Dwars door de US in een motorhome : 25 staten in 6 maand
02-08-2007
GRAND TETONS
Waw, hoog, kolossaal en zwart staken de met sneeuw bedekte bergtoppen van het Grand Teton National Parkaf tegen de staalblauwe lucht boven Jackson Hole, een leuk skioord, dat het ook in de zomer aardig doet bij de toeristen.
Grote tetten zei ik impulsief, wat onmiddellijk het nodige protest uitlokte bij mijnliefste partner, die dergelijke uitlatingen niet kan smaken, zeker niet ten aanschouwe van dit idyllisch landschap.
En toch had ik gelijk : Frans-Canadese pelsjagers die hier in het begin van de 19e eeuw een handelspost stichtten noemden de bergketen Grandes tetons
( Even een nota van de redactie : we schrijven al geruime tijd op een qwerty klavier en daar staan bepaalde tekens zoals puntjes op de e,o en i, franse hoedjes en accent aigus enzo niet op.
?qqr het gqqt ql heel vlot,es/)
In Jackson Hole vonden we tijdens ons middagwandelingetje een toffe bistro, waar Dien de allerbeste pizza van heel haar leven heeft gegeten (sic) en ik eenbruine bonensoep van de chef, waar de lepel rechtop in bleef staan.Heerlijk!!
En dan door de vallei van de onstuimige Snake River door het Nationaal Park, langs de Teton Range. Deze range is de jongste uitloper van de Rockies, en bezit de scherpste en meest indrukwekkende bergtoppen ter wereld, waarvan de Grand Teton ( 4206 meter) met zijn 3 gletsjers het landschap domineert. En prachtig zou moeten weerspiegelen in het rimpelloze water van Jackson Lake, maar er was te veel wind (van die bruine bonensoep zei Dien)
We bleven 1 nacht in Colter Bay op een primitieve maar zalig gelegen campsite, met zicht op de Grote t..., en vermits we niet ervaren genoeg waren voor de bergtrails, kozen we voor een boottocht op Jackson Lake, in de hoop ergens langs de verlaten stranden beren te kunnen observeren. Ook dat is niet gelukt en die bonen hebben er niets mee te maken. Buiten enkele elanden en bald eagles (visarenden) viel er geen wild te bespeuren.
Wat de beren betreft : ik maak me geen zorgen, Yellowstone dat amper 15 mijl noordelijker begint krioelt van de beren! Curieus...
Effe iets verklaren. Tot mijn verrassing heeft Dien, de chef van mijn fotoblog, een trouwfoto geselecteerd, hier ergens aan de linkerkant. Voor de goede orde : DAT ZIJN WIJ NIET ! Op een bepaald momemt liepen wij te genieten langs de West Rim van Grand Canyon, toen er plots een hevige thunderstorm uitbrak. Zulke storm is niet ongevaarlijk : enorme windvlagen en vooral honderden blikseminslagen. Wandelaars worden overal gewaarschuwd om zich in dergelijke gevallen zo snel mogelijk in veiligheid te brengen (auto's, schuilhutten, holte in de grond ed.) Zoals het goede Amerikanen betaamt wordt zoiets altijd onmiddellijk, licht paniekerig opgevolgd. En dan is daar natuurlijk een stomme Belg die eens een fotoke wil trekken van de Grand Canyon by thunderstorm. Bots ik daar op een uitspringende rots bijna op een huwelijkpaar : zij in het lang wit, hij in zwart kostuum, voor hen een officiele ambtenaar en achter hen een fotograaf op een wankele ladder van 2 meter. En de man roept om hulp ; hij dreigt met ladder en al de canyon ingeblazen te worden. Ik daar naartoe, hou die ladder vast, terwijl er een nieuwe plensbui komt overgewaaid en het huwelijk gaat door. De bruid weent lichtjes terwijl ze mekaars ringen uitwisselen (waarschijnlijk schrik van de bliksem) en de fotograaf roept constant : " Please, hold on to the ladder" "Okay, don't worry" antwoordde ik, terwijl het water langs mijn tropenhelm in mijn T-shirt stroomt. "By the authority given to me by the state of Arizona, I they wed......" zei de ambtenaar waterachtig. Een ontroerend maar zeer origineel huwelijk. "Now I need 2 witnesses to confirm this marriage" vervolgde hij. Nu was er op heel de rim geen mens te bespeuren buiten een stuntfotograaf en een stomme Belg. "I'll be witness" zeiden we beiden tegelijk, " If I may kiss the bride" voegde ik eraan toe. En zo is het gekomen: ik ben getuige (best man) bij een Amerikaans huwelijk en ik heb de bruid 3 keer gekust "It's custom in Belgium" fluisterde ik in haar oor.
Dien liep al 2 dagen met een licht geirriteerd rechteroog rond, dat maar niet wou genezen en dat nu,na het sensationele patattenmuseum, volledig bezweekvan ontroering en dringend met een antibioticum moest behandeld worden.Vermits we toch in Albertsons, de betere supermerkt, moesten zijn, ging ik even langs bij de afdeling apoteek en vroeg een soort terramycine oogdruppeltjes aan een van de dienstdoende apotekers.
You mean the antibaayiotic? vroeg ze met enig onzag.
Yep, thats it antwoordde ik nonchalant en begon al enkele dollars neer te tellen
Impossible sir,you need a prescription
Just some local eye drops for my wife wou ik haar geruststellen, terwijl ik Dien met gezwollen oog ten tonele voerde, terramycine ll be fine.
Dit was blijkbaar te veel van het goede : twee keer de naam van een antibioticum uitspreken zonder te wapperen met een voorschrift.Hoe durft ie !!
Hoofdapoteker erbij, je weet hoe dat gaat, discussie, maar niets aan te doen, nog geen mg antibioticum zou ik krijgen zonder een officieel, geldig voorschrift v an een dokter. Punt.
Okay zei ik berustend where can I find a doctor ?
Theres several of them, but you gotta have an appointment zei het hoofd met een venijnig lachje try to make one first thing in the morning
Ik weer : Sorry but we dont live over here, its really urgent
Hij : If its urgent , youve gotte go to an Urgent Care, theres ons about six miles from here en hij begon op de achterkant van iets dat op een voorschrift leek een plannetje te tekenen.
In een onderdrukte woedeaanval rukte ik het papier uit zijn handen en liep hoofdschuddend weg.We hebben meer dan 1 uur moeten rondrijden, zoeken en vragen vooraleer we de urgent care, ergens verdoken achter een schoenmakeren een bandenspecialist, hadden gevonden.
Wachzaal met 10 patienten en een nagelvijlende secretaresse half verscholen achter een aquarium. We deden ons verhaal opnieuw, vroegen een voorschrift en kregente horen dat Dien eerst moest onderzocht worden door een van de aanwezige dokters. Maar of we ondertussen reeds enkele papieren wilden invullen : 5 bladzijden, volledige CV, 5 handtekeningen. En dan mee met een verpleegster : bloeddruk, pols, gewicht, lengte, reflexen enz...Wachtzaal, vissen tellen die ondertussen al mooi begonnen te fluoresceren in de opkomende duisternis. En dan eindelijk bij de dokter : een jonge frisse kerel, duidelijk in goeden doen.
Hi, guys, whats the problem ah, your eye ; I see De man draaide zich om, nam een mimizaklampje, scheen 1 seconde in Diens gezwollen oog en zei besluitvast ;
An infection, my secretary will print a prescription
We waren welgeteld 30 seconden bij de dokter geweest en de man vroeg daar $85 voor!!
Van de secretaressekregen we het voorschrift : terramycine eye drops
Its an antaaybaayjotic zei ze samenzweerderig.
En t is nog niet gedaan. Na enige moeite vonden we terug de juiste weg om onze reis te vervolgen en kwamen na ongeveer 5 mijl een groot bord met Pharmacy tegen. We parkeerden onze bak en gingen de dubbele sluisdeuren binnen : Albertsons, de betere supermarkt : zelfde apoteek, andere ingang !
Ik ben bij de afdeling vers vlees blijven wachten.
PS : Na 3 beurten oogdruppels van $ 15.99 is de infectie volledig genezen.
Iedere auto in de US voert op zijn nummerplaat met trots de slogan van zijn staat. Enkele zijn beroemd :
New YorkI love New York
GeorgiaGeorgia on my mind
Andere zijn iets meer romantisch :
VirginiaVirginia is for lovers
New MexThe land of Enchantment
Maar de meeste laten hun sterkste kant zien :
ArizonaThe great canyon state
OregonPacific Wonderland
Zo ook Idaho, de staat waar we vandaag noordwaarts doortrokken, op weg naar 2 topics, Great Teton en Yellowstone Nationale Parken.
Op de Idaho nummerplaten staat fier : Famous Potatoes. En als fritlievende Belgen wilden we daar meer over weten. Bovendien was er in Blackfoot, het centrum van dit dierbaar knolgewas een patattenmuseum, waar momenteel tijdelijk The Idaho Potato Expo liep, onder de veelzeggende titel Free Taters for Out-Of-Staters. Je kreeg er gratis patatten, dus wij daar naartoe !
Ik heb nog maar 1 keer in mijn leven zoveel shit bijeen gezien, en dat was in Shaba, Yemen, waar het pronkstuk van het Nationaal museum een bescheten pispot van een of ander prinsje uit 1933 was.(Weet jet nog Frie ?)
Sjonge, sjonge wat een klucht, 20 halfdoorgesneden patatten in een toonbank, een beker bespoten poldergrond en zowaar het curiosum een ploeg zoals je er bij ons op elke boerderij 5 kunt terugvinden.
En die Free Taters : forget it man!! We kregen elk een minidoosje hash browns, geraspte patatten die je in fritvet moet opbakken, samen net voldoende om een eekhoorn 2 dagen in leven te houden.
Maar je kent ons : we kochten een zak Blackfoot Number 1 en toegegeven, ze waren lekker : egale vorm, niet gekneusd, gelijkmatige grootte, zuiver gewassen, niet te veel zetmeel,vast kokend, stevig tijdens het afgieten, niet te bloemig, zonder zwartblauwe plekken en gemakkelijk te snijden, frisse neus en trage afknabbel.
Twee dagen later hebben we de zak met overgebleven patatten moeten weggooien ; rot...
Al bij al is het comfortabel slapen in de RV, ook met 5 personen. Dien en ik slapen in de slaapkamer, het achterste gedeelte van de motorhome, Walter en Joke slapen in de cabover, boven de stuurcabine, en daar tussenin, op de uitgeklapte salontafel ligt Anouk.
En zo was het vorige nacht niet anders. Tot ik in het holst van de nacht wakker schoot omdat ik dacht dat ik op een zinkend schip lag. Ik moest me vasthouden aan de rand van mijn bed om niet op Dien te tuimelen. En zo heb ik de rest van de nacht doorgebracht : half slapend, me krampachtig vasthakend aan de zijrand van de matras. Toen ik daar s morgens, met roodomrande ogen mijn beklag over deed, werd ik met enkele pikante opmerkingen weggelachen. Ocharme !
Ik ben dan maar zelf de matras gaan aftrekken en ontdekte algauw het euvel ; de bedplank waarop de matras ligt stak 20 cm in de koffer, vlak naast onze bierkelder. Steunlat en vijzen pardoes afgebroken. Dien, die normaal van een vliegenscheet wakker schiet had gewoon heel de nacht doorgeslapen met haar hoofdhalf in de kofferbak van de motorhome.Niet te geloven !
Gelukkig gebeurt dit vandaag, met wakkere Walter aan boord. Hij bekeek de boel even en leende een electrische boor van de eigenaar van het mobiel kasteel naast ons, die toch altijd met een volledig uitgeruste garage rondrijden. Tot mijn ontzetting begon Walter enkele volgens hem totaal overbodige - vijzen uit een ander deel van de RV te draaien en boorde die door de aluminium steunlatop de juiste plaats.Voila zei hij bevredigend, degelijk en volledig gratis
En inderdaad, die avond hebben Dien en ik de degelijkheid grondig op proef gesteld : oer, oerdegelijk !
Ik weet alleen nog altijd niet welk onderdeel er nu te weinig vijzen heeft...
Park City is een mondaine en groene voorstad van Salt Lake City. In ieder geval in dit seizoen, want Park City is zowat de helft van het jaar een populair skiresort ( Olympische Winterspelen 2000) Maar ook nu in de zomer lopen er heel wat zoutmeerstedelingen en toeristen in rond. Oorspronkelijk was het een zilvermijndorpje met, in Main Street, nog veel oorspronkelijke gebouwen, die binnenin omgetoverd zijn in selecte kleding- en sportzaken en smakelijk ogende restaurants. De vroegere mijnwerkers kwamen op het idee om houten latten te gebruiken om zich van en naar hun werk te verplaatsen, en daar hangen nog heel wat exemplaren en foto's van in het plaatselijke museum. Of de ski's hier zijn uitgevonden weet ik niet, maar ze zijn hier in ieder geval gepopulariseerd. Bij wijze van voorlopig afscheid kozen we in een van de restaurantjes voor een late (!14.30 uur) brunch met ongelimiteerde proporties : omeletten met alle denkbare ingredienten (egg station), toastjes met gesmolten kaas en gepocheerd eitje, minipizza's, heerlijke gebakken aardappeltjes, meloen met ham, lasagna, groenten, fruit en vlees allerhande en uiteraard een dessertbuffet waar ik niet meer aan toekwam. Ongelukkigerwijze kozen enkelen onder ons "Belgian Waffles". Een kwartier later moest de kok bekennen dat hij er na 3 pogingen niet in geslaagd was iets in die aard te produceren, zodat we maar zonder wafels van tafel gingen. Toen we buiten stapten kwam hij triomfantelijk aangelopen met twee bleke wafeltjes, die we uit beleefdheid hebben meegenomen. De volgende dag hebben we ze verschrompeld in de vuilbak gekieperd... het waren toch geen echte Belgische...
"We call ourselves LDS or Latter Day Saints or simply Mormons" antwoordde Sister Lenny op mijn vraag of hun religieuze benaming niet wat te lang was. We stonden op Temple square aan de ingang van Mormon Tabernacle, het hart van Salt Lake City, wereldcentrum van de Mormonen. We kennen ze allemaal, de twee jongemannen in zwart kostuum, wit hemd en sobere das, die je op zondagmorgen uit je bed bellen en vriendelijk, in zopas geleerd Nederlands, vragen of ze je iets mogen vertellen over de Kerk van Christus. "Nee" zeg je dan nors, waarop ze even vriendelijk "Dankjewel" zeggen en de buren gaan wakker bellen. "Sister" vroeg ik "can you tell me in two words the difference between Catholicism and LDS?" en ik realiseerde me meteem dat ik te ver was gegaan. Ik kreeg een uitvoerig pleidooi, stapels brochures en werd zeer vriendelijk en gretig doorverwezen naar een filmvertoning van 1 uur in het auditorium van de tempel. En als ik geinteresseerd was kreeg ik daarbovenop nog volledig gratis "The book of Mormons", een soort Bijbel, maar iets uitgebreider. Nu zijn Dien en ik naar die filmvoorstelling gegaan, en eerlijk gezegd : het was een mooie film. Schitterende casting, prachtige opnames en een degelijk verhaal over het leven van Christus, dat - buiten de laatste 10 minuten - in niets verschilde van wat wij in onze Godsdienstlessen hadden geleerd. De grote profeet van de Mormonen is Joseph Smith, die in 1819, op 14 jarige leeftijd, geen religie kon kiezen omdat alle geschriften gemanipuleerd waren en onwaarheden vertelden. De man kreeg enkele verschijningen van God de Vader, de Zoon en de Engel Moroni, die hem vertelde dat de Waarheid geschreven stond op gouden platen die begraven lagen in de bossen buiten New York. Hij vond ze, werkte 3 jaar aan een vertaling, en schreef samen met een vriend "The Book of Mormons", de basis van een nieuwe Godsdienst. De gouden platen heeft hij helaas terug moeten afstaan aan de Engel Moroni. Vooral omwille van het toestaan van polygamie werden de Mormonen uit verschillende staten verbannen. In Utah vonden en vinden zij een veilig onderkomem.(Met mijn excuses aan de Mormonen voor deze zeer onvolledige definiering) De stad oogt aangenaam, modern, met indrukwekkende gebouwen en zorgvuldig onderhouden plantsoenen, met centraal de sobere Tempel met zijn 6 torens en het beroemde auditorium van 1867. Een immens ovalen gebouw, waar we een geluidsdemonstratie bijwoonden. We zaten achteraan in het werkelijk grote auditorium en op het podium scheurde iemand zonder enige versterking een bladje papier kapot en liet een potlood vallen. Verbazend, alsof het vlak naast je oor gebeurde ! Naast de tempel ligt de ook al even beroemde "Family History Library" een paradijs voor genealogen, waar we helaas door tijdsgebrek niet binnen zijn geraakt. (Het ding sloot om 5 uur !) Naast de stad ligt het "Great Salt Lake", waar, buiten het feit dat het groot en zout is ( 4x zouter dan de zee) niet zoveel te beleven valt. We wilden er de zonsondergang vatten, maar we waren 1 uur te vroeg. Dus maar naar de Salt Lake City KOA ; strategisch gelegen tussen Tempel en luchthaven Morgenvroeg doen we er Walter, Joke en Anouk uitgeleide. ( de luchthaven) Snik, snik...
Nu moeten we toch echt opschieten. We blijven maar flaneren langs route 12, de scenic drive, maar ons doel voor vandaag is Salt Lake City, de hoofdstad van Mormonenland. Overmorgen vertrekken Walter, Joke en Anouk via Los Angeles en New York terug naar Belgie en we willen samen Salt Lake en omgeving toch nog eens grondig verkennen. Dus van Oak Creek over Salina (2 flessen dure wijn en ijs) naar de Interstate 15 en noordwaarts naar Park City, een sjieke voorstad van SLC, waar we in Deer Creek State Park een ruime campsite betrokken. Geen kampvuur, geen bbq omwille van extreem brandgevaar, vuurwapens mogen wel, maar ze mogen niet geladen zijn. Verontwaardigd aten we overschotten : Mexikaanse tortilla's, gevuld met slaresten en bruine bonen, met keuze tussen pikant en heel pikant Vroeg en luidruchtig ( 2 dagen bonen!!) ons bed in, want morgen doen we Park- en Salt Lake City...
Route 12 loopt van Bryce Canyonnaar het noordoosten over Escalante en draait dan noordwaarts langs Capitol Reef National Park. De weg staat geboekstaafd als een van de 5 mooiste scenic drives van de US, en verdient die klassering volgens ons dubbel en dik. Dat betekent veelvuldige stops, korte uitstapjes enmassas fotomateriaal van grillige rotspartijen, prachtige landschappen en af en toe een kiekje van ons vijftal.Dat betekent ook dat we geen grote afstanden afleggen en ons moeten tevreden stellen met een kleine, primitieve camping, midden in de ongerepte natuur.
Oak Creek campground was er zo een :niet meer dan 10 plaatsen, ver uiteen, midden in een bos met Douglas Spurs (de grote amerikaanse spar, alom verkozen door blokhutbouwers) en een kabbelend beekje met koud, helder bergwater. Geen enkele aansluiting, maar iedere kampplaats was voorzien van een bbq op tafelhoogte en een vuurplaats voor kampvuur. We maakten er overvloedig gebruik van.
We roosterden 2 enorme (diepvries) New York sirloins medium rare, met aardappelen in de schil, gemengde sla en 2 soorten bruine Ranchers bonen en trokken onze laatste flessen wijn open ; een Utah Pinot Noir van$12.95, die zich gerust kon meten met zijn broer uit de Elzas.De prijs wordt door de Mormonen kunstmatig opgedreven om alkoholgebruik tegen te gaan. In Arizona kost deze wijn $7, maar ja, we zaten in Utah.
Ik had nog een lading hout in de kelder van onze kar liggen en die ging er ook aan. En de maan scheen door de bomen, het vuur verspreidde een zachte gloed en we zongen tot laat in de nacht kamp- en andere liederen.
De eekhoorntjes waren gaan slapen, maar de uil spitste zijn oren.Zalig...
Bryce is mooi vanop de rim, maar nog mooier als je kan nederdalen tussen de hoodoos langs een van de trails die door de rangers worden aangeboden. Je hebt ze in diverse graden : gemakkelijk, moeilijk, heel moeilijk en niet te doen. Maar als je jong, sterk en een ervaren trapper bent, kan je combineren. Dus dat deden we : we vlochten Queens (gemakkelijk) en Navajo (moeilijk) dooreen en gingen op stap, gewapend met nieuwe Nordick wandelstokken, bergschoenen snacks en water. Onbeschrijfelijk mooi; om stil van te worden. En naarmate we vorderden vielen de dikke Amerikanen op flip-flops een voor een weg en liepen we zalig alleen door een fascinerend landschap. En toen kwam de beslissende splitsing : overstappen op Navajo of verdergaan langs Queens. Dien zag het niet meer zitten ; er waren nogal wat hoogteverschillen en richeltjes en we hadden al een vermoeiend stukje achter de rug. Dus Dien koos Queens (naar een hoodoo, die "en face" op Koningin Victoria lijkt) en ik ging alleen verder langs Navajo. Weer een schitterende maar zware wandeling, die mij tot op de bodem van de canyon bracht. Daar, in de schaduw van een Douglas spar, at ik mijn appeltje en tot mijn verbazing kwam er een "ground squirrel" (klein grondeekhoorntje) tot op mijn schouder gekropen en keek begerig naar mijn klokhuisje. Ik weet het, het mag niet, maar ik kon het niet laten. Samen hebben we heel het appeltje opgegeten. Terug omhoog langs Wall Street (gedeeltelijk ingestort, nog een ommetje bij), Two Bridges (door erosie uitgesleten zandstenen bruggen) en uiteindelijk The Sentinel ( een naaldfijne lange hoodoo), waar Dien mij in de regen stond op te wachten. Ondanks onze poncho's waren we doornat en koud en we besloten een ommetje te maken langs de Bryce Canyon Lodge, om op te warmen. De lodge leek op een enorme Zwitserse berghut met grote open haard en gezellig restaurant. De hete dikke aspergeroomsoep, en de dubbele kalkoenclubsandwich hielpen ons er weer bovenop. Druipend maar voldaan zochten we onze woonwagen op, waar onze vrienden, juist voor het onweer van hun paarden waren gestapt...
Bryce National Park wordt uitstekend beheerd. Zoals in Grand canyon rijdt er een free shuttle langs de totale lengte van de rim, langs de lodge, het visitors centrum, de verschillende trailheads (= plaats waar een trektocht door de canyon kan beginnen) en de diverse campgrounds.Al deze campgrounds zijn primitief en vermits we met ons 5 dringend toe waren aan douches, electriciteit en wassalons, kozen we voor 3 nachten op Rudys campground, juist buiten het park, aan het beginpunt van de free shuttle.De Rudy had alles : hotel, restaurants, 2 zwembaden, saunas, supermarkt laundry, helicoptervluchten, paarden en uiteraard ook full hook-up campsites. En dat was maar goed ook, want het weer zat niet mee : de dagen begonnen stralend, maar na de middag kregen we telkens een vliegende thunderstorm over ons heen, die je in een mum van tijd kleddernat en rillend van de kou achter liet. Tenminste de eerste dag, We kochten ponchos, gingen vroeg slapen en stonden vroeg op, trokken onze bergkledij aan en gingen op pad, de rugzakken gevuld met enkele snacks en veel water.
Walter, Joke en Anouk kozen voor een paardentocht van een halve dag door de canyon, onder begeleidingvan een ranger, Vertrek 8 uur s morgens, terug rond 13 uur, juist voor de dagelijkse thunderstorm.Ze waren enthousiast over hun avontuur en dat kan ik me levendig voorstellen : je hoeft niks anders te doen dan naar het prachtige panorame te kijken.
Dien en ik zagen zon hoog paard niet zitten en zeker ons niet op zon hoog paard zitten, dus we kozen voor een trektocht en lieten ons (iets later) naar het Sunrise trailhead voeren.
Als Grand Canyon het meest ontzagwekkende nationaal park is, en Zion het ruwste enavontuurlijkste, dan is Bryce ongetwijfeld het mooiste en het meest sprookjesachtige. Bryce is de Disneyworld onder de natuurparken. Het is een absoluut wonder hoe de natuur hier duizende beeldhouwwerken heeft gebeiteld, die ruwweg dezelfde vorm hebben, maar van nabij zo subtiel uniek.
Hoodoos worden ze genoemd ; verbasterd indiaans voor versteende mensen en je kan het niet beter gezegd krijgen.En dan denk je onwillekeurig aan het terra cotta leger van keizer Xiang, maar er is geen vergelijk mogelijk. Geen wiskundige rijen, maar speelse, bochtige, op en neer gaande hoodoos, geen enkele gelijk en allemaal verkleurend door de voorbijreizende zon.Bovendien, Bryce leeft : het is een van de snelst eroderende plaatsen ter wereld ; door regen en wind werden en worden nog steeds hoodoos geschapen, door regen en wind worden ze opgelost. Wees gerust, het proces begon 10 miljoen jaar geleden, met het uitdrogen van een rivier, en de erosie vordert met eem snelheid van 1 voet (33 cm) per 60 jaar.
Bryce Canyon is net als de Grand Canyon te bereiken van bovenaf langs de rim, de rand van een uitgestrekt plateau. Je kan er met de wagen niet in of door,er zijn enkel voetpaden die verschillende trektochten mogelijk maken. Het plateau ligt op 9000 voet (3.000 meter) en zorgt voor lekkerwarme middagen en koele nachten.
De canyon werd pas in 1870 ontdekt toen een groep Mormoonse boeren zich op het plateau kwamen vestigen. Het land werd verdeeld en een Schot, Ebenezer Bryce kreeg het stuk met de canyon in zijn achtertuin (waarschijnlijk het goedkoopste). Zijn buren noemdem het stuk Bryces canyon,
Hijzelf zei Its a bloody hell to loose a cow in.
"All clear, you're ready to go, have a nice day" zei de ranger die voor ons de smalle tunnen autovrij had gemaakt, zodat we er voorzichtig en in het midden rijdend doorheen konden. Vlak voor het donkere gat, ik had me inmiddels al midden op de weg gezet, kwam er nog een tegenligger uitgereden. "Oeps, foutje van de ranger" dacht ik, wachtte nog even en kroop in het donkere hol voor een ritje van 2 km. We moeten zowat halverwege geweest zijn toen we de lichten van een tegenligger zagen opdoemen, gelukkig een personenwagen. Dien, mijn chef-navigator, sprong met ware doodsverachting uit onze bak, en hield de tegenligger tegen. De man was even verbaasd als wij en samen, met Dien als dirigent in het duister, slaagden we erin mekaar te passeren zonder krassen. "Verdomme" zei ik om me af te reageren, "die ranger aan de uitgang gaat zijn beste dag niet meemaken" De ranger bleek een zij te zijn en ze kwam onze bak met open armen tegemoet gelopen "Oh my God, you made it, I'm so glad" huilde ze terwijl ze in gebed haar hoofd en handen ten hemel hief. " You must be a fantastic driver, I was so worried ! Thank you and God bless you" vervolgde ze terwijl ze met tranen in haar ogen aan mijn linkerarm begon te zwengelen. "Thank you so much" en ze forceerde een lach en keek diep in mijn ogen. Zwijgend, een beetje beschaamd, zijn we verder gereden...
Een slide-out is zowat de "poort van Sesame". Zeker als je met 5 tegelijk, kleddernat en beslijkt, zo snel mogelijk iets anders wil aantrekken. Het is zo goed als onmogelijk om dansend op 1 been een droge broek aan te trekken, terwijl je gebuur zich uitgebreid staat af te drogen en een derde met een voet in de Walmartvuilzak een koude hap uit de ijskast tracht te sleuren zonder al te veel ongewenste voedingsmiddelen op de grond te laten denderen, die dan ongewild door een vierde worden vertrappeld. Om maar te zwijgen van de vijfde... Het zaligmakende woord is dan "Sesame open je", ondersteund door een moderne druk op de knop : in - out - in - out. Super, zo'n slide-out, je leefruimte verdubbelt gewoon !!! Toen we gisteren in Zion National Park promoveerden van primitieve camping naar de full hook-up Watchman, haperde onze slide-in eventjes. Een beetje ziek dachten we en gaven hem een helpend duwtje. En deze morgen hadden we het spek aan ons ..... . De slide-out wou niet meer in, en dat is hoogst onaangenaam als je Zion moet verlaten langs de tunnel die in eerste instantie al niet hoog genoeg was. Eerlijk gezegd maakte ik me niet al te veel zorgen met handige Walter aan boord. Maar helaas, we kregen de slide wel terug in, maar bij het minste bochtje naar rechts vloog het ding er terug uit. Even Los Angeles bellen : Roadbear. We kregen direct een noodoplossing, een soort ijzeren staaf die in de koffer lag en die het uitschuifsysteem blokkeert, zodat je tot bij de dichtsbijzijnde RV repair kan geraken. En dat kon. In Springdale woonde Bill, een cowboy van het hardere soort, die zichzelf had omgeschoold tot garagist. In het volle uur dat de man samen met Walter onder onze RV had gelegen (voor mij was er geen plaats meer) leerden we de 100 meest krachtige Amerikaanse vloeken, maar uiteindelijk werden 2 afgebroken aanhechtingsbouten op een moeilijk bereikbare plaats vervangen. Dankzij Walter kwamen ze stevig op de juiste plaats zitten en hupsake : slide-in, slide-out. De rekening was voor Roadbear en als tip gaven we de man onze twee batterijbrommertjes, die inmiddels toch tot schroot waren gewalst. Veel lichter verlieten we Zion langs de smalle tunnel...
De rivier, die in Zion verantwoordelijk is voor al dat moois noemt Virgin River, wishfull thinking van een polygame mormoon in de pionierstijd.Langs deze prachtige heldere rivier loopt een wandelweg van enkele km, die eindigt op een klein plateau, met onderliggend zandstrandje, waar je een ondiep plonsje kan wagen, wat we uiteraard met veel genot (en zonder zwempak deden).Maar.....
Je kon de rivier stroomopwaarts volgen door de alsmaar nauwer wordende canyon, door het water, dat nooit hoger dan 1,5 meter was, over de rotsen, langs spelonken, smalle stroomversnellingen en soms brede rustige zandbanken. Geen sinecure met onze rugzakken vol drinkwater en noodrantsoenen, fototoestellen en cameras die niet waterdicht verpakt waren. Anouk was de enige die zich als een echte waternimf met veel plezier in de diepere poelen liet meedrijven en waarschijnlijk de canyon 2 keer heeft gedaan : een keer zwemmemd, in lichte zomerkledij en een tweede keer lopend van rotsblok naar rotsblok, elegant als een gems.Onwillekeurig spooktePaul van Vliet door mijn hoofd : Meisjes van dertien.... . Lang zal het niet meer duren. Na zowat een uur ploeteren door de Virgin River, zag Dien het niet meer zitten : haar rug speelde haar al enkele dagen parten en dit was nu niet bepaald een zondagswandeling.We lieten haar achter op een breder stukje, waar de zon nog tot op de bodem van de canyon scheen. Bij wijze van afscheid trokken we onze kleren uit en doken in ons toch al nat (en doorzichtig he Joke) ondergoed de rivier in. Met ons gevieren trokken we verder stroomopwaarts en ik geloof niet dat we 1 spelonk, poel of rapid hebben overgeslagen. Het was dan ook uren later dat we een ongeruste maar uitgeruste Dien terugvonden op het inmiddels zonloze stukje strand. Toen we de laatste meters door de rivier aflegden, naar het plateautje waar het wandelpad begon, werden we verrast door een "severe thunderstorm'. Tegen de blikseminslagen zaten we beschermd, maar het water gutste alom de kloof en de Virgin River in. Niet ongevaarlijk, want in enkele minuten steeg het water van de rivier met 3 voet, werd totaal ondoorzichtig en sleurde rotsen en takken met zich mee. Toen we de weg bereikten zag de ondertussen woest kolkende Virgin River bloedrood. Terwijl we in de shuttlebus stapten vroeg ik me af hoe de Mormonen hem nu zouden noemen...
Het is bijna niet te geloven, maar het heeft tot begin 1900 geduurd vooraleer kolonisten zich kwamen vestigen in de prachtige en vruchtbare vallei, die ontstaan isdoor de samenvloeiing van twee woeste bergrivieren,die hun weg hadden geboord door een hooggebergte en daar twee fantastische canyons hebben gecreeerd : Zion National Park.
Die eerste kolonisten waren Mormonen, omwille van hun bizarre religie gevlucht uit andere staten en nu nog steeds meer dan welkom in Utah.Waren die mensen echte godsdienstfanaten of hadden ze gewoon een gebrek aan fantasie ; het is niet geweten, maar ze noemdem hun vallei met de omringende bergenDe Tempel van God.De hoogste piek is Angels Landing, de platste noemt The throne of the King en de grilligste is Cathedral Rock. Drie identieke pieken kregen de namen Abraham, Isaak en Jacob mee (de drie patriarchen), en zo kan ik nog enkele blogpaginas doorgaan.
Het nationaal park binnenrijden is wel origineel : er is in de jaren 30 een tunnel geboord van een goeie 2 km, waarvan de hoogte in het midden van de weg 13 voet bedraagt en naar de zijkanten afloopt naar 10 voet. Onze RV is 12 voet hoog, m.a.w. het verkeer moest volledig worden stilgelegd zodat wij voorzichtig in het midden van de weg de 2,5 km konden afleggenzonder onze aircogroep te beschadigen. Een spannend ritje, maar de beloning is grandioos. Uit de tunnel ontplooit zich een uniek schouwspel van driekleurige bergen(rood, beige en daar hoog bovenuit bijna wit), begroeid met pijnbomen en doorgroefd met watervalletjes, die als kristallen linten langs de flanken naar beneden kletteren.
We verbleven 2 nachten in de primitieve camping, vlakbij de mooiste uitzichten en bij het begin van de shuttlebus, die je gratis naar alle interessante plaatsen brengt.Twee nachten (en dagen) zonder stroom, water enz... met 5 mensen, die zich (sommigen met veel plezier) tijdens de trektochtengoed vuil maken en dan uitgebreid willen douchen.Onze woonwagen heeft het perfect doorstaan, mee dankzij het feit dat de hoogte voor aanvaardbare temperaturen zorgde zodat we weinig moesten verkoelen.
De derde nacht vonden we een plaatsje op de Watchman, het enige RV park met stroom.Weliswaar op het stukje groepscamping, waardoor we gefankeerd werden door twee Deutsche Wohnwagen, maar wij hebben toch lekker het meeste lawaai gemaakt.
Weer zo'n beauty in Navayoland en de procedure die werd toegepast was identiek : betalende parking, betalende gids en met een wrak door het eerste deel van de canyon. Het tweede deel werd te voet afgelegd, met een Navayosquaw op kop, die bij wijze van zonnecreme haar gezicht had ingesmeerd met modder (uit haar canyon) Deel twee was onaards mooi : de canyon slingert zich hier door een rotsmassa van rode steen, het grootste stuk onder de grond, met op regelmatige plaatsen openingen in het plafond waar de zon, in samenspel met de grillig uitgesleten rotspartijen de meest abstracte tekeningen tevoorschijn tovert. Iedere bocht liet andere futuristische combinaties zien, waar de Navayodame telkens een gepaste naam voor vond, die wij, na lang zoeken soms ook herkenden. Binnensijpelende zandkorrels maakten het geheel nog irreeler en brachten ons gezelschap in een geestverruimende trance. Buiten brachten de 3 hoge schouwen van de Navayo-electriciteitscentrale, die boven de canyon gele rook loodrecht in de lucht spuwden ons snel terug naar de realiteit...
Wie Marlboro gerookt heeft kent het landschap : adembenemende tafelbergen die oprijzen uit een dorrre, vlakke en warme woestijn. Mesa's die 400 voet en meer boven dat landschap uitsteken en talloze keren als achtergrond gediend hebben in de cowboyfilms uit onze jeugd. En bij iedere stofwolk die aan de horizon verschijnt, denk je John Wayne te ontwaren, schietend vanop de bok van de postkoets naar een horde achtervolgende indianen. Het blijkt dan een van die aftandse pickups te zijn, die een lading bestofte en dooreengeschudde toeristen komt vervangen door verse dollars. En dat waren wij, met 5, samen met eem Hollands gezin, ook met 5. De Navayogids-kamikazechauffeur begint zich voor te stellen met de opmerking dat hij niets verdient en volledig moet leven van de tips (dat wordt lachen met die Hollanders) Maar verder niets dan lof, de man kent zijn streek, en die is nog maar eens moeilijk op papier of foto vast te leggen. Alle tafelbergen, en dat zijn er heel wat, zijn exact even hoog en markeren eigenlijk de bodem zoals die een paar miljoen jaar geleden bestond. De hardere rotsen zijn blijven staan, de zachtere weggeblazen. Door erosie hebben de mesa's soms grillige vormen aangenomem en kregen door de Navayo's passende namen ; Three sisters, The King's Throne, The totem Pole (indrukwekkend!!), John Ford's Point (hij filmde het liefst vanuit die hoek) enz... Een 3 uur durende rondrit, die geen seconde verveelde en die ons vol stof en ontzag terug afleverde aan het Navayo Tribal Park. Ik had met de Hollander afgesproken om $10 tip te geven per groepje van 5. De man slikte even, maar gaf gewillig. Niet goedkoop met de $200 voor de rit met zijn gezin, om nog niet te spreken over de parking fee. Maar ons was het elke cent overwaard...
Navayo Country, het grootste reservaat van de wereld. En ze hebben geen naamborden, geen tipi's en geen gekleurde kippeveren van doen om dat aan te kondigen. Je merkt zowat aan alles dat je Navayo Country binnenrijdt. Er ligt iets meer vuil langs de wegen, de reklameborden zijn amateuristisch en op de droge prairieweiden rond hun slordige huizen zijn de paarden vervangen door tientallen roestende autowrakken. Navayovrouwen zitten uren ongeinteresseerd voor hun plastieken uitstalkraam zelfgemaakte juwelen te verkopen. Mooi gemaakt, dat wel, maar allemaal geinspireerd op betekenisvolle en heilige rituelen van hun voorvaderen, alsof het de enige band is met hun trotse verleden. Hun manier om toeristendollars te vergaren is ook opvallend agressiever en minder subtiel dan we gewoon zijn. In hun territorium, dat eigenlijk een aparte officieuze staat vormt, met eigen politiekorps, goevernement en hoofdstad, liggen verschillende prachtige natuurwonderen. Je kan ze bezoeken, maar altijd onder begeleiding van een Navayogids. Moeilijke parcours, zoals Monument valley, doe je achterin de bak van een aftandse pickup, in alle opzichten een aanfluiting tegen de Amerikaanse veiligheidsnormen. De prijs is niet min, en bovendien betaal je nog eens voor je RV die op een stuk grond langs de kant van de weg staat ; hun grond, dus $10 !! Maar dergelijke laag bij de grondse beslommeringen vergeet je gauw als je hun schitterend land binnenrijdt. We bezochten de twee belangrijkste : Momument Valley en Antelope Canyon. Onvergetelijk...