Zomer
De grote zomerdag staat open En bouwt zijn weelde over de aarde, Het malse moes lacht in de gaarde Bij 't sappig groen, met dauw bedropen; Het ruiselt in de weke hagen, Het gonzelt in de bloesemstruiken, het tintelt in de groene pruiken Der berken bij de zoete vlagen; De kool brandt op de peerse kluiten, De blonde brem bloeit welig tegen De mulle hel-beschenen wegen Met volle gele honigtuiten, - Hef over de aarde uw aangezicht, Over uw ogen valt het licht, Over uw lippen stort een lied - Levend mooi mens geniet!
Van zon en zomer (1902)
Schrijver: C.S. Adama van Scheltema
04-07-2016 om 16:23
geschreven door julie (Arlette)
|