Ik ben Rita
Ik ben een vrouw en woon in Oost-Vlaanderen (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 21/08/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: fietsen, wandelen, reizen, dieren, foto's maken, pc, tuinieren, lezen, enz..
Moppen tappen en nu en dan een doordenkertje
14-10-2009
ontmoeting
Ik liep een oude klasgenote tegen het lijf in een café. We namen plaats aan een tafeltje en begonnen gezellig over vroeger te praten, tot zij opeens heel nadrukkelijk begon te vertellen hoe gelukkig ze wel getrouwd was. De abrupte verandering van onderwerp verbaasde me nogal tot ik naar beneden keek. Ik had met mijn jeukende scheenbeen niet tegen de tafelpoot zitten wrijven, maar tegen haar been.
Voor mijn verjaardag nodigde ik een aantal vrienden uit op het landgoed van mijn vader waar we paarden fokken. Mijn vader gaf een rijdemonstratie en liet het paard een paar kunstjes uitvoeren, zoals achteruitlopen. Na afloop vroeg hij of er iemand vragen had. Een vriend stak zijn hand op en vroeg. Hoe zet je hem achteruit?
Mijn vrouw en ik waren aan het wadlopen en stonden al een hele tijd naar een vogel te kijken, maar omdat onze ogen niet zo best meer zijn, konden we het er maar niet over eens geworden of het een reiger of een ibis was. Uiteindeljk besloten we een voorbijganger met een verrekijker om uitsluitsel te vragen. O, dat is een plastic zak, was zijn antwoord
Bob en Erik hebben tijdens een avondje uit al hun geld aan drank uitgegeven en kunnen geen taxi naar huis meer betalen. Bob stelt voor om een bus te stelen en haalt Erik over om in te breken in het busstation. Twintig minuten later is Erik nog steeds niet terug. Bob steekt zijn hoofd door de deur. Wat ben je in vredesnaam aan het doen? Ik kan bus nummer zeven nergens vinden. Antwoordt Erik geërgerd. Idioot! Roept Bob. Steel dan gewoon bus negen. Dan stappen we uit bij de rotonde en gaan we de rest van de weg te voet.
Een vrouw ligt in de stoel bij de tandarts. De arts kijkt in haar mond, ziet een enorme rotte kies en zegt: Wat een gat! Wat een gat!. Wat een gat! Verbaasd vraagt de dame: Waarom zegt u dat drie keer? Zegt de tandarts: Dat deed ik niet, het was de echo;!
Die ruige motorrijders stappen een wegcafe binnen waar een oude grijsaard zit te ontbijten. Een van de stoere kerels drukt zijn sigaret uit in de omelet van de oude man. De volgende spuugt een uitgekauwde dot pruimtabak in zijn koffie. De derde smijt het hele ontbijtbord op de grond. Rustig en zonder een woord van protest staat de oude man op, betaalt zijn rekening en gaat er vandoor. Wat een slappeling.he. merkt een van de motorrijders op. En rijden kan hij ook al niet, merkt de serveerster droog op. Hij is zojuist achteruit over 3 motoren heen gewalst.
Iedere keer als ik een man zie met een baard, een snor en een bril, denk ik onwillekeurig: dat is een man die er alles aan heeft gedaan om te voorkomen dat mensen op fotos van hem gaan zitten tekenen
Na vele jaren komt Dirk een jeugdvriend tegen en vraagt: Wat doe je tegenwoordig? Ik ben brandweerman krijgt hij te horen. Mijn zoon van vijftien wil graag brandweerman worden zegt Dirk. Zet een paal in je huis zodat hij kan oefenen raadt zijn oude vriend hem aan. Het moeilijkste van dit beroep is het naar beneden glijden langs de paal. Tien jaar later komen ze elkaar opnieuw tegen. En is je zoon inmiddels brandweerman? vraagt de vriend. Nee, zucht Dirk, maar mijn dochter is paaldanseres geworden.
Een echtpaar ligt te slapen wanneer s nachts om drie uur de telefoon gaat. De vrouw neemt op. Na een korte stilte schreeuwt ze: Hoe moet ik dat weten? Dat is 400 km hier vandaan!
En ze gooit de hoorn op de haak. Wat was dat vraagt de man. Weet ik niet zegt de vrouw, een of andere vrouw die vraagt of de kust veilig is.
De politicus ging maar door met zijn monotone betoog, ondanks herhaalde waarschuwingen van de Kamervoorzitter dat zijn spreektijd om was. Uiteindelijk hief de voorzitter zijn hamer op en wierp die naar de spreker. De hamer miste doel en raakte een ander parlementslid op het hoofd. Terwijl de man half bewusteloos op de grond viel, wist hij nog net de kracht op te brengen om uit te roepen: Sla me nog een keer! Ik kan hem nog steeds horen!
Een glimlach geeft rust aan vermoeiden een glimlach geeft zachtheid, zowel voor jezelf als voor de ander. Hij kan niet gekocht, niet uitgeleend, niet gestolen worden want hij heeft geen waarde tot op het ogenblik dat hij gegeven wordt. Indien u iemand mocht ontmoeten die niet meer kan glimlachen wees dan mild en geef hem uw glimlach want niemand heeft zo een grote nood aan een glimlach als hij die niet meer kan glimlachen!
Het regende en ik zag hoe mijn buurvrouw met één hand probeerde de buggy vooruit te duwen waar haar peuter in zat en met de andere trachtte haar dobermannpincher mee te krijgen. DE hond had geen zin in natte voeten en weigerde een poot te verzetten. Ik stond op het punt mijn jas aan te trekken om te helpen, toen het drietal achter een haag verdween. Even later zag ik dat mijn buurvrouw het probleem had opgelost. Haar peuter zat aan de hondenriem en rende vrolijk door de plassen en de hond zat in de buggy.
Aan het begin van het schooljaar zei ik tegen een jongetje uit het eerste leerjaar dat hij een stuk gegroeid was vergeleken met het jaar ervoor. Ik ben de hele tijd aan het groeien en krimpen. Verbaasd vroeg ik wat hij bedoelde. Eerst kwam ik tot aan de neus van mijn broer, antwoordde hij, maar nu kom ik nog maar tot aan zijn kin.
Mijn vriendin Vicki houdt altijd voor me in de gaten of er leuke nieuwe kleding binnenkomt in haar winkeltje voor chique tweedehands kledij. Dus toen ze me belde dat ik langs moest komen, liet ik alles vallen en rende de deur uit. Deze blouses en broek zijn je op het lijf gemaakt, ratelde ze enthousiast. Ik wierp er een blik op en zei: dat klopt, ik heb ze hier gisteren gebracht.
Ik was verbaasd maar blij toen mijn minst sportieve de dochter, Wendy thuiskwam van de sportdag met een lintje voor de eerste prijs. Ik zei dat ik trots op haar was en vroeg bij welke wedstrijd ze het lintje had gewonnen. Een estafette, ma, antwoordde ze. Op mijn vraag in welke positie ze had gelopen, antwoordde ze: o, ik heb niet gelopen, ik was de paal waar ons team rond liep.
Toen ik een jong hondje probeerde te vangen dat iemand mee naar kantoor had genomen struikelde ik over mijn lange rok en maakte een salto in de gang. Die acrobatische toer resulteerde in twee blauwe ogen en een gebroken neus. Toen ik al wat minder op een wasbeertje begon te lijken, vertelde ik op kantoor opgetogen dat ik een snowboard had gewonnen in een tombola. Een van de collegas wist mijn enthousiasme te smoren: een snowboard? Vroeg ze. Je kan niet eens blijven staan op vast tapijt!
Voor de zoveelste keer die dag was mijn collega in de groentewinkel erin geslaagd een klant te beledigen. Denk je nu nooit eerst eens even na voor je iets zegt? vroeg ik. nee gaf hij toe. ik hoor het liever eerst, tegelijk met alle anderen.
Een van de bazen van ons Amerikaanse hoofdkantoor hield een presentatie voor de medewerkers van onze drukkerij in een plaatselijk hotel. Hij opende de dag met de mededeling dat wij, als een van de grootstedrukkerijen van Engeland, niet alleen uitstekende service moeten verlenen, maar dat ook moesten eisen van onze leveranciers. Om duidelijk te maken wat hij bedoelde,zie hij dat de conferentieruimte te klein was en eiste van de hotelmanager dat hij een grotere zaal zou krijgen maar die werden ditmoment gerenoveerd. Dat is onacceptabel, tierde de baas. Hij zei dat als de manager niet binnen een kwartier een oplossing had bedacht, we zouden vertrekken. De klok tikte de minuten weg en de manager liet zich niet meer zien. De baas droeg ons op onze spullen te pakken. Al snel stonden we met ruim 20 medewerkers op de parkeerplaats. De Amerikaanse baas schoof een beetje schichtig in mijn richting en fluisterde in mijn oor: Alan, wat moeten we nu in vredesnaam doen?
Als verpleegster in een kinderziekenhuis was het mijn taak om kinderen en hun ouders voor te lichten over wat ze op de dag van de operatie konden verwachten. En jongetje van zes luisterde aandachtig naar mijn uiteenzetting en toen ik was uitgesproken vroeg ik of hij nog iets wilde weten. Komt dit op het journaal? vroeg hij