ZONDAG 21 JUNI
[Wees] altijd gereed u te verdedigen voor een ieder die van u een reden verlangt voor de hoop die in u is. -1 Petr. 3:15.
§10 Om erachter te komen wat de religieuze overtuiging van een huisbewoner is, zou je kunnen vragen: "Denkt u dat er echt iemand is die naar gebeden luistert?" Het antwoord kan heel wat over het standpunt en de religieuze achtergrond van de huis bewoner onthullen. Is hij godsdienstig, dan kun je misschien meer over zijn zienswijze te weten komen door te vragen: "Zouden er gebeden zijn die God niet goedkeurt?" Zulke vragen kunnen tot een ontspannen gesprek leiden. Wanneer het op zijn plaats is een Bijbelse gedachte te delen, moet je dat tactvol doen en dat wat de huisbewoner gelooft niet afkammen. Als hij graag naar je luistert, zal hij het misschien fijn vinden je terug te zien. Maar stel dat hij een vraag stelt die je niet kunt beantwoorden? Dan kun je wat nazoekwerk doen en voorbereid teruggaan om 'een reden te geven voor je hoop, en dat met zachtaardigheid en diepe achting'. - 1 Petr. 3:15. De Wachttoren van 2007 15 november 2e studieartikel blz. 26 §10.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: de tekst van 1 Petrus 3: 15 is eerder een defensieve opstelling vermits er van u een reden wordt verlangd voor de hoop die in u is.
De van huis tot huis prediking daarentegen is een offensieve regeling. Dat wil niet zeggen dat het daarom verkeerd zou zijn.
Heel de Wachttoren is zelfs heel positief in de benadering, maar de situatie die door de van huis tot huis prediking wordt geschetst, is volledig omgedraaid.
Niet vergeten dat de van huis tot huis prediking, bezoeken betreft die niet aangekondigd zijn. Men komt meestal ook op een tijd die de mensen ongelegen is. In gebieden die veelvuldig bewerkt worden zal het voor de meeste huisbewoners zelfs enerverend zijn. En in de plaats van een goed getuigenis zal het eerder afbreuk doen aan het imago van de gemeente.
Het is zelfs tot de organisatie en het besturende lichaam doorgedrongen dat in die gebieden de groei eerder door familiebanden plaats vindt.
Nieuwe gebieden en pas bewerkte velden zijn in dit opzicht meestal vruchtbaarder dan veelvuldig bewerkte gebieden, ondanks de verschillende manieren en tactieken die worden gebruikt. België bijvoorbeeld had een status-quo wat het percentage betreft, maar toch waren er volgens het jaarboek 2009 in het dienstjaar 2008 gemiddeld 23603 verkondigers en in het dienstjaar 2007 waren dat er 23701. Dus 23701-23603= 98.
98 verkondigers minder in de dienst dan in het dienstjaar 2007, ondanks dat er in hetzelfde jaar 2008, 470 nieuwelingen werden gedoopt. Dit betekent dat er in België in dat jaar 568 verkondigers er zowat de brui aan hebben gegeven.
De geijkte vraag is nu weer: "WAAROM"?
Om terug te komen op het commentaar en de Wachttoren, hoe positief het ook schijnt te zijn, de werkelijkheid is heel anders.
In §10 zoals hierboven afgedrukt staat de zin "wanneer het op zijn plaats is een Bijbelse gedachte te delen, moet je dat tactvol doen en dat wat de huisbewoner gelooft niet afkammen".
Dat is de theorie en de inleiding. Wanneer de huisbewoner met zijn vragen komt en reageert zoals het de verkondiger, of liever de organisatie en het besturende lichaam past, is alles prima in orde.
Is de huisbewoner daarentegen niet akkoord en argumenteert hij dan zal het gesprek een einde nemen. In veel gevallen is het zelfs zo dat wanneer de huisbewoner zijn argumenten steekhoudend zijn of hij kan bewijzen dat wat hij zegt waar is, maar het past niet in het kraam van de verkondiger, en weer of liever, niet voor de organisatie en het besturende lichaam, is er veel kans dat hij als een dwarsligger en vroeger zelfs, als een bok bestempeld werd.
MAANDAG 22 JUNI
[U zal] rijkelijk de ingang worden verschaft in het eeuwige koninkrijk van onze Heer en Redder Jezus Christus. - 2 Petr. 1:11.
§17 Gezalfde christenen in deze tijd, die waardig gerekend zijn om een koninkrijk te ontvangen, zien er vol verlangen naar uit tijdens de Oordeelsdag te regeren. Dat vooruitzicht alleen al motiveert hen om de raad op te volgen die Petrus aan hun eerste-eeuwse broeders en zusters gaf: "Doet des te meer uw uiterste best om uw roeping en verkiezing voor uzelf vast te maken; want indien gij deze dingen blijft doen, zult gij beslist nooit falen" (2 Petr. 1:10). §18 De andere schapen verheugen zich met hun gezalfde broeders. Ze zijn vastbesloten hen te ondersteunen. Als vrienden van God in deze tijd zijn ze gemotiveerd hun uiterste best te doen in hun dienst voor God. Tijdens de Oordeelsdag zullen ze heel graag Gods regelingen ondersteunen terwijl Jezus hen naar bronnen van wateren des levens leidt. Dan zullen ze eindelijk waardig gerekend worden om Jehovah op aarde te dienen tot in alle eeuwigheid! - Rom. 8:20, 21; Openb. 21:1-7. De Wachttoren van 2008 15 januari 5e studieartikel blz. 24 §17, 18.
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: volgens wat ik weet en ook reeds geschreven heb is Jezus Christus niet in 1874 op de troon geplaatst, maar in 1914.
Normaal zou een Koning bij zijn kroning en de plaatsneming om zijn troon gelijktijdig ook beginnen te regeren.
Behalve dat hiervan op aarde weinig of niets van te zien is, buiten dat wat Jehovah's getuigen beweren dat gebaseerd is op de schriftplaats in Psalm 110:2 "De staf van uw sterkte zal Jehovah uit Sion zenden, [zeggend:] Ga onderwerpen te midden van uw vijanden.
De parallelle situatie is weer te vinden in de prediking van huis tot huis of van deur tot deur. Vervolgens in de teksten van:
Mattheüs 24:14 "En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.
Mattheüs 28:19-20 "Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, 20 en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb".
DINSDAG 23 JUNI
Let op en hoedt u voor elke soort van hebzucht, want ook al heeft iemand overvloed, zijn leven spruit niet voort uit de dingen die hij bezit. -Luk. 12:15.
§10 Terecht leidde Jezus de bovenstaande waarschuwing voor hebzucht in met de woorden "let op". Waarom? Omdat mensen het direct in de gaten hebben als een ander begerig of hebzuchtig is, maar zelden toegeven dat ze zich daar zelf schuldig aan maken. Toch wijst de apostel Paulus erop dat 'de liefde voor geld een wortel is van allerlei schadelijke dingen' (1 Tim. 6:9, 10). De discipel Jakobus legt uit dat een onjuiste begeerte 'als ze vruchtbaar is geworden, zonde baart· (Jak. 1:15). In overeenstemming met Jezus' aansporing moeten we 'opletten': niet door te kijken of anderen hebzuchtig zijn maar door te onderzoeken waar we zelf ons hart op hebben gezet, zodat we 'ons hoeden voor elke soort van hebzucht'. De Wachttoren van 2007 1 augustus 1e studieartikel blz. 21 §10.
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: ik denk dat dit commentaar heel erg kort mag zijn. Eerst wil ik benadrukken dat Jezus Christus zegt dat men zich dient te hoeden voor elke soort van hebzucht. Vervolgens dat iemands leven niet afhankelijk is van datgene wat hij bezit.
Ik ga dan beginnen met het persoonlijke aspect. Dat is een onoverzichtelijk terrein, maar ik splits het op in twee: de materiële kant en het spirituele van de mens, verwar het laatste a.u.b. niet met "spiritisme".
Zoals een schriftplaats het zegt in 1 Timotheüs 6:8 "Wanneer wij daarom voedsel, kleding en onderdak hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn".
Wanneer iemand tevreden is met wat hij heeft zit hij uiteraard goed. Men is daarom nog geen materialist als hij zich meer kan permitteren. En men kan toch ook een materialist zijn als men weinig bezit. Het hangt dus van de instelling af en soms van de omstandigheden.
Meestal ligt het evenwicht tussen de twee, het materiële en de spirituele zijde. Zoals Jezus Christus benadrukte in de bergrede en specifieker in de gelukkig verklaring in het evangelie van Mattheüs 5:3 "Gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood".
Het unieke van de mens komt wellicht het duidelijkst naar voor door zijn vermogen om over het leven na te denken. Zowel over het verleden als het heden en de toekomst. Uit het verleden kan men lessen leren en in het heden toepassen. Voor de toekomst kan men plannen maken. Zelfs diegenen die God uit hun leven hebben geschrapt, meestal door de handelwijze van religies uit het verleden of met de onrechtvaardige ervaringen en toestanden in de wereld.
Nu wil ik het toepassen op de organisatie en het besturende lichaam. Wanneer een organisatie groeit ontstaat de neiging, maar ook de noodzaak om, juist in een hebzuchtige wereld, het doel voorbij te streven. Zoals zij zelf beweren zijn zij de door "Gods geest geleide organisatie". Met andere woorden, zij zijn een instrument in Gods handen.
Wanneer dit instrument ondertussen een doel is geworden rijzen er vele vragen. Door het instrument blindelings te gehoorzamen, zelfs wanneer het volgens jouw geoefend geweten, buiten de schreef gaat, word je zelfs een volger van dit instrument.
Als je de mensen die dit "instrument" vertegenwoordigen wetens en willens volgt ben je mee verantwoordelijk voor wat zij je opdragen, vragen en verplichten.
Denkt aan het proces van Neurenberg.
Zoals de organisatie en het besturende lichaam zelf zeggen en schrijven "niemand heeft zich opgedragen aan een zaak of een organisatie".
Het is beslist de moeite waard hierover grondig, grondiger en zeer grondig na te denken.
In het commentaar staat ook de reden waarom Jezus Christus deze waarschuwing gaf. Ik citeer: "Omdat mensen het direct in de gaten hebben als een ander begerig of hebzuchtig is, maar zelden toegeven dat ze zich daar zelf schuldig aan maken".
WOENSDAG 24 JUNI
Ik wil uw zaad maken als de stofdeeltjes van de aarde. - Gen. 13:16.
§6 Abraham kreeg te horen dat zijn zaad zich zou vermenigvuldigen en zou worden "als de sterren aan de hemel" (Gen. 22:17). Met andere woorden, in Abrahams tijd konden mensen nog niet weten uit hoeveel leden dit zaad zou bestaan. Maar uiteindelijk werd onthuld hoeveel leden dit geestelijke zaad zou omvatten. Naast Jezus zouden dat er 144.000 zijn (Openb. 7:4; 14:1).
§7 Gods Woord zegt over Abrahams geloof: "Hij stelde geloof in Jehovah; voorts rekende hij het hem als rechtvaardigheid toe" (Gen. 15:5, 6). Natuurlijk is geen enkel mens volkomen rechtvaardig (Jak. 3:2). Maar vanwege Abrahams uitzonderlijke geloof behandelde Jehovah hem als een rechtvaardige en noemde hij hem zelfs zijn vriend (Jes. 41:8). Degenen die samen met Jezus het geestelijke zaad van Abraham vormen zijn ook rechtvaardig verklaard, en ze zullen nog grotere zegeningen ontvangen dan Abraham. De Wachttoren van 2008 15 januari 4e studieartikel blz. 20 §6, 7.
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: ik ben er weer eens aan toe om zand uit de ogen te halen, omdat de schriftplaats zelf zegt, na de sterren vermeld te hebben, "en als de zandkorrels die aan de zeeoever zijn".
Daarom staat er in Efeziërs 1:13 "Door bemiddeling van hem werdt ook GIJ, nadat GIJ hadt geloofd, met de beloofde heilige geest verzegeld".
En in de Openbaring 7:3 "Brengt geen schade toe aan de aarde noch aan de zee noch aan de bomen tot nadat wij de slaven van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben".
Volgens de organisatie en het besturende lichaam is er een verschil tussen deze twee teksten. In Efeziërs zou het om de 'verzegeling' als een eerste keuze gaan door God. maar in de Openbaring is het de 'definitieve verzegeling' en opname in de hemel bij hun verscheiden.
Met andere woorden, na hun verzegeling zouden zij het moeten bewijzen het waard of niet waard te zijn om uiteindelijk in de hemel opgenomen te mogen worden.
In de eerste plaats is er geen enkele 'gezalfde' die kan bewijzen aan een ander dat hij een gezalfde is. Dat wil zeggen dat hij vanuit die ander zijn standpunt 'belijdt een gezalfde te zijn'.
Nadat hij gestorven is kan hij, pardon, of zij het nog minder bewijzen.
Het is zelfs een van de missers van de organisatie en het besturende lichaam vermits in 1935 het aantal "belijdende gezalfde" vol was. Terwijl het tezelfdertijd, met de afname van hun aantal, het een bewijs vormde voor de tijd van het einde.
Ondertussen is de toename van belijdende gezalfden in volle expansie en daar zal of heeft de organisatie en het besturende lichaam reeds een gewijzigde uitleg voor.
§7 zegt ook: "Degenen die samen met Jezus het geestelijke zaad van Abraham vormen zijn ook rechtvaardig verklaard",
Nu moet ik wel het begin van §8 aanhalen, want hier zeggen de organisatie en het besturende lichaam: "Gezalfde christenen worden rechtvaardig verklaard omdat ze geloof oefenen in Jezus' loskoopoffer".
Ik heb altijd geleerd uit de Bijbel dat er geen enkel verschil is tussen "belijdende gezalfden" en de andere schapen, behalve hun bestemming. Derhalve kan ik alleen maar besluiten dat ook de andere schapen rechtvaardig verklaard worden door hun geloof en levenswijze als die van Jezus Christus die ook voor hen is gestorven.
Dat blijkt ook de reden te zijn volgens Openbaring 7:9-10 "Na deze dingen zag ik, en zie! een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natiën en stammen en volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam, gehuld in lange witte gewaden, en er waren palmtakken in hun handen. 10 En zij blijven met een luide stem roepen en zeggen: Redding [hebben wij te danken] aan onze God, die op de troon is gezeten, en aan het Lam.
Hierdoor vervalt het gehele systeem dat door de organisatie en het besturende lichaam in het leven is geroepen van titels en verantwoordelijkheden.
Op zichzelf niet verkeerd, maar doordat het niet volledig gebaseerd is op dienend leiderschap is het geen haar beter dan gelijk welk ander systeem.
In theorie en op papier gestaafd met bijbelteksten is het dik in orde, maar in de praktijk blijft het schromelijk, maar bedrieglijk, in gebreke.
De broederschap die zij hanteren is niet realistisch omdat het geen spontane, maar opgelegde en ingestudeerde emotie is. Alhoewel dit niet opgaat voor iedere broeder of zuster.
Zelfs een biljartclub heeft een broederschap.
DONDERDAG 25 JUNI
Neem, 0 mijn zoon, het gebod van uw vader in acht, en verlaat de wet van uw moeder niet. - Spr. 6:20.
§16 (...) Kinderen moeten hun ouders beslist gehoorzamen. Maar open communicatie geeft ouders de gelegenheid hun kinderen te helpen redenatievermogen te ontwikkelen. Vincent, vader van vier kinderen, zegt: "Vaak namen we de voor en nadelen van een situatie door, zodat onze kinderen zelf konden zien wat het beste was. Dat hielp hen hun denkvermogen te ontwikkelen" (Spr. 1:1-4).
§17 Natuurlijk zal geen enkele ouder de Bijbelse raad over het opvoeden van kinderen volmaakt kunnen toepassen. Toch kun je er zeker van zijn dat je kinderen heel dankbaar zullen zijn voor je pogingen om hen op een geduldige, vriendelijke en liefdevolle manier op te leiden. Jehovah zal je inspanningen beslist zegenen (Spr. 3:33). Per slot van rekening willen alle christelijke ouders dat hun kinderen net zo veel van Jehovah leren houden als zij. De Wachttoren van 2007 1 september 1e studieartikel blz. 21 §16, 17.
BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: over het algemeen doen kinderen dit spontaan. En een open communicatie is een perfecte manier om het redenatievermogen van kinderen te ontwikkelen. Maar het begrip open communicatie is erg flexibel. Ik wil een voor de hand liggend voorbeeld gebruiken al is het extreem. Vincent een vader vraagt aan zijn kinderen: wat zou je willen "een appel" of "een muilpeer"? Wat denk je dat het antwoord zal geweest zijn? Kinderen zonder ervaring zullen in gemakkelijke situaties het juiste doen en zeggen. Later met een ruimere ervaring en daarmee bedoel ik wanneer zij, buiten wat hun ouders hen hebben geleerd, ook andere meningen en zienswijzen kunnen vergelijken ook een eigen mening en zienswijzen kunnen bijschaven of bijsturen. En dat zou en zal wel eens kunnen afwijken of zelfs in strijd met dat van hun ouders.
Daarenboven is de mening en zienswijze van de ouders, vooral wanneer het met geloof te maken heeft erg explosief.
Iets waar ouders en ook de organisatie en het besturende lichaam rekening mee dienen te houden is dat jonge kinderen, voor zij besmet zijn, een aangeboren gevoel voor rechtvaardigheid hebben. Wanneer ouders met twee maten meten, soms juist door hun geloof, hebben kinderen dat snel door. Als de ouders dat niet inzien of zichzelf niet corrigeren maken zij van hun kinderen klonen.
Sommigen van die kinderen zullen, zolang zij bij hun ouders zijn, hen naar de mond praten en ontwikkelen een dubbele persoonlijkheid.
Eens de 'volwassen' leeftijd bereikt zullen velen van hen 'afhaken'. De schuld daarvoor wordt aan de ouders toegeschreven en aan de wereld, nooit aan de organisatie en het besturende lichaam, alhoewel de ouders de richtlijnen naar vermogen hebben toegepast.
Nu moet ik zeggen dat een opvoeding door de getuigen van Jehovah altijd iets nalaat aan zulke jongeren. De praktische kant is dat die jongeren meestal een juist begrip hebben van normen en waarden terwijl verschillende beginselen hen levenslang zullen helpen om juistere beslissingen te nemen.
Dat heb je uiteraard bij alle geloofsovertuigingen. De positieven samen met de negatieven en is dus grotendeels afhankelijk van het kind of de persoon ter zelf.
Zo is er een beginsel van Jezus Christus die in Mattheüs 5:37 zei "Laat UW woord Ja gewoon Ja betekenen, [en] UW Neen, Neen; want wat daar nog bij komt, is uit de goddeloze".
|