Ik ben Rita
Ik ben een vrouw en woon in Oost-Vlaanderen (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 21/08/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: fietsen, wandelen, reizen, dieren, foto's maken, pc, tuinieren, lezen, enz..
Moppen tappen en nu en dan een doordenkertje
22-08-2007
LEUGENAAR
Ik heb altijd graag verhalen verteld. Vaak werd ik een leugenaar genoemd, maar nu verdien ik de kost met die leugens. Ik blijk een schrijver te zijn.
Mike en Nick komen uitbundig schreeuwend een café binnen; Barman, een rondje van ons roepen ze; Ter gelegenheid van wat? Vraagt de uitbater nieuwsgierig. We hebben zojuist een legpuzzel afgerond waar we zeven maanden mee bezig zijn geweest, antwoordt Nick. Zeven maanden, zegt de barman ongelovig; Hoezo? Zo lang duurt het toch niet om een puzzel te leggen? o, jawel hoor, merkt Mike op. Op de doos staat twee tot vier jaar.
Een veeboer uit Texas is op vakantie in Australië. Hij ontmoet daar een landbouwer die hem trots zijn tarwevelden laat zien. We hebben thuis akkers die wel twee keer zo groot zijn, schept de Texaan op; Ze lopen verder, en de Aussie wijst de Texaan zijn veekudde. O, wij hebben wel twee keer zo grote runderen, pocht de opscheppers. Even later ziet de Texaan twee kangoeroes over een akker springen. Wat zijn dat? vraagt hij. Zegt de Australiër: hebben jullie geen sprinkhanen in Texas?
Twee koeien staan in de wei en voeren een gesprek. Zegt de een: Heb je gehoord van die gekkekoeienziekte die heerst? Ja, antwoordt de ander. Ben ik even blij dat ik een pinguin ben.
Bij de tweede keer dat het scheermes van de kapper zijn huid openhaalde, wilde de klant een glas water hebben. De kapper voldeed aan zijn wens en vroeg of hij soms een haar in zijn mond had; Nee, antwoordde de klant, ik wil zien of er een lek in mijn keel zit.
Na een verblijf van 25 jaar op een onbewoond eiland werd Joe eindelijk gered. Dolgelukkig klom hij aan boord van de boot; Inmiddels verbaasde de nieuwsgierige bemanning zich over de drie kleine hutten van gras die ze op het eiland zagen staan. Wat zijn dat? vroegen ze, De eerste daar is mijn huis wees Joe. De tweede daarnaast is mijn kerk. En de derde hut dan? Wilden ze weten. Oh zei Joe dat is de kerk waar ik vroeger aangesloten was.
Een stel uilskuikens loopt over de spoorweg. Na enkele kilometer zegt de een: man, ik krijg wat van al die treden; het andere uilskuiken antwoordt: Het zit hem niet in die treden, het is die verdraaid lage leuning.
Op een dag ziet een man voor een huis een bordje staan met de tekst: Pratende hond te koop.De eigenaar zegt dat de hond op het achtererf is, dus loopt de man om het huis heen en treft daar een zwarte straathond aan. praat jij, vraagt hij aan het beest. Ja, hoor, anwoordt het dier. Welnu, wat heb je dan wel te vertellen. De hond zegt: ach toen ik mijn speciale gave ontdekte wilde ik de regering gaan helpen. Ik bracht ze ervan op de hoogte en binnen de kortste keren vloog ik de wereld rond en zat ik bij spionnen en wereldleiders in de kamer. Omdat niemand een hond verdenkt, was ik een van de waardevolle spionnen voor ons land. Later wilde ik me ergens vestigen, dus meldde ik me aan voor undercover beveiligingswerk op een jachthaven op een luchthaven. Ik bracht daar ongelooflijk geknoei aan het licht en ontving een kast vol medailles. Ik heb een vrouw gehad, een bende puppies en nu ben ik met pensioen. De man is stomverbaasd. Hij gaat naar binnen en vraagt aan de eigenaar van de hond wat hij voor de hond wil hebben. De eigenaar zegt: tien euro. De man is benieuwd waarom de eigenaar zo weinig wil hebben. Die antwoordt: Dat beest is eersteklas leugenaar Alles wat hij u zojuist heeft verteld, is verzonnen.
Jan naderde met zijn oude fiat een kruispunt, toen de verkeerslichten op oranje sprongen. De bestuurder voor hem ging prompt op de rem staan. Met gierende banden wist Jan zijn auto net op tijd tot stilstand te brengen. De bestuurder achter hem bleek minder alert en botste met een flinke knal tegen zijn achterbumper. Jan stapte uit en ontdekte tot zijn verrassing dat een politiewagen zijn in de achterzijde van zijn wagen had geboord. De agent achter het stuur maakte een verontschuldigend gebaar met zijn handen waarop Jan opmerkte: Jullie zijn er in elk geval rap bij.
Na mijn afstuderen ging ik werken op de afdeling Personeelszaken van een bedrijf. Al na een paar jaar werd ik gepromoveerd tot hoofd werving en selectie van de lagere functionarissen en het middenkader. Ik was pas 25 en de meeste sollicitanten waren ouder dan ik. Om bij sollicitatiegesprekken voldoende indruk te maken, probeerde ik me zo volwassen mogelijk te kleden en te gedragen.
Op een dag had ik een gesprek met een vrouw van in de veertig die had gesolliciteerd naar een job als administratief medewerkster. Ze klaagde dat het voor vrouwen van haar leeftijd moeilijk was om een job te vinden. Leeftijdsdiscriminatie is zo oneerlijk, probeerde ik haar te troosten. U ziet er trouwens veel jonger uit dan u bent.
Ze keek glimlachend aan en antwoordde beleefd: Dank u, U ziet er zelf trouwens ook nog goed uit.
Er werd een zwerver per ambulance op de spoedgevallen binnengebracht. Een van mijn collegas schreef onder meer in zijn rapport: Stinkt en is dronken. Plotseling realiseerde hij zich dat zijn woordkeuze niet bepaald fijnzinnig was. Hij streepte de tekst door en schreef in plaats daarvan: Laat in welriekendheid te wensen over en heeft een vertekend beeld van de werkelijkheid, als gevolg van overmatige alcoholconsumptie.
Mijn vader verzorgde een cursus handel en economie in een gevangenis, en het eerste onderwerp dat hij behandelde was bankieren. In de loop van zijn betoog begon hij over geldautomaten. Hij vertelde dat in de meeste automaten gemiddeld niet meer dan 1500 euro zit. Op dat moment stak een man achter in het lokaal zijn vinger op. Ik wil niet onbeleefd zijn, zei hij tegen mijn vader, maar in de automaat die ik heb leeggeroofd, zat ongeveer 5000 euro.
Op een dag moest ik voor mijn werk als postbode een aangetekende brief bezorgen. Bij het huis aangekomen, hoorde ik bij de voordeur een luid gekef. Toen de bewoner de deur opende, vroeg ik hem of hij de hond binnen wilde houden maar het was al te laat. Het kleine hondje blafte luid en sprong tegen me op. Terwijl de man tekende, zei hij geruststellend: Maakt u zich geen zorgen, hij bijt u niet. Op dat moment draaide het hondje zich om en beet zijn baasje.
De kinderen uit mijn klas hielden een presentatie over hun eerste werkstuk. Andrew las zijn tekst voor: mijn werkstuk gaat over spinnen. Spinnen hebben acht poten. Ze maken webben, vangen daar vliegen in en eten die op. De grootste vijand met de spin is de stofzuiger;
Voor passagiers in de business class hadden we bij het reserveringsbureau van de luchtvaartmaatschappij een speciale balie. Op een avond na sluitingstijd bleef de telefoon maar rinkelen. Uiteindelijk nam mijn chef de hoorn van de haak en sprak monotoon: wij zijn geopend van acht uur tot vijf uur s avonds. Neemt u dan aub tijdens die uren contact met ons op. Een stem aan de andere kant van de lijn vroeg: is dit een bandje? Zonder een seconde na te denken zei mijn chef: ja dat klopt.
De stagiaire die ik als muziekleraar in een brugklas begeleidde, sloot een les over ritme af met een schriftelijke overhoring. De laatste vraag luidde: vul aan: het enige dat ik nog steeds niet begrijp is Een meisje had bij die vraag ingevuld: mijn broer
Een vriend van mij is verkeersagent. Op een middag hield hij een auto aan wegens het overschrijden van de maximumsnelheid. Toen hij naast de buitenspiegel van de auto keek, zag hij dat het niet de eerste keer was dat de bestuurder werd bekeurd. Over de tekst spiegel vertekent: achterliggend verkeer is dichterbij dan u denkt was een sticker geplakt met de tekst: spiegel vertekent, achterliggende agenten zijn dichterbij dan u denkt.
Ik was op een frisse voorjaarsochtend onderweg naar een vergadering. Terwijl ik langs een weiland reed zei ik: ach moet je die lieve kleine varkentjes eens in de wei zien staan. Die zullen het wel koud hebben zonder jasje. Toen ik opzij keek, besefte ik tot mijn ontzetting dat ik mijn dochtertje al had afgezet bij de oppas en dat degene die naast me zat mijn baas was, die me hoogst verwonderd aankeek.
In het ziekenhuis waar ik als verpleegkundige werk, kwam op een avond een bommelding binnen. Mijn collegas en ik kregen de opdracht de kamers van onze patiënten op verdachte voorwerpen te controleren. Met een zaklantaarn in mijn hand sloop ik de kamer van een 83-jarige vrouw binnen. Op mijn tenen liep ik naar haar bed en voorzichtig nam ik het deksel van de doos pralines die ze eerder die dag van iemand had gekregen. Plotseling schrok de vrouw wakker. Als je een praline wilt zei ze bestraffend, dan heb ik liever dat je dat gewoon vraagt.