De oude wegen te Halle en omstreken
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Voor de komst van Romeinen waren de weinige wegen smal, hobbelig en moeilijk begaanbaar. Bruggen waren een zeldzaamheid. Men stak de rivieren over bij laagwater of met een vlot geleid door een touw gespannen van de ene oever naar de andere; oversteekplaats genoemd. Ruiters en wagens waden door de rivier bij laagwater
Smalle waterlopen werden overbrugd met balken of planken ook Vlonder genoemd (Vondel te Halle) en dienden alleen voor de voetgangers.
Zwaardere lasten werden meestal via een waterweg vervoerd in barken
Met de komst van de Romeinen werd het wegennet in onze streken aanzienlijk verbeterd. Ze liepen van Bavai (hoofdstad van Nervië) naar Trier, Keulen, Utrecht, Gent en Boulogne sur mer. De Romeinse heirbanen waren mooi recht en stevig gebouwd op verscheidene lagen stenen van verschillende grootte en waren meestal 20 voet (6m) breed Aan de rivieren werden bruggen geconstrueerd die 2,65 meter breed waren met een doorwaadbare geplaveide plaats naast de brug. Om hun wegen mooi recht te maken legden zij grote vuren aan en men kapte een doorgang in de bossen recht naar de rook op verscheidene km.
De Romeinse heirbanen liepen meestal boven op de scheidingen van de valleien zodoende had men een vergezicht en was er er weinig hinder van beken en andere hindernissen.
Voor Halle liep de Baan Bavai -Utrecht boven op de scheidingen van de valleien van de Dender en de Zenne. In het Franstalig deel noemen de wegen Chaussée de Brunehault, in het Nederlandstalige gebied Romeinse steenweg, Heirbaan.
Deze baan vertrok van Bavai (Fr) naar Bergen, Hoves, Edingen, Herfelingen, Kester en Asse (Brabant) Hier verliest men de sporen en vindt ze terug te Hoogstraten ( Straat op de hoogte) om verder naar Utrecht te gaan.
Waar de Romeinen het nodig achtten bouwden zij een dicht net uit met diverticulae of secundairewegen om de handel te bevorderen. De heirbanen waren militair en verboden aan particulieren, alleen een speciale toelating gaf togang tot deze banen.
Te Halle vonden de Romeinen de enige doorwaadbare plaats op de ganse lengte van de Zenne, daar was ze ondiep en breed met zachtstijgende oevers. Daarom is Halle ook op die plaats ontstaan. In de natte perioden, bij hoogwater moest men soms dagen of weken wachten tot het rivierpeil daalde of dagen omrijden. Zo is er op die plaats (te Halle) tussen de wachtende handel ontstaan en later ook de stad. Van Halle gingen de Romeinen verder naar Huizingen, Beersel Ukkel, de Hoogstraat in Brussel, Haren tot Zaventem
Langs de heirbanen buiten de bewoonde gebieden begroeven de Romeinen hun doden in Tumuli.
Na de val van het Romeinse rijk en het vertrek van de Romeinen werden deze wegen niet meer onderhouden. De meeste wegen verdwenen in begroeing.
Men moet bijna duizend jaar wachten tot de 13de eeuw vooraleer men in onze streken nieuwe wegen bouwt of de oude terug onderhouden worden of laat staan geplaveid. Men maakt nieuwe wegen als verbinding tussen de tussen de pas ontstane steden steden. Zo is er midden van 14de eeuw een geplaveide weg van Brussel naar Veeweyde (Anderlecht) ontstaan die men verlengt tot de grens met Henegouwen. Halle lag toen nog in het graafschap Henegouwen. In 1447 plant men bomen langs beiden zijden van deze weg.
Pas laat in de 17de eeuw doet de nood zich voelen om meer geplaveide wegen te hebben.
Daar Halle van Bergen afhangt begint men in 1643 met de aanleg van de Steenweg van Halle naar Bergen.
Rond 1704 beginnen de Staten van Brabant met bestratingswerken van Brussel naar Gent, Luik, Bergen. Zij worden ook eigenaar van de steenweg naar Bergen tot de grens met Hengouwen. Nu is de verbinding van Brussel met Bergen via Halle werkelijkheid. In 1710 wordt deze steenweg naar Bergen en Rijsel druk bereden door de artillerie van de geallieerde troepen. De baan werd toen volledig hersteld
In 1765 wordt de baan Halle Edingen aangelegd. Vroeger kom men langs twee kanten naar Edingen gaan. De eerste Halle, deels steenweg naar Bergen Lembeek, Beert, Heikruis, Edingen. De tweede mogelijkheid deels de Steenweg naar Bergen, Lembeek, Sint Renelde, Bierk (naast de steengroeve) Lettelingen, Edingen.
De steenweg Halle-Nijvel komt er volgens decreet van 1828 en wordt beëindigd in 1839. Vroeger ging met van Halle naar Nijvel langs de Whaelenweg vanaf de Bospoort, naar het kasteel van Essenbeek, vervolgens het Kasteel van Kasteelbrakel, Hoog-Itter en Nijvel.
Even buiten de Bospoort was er aan het pleintje rechts de Bordollenstraat naar Rodenem en de molen, links naar de Broekborre en Buisingen, Eysingen
De baan naar Ninove begon men in 1836 en werdt beëindigd in 1842. Daarvoor begaf men zich naar naar Ninove via Breedhout, Elingen. Men plantte on middelijk bomen langs deze baan.
De baan naar Geraardsbergen kreeg indertijd nooit veel belangstelling en werd nooit geplaveid en liep langs de Postweg (Zuster Bernardastraat), Nikkelenberg, Seysingen en Elbeek, Pepingen enz .
Al deze banen vertrokken van aan een poort in de stadswallen.
Het voornaamste gebouw in de omwalling was Het Kasteel van de 13de eeuw afgebroken rond 1863. Vervolgens had men in wijzerzin de volgende poorten:
De Vondelpoort, die leidde naar het publiek stort tussen de Leide en de Zenne,
Langs de Kwapoort en later met de uitbreiding van de stad via de Bospoort, ging men naar Nijvel, Rodenem, Buizingen.
De Bergpoort was de stadsuitgang naar Bergen.
De Poterne was een kleine poort als uitgang naar Geraardsbergen,
De Sint- Katarinapoort bleef voor de veiligheid na 1580 jaren gesloten en leidde naar Ninove, De Brusselpoort naast het kasteel was de uitgang naar Brussel.
Via het kasteel kon men ook de kasteelstraat bereiken naast de kerk.
De belangrijkste doorgang voor het koetsverkeer door het centrum was inderdertijd van Bergen naar Brussel via de Bergense steenweg, Bergpoort, Basiliekstraat, Grote Markt, Klinckaert, Brusselpoort In een latere periode via de Maandagstraat, Beestenmarkt Dekenstraat naar de Brussel poort,
Met het sluiten van de Sint Catherinapoort in 1580 moet alle verkeer omrijden of wandelen via de Brusselpoort .
Van de wegen buiten de stad is er één eeuwen oud tracé dat nu vernieuwd en nog intens gebruikt wordt van aan Smeerhout via de Kruisstraat, Rodenem, over de Zenne naar Stroppen. Met andere woorden niets anders dan de afrit van de autoweg en ring rond Halle richting Edingen. Men vindt zelden iets nieuw uit.
Victor
|