mijn lijf schuift schurend
langs de bast van de eik
vingers krabben traag de
nagels zwart
tot scheuren toe bereid
als ik door het dragen zijg,
naar overgave neig
voir la mort en face;
tussen hemel en aarde
gevangen in een grijze waas
met een loodzwaar hart
voel ik me te zwak
weerstand te bieden
tegen deze omvangrijke
dijk van houten smart
voir la mort en face;
tussen hemel en aarde
gevangen in een grijze waas
waarbij ik mij verlies
en nog even, heel even.
naar de takkentoppen staar
die in de hemel
mijn onkruid wieden
met een maaiend gebaar
voir la mort en face;
tussen hemel en aarde
gevangen in een grijze waas
nu word ik gedragen
op geaarde strengen
waar het mos
uitzichtloze dagen verzacht
en het schaarse licht
zich geweldloos tracht
aan te lengen
met mijn diepere lagen
voir la mort en face;
tussen hemel en aarde
gevangen in een grijze waas
|