Mijn Straat "De Vogelpers" met boogschuttersachtergrond
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Door toetreden, van de Heilige Waltrudis in het Klooster te Bergen (Mons) schonk zij begin van de achtste eeuw rond 726 een groot domein Halle aan dit klooster. Dit domein ging van Noorden van Halle tot Hoog Ittre (Haut Ittre - Kasteelbrakel). Rodenem.
De wereldlijken in dit klooster die deze gronden beheerden rooiden grote delen van het Halderbos, dat toen via het huidige Essenbeek, Rodenem tot aan de Zenne kwam. De bedoeling was het hout te gebruiken en er ook een parochie te stichten. De parochie is er nooit gekomen maar er ontstond een kleine woonkern van zeven huizen die men het heim aan het gerooide bos noemde Roodenheim dat later Rodenhem, Rodenem of in het Hals dialect Rounoen heette.
De plek Rodenem was belangrijk in die tijd, men had er alles: Westelijk was er natuurlijke beschutting van de Zenne, die diep tussen de rotsen vloeide. Men bouwde er van af de tiende eeuw een grote hoeve het "Hof van Resteleurs"of ook "resteleu di Rodenem", er was hout in overvloed in het bos, zachte stenen Arkose in de ondergrond op de oevers van de Zenne. In de directe omgeving vond ook de oorlog van plaatst in de dertiende eeuw.
Tot Rodenem was het verval van de Zenne ideaal en begin elfde eeuw bouwde men een dam en een watermolen op Zenne, het werd een run- en een graanmolen in het zelfde gebouw. Ook was er op die plaats aan de molen een kleine voetgangers brug over de Zenne als verbinding met de baan naar Bergen (Brussel -Parijs) met verbinding naar Edingen en Alsput, Bogaarden. Dit maakte van Rodenem een belangrijke plaats, en er ontstonden wegen, van de Resteleurshoeve naar de stad Halle, via de Biezeweide en de Bordollenstraat (later Vogelpers). Een rechtstreekse verbinding met het kasteel van Essenbeek, Smeerhaut en de Waelhenwegh ook naar Kasteelbrakel (naar Nijvel) en Malheyde. Buiten de stad aan de bospoort.
Van aan de Bospoort vertrok de Waelenwegh naar Essenbeek en verder naar Nijvel
Juist buiten de stadwallen aan de bospoort vertrok er een voetweg recht naar de Heuvel buiten de stad, die Voetweg van Rodenem noemde. Even verder op de Waelenwegh was er een driehoekig pleintje met acht huizen Rechtdoor ging de Waelenwegh, links ging men via de Broeckborre naar de Kromstraat en Buizingen. Rechts was een berijdbare baan tot op de heuveltop (waar de Voetweg bij kwam) die Rodenemweg noemde en naar de Resteleurshoeve leidde.
Omdat deze weg slechts in het begin goed berijdbaar was veranderde zijn naam even verder in Bordollenstraat. De naam komt van het Waalse berdouille wat modder is.
En misschien ook van het oud franse Borderie, wat hoeve aan de rand van de stad betekent.
Boogschutters
Te Halle schoten de boogschutters al sinds jaren vogels of pluimen af op kerktoren
De ander schuttergilden hadden ook hun liggende schietstand in het Vondel tussen de Zenne en de Leide. Vanaf 1711 werd een verbod uitgevaardigd om nog verder op de kerktoren te schieten, wegens de schade die zij aan het dak aanrichtten en ook het onbetamelijk gedrag tussen de graven op de kerkhoven.
Dit verbod werd op vele plaatsen genegeerd, maar in 1721, trokken de boogschutters buiten de stad naar de heuvel op het einde van de Voetweg naar Rodenem juist naast de Bordollenstraat.
Zij plaatsten er een 30 meter hoge staak en een houten gebouwtje als bescherming.
De staak noemde perche in het oud (frans)Hals, en met schoot er een vogel op af. Dus werd deze plaats de Vogelperche of vervlaamst Vogelpers genoemd. Simpelweg de wip. De naam Vogelpers vind men al van in 1735 in oude geschriften. Als uitbreiding noemde men het deel van de heuvel tussen de Wip en de Waelhenwegh zo een 250 m lang (aan de) Vogelpers. De naam Bordollenstraat verwatert. Later heeft de voksmond ook de andere zijde van de heuvel gaan Vogelpers noemen. In de Franse periode Rond 1800 was het verboden aan de boogschutters om nog te aan boogschieten te doen. Zodoende dat alles in verval raakte. De naam Vogelpers is sinds zijn onstaan onveranderd gebleven, er werd nooit het achtervoegsel straat bijgeplaatst.
Ik woonde in mijn jeugdjaren op het vlakke gedeelte van de heuveltop op 40 meter van waar de staak stond. Het kanaal in 1828 maakte een mooie bocht rond de heuvel, maar in 18 40 is de spoorweg dwars door de heuvel gegaan en het uitzicht volledig doen veranderen.
Victor 10
|