Lente of voorjaar is een van de vier seizoenen. De lente begint op het noordelijk halfrond (meestal) op 20 maart en eindigt (meestal) op 21 juni. Tijdens de lente worden in de noordelijker streken van het noordelijk halfrond de bomen veel groener en gaan veel planten bloeien; geleidelijk wordt het warmer en wordt de kans op vorst kleiner; na IJsheiligen (11 mei) is de kans op vorst klein.
Effect van de lente op mensen
Effect van de lente op de mensen
De dagen in de lente worden ten opzichte van de voorgaande winter langer, en het zonlicht wordt sterker. Dat heeft effect op mensen, omdat de hoeveelheid serotonine en dopamine hoger wordt. Dit zorgt voor een algemeen welbevinden en enige euforie, met name bij natuurvolken die veel buiten zijn. Dat het verlangen naar een partner of seks groter wordt is echter niet bewezen, en is mogelijk alleen te danken aan andere, minder verhullende kleding van de mogelijke partners.
Naast deze positieve effecten treedt ook voorjaarsmoeheid op, dat volgens een onbewezen theorie te wijten zou zijn aan een nog hoge concentratie melatonine.
Traditioneel wordt in Nederland de voorjaarschoonmaak, of grote schoonmaak gehouden, waarbij het hele huis wordt schoongemaakt
Effect van de lente op planten en dieren
Alle planten, dus ook de landbouwgewassen, beginnen in de lente te groeien na de winterslaap. Ook dieren komen uit hun schuilplaatsen en begin met nestelen. Trekvogels migreren noordwaarts als reactie op de hogere temperaturen. Bij zoogdieren, zoals bijvoorbeeld schapen, worden de jongen vroeg in de lente geboren, zodat ze tegen het eind van de zomer met voldoende reserve het moeilijke winterseizoen ingaan.
Door de toename van het licht, maken planten en bomen nieuwe scheuten en bladeren. Deze ontwikkelen zich uit voedselreserves die zijn opgeslagen tijdens het voorgaande groeiseizoen. In bossen ontwikkelen zich de planten op de bodem het snelst. Deze maken gebruik van de korte periode dat de bodem van het bos nog veel zonlicht ontvangt doordat de bomen nog geen of weinig bladeren hebben.
Vooral bolgewassen ontwikkelen zich snel tijdens de lente. Vanuit de bol kan de plant zeer snel groeien en bloeien. Snel wordt het zaad ontwikkeld, waarna de bladeren bovengronds weer afsterven en de bol in rust blijft tot het volgende lenteseizoen. Voorbeelden hiervan zijn anemonen en narcissen. De expositie in de Keukenhof vindt dan ook alleen plaats tijdens de lente.
In de Alpen en andere gebieden met gletsjers beginnen deze te smelten, waardoor de rivieren zwellen