Op zoek naar oude Halse en dialect woorden vond ik toevallig deze lijst die heel waarschijnlijk bestemd was voor een Halse erfenis of misschien openbare verkoop uit die tijd. Daar dit een burgershuis betreft is de lijst gedetailleerd en nogal lang (als men iets in detail wilt en daarbij nog duidelijk zijn dan is dit zeker en vast niet mogelijk in enekele lijntjes). Ik heb dit woord voor woord hernomen zoals het origineel. Men ziet dat alles letterlijk alles op lijsten geplaatst tot in het kleinste detail. Dit geeft ons een idee betreffende de huisraad, klederen, linnen, keukengerief uit die tijd. Van de meeste zaken heb ik de ook vertaling. Als er vragen zijn mail mij. Met herkend veel oude woorden waaruit het Hals dialect is ontstaan.
BOEDELLIJST Van een burgerhuis der XVI de eeuw
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
MEUBELEN en HUYSRAED
- een ledecant mette gordinagiën, oft een coetse oock met haar gordijnen ende vallen.
- een kiste oft schrijne van houte met een slot.
- een thresoor-cleedt oft thresoor-dwele.
- een taeffereel metten canten oft lijsten verciert met schilders-goudt, silver oft dierghelijcke.
- een matrasse oft stroo-sack onder dbedde.
- een hoenderrenne zonder schapprayken daer aen.
- een berdeken oft tailloor corfken.
- een moele metten back ende metten ghereedtschap.
- een vertreck-cruycke zonder scheel.
- een houten cackstoel metter teylen oft becken daer in.
- een blauwen steen metter houten haemere oft blauwel daar men dlijnwaet op slaet als men gewassen heeft.
- een schrijflay metten goudt-ghewichte.
- een cleermale om mede te reysen.
- een metalen craen oft houten buyse om in t vat te steken.
- een ammelaken oft serviette persse.
- een hellebaerde, oft eenen anderen waeckstok.
- een vleesch-boom metten zeele ende ijsere spille.
- een spieghel met zijn toebehooren, t zij met schildergoudt, silver, oft oock met eenigh behancksel verciert.
- een rechtbanke sonder slot daer aen.
- een balance metter schalen, met een pondt-gewicht oft een huysele.
- een braet-panne metten yser daer vore.
- een spit metten wender ende ghewichte.
- een ijsere latte met hanghel.
- een ijsere ronde panne met eenen steel.
- een brant-yser van metael oft ijser.
- een potdecksel van metael oft ijser.
- een ysere schuppe met eenen houten steel.
- een taeffelrinck, van ten, metael oft teenen.
- een meest metaelen oft yseren pot.
- een metalen coperen oft houte eemere.
- een vierclocke van metael, ijsere oft eerde.
- een metaelen croone-candelaer oft ermken.
- een caufoor van metael, ijsere oft eerde.
- een metalen schepper oft schepbecxken.
- een merckt-eemerken van metael oft van houtte oft merkt-corf, oft cabasse.
- een vischspaen van metael oft van ijser.
- een beslach-teyle van metael, ten oft eerde.
- een tennen becken, steenen oft ghelasen flessche.
- een coelback van metael oft coel-tobbeken.
- een vijser van metaal, steenen, oft houten mortier metten stampere.
- een wijwater vaetken van ten oft metael.
- een wijn-stoop, pot oft pinte, ghetoot oft onghetoot.
- een tennen becken met een lampet, oft van metael, oft lavoir, tennen oft looden fonteyne met een backsken daeronder.
- een treseer-becken van ten oft metael.
- een spoubecksken van ten of metael.
- een olie-commeken oft commeken om uyt teten.
- een garde nappe, tenne oft houten.
- een lampe van ten, metael oft steen.
- een tennen croes op datter gheenen silveren is.
- een taeffele sonder slot.
- een oorcussen met een flauwijne.
- een bedde metten hooft-peluwe.
- een viercant doeck-coffere.
- een houten coren schuppe.
- een stroyen coren-corf.
- een cordenwaghen oft pijpegale.
- een yseren-hoven scheel.
- een bier half-vat oft vierendeel.
- een houten boter-bacxken.
- een catrolle metten paley-zeel.
- een houten vrouwen-stoofken.
- een spinrock met eenen haspele.
- een mostaert-meulen.
- een schinck-berdeken.
- een afneemschotele.
- een ijsere pot-heyse.
- een treft oft een hanghijser.
- een castaingnie-panne.
- een tennen tailoor oft houten.
- een tennen sout-vat.
- een tennen kom oft houten akere.
- een mostaert-pot van ten oft steen.
- een tennen boter-schotele.
- een schouw-cleedt.
- een sargie.
- een sit-cussen.
- een lanteerne.
- een wan.
- een coren-meuleken.
- een meel-tonne.
- een keers-kiste.
- een cleer-mande.
- een torf-mande.
- een schotel-vat.
- een berrie.
- een vleeschstande.
- een waschtobbe.
- een back-korf.
- een bier-schraghe.
- een pollepel.
- een wayer.
- een coeckijser.
- een bierbuyse.
- een ratte-valle.
- een muyse-valle.
- een preeckstoel.
- een besten stoel.
- een schutberdt.
- een vleesch-blok.
- een cruydt-busse.
- een querne.
- een scherf-bert.
- een leere.
- een bijle.
- een saeghe.
- een ijsere haemere.
- een cleer-bessem.
- een claddere.
- een aentreckere.
- een wet berdeken.
- een wind-ysere.
- een scherf-mes.
- een elle.
- een spijckel-boor.
- een blaes-balck.
- een dweiler.
- een cruydt-sifte.
- een verkeer-bert.
- een ghelaes-bert.
- een droop-lepel.
- een cap-mes.
- een ijseren hense.
- een rooster.
- een vierschuppe.
- een wafel-ijser.
- een reicksken.
- een tanghe.
- een scheere.
- een raspe.
- een keers-snuttere.
- een urinael-pot.
- een houten soutvat.
- een steenen olypot.
- een besten ketel.
- een brouketele.
- een backetele.
- een bedt-panne.
- een obely-corf.
- een verlaet-becken.
- een tennen schotele.
- een taeffel-cleedt.
LINNEN
- een bedde-cleedt van lijnen, wullen oft tierentijn.
- een blauwen en een witten lijnen voorschoot.
- een paer slapelakens.
- een ammelaken.
- een serviette.
- een handtdoeck.
- een overtuygh van een oorkussen.
- een lange ghebeelde dwele.
- een drooghdoek.
- een brand-sack.
- een meel-sack.
- een turf-sack.
VROUWENCLEERE
- een huyve, haersnoer, bandeken, spanse ende dierghelijcke.
- een tabbaert, bouwen oft samaris.
- een paer panttoffelen oft schoenen.
- een paer mouwen, sonder gheslaghen goudt oft silver oft ghesteente, maer wel met
passemente gheboort.
- een coliere, sonder gheslaghen goudt, .. als voren.
- een familie oft huycke van sye oft van lake.
- een riem oft gord-ketent sonder gheslaghen goudt oft gesteent, t zij van silver oft
oock van silver verguldt.
- een paternoster, sonder den selven van silver te wesen, maer wel van corael,
amberen, getten oft anders.
- een borsse oft herteken sonder goudt oft silver daer aen te wesen.
- een paer messen sonder silver daer aen te wesen.
- een boeck-sack, met eenen boeck, sonder eenigh goudt oft silver daer aen te wesen
- een halsdoeck.
- een keurs.
- een ziele.
- een paer coussens.
- een voorschoot.
MANSCLEEREN
- een tabbaert ende indien hij een een ghesworen gheselle is van eenighe ghesworen
gulde, zoo zijne palure van silver, oft soo sij is, metten selven tabbaert daer sij op staet, ende is hij gheen gulden broeder van eenigh der gesworen gulden, soo zijne palure van sijnen ambachte, die hij op sijne mouwen steckt als hij in de processie oft tot eenigh offerhande gaet, ende indien hij gheenen tabbaert en heeft, soo sijnen besten mantel oft cappe.
- een pandt-rock oft cajack, sonder goudt oft silver daeraen te wesen.
- een paer schoenen ende pantoffelen.
- een riem met een merck silvers daer aen.
- een borsse oft tessche, sonder silver daeraen.
- een signet t zij gouden, silveren oft yseren.
- een wambeys.
- een bonnette.
- een sweet rocksken.
- een paternoster.
- een paer coussens.
Victor
|