelf te geven aan anderen (...) Nederigheid betekent dat we weten dat we zelf niet het eerste en het laatste woord hebben over ons leven. We moeten geen angst hebben. Er wordt voor ons gezorgd. We moeten sober worden om echt vrij te worden."
Armoede is van alle tijden
Vlaams minister-president Yves Leterme plaatste de soberheid in zijn uiteenzetting in politiek-economisch perspectief. Daarbij onderstreepte hij dat soberheid niet strijdig is met de groei van onze markteconomie, waarin steeds de mens centraal moet staan. Hij riep echter ook op te beseffen dat geen groei een afbouw van onze welvaart betekent en ten koste gaat van onze zorgmaatschappij. "We moeten ons echter afvragen welke groei we willen." Tot slot onderstreepte hij dat we dreigen te vergeten dat er ook trage vragen zijn, die tijd nodig hebben om beantwoord te worden. "Matiging en soberheid kunnen een plaats krijgen in onze samenleving, als we de tijd opnieuw tijd laten zijn." Hilde Kieboom van de Sint-Egidiusgemeenschap wees erop dat armoede van alle tijden is en de kloof tussen arm en rijk alleen maar verder lijkt toe te nemen. "Armen, alcoholisten, drugverslaafden, gevangenen . kortom, de meest kwetsbaren in onze samenleving zijn daar het eerste slachtoffer va n." Hilde Kieboom vroeg ook extra aandacht voor de groeiende groep bejaarden, die met eenzaamheid kampen. "Steeds meer zieke en oude mensen wachten op bezoek dat niet komt." Volgens haar kunnen we ook nog iets leren van Afrika, dat ons het belang van solidariteit leert. "Het wonderbaarlijke is dat er bij hen telkens genoeg is voor iedereen. Toch zijn de problemen van mijn Afrikaanse vrienden niet min (...) Afrika leert ons dat men weinig middelen en veel goede wil wonderen kan doen. Dat moet een les zijn voor ons in Europa. Daar leerde ik de uitspraak van Paulus begrijpen: als ik zwak ben, ben ik sterk."
Wij moeten ons steeds afvragen welke groeie we willen!
WE MOETEN ONS STEEDS AFVRAGEN WELKE GROEI WE WILLEN
Vlaams minister-president eregast op viering 100 jaar SAW/Sobriëtas
BRUSSEL (Kerknet) - Vlaams minister-president Yves Leterme was vrijdagavond eregast tijdens de viering van de 100ste verjaardag van SAW/Sobriëtas, dat in 1906 werd opgericht als overkoepelende federatie van bestaande verenigingen die naar een oplossing zochten voor het alcoholvraagstuk. Die verjaardag werd herdacht met een academische zitting in het provinciehuis in Antwerpen.
Minister-president Yves Leterme
Economie staat ten dienste van de mens
"Verslaving begint wanneer men niet meer genoeg heeft aan de dingen, maar gedreven wordt door de drang naar meer geld, macht, gelding en bezit. Daarbij verwees hij naar de Griekse filosoof Aristoteles die er in zijn ethiek voor pleit het midden te houden tussen te veel en te weinig. Te midden van dat spanningsveld moeten we de matiging vorm geven. "Toch ben ik het niet eens dat de soberheid haaks staat op de groei van onze markteconomie. We moeten ons echter afvragen welke groei we willen. Geen groei betekent een afbouw van onze welvaart en zal ten koste gaan van onze zorgmaatschappij. Anderzijds kan de economische groei de mens volledig in beslag nemen en opvorderen. Economische groei mag niet ten koste gaan van de mens (...) Soberheid vanuit economisch-politiek perspectief betekent dat we het geluk van de mens voor ogen houden. Ik meen dat dit een typisch kenmerk is van ons Rijnlandmodel." Dat impliceert volgens Leterme dat economische en politieke verantwoordelijken ove rleg voeren met alle betrokkenen.
Druk, druk, druk
Minister-president Leterme verwees in zijn toespraak ook naar de enorme tijdsdruk in onze maatschappij. "Dat doet ons vergeten dat er ook trage vragen zijn, die tijd nodig hebben om beantwoord te worden." Hij had het in dat verband onder meer over het gezin, maar ook naar vragen in verband met lijden en dood. "Matiging en soberheid kunnen een plaats krijgen in onze samenleving, als we de tijd opnieuw tijd laten zijn."
"Het diaconaat van de vrouw wordt de eerste grote drempel die zal worden overschreden om vrouwen tot alle kerkelijke functies toe te laten en daarom is het Vaticaan er zo huiverig voor. Tot mijn eigen verrassing ben ik in de Bijbel en in de christelijke traditie geen argumenten tegengekomen tegen vrouwelijke priesters".
John Wijngaards geeft een nieuwe aanzet voor vrouwenemancipatie in de rooms-katholieke kerk.
Zie: Hans (John) Wijngaards, Vrouwen tot diaken gewijd, Abdij van Berne, Heeswijk, 224 blz., 17, ISBN 978-90-762242-76-7. In 2005 kreeg hij de Marga Klompéprijs.
"Het lijkt onwaarschijnlijk. Een bedrijf dat zijn fabrieken naar een uithoek van de wereld verplaatst omdat het daar al voor een prikje kinderarbeiders kan in dienst nemen, dat een viscerale afkeer heeft van alles wat naar sociale rechten zweemt en iedereen de deur wijst die voor zjn rechten op komt, dat afval water ongezuiverd in het plaatselijke meer loost, giftige dampen kwistig de atmosfoor injaagt en zo stilaan in het centrum van een uitdijende ecologische woestijn komt te liggen... Zo'n bedrijf zou niet beduidend beter presteren dan een concurrent die proactief bezig is met de milieu- en sociale wetgeving en die probeert om de lijn met de vakbonden optimaal open te houden. En toch is het zo, zeggen de marketeers van het ethisch beleggen al jaren. De cijfers lijken hen de jongste tijd gelijk te geven."
Luc Coppens in De Standaard van maandag 27 november 2006, p. E5.