Volksremedies uit de 17de eeuw
Voor quade oogen. Neemt voor eenen stuyver oogesteen en neemt een ey, siedt dat hardt, hardt;
gesoden sijnde maeckt dat ey warm los en neemt die dorn uut en doet die oogesteen daer in ell dan sal die oogesteen smelten en neemt een doecxken en vringt dat nat daer uut in een cumpcken oft becke en daer mee sult gij u ogen wassen Tegen tantpijn. Neemt eenen nieuwen tychelsteen maeckt dien heet int vier en dan neemt swart tafellaken maeckt dat nadt, dat sult gij op den heeten steen leggen en daarop sult gij u hooft leggen met de sijde daer gij die pijnen in hebt, met den mondt een weynich open en deckt u hooft toe. Om de buyckloop te stoppen. Neemt verkens voetten en die int vier en verbrant die; als gij verbrant syn neemse wederom uut dit vier; slaet se stucke, doet die in stercken asyn en drinck daervan; de loop sal betere. Om cortse te genesen. Neemt een half can soete melck, welt (kook) die eerst en dan giet daer een vierden deel wijneckx in en dat drinckt dan; so gij daer van over geeft so sal die cortse gewis gedaen sijn met godt. Rosse quetseuren Neemt soete melck en daer in doet vlierbloemen oft schelle (van vlierhout is hieronder verstaan) eerst scoon gemaeckt dat buytenste eerst afgedaen en afgescrapt en dat in meJck laten wellen en dat gedroncken en dan neemt noch schelle t samen afgescrapt, doet die in botermelck laeten t samen sieden en als dan gesoden sind (zijn) doet dan die schelle weder uut die melck en dan die melck cout sinde doet daer drie eyers in en lecht op die quetssuer.
|