Inhoud blog
  • De woordvoerders van God? mijn kloefen Louise
  • NEDERIGHEID EN LOYALITEIT, VOOR WIE?
  • NEDERIGHEID EN LOYALITEIT, VOOR WIE?
  • GIJ DIE ZEGT LIEG NIET, LIEG JIJ?
  • WAT IS WAARHEID?
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    seniorennet.be/eleutheros
    HERKENNEN - ERKENNEN
    25-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 26 april tot en met 30 april

    zondag 26 april

    Wij hebben het zelf gehoord. - Joh. 4: 42.

    Bij een bepaalde gelegenheid gaf Jezus bij de Jakobsbron in Sichar getuigenis aan een Samaritaanse vrouw. Tijdens dat gesprek was Jezus niet alleen zelf aan het woord; hij luisterde naar wat zij te zeggen had. Al luisterend merkte Jezus haar belangstelling voor aanbidding op en hij vertelde haar dat God personen zocht die Hem met geest en waarheid zouden aanbidden. Jezus toonde respect en belangstelling voor die vrouw, waarop zij anderen over hem vertelde en 'veel van de Samaritanen uit die stad geloof in hem stelden wegens het woord van de vrouw' (Joh. 4:5-29, 39-41). Als je in deze tijd in de velddienst een gesprek met een huisbewoner begint, zou je kunnen zeggen: "De reden voor mijn bezoek is dat ik graag uw mening zou weten over [een bepaald onderwerp J." Luister naar zijn of haar zienswijze en reageer erop, of stel er een vraag over. Laat vervolgens vriendelijk zien wat de Bijbel over het onderwerp zegt. w07 15/11 2: 7, 8

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: de voorstelling in de twee aangeduide paragrafen van vermelde wachttoren is mooi aangegeven, is voor de hand liggend en zou doeltreffend kunnen zijn. Ware het niet dat hier in onze contreien de mensen reeds voorbereid zijn op de komst van Jehovah's Getuigen.

    Velen van hen hebben hun standpunt reeds ingenomen, 't zij omdat zij vroeger hebben ondervonden dat religie één koek van hetzelfde deeg uitmaakt. Maar het kan ook zijn dat zij of een familielid met de Getuigen van Jehovah verbonden is of verbonden is geweest.

    In deze gevallen werken de bezoeken van de Getuigen van Jehovah eerder andersom. De negatieve invloed die de leden van de organisatie naar hun familie uitdragen waardoor zij als wereldse mensen een etiket worden opgeplakt zorgt voor een vervreemding die soms zo definitief blijkt te zijn dat de woorden van Jezus Christus letterlijk moeten genomen worden.

    Ik haal die woorden aan: Mattheüs 10:35-37. "Want ik ben gekomen om verdeeldheid teweeg te brengen tussen een mens en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder en tussen een jonge vrouw en haar schoonmoeder. 36Ja, ’smensen vijanden zullen zijn eigen huisgenoten zijn. 37Wie grotere genegenheid voor vader of moeder heeft dan voor mij, is mij niet waardig; en wie grotere genegenheid voor zoon of dochter heeft dan voor mij, is mij niet waardig".

    De nadruk die de organisatie en het besturende lichaam legt op mensen die hun waarheid niet aannemen, of weigeren een bijbelstudie te aanvaarden werkt die vervreemding subtiel in de hand. Terwijl de volgende tekst de Getuigen van Jehovah onschuldig verklaart aan die vervreemding: Markus 10:29-30. "Jezus zei: „Voorwaar, ik zeg ulieden: Niemand heeft huis of broers of zusters of moeder of vader of kinderen of velden ter wille van mij en ter wille van het goede nieuws verlaten, 30die niet nu, in deze tijdsperiode, honderdvoudig zal ontvangen, huizen en broers en zusters en moeders en kinderen en velden, mét vervolgingen, en in het komende samenstel van dingen eeuwig leven.

    Het kan echter nooit de bedoeling van Jezus Christus zijn geweest om gezinsleden of familieleden als oorzaak voor die vervreemding te bestempelen. En in sommige gevallen zal een gezinslid of gezinsleden of een familielid wel de oorzaak zijn, maar meestal komt die vervreemding door de subtiele manier waarop de organisatie en het besturende lichaam zowel beginnelingen als geroutineerde leden indoctrineert en manipuleert.

    Ook de aantijgingen om geen deel van de wereld te zijn of te blijven is funest voor diegenen die dit letterlijk nemen. In werkelijkheid creëert de organisatie en het besturende lichaam twee groepen van mensen, diegenen die hen volgen en diegenen die hen niet volgen. Zonder een onderscheid te maken tussen gelovigen én gelovigen, ongelovigen én ongelovigen. Daarmee bedoel ik dat mensen wel een geloof bezitten, 't zij gelijk welk een en waarom zij dit geloven.

    Sommigen geloven niet meer, maar waarom?

    Alhoewel de meeste Jehovah's Getuigen oprecht zijn in hun pogingen om mensen op geestelijk vlak te bereiken is het een poging zonder ziel, met weinig meer overtuiging dan het doel om te prediken en zodoende het certificaat voor redding te verkrijgen van de organisatie en het besturende lichaam.

    Die laatste poging om vriendelijk de Bijbel te gebruiken om hen te bewijzen dat de boodschap van God zou komen kan alleen maar aanslaan wanneer die mensen de bijbel als bewijs willen zien en dan nog?

    Want interpreteerbaar blijft de Bijbel en alle Heilige Boeken.

    MAANDAG  27  APRIL

    Alle dingen zijn rein voor de reinen. - Tit. 1:15.

    Wat bedoelde Paulus toen hij het bovenstaande zei? Paulus had het over christenen die hun denken en hun morele besef in overeenstemming hadden gebracht met Gods maatstaven. Die christenen erkennen dat er in veel dingen die niet rechtstreeks veroordeeld worden, ruimte is voor verschillen onder gelovigen. Ze staan niet snel met een oordeel klaar, maar erkennen dat dingen die God niet veroordeelt "rein" zijn. Ze verwachten niet dat als het om aspecten van het leven gaat waarover de Bijbel geen specifieke instructies geeft, alle anderen precies zo denken als zij. Stel je eens het geval voor van een zuster met een echtgenoot die haar geloof nog niet deelt. Iemand uit Zijn familie gaat trouwen, en de plechtigheid zal in een kerk van de christenheid plaatsvinden. (Of er is een familielid gestorven, misschien een van de ouders, en de rouwdienst zal in een kerk gehouden worden.) Het echtpaar wordt uitgenodigd, en de man wil dat zijn vrouw hem vergezelt. Wat zegt haar geweten over het bijwonen van de plechtigheid? w07 15/10 2: 9, 10

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: nu hebben wij dat reeds dikwijls herhaald, zoals het commentaar begint dat Paulus het had over "christenen die hun denken en hun morele besef in overeenstemming hadden gebracht met Gods maatstaven".

    En de maatstaven van de organisatie en het besturende lichaam zijn niet altijd die van God, zeker weten. Ik ga enkele aanhalingen doen, maar daar zijn veel meer voorbeelden van.

    1) Die christenen erkennen dat er in veel dingen die niet rechtstreeks veroordeeld worden, ruimte is voor verschillen onder gelovigen.

    Nu staat er in niet de bijbel dat men geen 'burgerdienst" mag doen, maar daar hebben duizenden voor in de gevangenis gezeten omdat de organisatie en het besturende lichaam zeiden dat dit gelijk stond met je neutraliteit schenden, of als "soldaat" dienst te doen. Diegenen die toen wel "burgerdienst" verrichten werden uitgesloten. Dit is ondertussen wel veranderd, zonder excuses of schriftuurlijke redenen.

    Alleen werd het op een gegeven moment een "gewetenskwestie".

    2) Ze staan niet snel met een oordeel klaar, maar erkennen dat dingen die God niet veroordeelt "rein" zijn.

    In De Wachttoren, juli 1934, blz. 99 staat dat "Niemand van de tempelklasse zal zo dwaas zijn te beweren, dat een broeder (of broeders) die zich vroeger onder hen bevond, en die gestorven en naar den hemel gegaan is, nu de heiligen op aarde onderricht en hen leidt in betrekking tot hun werk. Zulk een gevolgtrekking doet denken aan de "zonde van Samaria".

    Hier oordelen zij hun eigen broeder(s) dat zij dwaas zouden zijn als zij dit wel dachten of zeiden (...)

    En vergelijk het nu eens met Openbaring – Haar Grootse Climax is Nabij!, blz. 124-25) .

    "En een van de oudere personen nam het woord en zei tot mij: ’Wie zijn dezen die in de lange witte gewaden gehuld zijn, en waar zijn zij vandaan gekomen?’ Daarop zei ik onmiddellijk tot hem: ’Mijn heer, gíj weet het. Openbaring 7:13, 14a ).
    Ja, die oudere persoon kon het antwoord te weten komen en het aan Johannes doorgeven. Dit suggereert dat reeds uit de doden opgewekte personen die tot de groep van de 24 oudere personen behoren, betrokken zouden 'kunnen' zijn bij het doorgeven van goddelijke waarheden in deze tijd.

    Dit is juist het tegenovergestelde en gij nu?

    Nu kun je dit afdoen als toegenomen licht, maar ondertussen heeft de organisatie en het besturende lichaam toch maar de woorden van Jezus Christus, hun leider, genegeerd die gezegd heeft in Mattheüs 7:1-2 "Houdt op met oordelen, opdat GIJ niet wordt geoordeeld; 2want met het oordeel waarmee GIJ oordeelt, zult GIJ geoordeeld worden; en met de maat waarmee GIJ meet, zal men U meten.

    Dat is nu precies wat ik en vele anderen Jehovah's Getuigen en ex Jehovah's Getuigen doen, niet oordelen of meten, maar aan de kaak stellen.

    3) Ze verwachten niet dat als het om aspecten van het leven gaat waarover de Bijbel geen specifieke instructies geeft, alle anderen precies zo denken als zij.

    Nu noemt de bijbel nergens dat er rapportjes of uren moesten ingeleverd worden, soms zijn er aantallen van dopelingen genoemd, maar nooit specifiek, wel bij benadering. (Zo zijn er meer).

    Evenwel is het bij de organisatie en het besturende lichaam verheven tot een van de vereisten voor je gedoopt kunt worden. En wanneer je niet 'van deur tot deur' kunt gaan, kun je nog altijd telefoneren of brieven schrijven. Vraag eventueel om mee te gaan bij een studie. Zelfs een kwartiertje mag je inleveren, kwestie van geregeld te blijven en vooral om als een verkondiger gerekend te kunnen worden.

    Natuurlijk is het organisatorisch verantwoord, zodoende kan de organisatie en het besturende lichaam weten waar lectuur nodig is en behoefte om te dienen waar de nood het hoogst is. Maar daarom moest het niet tot een vereiste ingecalculeerd worden, of wel?

    DINSDAG  28  APRIL

    De dagen van onze jaren zijn op zichzelf genomen zeventig jaren, en indien wegens bijzondere kracht, tachtig jaren; toch is dat waarop ze aandringen moeite en schadelijke dingen; want het zal stellig snel voorbijgaan, en wij vliegen heen. -Ps. 90:10.

    Of ze nu rijk zijn of arm, alle mensen zijn onvolmaakt en hebben maar één afloop, zoals hierboven wordt opgemerkt (Job 14:1, 2; I Petr. 1:24). Mensen die geen goede band met God hebben opgebouwd, nemen vaak een houding aan van "laat ons dan eten en drinken, want morgen sterven wij", zoals de apostel Paulus het beschreef (1 Kor. 15:32). Bij anderen leidt het besef dat het leven tijdelijk en onzeker is ertoe dat ze proberen zekerheid en duurzaamheid te vinden in materiële bezittingen. Misschien denken ze dat het leven op de een of andere manier zekerder zal worden als ze veel tastbare, materiële dingen hebben. Daarom spannen ze zich voortdurend in om rijkdom en bezittingen te vergaren, waarbij ze de vergissing maken die dingen gelijk te stellen met zekerheid en geluk. - Ps. 49:6, 11, 12. w07 1/8 1: 15

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: arm of rijk het maakt wel degelijk een groot verschil.

    Evenals Paulus heb ik beide meegemaakt, en weet dus van beide het geheim, dat armoede mij tot een dief had gemaakt en rijkdom, (het was eerder welstellend), te veel van mijn eigen liet denken. (Dief zijn was tijdens de oorlog en wij hadden niet altijd eten).

    Het verschil is echter dat armoede mij er toe dwong en rijkdom mij er toe bracht. Dat mensen die geen goede band met God hebben, heeft meestal niks te maken met rijkdom of armoede, omdat zelfs arme mensen materialist kunnen zijn terwijl rijken omdat zij rijk zijn daarom nog geen materialistische houding of instelling hoeven te hebben.

    Er is ongeveer een kwart van de wereldbevolking die het " laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij" zo wie zo mogen vergeten, die van de dag in de dag moeten leven, die zich niet moeten afvragen wat zij gaan eten, maar zich afvragen of zij vandaag wel iets te eten krijgen?

    Ken je die uitdrukking: nu breekt mijn klomp? In deze situatie is het datgene wat ons aangaat iets waarover men zijn uiterste verbazing te kennen geeft. Vgl. Leersch.

    En nogal wiedes dat het mij verbaast, bij het ene geval zegt de organisatie en het besturende lichaam in hun commentaar, "leidde het tot "eten en drinken" want morgen sterven wij en bij anderen leidt het tot het besef dat het leven tijdelijk en onzeker is en proberen ze zekerheid en duurzaamheid te vinden in "materiële bezittingen".

    Ik heb het reeds gezegd dat de organisatie en het besturende lichaam bij de rijkste georganiseerde religies gerekend worden, zeker met hun onroerende goederen wereldwijd.

    Jezus Christus zei op een gegeven moment het volgende: Johannes 15:15 "Ik noem U niet langer slaven, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet. Maar ik heb U vrienden genoemd, want alle dingen die ik van mijn Vader heb gehoord, heb ik U bekendgemaakt.

    Bij het openbare jaarverslag in de respectievelijke jaarboeken die zowat alle activiteiten in het veld weergeven worden wel de uitgaven vermeld, maar nooit de inkomsten. Hoe transparant is hun vriendschap t.o.v. diegenen die voor het geld en de onroerende goederen of materiele zaken zorgen?

    Hoeveel staat erop de rekening van de organisatie en het besturende lichaam?

    Maken zij in die gevallen geen vergissingen door die dingen gelijk te stellen met zekerheid en geluk? (Met de nadruk op "zekerheid").

    WOENSDAG  29  APRIL

    [Blijft] bij elke gelegenheid ... bidden. - Ef. 6:18.

    Je kinderen kunnen veel over Jehovah leren door naar je gebeden te luisteren. Als ze horen hoe je God bedankt voor de maaltijd en hoe je een gebed opzendt als het tijd is voor Bijbelstudie, welke conclusies zullen ze dan trekken? Ze zullen waarschijnlijk leren dat Jehovah in onze fysieke behoeften voorziet - waarvoor we hem moeten bedanken - en dat hij ons geestelijke waarheden onderwijst. Dat zijn waardevolle lessen (Jak. 1:17). Maar als je ook op andere momenten dan voor de maaltijd en de gezinsstudie met je gezin bidt, en als je in je gebed specifieke dingen noemt die jou en je kinderen aangaan, zul je nog meer bereiken. Je zult je kinderen het gevoel geven dat Jehovah deel uitmaakt van jullie gezin, dat hij heel veel om ieder van jullie persoonlijk geeft (1 Petr. 5:6, 7). Zou jij elke dag met je kinderen kunnen bidden? Zou je hen kunnen helpen Jehovah als een Vriend te zien, die hun niet alleen in fysiek en geestelijk opzicht het nodige geeft maar ook voor hun emotionele behoeften zorgt? - Fil. 4:6, 7. w07 1/9 2: 5, 6

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: er worden dagelijks miljoenen misschien wel miljarden gebeden opgezonden tot God, wie of wat die God voor velen ook mag zijn.
    Het feit dat er voor die velen weinig of geen verbetering in hun situatie komt is klaarblijkelijk zo ontmoedigend dat bidden eerder een sleur is geworden i.p.v. een persoonlijk intiem gesprek met God. Ik spreek niet over één dag, maar over alle dagen, zowel die van deze week als die van vorige week, vorige maand, vorig jaar en alle voorbije eeuwen. Juist omdat gebeden zo persoonlijk en intiem zijn kan geen mens de emotionele waarden ervan kennen, herkennen of erkennen.

    Jezus Christus zei in Mattheüs 21:22 En alle dingen die GIJ in gebed en met geloof vraagt, zult GIJ ontvangen. Hebben al die "biddende" dan absoluut geen geloof? Geen volharding? Is hun hart werkelijk zo slecht, hun motivatie volledig zelfzuchtig?

    Is toename in discipelen een bewijs van Gods zegen en verhoring van gebeden? Is de eigen gelukkig verklaring, eenheid, broederschap, urenaantallen, numerieke groeid, verspreiding en vrijwillige bijdragen en de liefde die een kenmerk zou zijn, een bewijs dat gebeden verhoord worden?

    Jazeker, wanneer je dit als een bewijs wilt zien.

    Wanneer er gebrek is aan vernoemde eigenschappen is dit dan een bewijs dat God zegen er niet op rust of gebeden alsnog niet verhoord worden?

    Het is volgens mij nooit verkeerd om te bidden en evenmin om het je kinderen te leren.

    Leer jij jezelf en je gezin tezelfdertijd dat God geen enkel gebed moet verhoren?

    Dat zelfs het tegenovergestelde kan plaats vinden?

    Dat diegenen die niet bidden er in wezen geen enkel verschil kunnen in zien?

    Leer jij jezelf en je kinderen dat een gebed iets is waar je echt zelf moet achterstaan?

    Dat je daadwerkelijk en persoonlijk moet optreden of inspanningen moet doen overeenkomstig je gebed of gebeden?

    Dat je een uiterst kritisch zelf onderzoek dient te doen of je gebeden wel kunnen verhoord worden?

    De Wachttoren die het artikel behandelt, geeft verschillende praktische suggesties en voorbeelden.

    Het schoolmodel dat zij gebruiken zou doeltreffend moeten zijn, maar de realiteit is in ieder gezin anders en men kan daar geen formule voor opstellen.

    Daarom wil ik voor de organisatie en het besturende lichaam paragraaf 14 kopiëren en plakken want ook zij vormen een gezin, met, in figuurlijke zin, zo'n 7.000.000 miljoen kinderen: w07 1/9 blz. 29-30 par. 14 Leer jullie kinderen van Jehovah te houden ***

    14 Natuurlijk zijn er momenteel op aarde geen volmaakte huwelijken, en dus ook geen volmaakte gezinnen. Soms leggen ouders misschien niet de vrucht van de geest aan de dag in de omgang met hun kinderen (Galaten 5:22,23). Wat moeten ouders doen wanneer dat gebeurt? Als ze een fout toegeven, zullen hun kinderen dan minder respect voor hen hebben? Denk eens aan het voorbeeld van de apostel Paulus. Hij was voor velen een geestelijke vader (1Korinthiërs 4:15). Toch gaf hij openlijk toe dat hij fouten maakte!

    (Romeinen 7:21-25). Maar door zijn nederigheid en eerlijkheid wordt ons respect voor hem eerder groter dan kleiner. Ondanks zijn tekortkomingen kon Paulus vol vertrouwen aan de gemeente in Korinthe schrijven: „Wordt navolgers van mij, zoals ik het ben van Christus” (1Korinthiërs 11:1). Als jij je fouten ook toegeeft, zullen je kinderen die waarschijnlijk door de vingers zien.

    In de 1e plaats zou de organisatie en het besturende lichaam zelf hun fouten dienen toe te geven. Niet in algemeenheden zoals "wij zijn niet onfeilbaar" en tezelfdertijd eisen dat men hen moet gehoorzamen.

    In de 2e plaats wanneer een fout gemaakt is dient die recht gezet te worden waar maar mogelijk.

    In de 3e plaats, wanneer veranderingen of vereenvoudigingen gebeuren dienen die duidelijk omschreven te worden waarom. Schriftuurlijk voorschriften, beginselen, geboden, verboden en regels kunnen alleen maar veranderen als duidelijk gemaakt wordt dat men voordien een verkeerde kijk had die meer met interpretatie dan met goddelijke inmenging is gebeurd.
    Zelfs organisatorische veranderingen dienen fundamentele redenen te hebben en iedere gemeente dient daar over ingelicht te worden. Het feit dat ouderlingen een apart en niet beschikbare publicatie voor de verkondigers hebben is een reden tot wantrouwen, welke logische redenen daar ook voor gegeven worden .

    In de 4e plaats eist de organisatie en het besturende lichaam het volle vertrouwen van de verkondigers, maar de bijbel en het beginsel uit Psalm 146: 3 "Stelt UW vertrouwen niet op edelen, noch op de zoon van de aardse mens, aan wie geen redding toebehoort", maakt duidelijk dat zij dit niet mogen eisen en zelfs niet mogen verwachten en toch wordt die eis meermaals benadrukt.

    5e wanneer hun financiële beleid openlijk en openbaar zou gemaakt worden, zouden  zij hiermee te kennen geven dat ook zij op God vertrouwden.

    Het heeft uiteindelijk toch allemaal te maken met geloof, herkennen en erkennen.

    DONDERDAG  30  APRIL

    Laten wij ... het goede doen jegens allen, maar vooral jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof. -Gal. 6:10.

    Jakobus 2:15, 16 zegt: "Indien een broeder of een zuster zich in een naakte toestand bevindt en het toereikende voedsel voor de dag ontbeert, doch iemand van u tot hen zegt: 'Gaat heen in vrede, houdt u warm en goed gevoed', maar gij geeft hun niet wat zij voor hun lichaam nodig hebben, wat heeft dat voor nut?" Voor anderen zorgen en behoeftigen helpen is een kenmerk van ware religie. Onze aanbidding staat ons niet toe onze zorg voor anderen te beperken tot het uiten van de wens dat het hun goed zal gaan. In plaats daarvan worden we er door gevoelens van teder mededogen toe bewogen iets te doen om hen te helpen (1 Joh. 3:17, 18). Een maaltijd klaarmaken voor een zieke, een oudere helpen met karweitjes, voor vervoer zorgen naar de vergaderingen als dat nodig is en vrijgevig zijn tegenover degenen die het waard zijn: dat zijn allemaal daden van barmhartigheid waarin we overvloedig moeten zijn. - Deut. 15:7-10. w07 15/9 2: 3-5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: in de eigen publicaties maar ook in de wereldlijke media komen de organisatie en het besturende lichaam goed uit de bus. In de eerste plaats voor hun eigen mensen en waar mogelijk ook voor anderen. Dit gebeurt vooral bij rampen en in rampgebieden. Juist door hun organisatie en spreiding zijn zij uitermate gedisciplineerd en efficiënt. De publiciteit die daarmee gepaard gaat is daar beslist niet vreemd aan.

    In verband met het bovenstaande commentaar rijst toch de vraag: kunnen de organisatie en het besturende lichaam niet méér doen? De Schriftuurlijke verwijzing naar Jakobus zegt wel : "Indien een broeder of een zuster", maar de context, ook in het commentaar strekt zich wel degelijk uit tot onze evennaasten, en dat zijn duidelijk alle behoeftige mensen.

    Ik heb geen behoefte om ideeën te spuien noch suggesties te geven. Het enige wat ik hiermee bedoel is dat de enorme fortuinen en inkomsten van georganiseerde religies niet op een rekening hoeven te staan om een deel van die behoeftigen daadwerkelijker te steunen.

    Het probleem wordt grotendeels doorgeschoven en op de schouders gelegd van de aanhangers, zoals het bovenstaande commentaar duidelijk laat zien.

    Niet dat dit verkeerd kan zijn of is, maar het zou wel eens een éénzijdige benadering kunnen blijken. Terwijl de motivatie en het geloof, de mogelijkheden en de wil, samen met het vertrouwen in God eerder doorslaggevend zouden zijn dan "het appeltje" voor de toekomst.

    Ik besluit met de vraag in deze laatste kwestie: HOE GROOT MOET DAT "APPELTJE" ZIJN,

    Ik kan jullie wel zeggen dat je eigen leven in handen nemen je veel macht geeft. (en dat hoeft niet perse onafhankelijk van een organisatie te zijn).

    Maar je raakt de controle over je leven veel gemakkelijker kwijt dan dat je die terugwint. (zorg daarom dat je sterk genoeg bent zodat je op je eigen benen kunt staan en zorg voor vrienden).

    Deze gevolgtrekking komt uit het boek "DE TERECHTSTELLING" van Val McDermid.

    Wat cursief en tussen de (...) staat is mijn versie.

    EINDE VAN DE MAAND APRIL — en hartelijk bedankt voor het lezen en begrip.

    25-04-2009 om 16:51 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 21 april tot en met 25 april

    Dinsdag  21  april

    Wie zijn broeder, die hij heeft gezien, niet liefheeft, kan God, die hij niet heeft gezien, niet liefhebben. - 1 Joh. 4:20.

    Als je je kinderen leert van hun broeders en zusters te houden, leer je hun dus van God te houden. Ouders moeten zich afvragen: 'Is de algemene toon van mijn gesprekken over de gemeente aanmoedigend of kritisch?' Hoe kom je dat te weten? Luister goed naar de manier waarop je kinderen over de vergaderingen en de leden van de gemeente praten. Waarschijnlijk zul je in hun woorden jouw gedachten horen doorklinken. Hoe kunnen ouders hun kinderen helpen van hun broeders en zusters te houden? Peter, vader van twee tienerjongens, zegt: "Vanaf de tijd dat de kinderen nog klein waren, hebben we geregeld rijpe broeders en zusters bij ons thuis uitgenodigd voor een maaltijd en gezellige omgang, en dat was heel leuk. Onze jongens hebben altijd nauwe omgang gehad met mensen die van Jehovah houden, en nu zien ze dat het dienen van God een fijne manier van leven is."        w07 1/9  2: 15, 16

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het is heel normaal dat kinderen de religie van hun ouders overnemen als ze die al hebben. Het thema van de vermelde wachttoren is dan ook "Leer jullie kinderen van Jehovah te houden".

    Ik heb het reeds gezegd dat "woorden wekken en voorbeelden strekken" wanneer ouders voorbeeldig zijn is er veel kans dat ook de kinderen die weg zullen opgaan. Het tegenovergestelde is uiteraard eveneens van toepassing.

    Dat is natuurlijk geen garantie dat het ook zo zal gebeuren. Bij Jehovah's Getuigen is er weinig verschil met gelijk welke religieuze organisatie. Het is zelfs frappant dat er zoveel jongeren afhaken door datgene wat zij hun ouders zien doen en laten. Niet dat het in theorie fout is met Jehovah's Getuigen, maar in de praktijk is het zo dat jongeren zolang zij onder het ouderlijk dak verblijven zij weinig of geen zeggenschap of inbreng hebben.

    Toch is de opvoeding van dien aard dat er wel degelijk serieuze normen en beginselen kunnen ingeprent worden wat ten goede zal zijn voor hun verdere leven. Daar tegenover zijn er zodanig veel beperkingen die de jongeren bijna dwingen om een dubbel leven te leiden. Eentje in de gezinskring en voor de dienst en vergaderingen en een tweede voor school en buiten het gezichtsveld van de ouders en verantwoordelijken.

    Zoals van Hendrik Conscience gezegd werd "dat hij zijn volk leerde lezen", kan van Jehovah's Getuigen gezegd worden "dat zij hun kinderen leren liegen". Vooral de laatste 20 jaar hebben schoolgaande kinderen en dan nog specifieker de kinderen van de verantwoordelijken het erg moeilijk om datgene te doen wat hun ouders verlangen, velddienst inbegrepen en te doen wat de schoolautoriteiten van hun leerlingen mogen verwachten.

    Er is voor beide zijden iets te zeggen, maar dat de organisatie en het besturende lichaam schrijven dat wanneer op de dag van een vergadering het beter is naar de vergadering te komen dan huiswerk te maken is geen opkikker voor de goeie gang van zaken.

    Zo werden wij in de vroege jaren zeventig geconfronteerd om onze kinderen niet naar de kleutertuin te sturen omdat dit niet verplicht was en diezelfde kinderen waarschijnlijk nooit de school zouden moeten afmaken omdat daartegen Armageddon achter de rug zou zijn.

    Hetzelfde gebeurde met onze oudere jongens, die zouden nooit opgeroepen worden om soldaat te worden.

    Ik was ervan overtuigd dat de organisatie en het besturende lichaam het bij het rechte eind hadden en geloofde de volle honderd procent wat zij publiceerde en suggereerden. Later besefte ik hoe fanatiek ik moet overgekomen zijn op anderen. Tegenwoordig voel ik mij goed in mijn vel.

    Woensdag  22  april

    Let op en hoedt u voor elke soort van hebzucht. - Luk. 12:15.

    Hebzucht is meer dan alleen het verlangen naar geld of bezittingen, dingen waarvan een gepast gebruik kan worden gemaakt en die een juist doel kunnen dienen. Volgens een woordenboek is hebzucht een "buitensporige begeerte naar rijkdom of bezittingen of naar andermans bezittingen". Het kan betekenen dat iemand een onverzadigbare, begerige drang heeft om dingen te bezitten - misschien zelfs dingen die van een ander zijn - uit pure hebberigheid, zonder erbij na te denken of hij ze wel nodig heeft en welke uitwerking het op anderen heeft. Iemand die hebzuchtig is, laat zijn denken en doen zo beheersen door het voorwerp waarnaar zijn begeerte uitgaat dat het in feite zijn god wordt. De apostel Paulus stelt een hebzuchtige gelijk met een afgodendienaar, die geen deel heeft in Gods koninkrijk (Ef. 5:5; Kol. 3:5). Het is interessant dat Jezus waarschuwde voor "elke soort van hebzucht". Waarom? Omdat hebzucht er in vele vormen is. w07 1/8  1: 7-9

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  en wij zitten weer op de materiële toer of liever, "hebben is hebben en krijgen is de kunst".
    Volgens het boven aangehaald woordenboek is hebzucht een
    "buitensporige begeerte naar rijkdom of bezittingen of naar andermans bezittingen".
    Volgens de Bijbel en de organisatie en het besturende lichaam is God de soeverein van het gehele universum en bijgevolg ook van alles wat zich rond, op en in de aarde bevindt, mensen inbegrepen. Nu heb ik meerdere malen meegemaakt dat nieuwe en ook gerenoveerde koninkrijkszalen aan Jehovah werden opgedragen. Terwijl de eigendomsrechten automatisch in handen van de organisatie en het besturende lichaam werden overgedragen.
    Evenwel zijn het de plaatselijke broeders en zusters die zowel het beginkapitaal aandroegen als de lening die
    de organisatie en het besturende lichaam verstrekte afbetaalden. Vroeger werd zelfs 6% interest gevorderd, maar die is afgeschaft.
    Wanneer een gemeente ontbonden wordt zal het eigendom volgens het inzicht van
    de organisatie en het besturende lichaam verkocht worden en het geld als bijdrage voor het wereldwijde werk worden gedeponeerd.

    In werkelijkheid is dus iedere koninkrijkszaal in eigendom, het eigendom van de organisatie en het besturende lichaam. En die " koninkrijkszaal in eigendom" wordt door de organisatie en het besturende lichaam verzekerd als "wederzijdse hulp", maar iedere gemeente, die het kan, zal een aangepast bedrag per jaar betalen. Dus buiten de vrijwillige bijdragen is er een morele bijdrage die je kunt vergelijken met "solidariteitsbijdragen". Je moet hen echt niets, maar dan ook niets leren.

    Niets voor niets zei Jezus Christus en waarschuwde hij voor "elke soort van hebzucht" en het commentaar stelt dan ook terecht de alom tegenwoordige vraag, WAAROM?

    En ik antwoord als een waanzinnige,
    omdat hebzucht er in vele "gecamoufleerde" vormen is.

    Zie ook het commentaar van de dagtekst van 14 maart.

     

    donderdag  23  april

    Deze weduwe heeft, ofschoon zij arm is, er meer in geworpen dan zij allen. - Luk. 21:3.

    Niet iedereen kan God als fulltime prediker dienen. Als je te kampen hebt met ouderdom, een slechte gezondheid of andere beperkingen, bedenk dan dat Jehovah veel waardering heeft voor je getrouwheid en wat je met hart en ziel aan dienst voor hem kunt doen (Luk. 21:2). Niemand van ons moet de uitwerking onderschatten die onze inspanningen, hoe beperkt ook, op anderen kunnen hebben. Stel dat we bij een paar huizen hebben aangebeld en niemand hebben getroffen die belangstelling scheen te hebben voor onze boodschap. Wie weet of de huisbewoners na ons vertrek niet nog uren of dagen over ons bezoek praten, zelfs als niemand de deur voor ons opendeed! We verwachten niet dat iedereen die het goede nieuws hoort, gunstig zal reageren, maar sommigen doen dat wel (Matth. 13:19-23). Anderen reageren misschien later, als de wereld toestanden of hun eigen omstandigheden veranderen. Hoe het ook zij, door in de openbare bediening te doen wat we kunnen, verrichten we Gods werk. We zijn "Gods medewerkers". - 1 Kor. 3:9. w07 1/l0  2: 9

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  om het nog eens met een spreuk te zeggen: "wie geeft wat hij heeft is waard dat hij leeft" of "wie doet wat hij kan dat is tenminste een man".
    Er zijn honderden ervaringen waarbij het christelijk gedrag anderen heeft geholpen om eveneens de bijbel te gaan bestuderen.
    En er zijn er nog veel meer waardoor mensen religie afstotend vinden omdat zij het wel zéggen, maar door hun gedrag en spreken Gods naam onteren.

    Ik heb het reeds gezegd, dat als diegenen die ooit met een gemeente van Jehovah's Getuigen verbonden zijn geweest, terug zouden komen, dan zouden er meer dan het dubbele kunnen geregistreerd worden.

    Hoe kan dit? Waarom, als zij de waarheid bezitten, verlaten er zovelen
    de organisatie?

    Vanaf het moment dat iemand opmerkt dat er morele druk wordt gestoken gaan, diegenen weg die het als een schending ervaren.

    Andreas Eschbach zegt in zijn boek "HET MESSIAS MYSTERIE" op blz. 99 het volgende:

    Hij had een tijdlang vragen gesteld, maar de antwoorden waren onbevredigend geweest, en als hij begon te discussiëren, moest hij vaststellen dat degenen die meenden hem de antwoorden te kunnen geven, niet bereid waren te discussiëren. Ze wisten alles immers al, omdat ze geloofden, en als hij op een inconsequentie wees, dan sloegen ze hem met het argument om de oren dat het er niet om ging om te twijfelen, maar om te geloven.

    Dat is volgens mij eentje onder de gordel, maar wel typerend voor wat men een "sekte" kan noemen.

    De organisatie en het besturende lichaam doen dit reeds vanaf het begin. Ik zeg niet het prille begin. Het werd duidelijker toen Rutherford aan de macht is gekomen, maar je kunt dit maar weten als je gaat grasduinen in het verleden, de tegenstrijdigheden noteert en zeer objectief blijft.

    Jef Geeraerts schrijft ongeveer hetzelfde in zijn boek "DE PROCUREUR GENERAAL" blz. 121: "Dank zij de CVP werd volgens het principe van de backlash* de schuldige toch benoemd en degenen die de flaters aan het licht hadden gebracht, systematisch in diskrediet gebracht of zelfs gerechtelijk vervolgd wegens eerroof".  (* = verzet, reactie of achterwaartse beweging).

    In boven vermelde gevallen is het een religieuze kerkelijke vervolging 't zij door monddood maken, uitsluiting of het bijbelse misbruik van de schriftplaats uit  2 Petrus 2: 22  "Hun is overkomen wat het ware spreekwoord zegt: „De hond is tot zijn eigen uitbraaksel teruggekeerd, en de gebade zeug tot het rollen in de modder.”

    Waarbij volgens mij "de hond" op de man slaat, en de "zeug" op de vrouw. (Schrijft dit maar toe aan mijn slecht karakter).

    vrijdag  24  april

    Ik werd afgunstig op de pochers, toen ik maar steeds de vréde der goddelozen zag.

    Ps. 73: 3.

    Op een bepaald moment in zijn leven raakte Asaf, de schrijver van Psalm 73, ontmoedigd. Hij zag de materiële voorspoed van goddeloze mensen, en hij merkte dat ze vaak tevreden leken met hun leven en geen nadelige gevolgen van hun goddeloosheid ondervonden. Hij kon niet helemaal bevatten waarom de goddelozen ongestraft kwaad schenen te kunnen doen terwijl rechtgeaarde mensen het vaak moeilijk hadden. Uiteindelijk ging die getrouwe man uit de oudheid begrijpen wat de goddelozen te wachten stond - dat Jehovah te zijner tijd de dingen zou rechtzetten (Ps. 73:17-19). Het is zonder enige twijfel Jehovah's voornemen om op zijn bestemde tijd goddeloosheid en het ermee gepaard gaande onrecht op aarde uit te bannen (Ps. 37:9). Dat is iets waaraan zelfs loyale christenen zichzelf geregeld moeten herinneren. Jehovah zal degenen die tegen zijn wil ingaan, verwijderen, en hij zal degenen die er in overeenstemming mee leven, belonen. - Ps. 11:4-7. w07 15/8  1: 9-12

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  ik denk nu te weten waarop de organisatie en het besturende lichaam hun manier van schrijven baseert.
    Waarom zegt Asaf dat hij de "materiële" voorspoed van de goddeloze mensen zag, precies of zij allemaal, omdat zij goddeloos waren materiële voorspoed genoten.

    Deze veralgemening vind ik steeds terug in de publicaties van
    de organisatie en het besturende lichaam.
    Het bestaat gewoon niet dat iemand  goddeloos is omdat hij meer materiële voorspoed geniet.
    Het kan evenmin dat goddelozen gespaard zouden worden van zorgen en ziekten dan  gelovigen. Het is wel zo dat goddelozen schijnbaar ongestraft door het leven gaan, dit is ook in onze tijd merkbaar. Wij weten dat veel criminelen door de mazen van het net ontkomen en dat is dan dikwijls de reden dat iemand met zijn slechte praktijken verder blijft doen.

    Zie Prediker 8:11-13 "Omdat het vonnis over een slecht werk niet spoedig is voltrokken, daarom is het hart der mensenzonen in hen er volkomen op gericht kwaad te doen. 12 Hoewel een zondaar misschien honderdmaal kwaad doet en lange tijd blijft zoals hij verkiest, ben ik mij er toch ook van bewust dat het goed zal aflopen met hen die de [ware] God vrezen, omdat zij hem hebben gevreesd. 13 Maar het zal volstrekt niet goed aflopen met de goddeloze, noch zal hij zijn dagen verlengen, die als een schaduw zijn, omdat hij God niet vreest".


    Omdat er in het eigen leven bijna nooit een verandering ten goede komt, tenzij je dat zelf doet of met de hulp van anderen, zal het ook niet veranderen.

    Dat de organisatie en het besturende lichaam een hulp kunnen zijn is zeker waar, maar aan die hulp mogen geen verplichtingen zijn verbonden.

    Vanaf het moment dat de organisatie en het besturende lichaam zichzelf als heersers opstellen gaan zij buiten datgene wat geschreven staat. In de plaats van een instrument in Gods handen worden zij, of verlagen zij zich tot datgene wat zij andere organisaties, zowel politieke als religieuze, meestal terecht verwijten.

    Het is duidelijk uit de manier waarop de organisatie en het besturende lichaam zich opdringen als het geweten van het individu waardoor zij zich in werkelijkheid  het leven van dat individu toeëigenen.

    Om het nog duidelijker uit te drukken zeg ik dat de organisatie en het besturende lichaam hun eigen geweten opdringen aan het individuele geweten van al hun leden, zo'n zeven miljoen stuks, gemanipuleerd en geconditioneerd door die enkele mannen die alzo heersen over de meute, want jachthonden maken zij er van.

    Ga ik werkelijk te ver? En deze dan:

    1) De Wachttoren, 1 oktober 1994, blz. 8

    "Allen die de bijbel willen begrijpen, dienen in te zien dat de "rijk gevarieerde wijsheid van God" uitsluitend bekend kan worden via Jehovah’s communicatiekanaal, de getrouwe en beleidvolle slaaf.

    2) De Wachttoren, 1mei 1995, blz. 19

    "Natuurlijk dient bijbellezen niet in de plaats te komen van het gebruik dat u maakt van het voortreffelijke studiemateriaal dat via „de getrouwe en beleidvolle slaaf" beschikbaar is gesteld".

    3) De Wachttoren, 15 maart 1998, blz. 19

    "Teneinde misverstanden te voorkomen, proberen Jehovah's Getuigen nauwkeurig te zijn als zij zich uiten. In plaats van te zeggen "Het Genootschap leert", geven veel Getuigen er de voorkeur aan om uitdrukkingen te gebruiken als "de bijbel zegt" of "ik begrijp dat de bijbel leert". Op deze wijze beklemtonen zij de persoonlijke beslissing die iedere Getuige heeft genomen om de bijbelse leringen te aanvaarden en vermijden zijn ook de verkeerde indruk te wekken dat Getuigen hoe dan ook gebonden zijn aan de voorschriften van de een of andere religieuze sekte".

    Nog één vraag, wat versta jij onder "persoonlijke beslissing"?

     

    Zaterdag  25  april

    Van u is het koninkrijk, 0 Jehovah, gij die u ook als hoofd over alles verheft.

    1 Kron. 29:11.

    Nadat Jehovah de engelen had geschapen, breidde hij zijn heerschappij uit door het uitgestrekte en ingewikkelde stoffelijke universum te scheppen, met inbegrip van de aarde (Job 38:4, 7; Ps. 148:5, 6). Met de schepping van het eerste mensenpaar oefende God Zijn soevereiniteit op nog een andere manier uit. Jehovah voorzag de mensen van alles wat ze nodig hadden om een zinvol en voldoening schenkend leven te leiden en schonk hun daarnaast het gezag over de lagere aardse schepselen: hij delegeerde autoriteit (Gen. 1:26-28; 2:8, 9). Adam en Eva hadden het vooruitzicht eeuwig in een aards paradijs te wonen (Gen. 2:15-17). Wat kunnen we uit dit alles concluderen? Ten eerste dat Jehovah altijd zijn soevereiniteit over heel zijn schepping heeft uitgeoefend. Ten tweede dat Gods heerschappij weldadig is en waardigheid verleent. En tot slot dat het tot eeuwige zegeningen zal leiden als we Gods heerschappij gehoorzamen en steunen. w07 1/12  1: 3-5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de mogelijkheden van de aarde, de voorzieningen en de enorme variëteiten, de natuur en de manieren waarop de mens van heel de schepping zou kunnen genieten zijn legio.

    Met deze geneugten geconfronteerd is het bijna onbegrijpelijk dat het eerste mensenkoppel het liet afweten temeer daar zij volgens de Bijbel volmaakt waren.

    Zij kregen zelfs het gezag over de lagere aardse schepselen: God delegeerde autoriteit.

    En die "gedelegeerde autoriteit" geeft mij weer het gevoel dat er iets meer mee bedoeld wordt dan autoriteit over 'alleen' die lagere schepselen, tenzij daar ook mensen mee bedoeld worden.

    Maar soit we zitten ermee en moeten er mee leven. En niet morgen, maar vandaag.

    Daarmee bedoel ik dat gisteren gepasseerd is en misschien hebben wij weer wat bijgeleerd.

    Morgen moet nog komen en zoals Jezus Christus zei in Mattheüs 6:34. "Weest dus nooit bezorgd voor de volgende dag, want de volgende dag zal zijn eigen zorgen hebben. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad".

    De context toont aan waarom Jezus Christus dat op deze manier onder onze aandacht bracht.
    Hij vestigde de aandacht op Mattheüs 6:33 "het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid".

    Dus op het middel dat morgen of mettertijd dit paradijs zou herstellen.

    Echter niet alleen op het koninkrijk, maar vooral op Gods rechtvaardigheid en dat is veel belangrijker dan het instrument dat HIJ zou gebruiken.

    De aandacht die de organisatie en het besturende lichaam op het koninkrijk leggen is duidelijk overtrokken, omdat zij volgens eigen zeggen, daar nu reeds deel van uitmaken.

    In alles waar de organisatie en het besturende lichaam ook maar wat te zeggen of te schrijven heeft is of zijn de koninkrijksbelangen betrokken.

    Ondertussen kunnen wij concluderen, zoals het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam hierboven zegt, dat God nog steeds Zijn soevereiniteit over Zijn schepping uitoefent, dat Zijn heerschappij weldadig en waardigheid verleent, en dat gehoorzaamheid ten slotte tot eeuwige zegeningen zal leiden.

    In De Wachttoren van 2007 15/8 blz. 26 par. 16 wordt een 'bewijs' gegeven dat onder Jehovah's Getuigen reeds als een feit aanvaard is, ik citeer:

     § 16 De „nieuwe hemelen”, Gods hemelse regering onder Christus, zijn al geïnstalleerd. Degenen die de kern zullen vormen van de „nieuwe aarde”, een nieuwe aardse samenleving van rechtgeaarde mensen, worden in deze laatste dagen bijeengebracht. Ze zijn al met bijna zeven miljoen mensen in op zijn minst 235 landen en in zo’n 100.000 gemeenten. Die miljoenen mensen hebben de rechtvaardige wegen van Jehovah leren kennen, en als gevolg daarvan verheugen ze zich wereldwijd in een eenheid die op christelijke liefde gebaseerd is. Hun overduidelijke en duurzame eenheid is ongekend in de geschiedenis van de wereld en overtreft alles wat Satans onderdanen ooit hebben ervaren. Die liefde en eenheid zijn een voorproefje van de schitterende tijd die zal aanbreken in Gods nieuwe wereld, waarin rechtvaardigheid en gerechtigheid zal heersen.

    In werkelijkheid is die liefde en eenheid gebaseerd op gehoorzaamheid aan de organisatie en het besturende lichaam. En de voorstelling ervan berust niet op waarheid, want de verdeeldheid in de afzonderlijke gemeenten zijn legio, wat de organisatie en het besturende lichaam ook maar zegt of schrijft.

    Wie niet akkoord kan gaan met wat de organisatie en het besturende lichaam zegt of schrijft, wordt onherroepelijk uitgesloten.

    Daar kun jij klaarblijkelijk gemakkelijk achter komen, vooral wanneer jij je eigen geweten volgt.

    Ondertussen blijkt dat de geleidelijk vermindering van het aantal belijdende gezalfde, dat
    jarenlang als een bewijs van de tijd van het einde gold, eerder een vermeerdering van

    maar liefst 1462 belijdende gezalfde in de laatste drie jaar (2006, 2007 en 2008) te zien
    geeft.

    Van wat is die vermeerdering dan een bewijs?

    20-04-2009 om 09:45 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 27/12-02/01 2011
  • 13/12-19/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 31/08-06/09 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!