DINSDAG 16 JUNI
Dat niet, alstublieft, Jehovah! - Gen. 19:18.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
§10 Wanneer ouders huisregels opstellen, willen ze in sommige gevallen misschien wel met hun kinderen overleggen. Als jongeren mee mogen doen aan besprekingen over die regels, zullen ze wellicht eerder bereid zijn die op te volgen. Wanneer de ouders bijvoorbeeld een tijd willen vaststellen waarop de kinderen thuis moeten zijn, zouden ze een specifiek tijdstip kunnen kiezen. Als de kinderen een ander tijdstip voorstellen, kunnen de ouders besluiten aan de wensen van hun kinderen toe te geven als er geen Bijbelse beginselen in het gedrang komen. Wil dat zeggen dat de ouders afstand doen van hun gezag?
§11 Laten we eens stilstaan bij de liefdevolle manier waarop Jehovah zijn gezag uitoefende in het geval van Lot en zijn gezin (Gen. 19:17-22). Jehovah nam Lots verzoek om naar een nabijgelegen stad te vluchten in overweging en besloot hem in dit geval ter wille te zijn. Kun jij als ouder af en toe rekening houden met de wensen van je kinderen bij het opstellen van gezinsregels? De Wachttoren van 2007 1 september 1e studieartikel blz. 21 §10, 11.
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: huisregels zijn meestal tijdelijke voorschriften die omwille van de vrede, communicatie, ordelijkheid, het voorkomen van misverstanden en dergelijke kunnen opgelegd worden. Die kunnen individueel zijn, maar ook algemeen zodat de oplegger er eveneens rekening dient mee te houden. In bepaalde gevallen kan het opleggen van huisregels een sanctie zijn volgens de omstandigheden en kunnen verschillen van persoon tot persoon, zelfs in het eigen gezin. Hoe minder regels er nodig zijn hoe gemakkelijker en vrijer iedereen zich zal voelen. Hoe meer regels er zijn, en zeker zonder noodzaak, hoe dwangmatiger het zal aanvoelen, met alle gevolgen van dien.
Een niet alledaags voorbeeld is te vinden in het Judaïsme die buiten de van God ontvangen 10 geboden en de plus minus nog zo'n 600 andere wetten, er zelf een boek, de Talmoed moesten bijmaken. Volgens het boek "De mens op zoek naar God", uitgegeven door het Wachttorengenootschap.
Volgens de Joden is de Tenach, of Joodse bijbel, niet het belangrijkste boek. Zou de 'Tenach' de hoeksteen zijn, dan is de 'Talmoed' de middenzuil, die vanaf het fundament oprijst en het gehele geestelijke en intellectuele bouwwerk ondersteunt.
De Talmoed wordt gewoonlijk verdeeld in twee hoofddelen: de misjna en de gemara.
De misjna is een verzameling aanvullende commentaren op de Tenach gebaseerd op de uitleg van de rabbijnen.
De gemara is dan weer een verzameling commentaren op de misjna eveneens door rabbijnen, maar uit een latere periode afkomstig. Zelfs op de gemara zijn er dan weer commentaren.
Al met al kun je daarmee hele bibliotheken vullen. Zie o.a. het boek "De waterval van Kaaterskill" door Allegra Goodman.
Ik ben nu een beetje afgeweken, maar het is een feit dat de organisatie en het besturende lichaam zelf redelijk veel regels hebben ingevoerd. Daarmee gaan zij niet alleen buiten hun boekje, maar oefenen ook subtiele druk uit op het gezins- en privé-leven van hun schapen.
§11 is het rechtstreeks voorbeeld van Job, maar zoals de organisatie en het besturende lichaam zeggen, hebben wij de gehele Bijbel ter beschikking, en daarom zal God nu niet meer rechtstreeks ingrijpen.
Doen zij het daarom?
WOENSDAG 17 JUNI
Uw eigen oren zullen een woord achter u horen, dat luidt: "Dit is de weg. Wandelt daarop" Jes. 30:21.
§4 Jehovah is onze Grootse Onderwijzer (Jes. 30:20). Via het zichtbare deel van zijn organisatie verschaft hij zijn dienstknechten op aarde leiding ten aanzien van de manier waarop ze zich van hun predikingsopdracht moeten kwijten. Met het oog daarop heeft elke gemeente wekelijks de theocratische bedieningsschool, die bedoeld is om alle ingeschrevenen te helpen doeltreffende verkondigers van Gods koninkrijk te worden. Het belangrijkste leerboek op die school is de Bijbel. J ehovah's geïnspireerde Woord vertelt ons wat we moeten onderwijzen. Bovendien geeft het aan welke onderwijsmethoden doeltreffend en gepast zijn. De theocratische bedieningsschool herinnert ons er geregeld aan dat we betere onderwijzers zullen worden als we ons onderwijs baseren op Gods Woord, een doeltreffend gebruik maken van vragen, ons onderwijs eenvoudig houden en oprechte belangstelling voor anderen tonen. De Wachttoren van 2008 15 september 2e studieartikel blz. 8 §4.
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: volgens Jesaja 30: 21 is Jehovah onze grootse onderwijzer, maar dan via het zichtbare deel van zijn organisatie.
Nu staat het eerste gedeelte wel in Jesaja, maar dat het via het zichtbare deel van zijn organisatie zou gebeuren, dat staat er beslist niet.
Wanneer wij onderwezen zijn en tot rijpheid of nauwkeurige kennis zijn gegroeid is dat niet uitsluitend door de organisatie en het besturende lichaam. Wereldwijd zijn er Bijbelscholen en Zondagsscholen die een fundament kunnen leggen voor een Christelijke levenswijze.
Zoals in alle religies is het grotendeels afhankelijk van de leraar die uw religie vertegenwoordigt welke vruchten je persoonlijk zult opleveren.
Ik zei 'grotendeels', maar uiteindelijk is het jouw persoonlijke inzet en verantwoordelijkheid om je houding te bepalen en te vervolmaken.
Daarom ga ik Jesaja 30: 21 uit een ander bijbelvertaling weergeven: "HET LEVEN praktische lessen uit Het Boek", dus Jesaja 30: 21 "En als u Gods paden verlaat en afdwaalt, zult u een stem achter u horen zeggen: "Nee, dit is de weg, hier moet u lopen."
Het commentaar op dit vers staat onder aan diezelfde blz. en zegt: "Als de inwoners van Jeruzalem Gods weg zouden verlaten, zou Hij hen corrigeren. Hij zal voor ons hetzelfde doen. Maar als we Zijn corrigerende stem horen, moeten we bereid zijn Hem te volgen".
Noch in die tijd noch in deze tijd komt God persoonlijk tussen beide. Maar door ons geoefend geweten en de nauwkeurige kennis die wij ons eigen hebben gemaakt, zullen we terechtgewezen worden, als wij gehoor willen geven aan die terechtwijzing.
Juist daarom is nauwkeurige kennis een vereiste alhoewel niet in eerste instantie. Wat als eerste moet liggen is het fundament Jezus Christus: Efeziërs 3:19 "en de liefde van de Christus te kennen, welke de kennis te boven gaat, opdat GIJ vervuld moogt worden met alle volheid die God geeft".
Het is niet de liefde voor de Christus, alhoewel dat samen kan gaan, maar de liefde VAN de Christus. Daar is een wezenlijk verschil tussen.
Liefde voor de Christus en klaarblijkelijk voor zijn offer kunnen uit dankbaarheid en zelfs met een tikkeltje zelfzucht opgebracht worden.
Daarentegen is de liefde van de Christus in feite de zelfverloochenende kracht die ook Hij bezat om je evennaaste lief te hebben.
In deze context wil ik graag enele bijpassende beginselen introduceren: 2 Korinthiërs 8:10-12 "En ik opper hierover een mening: want deze aangelegenheid is nuttig voor U, daar GIJ reeds een jaar geleden niet alleen begonnen zijt met het doen, maar ook met het willen [doen]; 11 voleindigt nu dan ook het doen ervan, opdat, evenals de bereidheid om te willen er was, het ook voleindigd mag worden naar wat GIJ hebt. 12 Want indien de bereidheid er eerst is, dan is ze vooral aanvaardbaar naar hetgeen men heeft, niet naar hetgeen men niet heeft".
Als slot herhaal ik Johannes 8:32 "en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken.
DONDERDAG 18 JUNI
Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen. - Gen. 3:15.
§9 (...) Door het bovenstaande te zeggen, onthulde Jehovah dat het zijn voornemen was een "zaad" te machtigen om Satan en zijn legers te verpletteren en de rechtmatigheid van Zijn soevereiniteit te bewijzen (Ps. 2:7-9; 110:1, 2).
§10 Dat "zaad" bleek Jezus Christus te zijn, samen met een selecte groep mederegeerders. Met elkaar vormen ze Gods Messiaanse koninkrijk (Dan. 7: 13, 14, 27; Matth. 19:28; Luk. 12:32; 22:28-30). Dat alles werd echter niet onmiddellijk onthuld. De verwezenlijking van de eerste profetie bleef in feite 'een tijdenlang verzwegen heilig geheim' (Rom. 16:25). Eeuwenlang zagen gelovige mannen uit naar de tijd dat "het heilige geheim" onthuld zou worden en de eerste profetie in vervulling zou gaan ter rechtvaardiging van Jehovah's soevereiniteit. - Rom. 8:19-21. De Wachttoren van 2007 1 december 1e studieartikel blz. 21 §9, 10.
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: de bijbel zegt het, dus moet het waar zijn.
De bijbelse profetieën die op de Messias of de beloofde bevrijder van toepassing werden gebracht zijn voor Christenen vervuld.
En alhoewel er meer dan 300 profetieën in Jezus Christus werden vervuld konden de joden in het algemeen hem niet als de Messias aanvaarden en verwachten hem nu nog steeds.
Daar de organisatie en het besturende lichaam Jezus Christus reeds in 1874 verwachtten en de grote verdrukking in 1914 haar werk zou doen, werden hun verwachtingen niet vervuld.
Een van de goede kanten was, volgens de organisatie en het besturende lichaam dan toch, dat de datum wel juist was, maar het resultaat niet. Toch is 1874 geen vaste datum gebleven, maar 1914 wordt nog steeds als datum gehandhaafd als het begin van de tijd van het einde. Zo heeft de organisatie en het besturende lichaam het geslacht dat met 1914 verbonden was moeten loskoppelen van die datum en de daarmee gelijklopende profetieën en parallellen moeten aanpassen.
1914 blijft tot nu toe het vaste gegeven. De tijd zal het uitwijzen, zoals de tijd reeds zoveel heeft uitgewezen.
Er is over data reeds zoveel gezegd en veranderd, op 1914 na, dat het weinig of niets uitmaakt wat je gelooft. Één ding is zeker, niet wat je wenst te zijn, zal de doorslaggevende factor zijn, maar wat je als mens bent en doet.
Nog veel erger is het dat je iemand bent geworden die een ander wilde dat je werd.
De kans wanneer men met een organisatie verbonden is, is natuurlijk veel groter om gelijkvormig te denken en te handelen. Maar dat mag niet gelijk opgaan met vervreemding van jezelf en anderen buiten de groep.
Vanaf dit moment zal dit werken als een gestadig groeiende wurggreep die zelfs je emoties ingrijpend zullen veranderen. Nu zul je natuurlijk opmerken dat emoties juist de grondslag van het leven uitmaken, maar het gaat over negatieve emoties die alles buiten de groep als niet wenselijk zullen afwijzen zonder onderscheid, dus het is wit of zwart, goed of slecht.
Hoe kan men het onderkennen? De belangrijkste opmerking volgens mij zijn de regels van dit moet, en dit mag niet. Het zonder meer gehoorzamen aan de autoritaire leiding, die soms maar door één persoon of één lichaam van personen doorgedrukt wordt zonder ook maar een weerwoord te kunnen of te mogen geven.
De drogredenen zoals, het is voor 'uw best wil', de 'bijbel zegt het', 'God wilt het', 'alle mensen doen het of juist niet', 'verstandige mensen zullen....' enz., enz..
Wanneer iemand beweert een christen te zijn dan moet hij of zij op zijn minst menslievend zijn. Niet oppervlakkig of beredeneerd, niet opgedeeld in vakjes of als klasse, maar met de wil om redelijk te zijn ten aanzien van allen. Dit kan uiteraard maar zo verreikend zijn als het van jou afhangt.
Persoonlijk associeer ik 'Christelijk' met 'menselijkheid'. En menselijkheid staat nauw in verband met redelijkheid, en dat is een beginsel of fundamentele waarheid. Filippenzen 4:5 "Laat UW redelijkheid aan alle mensen bekend worden"
Zo is bijvoorbeeld de uitsluitingsprocedure die Jezus Christus instelde in Mattheüs 18:15-17 heel menselijk: "Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16 Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner".
In het vers 17 staat duidelijk dat de zaak voor de 'gemeente' diende gebracht te worden ingeval aan de voorgaande stappen geen gevolg was gegeven. Er staat niet aan 'ouderlingen' of ook niet aan 'het rechterlijk comité'. Er staat wel de gevolgen die een onberouwvolle zondaar zou ervaren.
Voor een uitgebreide voorlichting aangaande de "uitsluitingsprocedure" zie hiervoor blog.seniorennet.be/eleuthera/zoeken.php
Over die selecte groep mederegeerders wil ik nu alleen maar zeggen dat die hun werk vanuit de hemel zullen moeten doen, niet nu.
Diegene die daarop vooruitlopen zijn klaarblijkelijk uit de boze.
VRIJDAG 19 JUNI
Wie op geld uit is, krijgt er nooit genoeg van. - Pred. 5:9 [10], "Groot Nieuws Bijbel".
§6 (...) Is het mogelijk materialistische doelen na te streven en toch God met onze hele ziel te dienen? Nee, dat gaat niet. Jezus verklaarde:
"Niemand kan twee meesters als slaaf dienen, want hij zal óf de een haten en de ander liefhebben, óf zich aan de een hechten en de ander verachten. Gij kunt niet God en de Rijkdom als slaaf dienen." Jezus drong er bij zijn volgelingen op aan om in plaats van materiële goederen op aarde "schatten in de hemel" te vergaren, dat wil zeggen, een goede naam op te bouwen bij God, die "weet welke dingen gij nodig hebt voordat gij hem er ook maar om vraagt" (Matth. 6:8, 19-25).
§7 (...) Paulus schreef aan Timotheüs: "Beveel hun die rijk zijn ... hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten; ... vrijgevig te zijn, mededeelzaam, voor zichzelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat wegleggend, opdat zij het werkelijke leven stevig mogen vastgrijpen." - 1 Tim. 6:17-19. De Wachttoren van 2007 1 oktober 1e studieartikel blz. 16 §6, 7.
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: de titel van het artikel is "Streef een zinvol doel na in je leven". En de leitekst "Al wat adem heeft, love Jah". Psalm 150: 6.
Maar de dagtekst heeft een andere "leitekst" ik herhaal hem uit de Nieuwe Wereldvertaling: Prediker 5:10 "Iemand die enkel het zilver liefheeft, zal van zilver niet verzadigd worden, noch wie maar ook die rijkdom liefheeft, van inkomsten".
Laat ik maar één van de belangrijkste zaken belichten die met een 'gezin' te maken hebben: 1 Timotheüs 5:8 "Ja, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige".
De organisatie en het besturende lichaam geven regelmatig voorbeelden van pioniersgezinnen en anderen die omwille van het koninkrijk zowat alle materiële beslommeringen van zich hebben afgezet.
Dat kan dan in overeenstemming zijn met Jezus Christus woorden in Mattheüs 19:12 "Wie er plaats voor kan maken, make er plaats voor".
Mattheüs 6:20 "Vergaart U veeleer schatten in de hemel".
1 Timotheüs 6:17-19 "Beveel hun die rijk zijn in het tegenwoordige samenstel van dingen, niet hooghartig te zijn en hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten; 18 goed te doen, rijk te zijn in voortreffelijke werken, vrijgevig te zijn, mededeelzaam, 19 voor zichzelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat wegleggend, opdat zij het werkelijke leven stevig mogen vastgrijpen".
Vergeet niet dat God niets anders wilt dan wat Micha 6:8 vertelt: "En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God"?
ZATERDAG 20 JUNI De god van dit samenstel van dingen I heeft] de geest van de ongelovigen verblind.
2 Kor. 4:4.
§7 We moeten niet denken dat "diepe dingen" per definitie moeilijke
dingen zijn. Kennis van "de diepe dingen Gods" is voor de meeste mensen verborgen, niet omdat het te moeilijk is de wijsheid van God te verwerven maar omdat Satan mensen misleidt, zodat ze de hulp die Jehovah via zijn organisatie geeft, afwijzen (1 Kor. 2:10; 2 Kor. 4:3).
§8 Het derde hoofdstuk van Paulus' brief aan de Efeziërs laat zien dat "de diepe dingen Gods" veel waarheden omvatten die de meesten van Jehovah's volk heel goed begrijpen, zoals de identiteit van het beloofde Zaad, de uitverkiezing van personen met een hemelse hoop, en het Messiaanse koninkrijk. Paulus zei dat hij was aangesteld om "mensen I te I doen zien hoe het heilige geheim volvoerd wordt, dat sinds het onbepaalde verleden verborgen is geweest in God". - EL 3:5-9. De Wachttoren van 2007 1 november 2e studieartikel blz. 27 §7,.8.
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: laat ik nogmaals beginnen met de leitekst van deze dagtekst. "De god van dit samenstel van dingen I heeft] de geest van de ongelovigen verblind".
Wij hebben het reeds gezegd, maar met andere woorden dat de organisatie en het besturende lichaam volgens dat het hun uitkomt "wit of zwart" denkt en zelfs schrijft.
Ook in deze tekst, al staat het er niet, is het woord 'gelovige' van toepassing op iedereen die met de organisatie en het besturende lichaam verbonden is. Het woord 'ongelovigen' is voor al de andere mensen, ongeacht hun geloof.
Daar bedoel ik niet mee dat alle andere mensen aanvaardbaar zijn voor en door God.
Met het gebruik van een Christelijke persoonlijkheid bedoelde ik ook niet dat alle christenen die persoonlijkheid bezitten. Ook niet dat niet-christen die Christelijke persoonlijkheid niet kunnen bezitten.
Even herhalen in vraagvorm, al is het een dubbel gebruik: zijn alle Getuigen van Jehovah christenen? En zijn alle Christenen Getuigen van Jehovah? Kunnen ook niet-christenen een Christelijke persoonlijkheid bezitten?
Dit is geen filosofie, maar gewoon drie vragen, alhoewel je er zelf ook nog enkele kunt bij maken.
Voor mij is het zo dat, om voor een keer in overeenstemming met het commentaar te blijven, de diepe dingen Gods door nauwkeurige kennis te verkrijgen en te verstaan zijn. Maar nauwkeurige kennis is dan weer geen kwestie van intellect alleen. Ook en zeker niet uitsluitend van bijbelkennis. Niet dat die absoluut geen rol zullen spelen, toch wel, maar meer zul je bereiken door open te staan voor wat goed is in Gods ogen. Gewetensvol handelen, rechtvaardigheid betrachten.
Door kennis op zich heeft men de neiging om meer van zichzelf te denken dan nodig is en kan het zelfs een strik vormen: 1 Korinthiërs 8:1 "Kennis blaast op, maar liefde bouwt op".
Het commentaar laat uitkomen dat veel van de "diepe dingen Gods" waarheden omvatten die de meesten van Jehovah's volk heel goed begrijpen.
Dat is niet juist uitgedrukt. Dat de meesten van de Getuigen van Jehovah "de uitleg die de organisatie en het besturende lichaam aan die diepe dingen geeft" dat zullen zij begrijpen.
Ik spreek uit ervaring.
En voor de zoveelste keer richt ik de aandacht op één van de diepere dingen Gods, volgens mij dan toch.
In de Wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: Als ze (de discipelen van Jezus) hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep.
Denkt nu eens goed na: Als wij zouden begrijpen hoe groot Gods kracht en vermogens wel zijn, zouden wij toch niet verbaasd mogen zijn dat God wel degelijk een onderscheid zal maken tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
Waar ter wereld zij ook maar met een organisatie verbonden zijn of juist niet.
Psalm 37: 29
De rechtvaardigen, die zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven. Eveneens een schriftplaats om in gedachten te houden is Hand 10: 35
maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor HEM.
|