Grondig genieten met oesterzwammen
Oesterzwammen worden vooral gekweekt op een strosubstraat. Maar intussen is ook een bioteelt ontstaan die gebruikmaakt van houtsnippers. Back to nature dus, want ook in de natuur groeien oesterzwammen op (dood) hout. Ze groeien in clusters, hebben dikke stelen en een ronde of ovale, bladvormige hoed. De oesterzwam smaakt mild en heeft een ietwat taaie textuur. Oesterzwammen zijn het ganse jaar door verkrijgbaar. Verse paddenstoelen moeten onbeschadigd, dik en sponsachtig zijn zonder hun stevigheid te verliezen. Ze moeten ook vers ruiken. Je bewaart ze best in de koelkast, in hun originele verpakking. Oesterzwammen houden niet van water: om ze schoon te maken, volstaat afborstelen. Let er op dat alle vuil weggehaald wordt uit de holtes en randen. Net zoals champignons hebben oesterzwammen een lage caloriewaarde. Ze zijn vetarm, rijk aan eiwitten, vitaminen en mineralen. Bovendien bevatten oesterzwammen een flinke portie selenium, een krachtig antioxidant en werken op die manier preventief aan je gezondheid. Bovendien zijn oesterzwammen een fantasierijke inspiratiebron voor keukenprinsen en prinsessen. In een slaatje, gestoofd, op een toast, geblust met wat porto, snippertjes in een feestelijke soep,
zoveel mogelijkheden om verrassend uit de hoek te komen. De fantasie aan de macht
.
|