xml:namespace prefix = v ns = "urn:schemas-microsoft-com:vml" />xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Dinsdag 21 april
Wie zijn broeder, die hij heeft gezien, niet liefheeft, kan God, die hij niet heeft gezien, niet liefhebben. - 1 Joh. 4:20.
Als je je kinderen leert van hun broeders en zusters te houden, leer je hun dus van God te houden. Ouders moeten zich afvragen: 'Is de algemene toon van mijn gesprekken over de gemeente aanmoedigend of kritisch?' Hoe kom je dat te weten? Luister goed naar de manier waarop je kinderen over de vergaderingen en de leden van de gemeente praten. Waarschijnlijk zul je in hun woorden jouw gedachten horen doorklinken. Hoe kunnen ouders hun kinderen helpen van hun broeders en zusters te houden? Peter, vader van twee tienerjongens, zegt: "Vanaf de tijd dat de kinderen nog klein waren, hebben we geregeld rijpe broeders en zusters bij ons thuis uitgenodigd voor een maaltijd en gezellige omgang, en dat was heel leuk. Onze jongens hebben altijd nauwe omgang gehad met mensen die van Jehovah houden, en nu zien ze dat het dienen van God een fijne manier van leven is." w07 1/9 2: 15, 16
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: het is heel normaal dat kinderen de religie van hun ouders overnemen als ze die al hebben. Het thema van de vermelde wachttoren is dan ook "Leer jullie kinderen van Jehovah te houden".
Ik heb het reeds gezegd dat "woorden wekken en voorbeelden strekken" wanneer ouders voorbeeldig zijn is er veel kans dat ook de kinderen die weg zullen opgaan. Het tegenovergestelde is uiteraard eveneens van toepassing.
Dat is natuurlijk geen garantie dat het ook zo zal gebeuren. Bij Jehovah's Getuigen is er weinig verschil met gelijk welke religieuze organisatie. Het is zelfs frappant dat er zoveel jongeren afhaken door datgene wat zij hun ouders zien doen en laten. Niet dat het in theorie fout is met Jehovah's Getuigen, maar in de praktijk is het zo dat jongeren zolang zij onder het ouderlijk dak verblijven zij weinig of geen zeggenschap of inbreng hebben.
Toch is de opvoeding van dien aard dat er wel degelijk serieuze normen en beginselen kunnen ingeprent worden wat ten goede zal zijn voor hun verdere leven. Daar tegenover zijn er zodanig veel beperkingen die de jongeren bijna dwingen om een dubbel leven te leiden. Eentje in de gezinskring en voor de dienst en vergaderingen en een tweede voor school en buiten het gezichtsveld van de ouders en verantwoordelijken.
Zoals van Hendrik Conscience gezegd werd "dat hij zijn volk leerde lezen", kan van Jehovah's Getuigen gezegd worden "dat zij hun kinderen leren liegen". Vooral de laatste 20 jaar hebben schoolgaande kinderen en dan nog specifieker de kinderen van de verantwoordelijken het erg moeilijk om datgene te doen wat hun ouders verlangen, velddienst inbegrepen en te doen wat de schoolautoriteiten van hun leerlingen mogen verwachten.
Er is voor beide zijden iets te zeggen, maar dat de organisatie en het besturende lichaam schrijven dat wanneer op de dag van een vergadering het beter is naar de vergadering te komen dan huiswerk te maken is geen opkikker voor de goeie gang van zaken.
Zo werden wij in de vroege jaren zeventig geconfronteerd om onze kinderen niet naar de kleutertuin te sturen omdat dit niet verplicht was en diezelfde kinderen waarschijnlijk nooit de school zouden moeten afmaken omdat daartegen Armageddon achter de rug zou zijn.
Hetzelfde gebeurde met onze oudere jongens, die zouden nooit opgeroepen worden om soldaat te worden.
Ik was ervan overtuigd dat de organisatie en het besturende lichaam het bij het rechte eind hadden en geloofde de volle honderd procent wat zij publiceerde en suggereerden. Later besefte ik hoe fanatiek ik moet overgekomen zijn op anderen. Tegenwoordig voel ik mij goed in mijn vel.
Woensdag 22 april
Let op en hoedt u voor elke soort van hebzucht. - Luk. 12:15.
Hebzucht is meer dan alleen het verlangen naar geld of bezittingen, dingen waarvan een gepast gebruik kan worden gemaakt en die een juist doel kunnen dienen. Volgens een woordenboek is hebzucht een "buitensporige begeerte naar rijkdom of bezittingen of naar andermans bezittingen". Het kan betekenen dat iemand een onverzadigbare, begerige drang heeft om dingen te bezitten - misschien zelfs dingen die van een ander zijn - uit pure hebberigheid, zonder erbij na te denken of hij ze wel nodig heeft en welke uitwerking het op anderen heeft. Iemand die hebzuchtig is, laat zijn denken en doen zo beheersen door het voorwerp waarnaar zijn begeerte uitgaat dat het in feite zijn god wordt. De apostel Paulus stelt een hebzuchtige gelijk met een afgodendienaar, die geen deel heeft in Gods koninkrijk (Ef. 5:5; Kol. 3:5). Het is interessant dat Jezus waarschuwde voor "elke soort van hebzucht". Waarom? Omdat hebzucht er in vele vormen is. w07 1/8 1: 7-9
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: en wij zitten weer op de materiële toer of liever, "hebben is hebben en krijgen is de kunst". Volgens het boven aangehaald woordenboek is hebzucht een "buitensporige begeerte naar rijkdom of bezittingen of naar andermans bezittingen". Volgens de Bijbel en de organisatie en het besturende lichaam is God de soeverein van het gehele universum en bijgevolg ook van alles wat zich rond, op en in de aarde bevindt, mensen inbegrepen. Nu heb ik meerdere malen meegemaakt dat nieuwe en ook gerenoveerde koninkrijkszalen aan Jehovah werden opgedragen. Terwijl de eigendomsrechten automatisch in handen van de organisatie en het besturende lichaam werden overgedragen. Evenwel zijn het de plaatselijke broeders en zusters die zowel het beginkapitaal aandroegen als de lening die de organisatie en het besturende lichaam verstrekte afbetaalden. Vroeger werd zelfs 6% interest gevorderd, maar die is afgeschaft. Wanneer een gemeente ontbonden wordt zal het eigendom volgens het inzicht van de organisatie en het besturende lichaam verkocht worden en het geld als bijdrage voor het wereldwijde werk worden gedeponeerd.
In werkelijkheid is dus iedere koninkrijkszaal in eigendom, het eigendom van de organisatie en het besturende lichaam. En die " koninkrijkszaal in eigendom" wordt door de organisatie en het besturende lichaam verzekerd als "wederzijdse hulp", maar iedere gemeente, die het kan, zal een aangepast bedrag per jaar betalen. Dus buiten de vrijwillige bijdragen is er een morele bijdrage die je kunt vergelijken met "solidariteitsbijdragen". Je moet hen echt niets, maar dan ook niets leren.
Niets voor niets zei Jezus Christus en waarschuwde hij voor "elke soort van hebzucht" en het commentaar stelt dan ook terecht de alom tegenwoordige vraag, WAAROM?
En ik antwoord als een waanzinnige, omdat hebzucht er in vele "gecamoufleerde" vormen is.
Zie ook het commentaar van de dagtekst van 14 maart.
donderdag 23 april
Deze weduwe heeft, ofschoon zij arm is, er meer in geworpen dan zij allen. - Luk. 21:3.
Niet iedereen kan God als fulltime prediker dienen. Als je te kampen hebt met ouderdom, een slechte gezondheid of andere beperkingen, bedenk dan dat Jehovah veel waardering heeft voor je getrouwheid en wat je met hart en ziel aan dienst voor hem kunt doen (Luk. 21:2). Niemand van ons moet de uitwerking onderschatten die onze inspanningen, hoe beperkt ook, op anderen kunnen hebben. Stel dat we bij een paar huizen hebben aangebeld en niemand hebben getroffen die belangstelling scheen te hebben voor onze boodschap. Wie weet of de huisbewoners na ons vertrek niet nog uren of dagen over ons bezoek praten, zelfs als niemand de deur voor ons opendeed! We verwachten niet dat iedereen die het goede nieuws hoort, gunstig zal reageren, maar sommigen doen dat wel (Matth. 13:19-23). Anderen reageren misschien later, als de wereld toestanden of hun eigen omstandigheden veranderen. Hoe het ook zij, door in de openbare bediening te doen wat we kunnen, verrichten we Gods werk. We zijn "Gods medewerkers". - 1 Kor. 3:9. w07 1/l0 2: 9
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: om het nog eens met een spreuk te zeggen: "wie geeft wat hij heeft is waard dat hij leeft" of "wie doet wat hij kan dat is tenminste een man". Er zijn honderden ervaringen waarbij het christelijk gedrag anderen heeft geholpen om eveneens de bijbel te gaan bestuderen. En er zijn er nog veel meer waardoor mensen religie afstotend vinden omdat zij het wel zéggen, maar door hun gedrag en spreken Gods naam onteren.
Ik heb het reeds gezegd, dat als diegenen die ooit met een gemeente van Jehovah's Getuigen verbonden zijn geweest, terug zouden komen, dan zouden er meer dan het dubbele kunnen geregistreerd worden.
Hoe kan dit? Waarom, als zij de waarheid bezitten, verlaten er zovelen de organisatie?
Vanaf het moment dat iemand opmerkt dat er morele druk wordt gestoken gaan, diegenen weg die het als een schending ervaren.
Andreas Eschbach zegt in zijn boek "HET MESSIAS MYSTERIE" op blz. 99 het volgende:
Hij had een tijdlang vragen gesteld, maar de antwoorden waren onbevredigend geweest, en als hij begon te discussiëren, moest hij vaststellen dat degenen die meenden hem de antwoorden te kunnen geven, niet bereid waren te discussiëren. Ze wisten alles immers al, omdat ze geloofden, en als hij op een inconsequentie wees, dan sloegen ze hem met het argument om de oren dat het er niet om ging om te twijfelen, maar om te geloven.
Dat is volgens mij eentje onder de gordel, maar wel typerend voor wat men een "sekte" kan noemen.
De organisatie en het besturende lichaam doen dit reeds vanaf het begin. Ik zeg niet het prille begin. Het werd duidelijker toen Rutherford aan de macht is gekomen, maar je kunt dit maar weten als je gaat grasduinen in het verleden, de tegenstrijdigheden noteert en zeer objectief blijft.
Jef Geeraerts schrijft ongeveer hetzelfde in zijn boek "DE PROCUREUR GENERAAL" blz. 121: "Dank zij de CVP werd volgens het principe van de backlash* de schuldige toch benoemd en degenen die de flaters aan het licht hadden gebracht, systematisch in diskrediet gebracht of zelfs gerechtelijk vervolgd wegens eerroof". (* = verzet, reactie of achterwaartse beweging).
In boven vermelde gevallen is het een religieuze kerkelijke vervolging 't zij door monddood maken, uitsluiting of het bijbelse misbruik van de schriftplaats uit 2 Petrus 2: 22 "Hun is overkomen wat het ware spreekwoord zegt: De hond is tot zijn eigen uitbraaksel teruggekeerd, en de gebade zeug tot het rollen in de modder.
Waarbij volgens mij "de hond" op de man slaat, en de "zeug" op de vrouw. (Schrijft dit maar toe aan mijn slecht karakter).
vrijdag 24 april
Ik werd afgunstig op de pochers, toen ik maar steeds de vréde der goddelozen zag.
Ps. 73: 3.
Op een bepaald moment in zijn leven raakte Asaf, de schrijver van Psalm 73, ontmoedigd. Hij zag de materiële voorspoed van goddeloze mensen, en hij merkte dat ze vaak tevreden leken met hun leven en geen nadelige gevolgen van hun goddeloosheid ondervonden. Hij kon niet helemaal bevatten waarom de goddelozen ongestraft kwaad schenen te kunnen doen terwijl rechtgeaarde mensen het vaak moeilijk hadden. Uiteindelijk ging die getrouwe man uit de oudheid begrijpen wat de goddelozen te wachten stond - dat Jehovah te zijner tijd de dingen zou rechtzetten (Ps. 73:17-19). Het is zonder enige twijfel Jehovah's voornemen om op zijn bestemde tijd goddeloosheid en het ermee gepaard gaande onrecht op aarde uit te bannen (Ps. 37:9). Dat is iets waaraan zelfs loyale christenen zichzelf geregeld moeten herinneren. Jehovah zal degenen die tegen zijn wil ingaan, verwijderen, en hij zal degenen die er in overeenstemming mee leven, belonen. - Ps. 11:4-7. w07 15/8 1: 9-12
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: ik denk nu te weten waarop de organisatie en het besturende lichaam hun manier van schrijven baseert. Waarom zegt Asaf dat hij de "materiële" voorspoed van de goddeloze mensen zag, precies of zij allemaal, omdat zij goddeloos waren materiële voorspoed genoten.
Deze veralgemening vind ik steeds terug in de publicaties van de organisatie en het besturende lichaam. Het bestaat gewoon niet dat iemand goddeloos is omdat hij meer materiële voorspoed geniet. Het kan evenmin dat goddelozen gespaard zouden worden van zorgen en ziekten dan gelovigen. Het is wel zo dat goddelozen schijnbaar ongestraft door het leven gaan, dit is ook in onze tijd merkbaar. Wij weten dat veel criminelen door de mazen van het net ontkomen en dat is dan dikwijls de reden dat iemand met zijn slechte praktijken verder blijft doen.
Zie Prediker 8:11-13 "Omdat het vonnis over een slecht werk niet spoedig is voltrokken, daarom is het hart der mensenzonen in hen er volkomen op gericht kwaad te doen. 12 Hoewel een zondaar misschien honderdmaal kwaad doet en lange tijd blijft zoals hij verkiest, ben ik mij er toch ook van bewust dat het goed zal aflopen met hen die de [ware] God vrezen, omdat zij hem hebben gevreesd. 13 Maar het zal volstrekt niet goed aflopen met de goddeloze, noch zal hij zijn dagen verlengen, die als een schaduw zijn, omdat hij God niet vreest".
Omdat er in het eigen leven bijna nooit een verandering ten goede komt, tenzij je dat zelf doet of met de hulp van anderen, zal het ook niet veranderen.
Dat de organisatie en het besturende lichaam een hulp kunnen zijn is zeker waar, maar aan die hulp mogen geen verplichtingen zijn verbonden.
Vanaf het moment dat de organisatie en het besturende lichaam zichzelf als heersers opstellen gaan zij buiten datgene wat geschreven staat. In de plaats van een instrument in Gods handen worden zij, of verlagen zij zich tot datgene wat zij andere organisaties, zowel politieke als religieuze, meestal terecht verwijten.
Het is duidelijk uit de manier waarop de organisatie en het besturende lichaam zich opdringen als het geweten van het individu waardoor zij zich in werkelijkheid het leven van dat individu toeëigenen.
Om het nog duidelijker uit te drukken zeg ik dat de organisatie en het besturende lichaam hun eigen geweten opdringen aan het individuele geweten van al hun leden, zo'n zeven miljoen stuks, gemanipuleerd en geconditioneerd door die enkele mannen die alzo heersen over de meute, want jachthonden maken zij er van.
Ga ik werkelijk te ver? En deze dan:
1) De Wachttoren, 1 oktober 1994, blz. 8
"Allen die de bijbel willen begrijpen, dienen in te zien dat de "rijk gevarieerde wijsheid van God" uitsluitend bekend kan worden via Jehovahs communicatiekanaal, de getrouwe en beleidvolle slaaf.
2) De Wachttoren, 1mei 1995, blz. 19
"Natuurlijk dient bijbellezen niet in de plaats te komen van het gebruik dat u maakt van het voortreffelijke studiemateriaal dat via de getrouwe en beleidvolle slaaf" beschikbaar is gesteld".
3) De Wachttoren, 15 maart 1998, blz. 19
"Teneinde misverstanden te voorkomen, proberen Jehovah's Getuigen nauwkeurig te zijn als zij zich uiten. In plaats van te zeggen "Het Genootschap leert", geven veel Getuigen er de voorkeur aan om uitdrukkingen te gebruiken als "de bijbel zegt" of "ik begrijp dat de bijbel leert". Op deze wijze beklemtonen zij de persoonlijke beslissing die iedere Getuige heeft genomen om de bijbelse leringen te aanvaarden en vermijden zijn ook de verkeerde indruk te wekken dat Getuigen hoe dan ook gebonden zijn aan de voorschriften van de een of andere religieuze sekte".
Nog één vraag, wat versta jij onder "persoonlijke beslissing"?
Zaterdag 25 april
Van u is het koninkrijk, 0 Jehovah, gij die u ook als hoofd over alles verheft.
1 Kron. 29:11.
Nadat Jehovah de engelen had geschapen, breidde hij zijn heerschappij uit door het uitgestrekte en ingewikkelde stoffelijke universum te scheppen, met inbegrip van de aarde (Job 38:4, 7; Ps. 148:5, 6). Met de schepping van het eerste mensenpaar oefende God Zijn soevereiniteit op nog een andere manier uit. Jehovah voorzag de mensen van alles wat ze nodig hadden om een zinvol en voldoening schenkend leven te leiden en schonk hun daarnaast het gezag over de lagere aardse schepselen: hij delegeerde autoriteit (Gen. 1:26-28; 2:8, 9). Adam en Eva hadden het vooruitzicht eeuwig in een aards paradijs te wonen (Gen. 2:15-17). Wat kunnen we uit dit alles concluderen? Ten eerste dat Jehovah altijd zijn soevereiniteit over heel zijn schepping heeft uitgeoefend. Ten tweede dat Gods heerschappij weldadig is en waardigheid verleent. En tot slot dat het tot eeuwige zegeningen zal leiden als we Gods heerschappij gehoorzamen en steunen. w07 1/12 1: 3-5
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: de mogelijkheden van de aarde, de voorzieningen en de enorme variëteiten, de natuur en de manieren waarop de mens van heel de schepping zou kunnen genieten zijn legio.
Met deze geneugten geconfronteerd is het bijna onbegrijpelijk dat het eerste mensenkoppel het liet afweten temeer daar zij volgens de Bijbel volmaakt waren.
Zij kregen zelfs het gezag over de lagere aardse schepselen: God delegeerde autoriteit.
En die "gedelegeerde autoriteit" geeft mij weer het gevoel dat er iets meer mee bedoeld wordt dan autoriteit over 'alleen' die lagere schepselen, tenzij daar ook mensen mee bedoeld worden.
Maar soit we zitten ermee en moeten er mee leven. En niet morgen, maar vandaag.
Daarmee bedoel ik dat gisteren gepasseerd is en misschien hebben wij weer wat bijgeleerd.
Morgen moet nog komen en zoals Jezus Christus zei in Mattheüs 6:34. "Weest dus nooit bezorgd voor de volgende dag, want de volgende dag zal zijn eigen zorgen hebben. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad".
De context toont aan waarom Jezus Christus dat op deze manier onder onze aandacht bracht. Hij vestigde de aandacht op Mattheüs 6:33 "het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid".
Dus op het middel dat morgen of mettertijd dit paradijs zou herstellen.
Echter niet alleen op het koninkrijk, maar vooral op Gods rechtvaardigheid en dat is veel belangrijker dan het instrument dat HIJ zou gebruiken.
De aandacht die de organisatie en het besturende lichaam op het koninkrijk leggen is duidelijk overtrokken, omdat zij volgens eigen zeggen, daar nu reeds deel van uitmaken.
In alles waar de organisatie en het besturende lichaam ook maar wat te zeggen of te schrijven heeft is of zijn de koninkrijksbelangen betrokken.
Ondertussen kunnen wij concluderen, zoals het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam hierboven zegt, dat God nog steeds Zijn soevereiniteit over Zijn schepping uitoefent, dat Zijn heerschappij weldadig en waardigheid verleent, en dat gehoorzaamheid ten slotte tot eeuwige zegeningen zal leiden.
In De Wachttoren van 2007 15/8 blz. 26 par. 16 wordt een 'bewijs' gegeven dat onder Jehovah's Getuigen reeds als een feit aanvaard is, ik citeer:
§ 16 De nieuwe hemelen, Gods hemelse regering onder Christus, zijn al geïnstalleerd. Degenen die de kern zullen vormen van de nieuwe aarde, een nieuwe aardse samenleving van rechtgeaarde mensen, worden in deze laatste dagen bijeengebracht. Ze zijn al met bijna zeven miljoen mensen in op zijn minst 235 landen en in zon 100.000 gemeenten. Die miljoenen mensen hebben de rechtvaardige wegen van Jehovah leren kennen, en als gevolg daarvan verheugen ze zich wereldwijd in een eenheid die op christelijke liefde gebaseerd is. Hun overduidelijke en duurzame eenheid is ongekend in de geschiedenis van de wereld en overtreft alles wat Satans onderdanen ooit hebben ervaren. Die liefde en eenheid zijn een voorproefje van de schitterende tijd die zal aanbreken in Gods nieuwe wereld, waarin rechtvaardigheid en gerechtigheid zal heersen.
In werkelijkheid is die liefde en eenheid gebaseerd op gehoorzaamheid aan de organisatie en het besturende lichaam. En de voorstelling ervan berust niet op waarheid, want de verdeeldheid in de afzonderlijke gemeenten zijn legio, wat de organisatie en het besturende lichaam ook maar zegt of schrijft.
Wie niet akkoord kan gaan met wat de organisatie en het besturende lichaam zegt of schrijft, wordt onherroepelijk uitgesloten.
Daar kun jij klaarblijkelijk gemakkelijk achter komen, vooral wanneer jij je eigen geweten volgt.
Ondertussen blijkt dat de geleidelijk vermindering van het aantal belijdende gezalfde, dat jarenlang als een bewijs van de tijd van het einde gold, eerder een vermeerdering van
maar liefst 1462 belijdende gezalfde in de laatste drie jaar (2006, 2007 en 2008) te zien geeft.
Van wat is die vermeerdering dan een bewijs?
|