En zo zijn wij aan het vierde en vijfde punt gekomen! (Deze 2 punten gaan volgens ons gelijk op). en ZESDE punt.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ze houdt zich afgescheiden van de wereld.
Jak. 1:27; 4:4.
Ze handhaaft een hoog peil van morele reinheid onder haar leden, omdat Jehovah zelf heilig is.
1 Petr. 1:15, 16; 1 Kor. 5:9-13.
Er is een opmerkelijk gebeuren wat nog meer kan waarmerken of de organisatie zich werkelijk aan deze vereiste houdt. Weinigen weten, en toch is daar een brief over te krijgen in Kraainem, wij hebben die zelf horen voorlezen in een gemeente, dat het genootschap tien lange jaren als lid was ingeschreven bij de Verenigde Naties. Als Niet Gouvernementele Organisatie afgekort als NGO. Die brief moet je wel opvragen en dan via de gemeente indien jij of anderen daar vragen over zouden hebben. Deze brief legt de verantwoordelijkheid bij de broeder die zich daar heeft laten inschrijven, maar dan wel op naam van de Theocratische organisatie. Nu hebben wij het reeds gezegd dat een organisatie uit mensen bestaat en die zijn verantwoordelijk voor wat er in een organisatie gebeurt. De organisatie wordt echter veelvuldig gebruikt als imago of om verstoppertje te spelen voor datgene wat mensen doen. Meestal is dat geen probleem als het positief is, maar als het verkeerd is krijgt de organisatie de schuld en dat kan niet. Wij horen dikwijls de relativerende uitdrukkingen, het zijn mensen of zij zijn ook onvolmaakt. Dat is juist, maar dat verandert niks aan de feiten en nog minder aan de verantwoordelijkheden die met een verkeerde handelwijze te maken hebben. Dit is vooral zo wanneer er wereldwijd miljoenen mensen bij betrokken zijn. Tenslotte zijn de Verenigde Naties zoals ons is geleerd, het beeld van het beest waarop de hoer is gezeten. Dit is geen aanval noch afval, maar een weergeven van feiten. Het feit dat de organisatie er 10 lange jaren heeft opgezeten en er uiteindelijk is af gestapt (?) verandert niks aan het feit dat zij er tien lange jaren heeft opgezeten en er gebruik van gemaakt heeft. Daarbij komt nog het feit dat men elk jaar het lidmaatschap moest vernieuwen. Men moest ook aan bepaalde voorwaarden voldoen. Er was geen enkele reden om een broeder, zoals wij zeggen, in het gat te steken. Als je het aan ons vraagt, er is ook aan onvolmaaktheid een grens, vooral als je van je leden verwacht en eist dat zij gehoorzamen. Weet je nog "met de maat waarmee je meet", of telt dat alleen voor de verkondigers, en niet voor het besturende lichaam, de tien mannen die als vertegenwoordigers optreden voor de beleidvolle slaaf, (9986 belijdende gezalfden in 2008, jaarboek 2009) en zelfs voor alle ouderlingen in de plaatselijke gemeenten, die je moet gehoorzamen, zelfs wanneer zij verkeerd doen.
PERSOONLIJK zeggen wij, in de eerste plaats voor HEN, zij dienen HET voorbeeld te geven in HUN voorbeeldfunctie.
Nu ja, gedane zaken nemen geen keer, wat gebeurd is, is gebeurd. Je moet ook geen oude koeien uit de gracht blijven halen en waar blijft je als christen met de mantel der liefde? Maar wat als men zich opnieuw aan soortgelijke evenementen schuldig maakt? Laten wij ook hier de feiten duidelijk stellen! De laatste weken, daterend begin december 07, zijn er in verband met de verkiezingen in Rusland via de nieuwsmedia enkele roerselen geopenbaard. Ieder van ons wordt aangemoedigd om het nieuws min of meer te volgen en wel om redenen dat wij steeds beter zouden begrijpen hoe daardoor bijbelse profetieën in vervulling gaan.
Wij verwijzen u naar http:/www.diplomatie.be/nl/press/speechdeteails.asp?TEXTID=55369 datum:12/07/2006. Dit is een toespraak van Minister De Gucht op de conferentie Building Democracy through OSCE Electoral Assistance and Observation.
De Nederlandse benaming voor de OSCE is OVSE en staat voor "Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa". Minister De Gucht maakt in zijn toespraak duidelijk dat deze organisatie een politiek forum is.
Wie waren daar aanwezig? Marcel Gillet, Paul Gillies en Luca Toffoli als vertegenwoordigers van de Europese associatie van Jehovahs Getuigen te Brussel. Voor Frankrijk was dit broeder Jean-Claude Pons, voor de V.S. Gregory Allen uit Patterson en voor Polen Michal Hoszowski. Wanneer je daar met zeven mensen bent, mag er wel een beetje toelichting zijn of mogen wij het openheid noemen?
Wat moeten wij daar van denken? Bemoeien wij ons toch met politiek? Ondertussen hebben wij vernomen dat broeders en zusters een formulier mogen aanvragen om te gaan kiezen in La douce France.
Met kiezen bedoelen wij stemmen, niet naar de stemhokjes gaan en een paar diagonaaltjes trekken.
Wie neemt, neen, wie is daar verantwoordelijk voor? Wij hadden het toch over zich afgescheiden van de wereld houden?
Het besturend lichaam beweert uitdrukkelijk dat alles wat zij doet, onvolmaaktheid daargelaten, theocratisch verantwoord is. Met andere woorden het moet bijbels zijn. Een van de manieren waarop beslissingen worden genomen en die van invloed zijn op ons leven en dat zijn zowat zeven miljoen zielen, is niet door de autoriteit van de bijbel, maar door een tweederde meerderheid, dezelfde procedure die zowel in de politiek als in de katholieke religieuze autonomie gebruikelijk is. Zij hebben door onder andere "de veranderde doopvragen hun beslissingsrecht tot een zelfde status verheven als het pausdom. Door de rechterlijke comités de benaming religieuze comités te geven hebben zij in werkelijkheid het kerkelijk recht duidelijker gemaakt. Hiermee zijn zij het eens met de wereldlijke macht die hen tot een kerk met privilege tegemoet kan treden. Hoe staat dit in Noorwegen? Ontvangt de organisatie daar nu subsidies of niet? Indien wel, wat zullen wij dan nog meemaken? Betaald om vervolgd te worden?
Wij gooien het nu eens over een andere boeg, kwestie van evenwicht. En dat staat rechtstreeks in verband met het vijfde punt
In verband met de pedofilie zaken is de organisatie onder druk van media tot een verbeterde samenwerking met de autoriteiten gekomen, wat niet wegneemt dat de smaad die ondertussen op Jehovahs Heilige Naam is geworpen niet te wijten is aan diegenen die de feiten naar buiten hebben gebracht, maar bij diegenen die deze feiten trachten te verbergen.
NOTA: in verband met de pedofiliekwestie is die "verbeterde samenwerking met de autoriteiten" op minder dan een jaar, onder druk van de BBC en voor België het programma in Panorama, doorgevoerd.
De eerste brief hierover die naar alle gemeenten werd gestuurd, dateert van 15/02/2002 en zegt dat het inlichten van de autoriteiten een persoonlijke beslissing is en er zeker geen sancties tegen de persoon opgelegd mogen worden. Kun je navragen bij de secretaris van jouw gemeente.
De tweede brief dateert van SCF 24 oktober 2002 en zegt duidelijk dat wanneer er een potentieel gevaar bestaat voor kinderen dienen de ouderlingen de autoriteiten in te lichten. Kun je eveneens navragen bij de secretaris.
Nog nooit is het roer zo snel omgeworpen als hier is te zien. Voor veranderingen in vervangende dienst bijvoorbeeld, en de kwestie van neutraliteit, was na een stemming van de tweederde meerderheid een verandering doorgevoerd, maar doordat één broeder na de pauze zijn stem herriep en er geen tweederde meerderheid meer was, bleef de bestaande situatie nog zestien jaren van kracht voordat het een gewetenskwestie werd! Hoe dat mogelijk was? De druk kwam toen alleen maar van binnen uit, voor de wereld waren wij en zij slachtoffers van ons geloof, dat was alles.
De organisatie publiceerde meermaals het kindermisbruik van andere religies. Deze laatsten verplaatsten de dader(s) meestal naar een andere parochie of instelling. Toch is hun eigen handelwijze laakbaarder dan die van het ontrouwe Jeruzalem omdat zij niet alleen de handelwijze van hetzelfde misbruik verhulden maar de dader(s) in sommige gevallen handhaafden in de verantwoordelijke posities die zij bekleden.
Erger nog zijn de sancties, daar diegenen die de feiten bloot legden mettertijd of juist voordien werden uitgesloten en daardoor niet geloofwaardig meer overkwamen. Eén van de grootste schandalen in de geschiedenis van de wachttoren organisatie is dan ook het publiekelijke programma dat door de BBC vertoond werd op 28 mei 2002.
Uiteraard kan de organisatie niet verantwoordelijk gesteld worden voor kindermisbruik in plaatselijke gemeenten, maar wel voor de manieren waarop daders en beschuldigers van die daders behandeld werden en worden. Wij zeggen worden. Omdat zolang iemand 'die aanklachten indient, als een verklikker behandeld wordt en niet als een beschermer van de kudde, zullen er allerlei mistoestanden verdoken blijven.
Heb je opgemerkt dat de eerste brief over pedofilie gedateerd is 15 februari 2002. Het genootschap was toen reeds ingelicht dat het programma zou worden uitgezonden en daarom moesten verklikkers uitgesloten worden. Toch staat er in deze brief dat het een persoonlijke keuze zou zijn om de autoriteiten in te lichten en dat diegenen die de autoriteiten wel op de hoogte brachten geen sancties mochten opgelegd worden.
De tweede brief dateert 24 oktober 2002, dus ongeveer acht maanden later en nu moesten de autoriteiten wel ingelicht worden. Kun je nog volgen? Wij wel, omdat de druk voordien alleen maar van binnenuit kwam en die mensen kun je het zwijgen opleggen. Wij zeggen, maar niet iedereen.
Daar er in het verleden broeders uitgesloten zijn met terugwerkende kracht, zou het toch maar rechtvaardig zijn om iemand te herstellen met terugwerkende kracht. Tenzij? Wat vindt je daar zelf van?
En nog iets dat je dient te weten. De basistekst die in de brief van 24 oktober gebruikt wordt is Rom. 13:1 (vermits kindermisbruik een misdaad is en gemeld dient te worden zijn logischerwijs alle misdrijven een oorzaak om de autoriteiten op de hoogte te brengen, uitgezonderd de specifieke zonden in verband met het geloof).
Romeinen 13 beslaat beslist een terrein of liever terreinen, waarop de organisatie onverantwoordelijk en onbeleidvol is opgetreden door in het burgerlijk leven van hun leden beslissingen door te voeren. Daar kun je beslist zelf een lijst van opstellen.
Alles wat wij in het voorgaande hebben geschreven kunnen wij alleen maar herhalen en vermenigvuldigen. Het is zonder meer duidelijk dat de toepassing van bijbelse beginselen meer moet zijn dan alleen maar zeggen of schrijven wat je moet doen, veel en veel meer.
Wij houden het tot hier met punt 4 en 5, alleen kun je zelf ook hier nog bepaalde ervaringen toevoegen.
Nog niet te moe? Goed dan doen wij verder met het ZESDE PUNT
Ze wijdt haar krachtsinspanningen voornamelijk aan het werk
dat de bijbel voor onze tijd heeft voorzegd, namelijk de prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk in de
gehele wereld tot een getuigenis.
Matth. 24:14.
Dat is een van de opmerkelijkste werken die het genootschap heeft gerealiseerd. Nog nooit heeft een organisatie kunnen bereiken dat haar leden, al haar leden, daadwerkelijk en zowel als groep als afzonderlijk op geregelde basis van deur tot deur gaan.
Mattheus 24: 14 is niet alleen de lijftekst van ieder van hen, maar zeker ook de eerste tekst die een nieuweling van buiten kent en gebruikt. Mattheüs 24:14 "En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen".
De link die hiermee gepaard gaat wordt de volgende of tweede tekst en wordt zelfs door "het afvallige ontrouwe Jeruzalem" met zijn ongeveer 1 miljard leden gebeden, "het Onze Vader", Mattheüs 6:9-13 "Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd. 10 Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde. 11 Geef ons heden ons brood voor vandaag; 12 en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars hebben vergeven. 13 En breng ons niet in verzoeking, maar bevrijd ons van de goddeloze". Door de prediking zou dan ook meteen de profetie vervuld die met deze teksten in overeenstemming zijn.
Het is voor de getuigen dan ook een levenswijze geworden en zij die kunnen pionieren op één van de diverse manieren worden de gelukkigste mensen onder de mensen. Het is zelf zo subliem dat de prediking zowat de toetssteen is geworden van geloof en niet alleen dat, maar het is ook HET CRITERIUM" voor mannen om bijna alle voorrechten die er zijn, te mogen behartigen. Ook wij zijn er van overtuigd dat het einde eens zal komen, maar die gebeurtenis is reeds zo dikwijls voorop gesteld dat het een manie geworden is. Daarmee bedoelen wij dat de organisatie, hoe belangrijk het prediken ook moge zijn, de belangrijkere zaken uit het oog heeft verloren, namelijk het Christen zijn of de Christelijke persoonlijkheid. Wij gaan daar niet over uitweiden. Maar zou het kunnen, dat de problemen en regels, het monddood maken van het eigen geweten, de druk op het privé leven en hun inmenging in persoonlijke zaken, zelf het denken, allemaal onderworpen wordt aan de organisatie?
Zouden zij zich hiermee dan niet eerder vereenzelvigen met Oholiba, de zuster en medestandster van Ohola, de oudste zuster of een deel van de Christenheid? (Zie het boek de natiën zullen weten dat ik Jehovah ben, Ezechiël 23).
Opmerkelijker is nog dat het schijnbaar op vrijwillige basis is. Wij zeggen ogenschijnlijk omdat wie niet predikt op de manier zoals de organisatie het voorschrijft en geen rapportje inlevert, waardoor men voor hen eerst "ongeregeld" en vervolgens "inactief" wordt, en men mettertijd je verkondigerkaart of ID uit het archief verwijdert zodat je geen deel meer bent van de organisatie. Wanneer je geen deel meer bent van de organisatie zit je vanzelfsprekend ook niet meer in de symbolische ark en kun je evenmin gered worden. In plaats van redding wacht je onherroepelijk de eeuwige vernietiging, wat ongeveer overeenkomt met de vurige hel van de christenheid. Vermits je een opgedragen christen was en nauwkeurige kennis van de (hun) waarheid hebt gekregen is er zelfs weinig kans dat je ooit een opstanding mag verwachten. Met andere woorden gezegd, het komt hierop neer dat de meeste getuigen eerder bang zijn om een verkeerde indruk te geven dat zij niet gehoorzamen aan de organisatie dan dat zij prediken omdat zij hun evennaaste lief hebben.
Neen en nogmaals neen, niet het prediken is verkeerd, zeker niet, maar de manier waarop het moet gedaan worden en de verplichte morele druk. Eveneens de schriftuurlijke bewijsvoering aangaande de rapportjes. Nergens in de bijbel worden uren of verspreiding genoteerd, zelfs het aantal dopelingen werd meestal slechts bij benadering genoemd. Goed, organisatorisch kan dit verantwoord worden, vooral met de verspreiding van de lectuur en het in kaart brengen van de voorraden. Maar hebben wij ook hier niet te maken met een bepaalde norm voor aanstellingen en voorrechten.? Zeker is lectuur een goede begeleider van de waarheid en kan steeds opnieuw ter hand genomen worden. Alleen blijkt dat men door de veranderende leerstellingen de eens geopenbaarde waarheden moest herzien waardoor datgene wat je ooit als waarheid hebt gepredikt moet gaan recht zetten, wat niet of praktisch nooit gebeurt. Moeten wij dan verschieten dat de mensen ons als leugenaars, misleiders of bedriegers gaan identificeren? En dat sommigen van ons zich ook zo voelen. Laten wij besluiten met te zeggen dat als je gelukkig bent met datgene waarmee je bezig bent, doe dan zo voort. (wordt vervolgd)
|